Garden Of Words

Garden Of Words

Even wat feitjes: Shinjuku is een van de 23 speciale wijken van Tokio. Shinjuku heeft het statuut van stad en noemt zich in het Engels ook Shinjuku City. Op 1 maart 2008 had de stad 310.796 inwoners. De bevolkingsdichtheid bedroeg 17050 inw./km². De oppervlakte van de stad is 18,23 km². Het is een belangrijk zaken-en bestuurscentrum van Tokio. Het Station Shinjuku is een van de belangrijkste spoorwegstations in Tokio, waar iedere werkdag meer dan 3,60 miljoen mensen in en uitstappen. (bron: WikipediA).

Het is het regenseizoen. Takao besluit aan de drukte van de stad te ontsnappen, spijbelt wat uurtjes van school en loopt door de regen een park in, waar hij onder een afdakje gaat zitten. Er zit ook al een vrouw, die kennelijk eenzelfde rust opzoekt. Takao werkt aan zijn schetsen voor schoenontwerpen, de vrouw drinkt bier en eet chocola. Telkens als het regent zoeken ze het plekje in het park op, maar misschien nog wel meer elkaar. Een vlucht uit de werkelijkheid, het ontduiken van plichten, het nastreven van dromen en gevoelens. Zelden was de regen zo romantisch.

De Tanka (dichtvorm) die de vrouw schrijft vat het gevoel mooi samen:

Narukami no sukoshi toyomite (een doffe donderklap)

Furazo to mo (al komt er geen regen)

Warewa tomaramu (ik blijf hier)

Imoshi todomeba (samen met jou)

Deze korte Japanse animatie is mooi, liefdevol en rijk aan detail. De schittering van het licht, de stoom die van het water komt als de koude regen plots valt na een warme dag, de spiegeling in de plassen op de brug, de takken van een boom die het water net wel of net niet raken, afhangend van een briesje. De natuur ziet er bijna fotorealistisch uit op momenten.

Garden Of Words is een verhaal over de liefde, vol tederheid, wat melancholie en is zelfs wat zoetsappig, maar vooral een visuele traktatie.

Le Chat Du Rabbin

Chat Du Rabbin, Le

De kat van de rabbijn is een uit het Frans vertaald stripboek van Joann Sfar dat ik enige jaren geleden met veel plezier heb gelezen. Het gaat over een rabbijn die met zijn dochter Zlabya en zijn kat in Algerije woont. Als de kat een papegaai opeet kan hij opeens praten. De rabbijn wil dat de kat de Thora gaat bestuderen om een goede joodse kat te worden. Maar de kat is eigenzinnig, is verliefd op Zlabya en stelt constant vragen waardoor er fantastische filosofisch gesprekken plaatsvinden. Het vijfde en laatste deel kwam uit in 2006, met de aankondiging dat het volgende deel “Gij zult geen andere God hebben” zou gaan heten. Dat deel is er nog steeds niet gekomen. Sfar kreeg de smaak van het filmen te pakken, oogstte aardige kritieken met Gainsbourg (ja, over Serge) en verfilmde daarna de stripreeks die hem o.a. een prijs had opgeleverd tijdens het beroemde stripfestival van Angoulême.

Ik wist eerlijk gezegd niets van het bestaan van de film. De DVD kwam ik tegen voor een leuk prijsje tijdens één van mijn speurtochten in de bakken van een winkel waar ik regelmatig kom.

De film volgt het verhaal van deel 1, 2 en 5 van de stripboekenserie en concentreert zich op de rabbijn, de kat en hun uiteindelijke reis naar Afrika, hoewel de mooie Zlabya natuurlijk ook een rol van betekenis heeft. Het moet gezegd worden dat de film (voor de bioscoop in 3D uitgebracht) prachtig begint. De tekeningen zijn wonderschoon en doen niet onder voor de stripreeks. Maar al gauw merk je dat de film gaat vervelen. Dat heeft alles te maken met het feit dat een stripboek en een film twee totaal verschillende media zijn. In een stripboek gebeurt er namelijk heel veel tussen de zogenaamde kaders. Dat wat je niet ziet en zelf invult. Daarbij bepaal je zelf het ritme waarin je het verhaal, passages leest, waarbij je stil kan staan over wat er zojuist is gezegd, of het zelfs kan herlezen om er nog even dieper over na te denken. De film komt over als een aan elkaar geplakte reeks van gesprekken, gedachten en gebeurtenissen uit het boek, maar het tempo blijft hetzelfde en je hebt geen tijd om bij zaken stil te staan en je kunt ook niet sneller door ‘lezen’ bij delen waar dat zou kunnen. Sfarr heeft dit mijns inziens niet goed aangevoeld. Ritme en dosering. De film komt hierdoor vlak over. Daarbij voelt het wat onaf aan, wat goed mogelijk is omdat de reeks zoals gezegd nog niet voltooid is.

