I Origins

I Origins

Moleculair bioloog Ian (Michael Pitt) is van jongs af aan geobsedeerd door ogen. Hij legt ze vast met zijn camera en doet er onderzoek naar. Hij is een man van de feiten en wil aantonen dat ook de ogen een natuurlijke evolutie hebben doorgemaakt. Want juist de ogen zijn het speerpunt in de aanname van gelovigen dat er een intelligente hogere macht, een ontwerper achter alles in het universum zit. Toch is het juist iets onverklaarbaars dat hem op het spoor zet van een meisje waar hij uiteindelijk mee wil trouwen. En daar blijft het niet bij. Haar ogen lijken hem aan te zullen tonen wat wetenschappelijk niet te onderbouwen is.

Dit is een werkelijk prachtige film over wetenschap versus geloof. Van de zeven films die op het Imagine Limited Edition draaien had ik hier de hoogste verwachtingen van en die komen nog uit ook. Regisseur Mike Cahill kende ik al via het ook al zo interessante Another Earth, waar Britt Marling de hoofdrol in speelt. Zij speelde ook in Sound Of My Voice en heeft dus een belangrijke rol in I Origins. Ik noem dit even op omdat al deze films je meenemen op een reis die het ongeloofwaardige zo aannemelijk maken, of je in ieder geval aan het denken zetten over wat mogelijk is. Een zeer doordacht script en aangrijpende vertolkingen hebben de gewenste uitwerking.

Ian maakt een soort reis. Als wetenschapper wordt hij verliefd op een spiritueel ingestelde vrouw, die hem via een mooie, maar niet staafbare redenatie kennis wil laten maken met die andere zijde. Hij sluit zich er echter voor af, ook al kan hij bepaalde zaken niet verklaren, en richt zich geheel op zijn studie, als zijn geliefde door een bizar ongeluk om het leven komt. Maar hoe kun je loslaten als je steeds weer wordt vastgegrepen? Een ‘toevallige’ uitzondering in zijn alledaagse leven brengt hem uiteindelijk dichterbij iets wat hij zo graag wetenschappelijk wil onderbouwen om zekerheid te hebben. Kan geloof dan zekerheid zijn? Het komt allemaal samen in een einde dat – ook al zie je het aankomen – een brok in de keel en een traan in het oog opwekt.

Boeiend, intrigerend, ontroerend.

 

Voorafgaand aan de film vertelt programmeur Phil van Tongeren dat de inspiratie tot het maken van I Origins het verhaal over de zoektocht naar het Afghaanse meisje van de beroemde National Geographic cover was. Fotograaf Steve McCurry maakte de foto in 1984 toen ze 13 jaar oud was. Pas in 2002 werd ze terug gevonden via biometrisch oogonderzoek. Op wetenschappelijke wijze werd vastgesteld dat het om dezelfde persoon ging.

Stemoordeel: zeer goed

What We Do In The Shadows

What We Do In The Shadows

Imagine Limited Edition. Goed initiatief. Het volledige festival vindt pas weer plaats in April volgend jaar, maar er waren zoveel leuke films die tegen die tijd al achterhaald zouden zijn, dat de organisatoren hun vlak na de zomer opgekomen idee van deze één daagse gelimiteerde editie nu al tot uitvoering hebben gebracht. Maar liefst zeven films werden aangekondigd en het vuur in de harten van de fans is zodanig aangewakkerd dat de verkoop boven verwachting gaat en het hele event naar de grootste zaal is verplaatst. Ik ga alleen de eerste twee films zien, want het kost toch een bom duiten (waarom geen goedkopere prijs voor een passe-partout?), ik hoef TCM niet per se te zien en Cold In July heb ik al gezien.

 

De digitale wekker geeft 06:00 aan en begint te piepen. De camera zoemt uit en je ziet een zwarte doodskist die een stukje open gaat. Er komt een arm uit die de wekker uit zet. De film wordt in één korte scène gevangen.