Een gemiste kans, want ik denk dat als Sfarr zich had toegelegd op de eerste twee delen, waarin de kat, de rabbijn en de dochter centraal staan met de interessante reflecties over het geloof en de mens, hij er met het juiste ritme en een goede dosering de kracht van de boeken had kunnen evenaren.

The King Of Pigs

King Of Pigs, The

Jong-suk is enigszins verbaast als zijn oude schoolvriend Kyung-min contact met hem opneemt. Ze hebben elkaar vijftien jaar niet gesproken. De volwassen mannen ontmoeten elkaar in een café en praten over hun tijd op school. We kijken terug met ze.

Kyung-min is het pispaaltje op school. Hij wordt verbaal en fysiek vernederd door medeleerlingen, pestkoppen die de dienst maken in de klas en op hun beurt weer worden aangestuurd door rijke topleerlingen uit hogere klassen. Een hiërarchisch systeem van consequente onderdrukking en wreedheid. Jong-suk is wel de vriend van Kyung-min, maar durft niet in te grijpen als zijn vriend wordt gepest, bang om zelf nog meer het lijdend voorwerp te worden. Eenling Chul grijpt wèl in, als de treiteraars voor de zoveelste keer bezig zijn. Hij laat Kyung-min en Jong-suk weten dat als je macht wilt hebben je zelf slecht moet worden, om de slechteriken de baas te zijn. In een zeer akelig ritueel met een kat moeten de jongens laten zien dat ze het in zich hebben om kwaadaardig te worden en door middel van geweld het pesten niet langer te pikken. Een duivels dilemma waar vooral Kyung-min veel moeite mee heeft. Zijn er geen andere opties?

Aanstichters, meelopers, neutralen, lafaards, leiders, monsters, verklikkers. The King Of Pigs is een animatiefilm uit Zuid Korea, die op scherpe wijze laat zien hoe het er aan toe kan gaan op een school waar leerlingen worden gepest en wat dit voor gevolgen kan hebben voor de rest van het leven. De film kiest er voor om alleen van Jong-suk en Chul het achtergrondverhaal te belichten. Dat de rest onderbelicht blijft is geen probleem, want de boodschap die overgebracht moet worden is luid en duidelijk. De meedogenloosheid en slaafse volgzaamheid van de pestkoppen, de angst en pijn van degenen die gepest worden, de kracht en woede van de eenling. De ellendige menselijkheid van dit alles. Het is allemaal zeer herkenbaar. Het hebben van de juiste kleding of gadgets, de glimlach van de onderdrukte, die ongemakkelijk meelacht om maar niet uit de toon te vallen en weer klappen te krijgen, vriendschappen die onder druk komen, omdat angst de bovenhand krijgt.

The King Of Pigs laat de uitwerking zien van pesten met fatale gevolgen. De film geeft (deel) verklaringen, maar geen oplossingen. Het is daardoor een beklemmend, donker en zeer aangrijpend document dat als verplichte kost op alle scholen gedraaid zou moeten worden.

Paranorman

Hoewel ik van tevoren mijn bedenkingen had, kon ik het toch niet laten deze animatie over spoken/zombies links te laten liggen. Op de één na laatste dag van de zomervakantie neem ik mijn zoon mee naar Paranorman.

De film begint als een grindhouse feature, in 4:3 formaat met een beeld vol krassen en haperingen. Het blijkt dat we naar een oude horror film op de tv kijken, of liever gezegd, het blijkt dat we naar Norman kijken, die naar een oude griezelfilm op tv kijkt. Norman Babcock is een ‘weirdo’, die houdt van dit soort films, op school wordt geplaagd en ze letterlijk ziet zweven. Spoken wel te verstaan. Overledenen die geen rust hebben en rondspoken op deze aardkloot. Zoals zijn oma, die bij hem op de bank zit en waakt over Norman. Probleem is dat Norman de enige is die haar/hen ziet waardoor zijn weirdo-factor alleen maar toeneemt. Al gauw treft hij een andere outcast, de dikke Neil, die hem door (uhm) dik en dun steunt. Verder speelt zijn zus Courtney een belangrijke rol als een soort tegenpool.

Deze tieners gaan een heftig avontuur tegemoet als door een vloek de doden ‘on’ voor hun naam krijgen en opstaan uit hun graf om de bevolking van Norman’s dorp Blithe Hollow lastig te gaan vallen.

Paranorman is de opvolger van het prachtige Coraline dat door Laika frame voor frame met de hand in elkaar is gezet. Met dat deel van de film is dan ook niet veel mis, behalve dat ik de zombies eerder lachwekkend (waarom zijn al die gezichten zo lang?) dan eng vind. Maar het is een kinderfilm, moet ik me maar bedenken. Het verschil tussen Coraline en de opvolger is, dat de eerste gebaseerd is op het fantastische boek van vermaard schrijver Neil Gaiman en geregisseerd is door Henry Selick, die zijn sporen overduidelijk heeft verdiend binnen het genre, terwijl Paranorman de eerste schrijvers- en regisseursklus is van Chris Butler, die zich tot nu toe voornamelijk met storyboards van enkele animatiefilms had bezig gehouden. Dat wreekt zich naar mijn mening. Het uitgangspunt van de film is goed, maar de ontwikkeling van het verhaal en de karakters blijven steken in die basis. Slechts af en toe duikt er een scène op die laat zien waartoe men wel degelijk in staat is, zoals de onvrijwillige worsteling van Norman met zijn dode oom, die grappig, griezelig en goor tegelijk is. Het meest interessante karakter is echter degene die de vloek heeft veroorzaakt. Het is ook meteen de meest enge en mooist geanimeerde. Maar het duurt erg lang voordat we het punt bereiken waarbij deze in beeld komt. Pas dan proef je de rauwe emoties die tot dan toe erg vlak bleven.

Brave

Het is een prachtige, zomerse dag als we naar Haarlem rijden om onze auto voor een onderhoudsbeurt + APK bij de garage af te leveren. Er staan twee mooie fietsen voor ons klaar, maar we besluiten om te gaan lopen. Het is een minuut of twintig naar het centrum en we moeten toch de hele dag volmaken, want de auto is pas aan het einde van de dag klaar. Vandaar dat we geen haast hebben en we eens heerlijk gaan genieten van een dagje Haarlem. In de zon, zou je denken. Maar dat komt later wel. Eerst een bezoekje aan de Pathé bioscoop. Deze lijkt me vrij nieuw en ziet er zeer gelikt uit. De kleine ruimte boven waar zich de kassa bevindt is slechts het topje van de ijsberg, want eenmaal de trap af heb je een zeer grote ruimte waar je van alles kunt kopen, liggen er vele zalen verscholen en tref je diverse lounge plekken aan, waar je heerlijk kunt zitten. Die trap af gaat overigens niet voordat mijn rugtas is geinspecteerd, om veiligheidsredenen en om te zien of ik geen consumpties mee smokkel. Dat doen ze in Amsterdam (nog) niet.

Brave draait tot mijn grote vreugde niet alleen in 3D, maar ook in 2D. Voor die laatste optie ga ik dan ook meteen, want het hele 3D gebeuren boeit me niet. Het is een donderdag, 10:20 uur en de niet al te grote zaal herbergt naast ons slechts een kind of zeven.

Als opwarmertje krijgen we de korte film La Luna te zien. Het is een magisch pareltje over opgroeien, het vinden van je eigen identiteit, zonder (verstaanbare) woorden, maar met zoveel zeggingskracht dat het je hart verwarmt.

Dan Brave zelf. Over de Schotse prinses Merida, die door haar moeder wordt klaargestoomd tot haar (saaie) evenbeeld, want Merida moet zich toch gedragen als een prinses en trouwen met één van de eerstgeboren zonen van één van de drie clanhoofden. Maar Merida heeft eerder de aard van haar vader, een ruwe bolster met blanke pit, die zijn dochter een handboog geeft. In het schieten is ze binnen de kortste keren ‘vrouw en meesteres’. De wilde meid is niet te temmen en weet haar eigen willetje door te drijven, wat natuurlijk de nodige gevolgen kent die leiden tot een poldermodel waarin iedereen weer wat heeft geleerd en nader tot elkaar is gekomen.