Een documentaire team volgt een groep vampiers in aanloop naar een samenzijn van vreemdsoortigen tijdens ‘The Unholy Masquerade’. We maken kennis met vier bloeddorstige huisgenoten van verschillende leeftijd, waarvan Petyr (die er uitziet als de vampier uit Nosferatu) met zijn 8000 jaar de oudste en minst benaderbare is. Verder zijn daar jonge hond Deacon, de woeste, uit de Middeleeuwen afkomstige Vladislav en dandy Viago die stipt en netjes is, maar over kan komen als een zeurpiet. Zo roept hij alle vampiers bijeen om de huishoudelijke taken door te nemen en valt hij Deacon aan omdat die al vijf jaar de afwas niet heeft gedaan. “Vampires don’t do dishes”, brengt Deaconin ter verweer. De alledaagse blik in het leven van deze onalledaagse figuren is meesterlijk gedaan. Van tanden poetsen tot stofzuigen tot het uitkiezen van de juiste kleding als ze uitgaan, waarbij Vladislav kiest voor de “dead but delicious look”. De opeenstapeling van prachtige vondsten is niet aflatend. De grappen met een spiegel, de uitleg waarom men maagdenbloed wil, het vaste hulpje dat zich al vijf jaar uitslooft en vergoten bloed opruimt in de hoop ooit zelf het eeuwige leven te krijgen, de hilarische confrontatie met een groep weerwolven, de introductie tot het internet… En vaak is het nog grap op grap ook. “Let me do my dark bidding on the internet”, zegt Vladislav als hij wat bozig zijn duistere bedoelingen gaat botvieren via de hedendaagse digitale toegangspoort. Op zich al leuk genoeg, maar de dubbelzinnigheid van een woord maakt het nog hilarischer als Viago hem vraagt “what are you bidding on?” waarna het nuchtere antwoord volgt: “a table”.

Het gebruik van speciale effecten is spaarzaam maar zeer effectief gedaan. Er zitten wat kleine moralistische boodschappen in de film, voor wat betreft de gevaren van social media en het hebben van vooroordelen over een bevolkingsgroep en de tragische kant van het vampierbestaan komt aan bod. Maar de grap is (gelukkig) nooit ver weg.

Horror en komedie zijn moeilijk succesvol te combineren. De Nieuw-Zeelandse makers van What We Do In The Shadows vonden Interview With The Vampire een prachtige film, maar ze wilden zo graag Brad Pitt eens naar de wc zien gaan. De (niet letterlijke) verwezenlijking van dat idee is volkomen geslaagd.

Ps. Blijf vooral NIET zitten tot na de aftiteling, want je zou zomaar de hele film kunnen vergeten!

Stemoordeel: zeer goed

The Raid 2: Berendal

Raid 2 - Berandal, The 2

Voor mijn recensie van The Raid: Redemption had ik maar weinig woorden nodig. Het actiespektakel waarin een politieman schoon schip maakt binnen een door gangsters gerund flatgebouw was overdonderend. Nu dan het vervolg waar iedereen in deze zaal (vol Indo’s) enorm naar uit heeft gekeken vermoed ik.

Met een lengte van maar liefst 2,5 uur heeft regisseur/schrijver Gareth Evans dit keer rustig de tijd genomen om een verhaal te vertellen. Politieman Rama is nog niet eens bekomen van zijn uitputtingsslag in het flatgebouw als hij door zijn superieur wordt gevraagd om onderzoek te doen naar corrupte agenten. Daarvoor moet hij diep ‘under cover’ gaan en de beste manier is via de gevangenis. We maken op deze manier kennis met verschillende personen in een verhaal dat weinig origineel is (gangsterzoon wil actie, vader wil vrede), maar wel wat balans geeft en de nodige adempauzes tussen de wederom extreme actie-vecht-scènes waarop we eigenlijk allemaal zitten te wachten. En gevochten wordt er, maar nu op meer verschillende wijzen en op een diversiteit aan locaties. In de gevangenis op de plee en de grote binnenplaats in een grote modderpoel, in een illegaal pornopand, de straat, een nachtclub; een geweldige scène in een metro met een übercoole Japanse chick met twee hamers terwijl haar doofstomme metgezel even verderop met zijn aluminium honkbalknuppel wat hoofden inslaat; in een restaurant, op het hoofdkwartier, in een auto en uiteindelijk natuurlijk in het hol van de leeuw.