Van een vernieuwend verhaal moeten we het dit keer niet hebben. Dat is echter helemaal niet erg, want het verhaal is onderhoudend genoeg. Er is een prima balans tussen avontuur, actie, spanning en komedie. Ik maak me even zorgen als de drie(ling) kleine broertjes van Merida worden geintroduceerd, maar ze krijgen precies genoeg tijd om te zorgen voor diverse grappige intermezzo’s en spelen uiteindelijk ook nog een rol van belang aan het einde. Daarnaast zijn er nog vele karakters met simpele, eenvoudige rollen, die hen juist daarom zo leuk maken. Maar boven alles is het de animatie die het een feest maakt om naar deze film te kijken. Het ziet er werkelijk schitterend uit. De prachtige natuur vol details, de karaktervolle koppen van de clanleden, maar vooral de grote wilde rode bos haren van Merinda. Alleen al daarvoor zou je naar de bioscoop moeten gaan. Hoe die haren bewegen, dansen, wiegen. Het doet denken aan één van de korte filmpjes van Mark de Cloe en Jeroen Berkvens uit Life Is Beautiful waarin een jongen vertelt dat hij zo graag het haar van zijn geliefde zou zijn, zodat hij altijd heel dicht bij haar was. In het haar van Merida zou je willen wonen, verdwalen, spelen…

Brave is vernieuwend noch briljant. Maar wel uitgebalanceerd, zo nu en dan eigenzinnig en uiterst vermakelijk.

Toy Story 3

Toy Story 3

In de ongeëvenaarde strip Calvin & Hobbes ziet het ondeugende jongetje Calvin zijn knuffelbeest Hobbes als echte tijger. Dit is subliem doorgevoerd doordat elk moment waarop de twee samen zijn, je een echte tijger ziet, maar als er anderen bij komen is het een knuffelbeest. De fantasie van Calvin kent geen grenzen en samen met Hobbes maakt hij avonturen mee, die ook nog eens super grappig zijn.

Toy Story 3 begint in dezelfde trant, met een groots avontuur van de ons zo bekende vrienden, geheel afkomstig uit de fantasie van Andy, die het speelgoed ten volle gebruikt. De grap van Toy Story is natuurlijk ook nog omgekeerd, namelijk dat het speelgoed juist tot leven komt als er geen mensen zijn die dit kunnen zien. Een mooie vondst die in de twee voorgaande delen voortreffelijk werd uitgespeeld en nu voor waarschijnlijk de laatste keer moet laten zien of er nog genoeg leven in zit om dit deel uberhaupt te rechtvaardigen.

Andy gaat naar de universiteit. Hij speelt allang niet meer met zijn speelgoed, waar een nieuwe onderkomen voor wordt gevonden bij een kinderdagverblijf. De ultieme droom van elk stuk speelgoed, zou je denken, want er wordt dagelijks met je gespeeld. Zo denkt ook iedereen er over, van Buzz Lightyear tot Jessie, van Mr. Potato Head tot Rex. Behalve Woody, die heeft zo zijn twijfels. En niet voor niets!

Een fantastisch nieuw avontuur begint. Spannend, komisch, hartverwarmend, griezelig, ontroerend. Zeker in de tweede helft van de film, waarin deze geanimeerde poppen meer emotie bij de kijker te weeg weten te brengen dan menig live action acteur toe in staat is. Daar zit hem dan ook de ongekende kracht in, je leeft mee met de karakters, of je nu 8 bent of 88.

Op dit moment staat de film genoteerd met een 9,1 op IMDb. Een verdiende hoge score. Samen met de vorige delen in mijn ogen één van de beste trilogieën ooit maakt.


Mary And Max

Mary And Max

Gebaseerd op een waar verhaal. Een prachtig verhaal in klei-animatie.

Mary woont in Australië en voelt zich alleen. Max woont in New York en voelt zich alleen. Beiden werelden worden erg mooi en grappig in beeld gebracht. Mary in bruintinten. Max in zwart-wit. Mary pikt zo maar iemand uit het telefoonboek van New York om er een brief aan te sturen, in de hoop een vriend te vinden. Max ontvangt de brief. Een briefwisseling vindt plaats. Om en om horen en zien we de verhalen van Mary en Max. Hun gevoelens en gedachten. Zeer grappig in al hun verdrietigheid. Ze vragen elkaar om hulp en geven die ook in de vorm van goedbedoelde adviezen. Ze hebben elkaar nodig om zich beter over zichzelf te kunnen voelen. In alle simpelheid komen scherpe observaties voorbij.

Op afstand, in woorden op schrift kunnen misverstanden ontstaan. Hoe sterk is hun vriendschap?

Met een mooie boodschap.

Wat ongelooflijk lief en aandoenlijk verbeeld.

Snif…

Stemoordeel: zeer goed

Ps. Op weg naar de bus klinkt Aereogramme in mijn oren:

The reason we’re all disfigured

I’ll say it again

The reason we’re all disappointed

With innocence lost

You’re alone

$ 9,99

$ 9,99

Stop motion animatie uit een Australisch/Israëlisch samenwerkingsverband. Alleen daarom al wekt deze film de interesse.

What is your reason for being?

In een groot huizenblok treffen we diverse mensen aan. Een oude man is verlegen om een praatje. Een vader leert zijn zoon de waarde van sparen. Een jongen verliest zijn vriendin. Een andere vader probeert te communiceren met zijn zoons die in de beslaglegging van goederen zitten. Een model heeft zo haar wensen. Een engel bietst op schrandere wijze sigaretten – “do you have a light… and a cigarette?” – en boort op onconventionele wijze het geweten van enkele mensen aan.

What is your reason for being? What is the meaning of life? Voor $ 9,99 kun je het boekje bestellen dat antwoord zal geven op deze vraag. Maar ja, wat doe je als je het boek hebt gelezen, je beseft wat de zin van het leven is, maar niemand wil luisteren? Dan is er altijd het boekje “Being Heard”.

De film is een klein pareltje. Prachtige animatie, scherpe teksten, humor, mooie visuele vondsten en aandacht voor de kleine dingen. Misschien zit de zin van het leven wel juist in de kleine dingen. Moeten we die alleen als zodanig herkennen.

Het mooiste voorbeeld wordt gegeven door het zoontje dat van zijn vader moet leren sparen voor een speeltje dat hij graag wil hebben. Hij heeft een mooi rood spaarvarken gekregen met een lieve lach op de snoet. Als de jongen een spreekbeurt houdt voor de klas laat hij vol trots zijn mooie spaarvarken zien. “Als ik er een munt van 50 cent in doe lacht het varken”, zegt hij. En hij doet het muntje er in. “Als ik er een munt van 20 cent in doe lacht het varken ook”. Het muntje van 20 gaat in de spaarpot. “En als ik er niets in doe, dan lacht het varken nog altijd”. De jongen doet niets in het varken en het varken lacht.

Een hele wijze les die we allemaal ter harte zouden moeten nemen.

Up

Up

Up is eigenlijk een soort tegenhanger, een spiegelbeeld van Revolutionary Road. Maar net zo zielig.

In Revolutionary Road willen twee mensen het avontuur najagen in een ander land, omdat ze niet gelukkig zijn. Door omstandigheden wordt de stap nooit gezet om dat te doen. Het besef dat ze voor eeuwig vast zitten in hun omgeving doet pijn. Maar eigenlijk is het een besef vast te zitten in de ongelukkigheid van de relatie. Een relatie die je meeneemt als je weg gaat. En dus zou het in dat andere land ook niet gewerkt hebben.

In Up willen twee mensen het avontuur najagen in een ander land, terwijl ze gelukkig zijn. Door omstandigheden wordt de stap nooit gezet om dat te doen. Het besef dat ze de stap nooit hebben ondernomen doet pas pijn als zij er niet meer is. Maar eigenlijk is het een besef dat je iemand mist waar je het goed mee had. Een relatie die niet meer bestaat en je dus niet mee kan nemen als je weg gaat. En dus wordt je ook niet gelukkiger in dat andere land als je daar naar toe gaat.

In Up komt daar nog een zieligheidsfactor bij, namelijk (spoiler) dat hij pas na haar dood beseft dat het avontuur hun leven samen was. Kennelijk heeft hij daar nooit bij stil gestaan tijdens dat avontuur, en zij wel.