Hoofden splijten, benen breken, botten kraken, messen verdwijnen in lijven, kogels doorboren lichamen, ledematen worden verbogen in hoeken die anatomisch niet correct zijn. Zoals verwacht zijn de vechtscènes in de traditionele Indonesische martial art pencak silat stijl zowel sierlijk als snel, agressief, bruut en vooral heel dodelijk. In de persoon van hoofdrolspeler Iko Uwais is een nieuwe martial arts superster opgestaan. Zijn ontdekker Gareth Evans heeft de Indonesische vechtkunst in het spotlicht gezet en met de twee Raid-films een nieuwe hedendaagse standaard, waar nauwelijks aan valt te tippen.

‘It’s a ballet of the ultra-violence”.

Stemoordeel: zeer goed

Ps. Ik wil je deze nep poster, een mooie variant op de fantastische poster van Evil Dead, niet onthouden.

Raid 2 - Berandal, The 1

Cheap Thrills

Cheap Thrills

Regisseur E.L. Katz spreekt ons toe vanaf het doek. Een videoboodschap waarin hij ons bedankt voor het komen en kort vertelt dat de film is opgenomen in 14 dagen, waarvan er nog eentje afviel vanwege een black-out. Ze hadden niet van tevoren gerepeteerd. Het was verschrikkelijk heet in L.A. en zonder airco vlogen ze elkaar soms bijna echt naar de strot. Misschien kunnen we zien welke scènes dat geweest moeten zijn. Hij eindigt met “have a good time”.

‘Final notice’ hangt er op zijn deur. $ 4.500,- betalen of het huis verlaten. Niet echt fijn, zeker niet als je een lieve vrouw en een schattige baby van een paar maanden hebt. Als je dan ook nog wordt ontslagen heb je even een borrel nodig om bij te komen. In de kroeg kom je een oude gabber tegen en een joviale man met zijn veel te mooie vrouw die een feestje willen bouwen. Nou, nog eentje dan.

De joviale man heeft een hoop poet en daagt de vrienden uit tot weddenschappen waarmee ze geld kunnen verdienen. Van wie het eerst een shot tequila achter over slaat tot wie een stripper een klap op d’r kont durft te geven. Drank vloeit rijkelijk en snuifjes coke volgen rap. Eenmaal in het huis van het echtpaar worden de weddenschappen heftiger, de sfeer grimmiger en proberen de oude vrienden elkaar af te troeven in hun zucht naar geld, dat ze allebei zo goed kunnen gebruiken.

Wat begint als heerlijk puberale lol, met hilarische vondsten, wordt na verloop van tijd vernederend, onsmakelijk, pervers, ziek, extreem en goor. Dat deze film in twee weken is geschoten merk je nergens aan af. Overtuigende rollen van de vier hoofdpersonen die je steeds ongemakkelijker in je stoel laten zitten. Daarnaast houdt de film je een spiegel voor. Waar je (in eerste instantie) om lacht is eigenlijk helemaal niet om te lachen. Het doet ook denken aan bepaalde gameshows als Over De Rooie en Expeditie Robinson met zijn eetproef.

Je begint met lachen vanwege de lol, je eindigt met grimlachen van de ellende.

Stemoordeel: zeer goed

Coherence

Coherence

Quantum decoherence. Een kat zit in een doos met een bak eten met gif. Als je de doos open maakt kan de kat levend of dood zijn. Zolang de doos niet is geopend bestaan beide mogelijkheden naast elkaar. Pas als de doos open gaat is er één uitkomst.