Het zullen geen zaken zijn waarbij het doorsnee kind – waarvoor deze film is gemaakt – bij stil zal staan. Misschien zie ik het sowieso allemaal te duister in, want het is helemaal geen treurige film, toch?

Het begin is erg mooi. De ontmoeting van de twee hoofdpersonen als ze nog kind zijn. De verschillen in hun karakters, hun leven samen. Het verlies als zij dood gaat. Als alles in de wereld lijkt te veranderen en niets ten goede. Het wordt fantastisch neergezet in het overtuigende eerste deel van de film. En dan, waar alle kinderen op zitten te wachten, gaat dat huis de lucht in, met al die ballonnen. Ook nog prachtig. Het padvindertje dat mee is gelift. Het comic-relief karakter, vooruit maar.

Maar dan doen de honden hun intrede in het verhaal. Ze zijn niet alleen een voorbode voor de voorspelbare rest van het verhaal; ze praten! Wat zeg ik, ze kunnen koken, champagne inschenken, in kleine propelleroorlogvliegtuigjes vliegen, nondeju! De film stort daarom voor mij in en ik kan mij niet langer mee laten slepen in de acties die volgen.

Mijn zoon van negen had er ook wel een beetje last van. Die honden. Hij gaf de film een 6 xe0 7. Zonder die honden zou dat een stuk hoger uitpakken, zei hij.

Up valt wat dat betreft in de zelfde valkuil als Wall-E. Een fantastisch ingetogen en bespiegelend begin wordt omgezet in een doorsnee actieverhaal met minder logica.

Jammer.

Ice Age 3: Dawn Of The Dinosaurs

Ice Age 3

Misschien is het al veel eerder toegepast, maar mij viel het voor het eerst op bij Braveheart. In de gigantische veldslag hakken de verschillende clans meedogenloos op elkaar in. Het bloed spat alle kanten op. Zelfs op de camera. Dit is op zich een vreemde zet. Op die manier maak je de kijker bewust van het feit dat er een camera is waar bloed op zou kunnen komen. Dat het dus allemaal maar een film is. Maar het toegepaste effect werkte zeer goed. Het gaf juist nog meer het gevoel van echtheid, dat je naar een documentaire zat te kijken, dat je oog de lens van de camera was en daar spatte het bloed op, alsof het op jezelf was.

In Ice Age 3 zit ook zo’n moment. Als Diego (de sabeltandtijger) een hert achterna zit. Allereerst wordt het in prachtig slow-motion laten zien, zoals we dat kennen uit natuurfilms. Alweer een foefje om iets onechts echter te maken door een onnatuurlijke toepassing die wel degelijk werkt. Als ze daarna de camera voorbij schieten, komen er wat klodders modder op de cameralens. De wonderlijke wereld van film.

In dit derde deel van deze animatie film blijkt er onder de grond een verborgen wereld te zijn, alwaar allerlei grote beesten uit het Dino-tijdperk zitten. De grappige luiaard Sid is verdwenen met een zoektocht door de onbekende wereld vol angstaanjagende reuzen tot gevolg.

Ice Age 3 is voor mij, net als Ice Age 2 en 1 een best wel aardige film, waar het verhaal er echt niet toe doet en het puur om de grappen gaat die de verschillende (pratende) dieren en situaties voortbrengen. De grappen zijn absoluut het beste in de korte stukjes waar we de eekhoorn Scrat volgen. Dit erg nerveuze beestje gaat tot het uiterste om een eikel te pakken en in de grond te verbergen. Maar alles dat mis kan gaan gaat ook mis. Helaas is de ‘screen-time’ van dit prachtige beestje minimaal. Als vondst is er deze keer een vrouwelijke versie aan toegevoegd die voor de nodige problemen zorgt. En liefde. Een probleem op zich.

Natuurlijk zou een hele film met Scrat niet werken. Maar dat de eekhoorn toch altijd de ster van de film is, terwijl hij niet echt een onderdeel van het verhaal uit maakt, zegt genoeg.

Genoeg om er bij stil te staan dat het wel verdraaid licht is onder de grond. En dat de vrouwelijke Dino die haar kroost komt halen wel veel weg heeft van de draak in Shrek. Genoeg om af en toe weg te dutten. Maar de kinderen vonden het prachtig en daar gaat het om.