Een diner met oude vrienden. Gezellig praten, drinken, eten. Persoonlijke verhalen, grapjes en natuurlijk aandacht voor de komeet die langs de aarde komt en wat diens effect kan zijn. Dat er geen mobiel bereik is of internet was al duidelijk, maar als alle stroom uitvalt ontstaat er toch lichte paniek. Alleen bij één huis verderop is nog licht. Twee gaan een kijkje nemen. Vanaf dan ontstaat er een chaos van parallellen en meerdere realiteiten, waarin de groep zichzelf meer dan eens voorbij ziet komen. Who am I? Who are you? Hoeveel realiteiten kun je aan. In welke hoor ik thuis? In welke wil ik thuis horen…

Hoewel niet alle acties misschien even logisch zijn en er soms wat opzichtige trucs worden toegepast om verschillen weer te geven, of het verhaal de goede kant op te krijgen is het uitgangspunt fascinerend en moet je je hoofd er goed bij houden om alle ontwikkelingen te volgen. Met een groep van acht mensen heb je verschillende reacties op de gebeurtenissen, die elk weer van invloed zijn op wat er ‘in de doos’ gebeurt. Op een gegeven moment heb je als kijker een punt bereikt waarop het spel met eindeloze varianten een warboel dreigt te worden en je je aan kunt sluiten bij wat één van de acht uitroept: “none of this is making any sense”. Maar dan neemt iemand een beslissing die de focus terug brengt met een interessante uitkomst.

Stemoordeel: goed

I Am A Ghost

I Am A Ghost

One need not be a chamber to be haunted,

One need not be a house;

The brain has corridors surpassing

Material place.

(Emily Dickinson)

Een prachtig oud huis. De gang. De trap. De huiskamer. De slaapkamer. De keuken.

Zwarte belijstingen, zware stijlen van het bed, dikke velours gordijnen, donkergroene muur, bordeaux rode muur, een zwarte sprei, een met parelmoer ingelegde kast, dikke tapijten, een tafelkleed met kruissteek, glas in lood, portretten van voorouders, een gietijzeren trap, tiffany lampen.

Een vrouw in een wit satijnen jurk, wordt wakker, bakt een ei, gaat boodschappen doen, rouwt om een geliefde, schrikt er van een geluid in haar huis. Er vindt een eindeloze herhaling plaats van deze beelden, die niet zomaar herhalingen zijn, het zijn exacte kopieën. De titel geeft het al aan, de vrouw is een geest, alleen weet ze dat zelf niet. De stem die ze hoorde is die van een medium, die haar probeert duidelijk te maken wat ze is en probeert haar te begeleiden in de overgang naar de volgende wereld.

Dat we een haunted house nu eens vanuit het perspectief van de geest mee maken is een zeer originele insteek. Dat deze geest niet kwaadwillend en ook nog eens bijna de hele film als enige in beeld is, is een gedurfde zet, die zeer geslaagd is te noemen. De herhaling die zeker in het begin zit is een noodzakelijk kwaad, om de sfeer van gevangen zitten in een soort loop weer te geven. De conversaties met het medium zijn zeer interessant. Het is alsof de geest in therapie zit, om dingen te verwerken en daarna verder te komen. Dit proces is fascinerend gedaan. Dan blijkt ook waarom ze vast zit, waarbij die bewustwording iets in werking zet die de film ook nog eens verdomd onrustbarend en simpelweg eng maakt. Uitermate goed gedaan.

Stemoordeel: zeer goed

Why Don’t You Play In Hell?

Why Don't You Play In Hell

Dit is duidelijk Barend de Voogd’s kindje. Hij kondigt de film vol passie aan. “Love it or leave it, but never a dull moment”!

We zien de Fuck Bombers, een groep jonge enthousiastelingen die op guerilla wijze films schieten op straat. We zien twee rivaliserende Yakuza clans. Of course the twain shall meet.

Bloed, tandpasta, maatpakken, 8mm video, 35 mm film, Bruce Lee, kimono’s, Samoerai, Ninja, een ‘please Bukkake me’ T-shirt, Le Ballon Rouge, hyper bling bling nails, Katana’s, een reclame die je niet uit je hoofd krijgt en een potpourri van muziek waar Tarantino jaloers op zou worden.

Regisseur Shion Sono komt over als een klein kind dat vooral heel veel kabaal wil maken. Eigenlijk is het nog best knap dat hij binnen deze visuele en verhaaltechnische gekte nog iets van een verhaaltje stopt, dat dus in de basis heel voorspelbaar is. Helaas is de absurdistische humor niet de mijne, zoals wel vaker bij dit soort Japanse over the top films. Kleurrijk is het zeker, een saai moment maak je niet echt mee, maar zelfs het bloederig pandemonium dat uiteindelijk uitbreekt wordt een wat vermoeiende exercitie, die niet meer dan af en toe een vage glimlach om het gezicht kan doen verschijnen.

Stemoordeel: zozo (en niet slecht, vanwege ‘never a dull moment’)

Der Samurai

Samurai, Der

Regisseur Till Kleinert is aanwezig en spoort ons aan om te dansen en vooral plezier aan de film te beleven.

Jakob is een politieman in een klein dorp. Hij is een beetje een lulletje rozenwater, die zich bezig houdt met miniatuurbouw en niet al te serieus wordt genomen door zijn plezier makende leeftijdgenoten. En dat terwijl hij zichzelf en de naleving van de wet juist heel serieus neemt. Het dorp wordt geteisterd door een wolf. Maar waarom voedt Jakob deze wolf? Als er dan ook nog een man in een jurk met een Samoerai zwaard ten tonele verschijnt die hem uitdaagt is al gauw duidelijk hoe de vork in de steel zit.

Daarin zit hem voor mij ook het probleem met deze curieuze film. Het is zo snel duidelijk dat Jakob vol met (seksuele) gevoelens zit die hij weg heeft gestopt. De wolf en de Samoerai zijn onbewust door hem opgeroepen om die gevoelens naar boven te halen. Er volgt zodoende een spel, dat af en toe nog bloederig wordt, maar niet veel meer toevoegt aan wat al bekend is. Pluspunt is dat de film tot het einde toe in het midden laat of het allemaal afspeelt in het hoofd van Jakob, of dat er werkelijk iets is opgeroepen.

Till Kleinert komt nog even naar voren om wat toe te lichten. Dit is een eindexamen film. In Duitsland is het een traditie geworden om een eindexamen film te maken van speelfilmduur. Zodoende werk je 8 jaar aan je studie, waarvan de laatste 3,5 om dat megaproject tot stand te laten komen. Want waar haal je het geld vandaan, zeker voor zo’n buitenbeentje als dit. Meestal is er de koppeling tussen het filmfonds en de televisie, waarbij beide partijen de helft van de financiering voor hun rekening nemen. Till heeft het voor elkaar gekregen om de televisie, die toch geen interesse had, er tussenuit te halen, de helft via het filmfonds te scoren en de rest via crowdfunding en (persoonlijke) leningen. Waarschijnlijk wordt de film na de festivals uitgebracht in de bioscoop. De film is qua onderwerp autobiografisch. Het gevoel van een persoon die maar 50% volledig is en door de druk van buitenaf moeilijk tot volle wasdom komt. De verwerking van een klein trauma, zou je kunnen zeggen. Grootste inspiratiebron was de film The Hitcher, maar ook Roodkapje van de gebroeders Grimm, en zeker daaruit het beeld van de wolf in grootmoeders kleren spraken de regisseur enorm aan. Pit Bukowsky die de Samoerai speelt had het best moeilijk met zijn rol. Hij wilde het graag spelen, maar is een alfamannetje wat voor innerlijke strijd zorgde en ook de eindscène waarin hij zich frontaal bloot (en hoe!) moet geven had een paar takes nodig om alles voor elkaar te krijgen. Voor wat betreft de Samoerai code is het leuk dat de wildeman wel het zwaard heeft, maar Jakob veel meer een code naleeft. De eerste versie was wat dat betreft veel realistischer geschreven vanuit gevallen dat mensen doordraaiden en met een Katana de openbare orde gingen verstoren. Maar dit paste toch niet goed bij Jakob’s gevoel en hoe dit tot uiting moest komen.

Als ik na de film sta te wachten op de volgende, loopt Till Kleinert mijn richting op om ook die volgende film te gaan bekijken. Ik spreek hem aan want ben benieuwd waar hij voor zichzelf vanuit was gegaan bij deze film betreffende het feit of het nu allemaal is verzonnen, of dat er echt iets is opgeroepen. Voor hem was dit laatste het geval. “If you stare into the abyss long enough the abyss stares back at you”, verklapt hij me en voegt daar zijn eigen visie aan toe: “if you stare into the woods long enough, something will come out”!

Stemoordeel: zozo

The Machine

kinopoisk.ru

Er is iemand aanwezig van het Rathenau Instituut, alwaar men zich bezig houdt met onderzoek en debat over wetenschap en technologie. Hij doet een inleidend praatje over de film. War Games was een van de eerste films die een serieuze discussie in Amerika op topniveau tot stand bracht over hacking, waarna maatregelen werden getroffen. Met de opkomst van kunstmatige intelligentie staat men ook stil bij wat intelligentie nu eigenlijk is. Er bestaat een zogenaamde Turingtest (lees ook zeker even het stuk over de tegenhanger de Chinese Kamer) die aan de hand van de antwoorden op vragen die gesteld worden aan zowel een computer als een mens moet bepalen wie de computer en wie de mens is. Deze test zit trouwens letterlijk in de film. Je bent op internet ook vast wel eens de zogenaamde ‘captcha’ (completely automated public Turingtest to tell computers and humans apart) tegen gekomen, waarbij je een code in moet vullen die alleen door mensen te lezen is om verder te komen. Dit om te voorkomen dat een computer toegang krijgt. De mens kan dom zijn, fouten maken, irrationeel reageren, of op gevoel. Het zijn de emoties die de mens menselijk maken. Er bestaat nu zoiets als ‘affective computing’, waarbij computers menselijke emoties kunnen herkennen, interpreteren, verwerken en nabootsen. De grote vraag is of we dit wel willen. Er komt nog iets geheel anders bij kijken. Kan de mens gevoelens ontwikkelen voor een robot. Uit een experiment blijkt dat mensen een robot toch als een sociaal wezen zien. Het komt uit een basaal empatisch niveau. Of een stap verder, kun je zelfs gevoelens van liefde ontwikkelen voor een robot? De mens en technologie krijgen steeds hechtere verbanden. De robot wordt steeds meer mens, maar de mens wordt ook steeds meer robot, met de techniek die in hem wordt geplaatst. Eén van de belangrijkste vragen blijft welke beslissingen mogen robots zelf maken en welke beslissingen moeten altijd door een mens genomen blijven worden.

Het is een interessante inleiding die je extra scherp houdt bij het kijken naar de film, merk ik.

Ergens in de toekomst is er een koude oorlog gaande tussen Groot Brittannië en China. Machines worden steeds belangrijker. Vincent is een ingenieur die zich bezig houdt met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie in een machine. De techniek moet zelf bewust zijn. Het leger wil dit gebruiken om het bewind in China aan te pakken. Vincent ziet het echter als een geheime kans om zijn zieke dochter te helpen. In de jonge Ava wordt een vrouw gevonden die heel ver is met de ontwikkeling van zelfdenkende technologie. Doel is om geavanceerde protheses d.m.v. die techniek om te toveren van losse onderdelen naar een werkend geheel. Maar natuurlijk zijn er geheime agenda’s.

De opbouw van de film is zeer interessant en goed onderbouwd. Mensen krijgen een gezicht, alsook de robot die wordt gemaakt. Daarnaast wordt je constant geconfronteerd met vragen en ethische kwesties die verband houden met wat we in het inleidende praatje hebben gehoord. Zo bestaat er de mogelijkheid van een hersenimplantaat, waardoor zwaar gewonde militairen weer kunnen functioneren, maar toch eerder als robot dan als mens. Hoewel ook daar nog een laag onder zit in de film, die van belang is. Ook komt de kwestie van het krijgen van gevoelens voor een robot aan de orde. Wat wil je, als die er zo uit ziet als dit prototype! Maar gelukkig wordt dit nergens ‘cheesy’ en blijft het realistisch. Ook interessant is de vraag of een zelflerende machine vooraf geïmplanteerde opdrachten, bevelen, kan gaan negeren door de evolutie die het doormaakt. Natuurlijk verwacht je actie en die komt er ook, maar dat is niet het belangrijkste in de film, die trouwens ook nog eens prachtig is vorm gegeven. De manier waarop de robot vanuit zichzelf oplicht is fenomenaal gedaan. Dat er links zijn met andere films, zoals Blade Runner met o.a. zijn Voight-Kampff Test en Terminator 3 met de vrouwelijke machine, is niet erg, omdat deze film een geheel eigen karakter heeft.

Qua spel wil ik zeker Caity Lotz een veer in haar (kunstmatig intelligente) kont steken. Ze gaat namelijk van innemende vrolijke wetenschapper, via een robot die een soort kinderlijke kijk op de wereld heeft, naar een doelmatige vechtmachine. Dat je als kijker gevoelens voor haar krijgt is niet zo gek. Maar dat je het ook niet fijn vindt als een andere belangrijke robot het veld moet ruimen deed me stil staan bij waar het hem dan in zit bij het krijgen van die gevoelens. Volgens mij zit dat ook grotendeels in je besef van goed versus slecht. Laat die goede robot leven en die slechte mens sterven. Basale empathie.

Stemoordeel: zeer goed

Killers

Killers

Killers duurt maar liefst 135 minuten. Een hele zit, zeker als je al vanaf 11:00 uur films aan het kijken bent en dit de laatste van de dag is. Maar het is wel een interessante zit.

De film laat het verhaal zien van twee moordenaars. Eentje in Japan, die al tijden bezig is en video’s van zijn daden op internet zet. De ander woont in Indonesië, is journalist en wil misstanden aan de kaak stellen, maar dat lukt hem niet op zachtzinnige wijze. Door omstandigheden komt hij op het slechte pad en gaat ook moorden. Beide ‘killers’ onderhouden contact via internet.

Killers laat heel goed zien wat het inhoud om iemand om het leven te brengen (in full graphic detail), wat voor gevolgen dit kan hebben, wat de motivatie kan zijn, welke factoren je hiertoe brengen of er juist vanaf houden, dat de beste voorbereiding rekening moet houden met het onverwachte, dat een moordenaar goed denkt te kunnen doen, dat de ene moordenaar de andere niet is, dat het eindresultaat altijd bloederig wordt. De film neemt misschien iets te veel tijd om duidelijk te maken wat deze wil zeggen, maar de serieuze psychologische insteek werkt goed, de gruwelijke en ook spannende scènes houden je bij de les en de uiteindelijke vraag of de vicieuze cirkel van geweld doorbroken kan worden krijgt een mistroostig antwoord. Er is maar een klein zaadje nodig om het kwaad te planten, maar een goede voedingsbodem om het tot volle wasdom te laten komen.

Na Macabre een grote stap voorwaarts voor regisseursduo The Mo Brothers, met Gareth The Raid Evans als een van de uitvoerende producenten.

Stemoordeel: goed