The Taking Of Deborah Logan

Taking Of Deborah Logan, The

Drie studenten maken een documentaire over een vrouw waarbij onlangs de ziekte van Alzheimer is ontdekt. We maken kennis met Deborah Logan, haar dochter, het huis waar ze verblijven, we krijgen inzicht in de ontwikkeling van de ziekte (medische informatie), maar ook in wat geschiedenis van de familie. Een serieus en goed opgezet kader dus, waarin we getuige zijn van de aftakeling van Deborah die dingen vergeet, spullen misplaatst, zichzelf verwond en episodes heeft waarin ze zichzelf niet meer is. De connecties in het brein beginnen los te laten, zoals dat bij deze ellendige ziekte het geval is. Maar er is meer aan de hand. Ze krijgt een vreemde infectie, er gebeuren onverklaarbare dingen met haar en ze wordt steeds agressiever. Langzaam maar zeker wordt het verwarde oude lieve vrouwtje een doodenge heks en het medelijden dat je voor haar voelde verandert in pure horror. Wat is er in hemelsnaam met haar aan de hand?

Deze zoveelste found footage film heeft me op positieve wijze verrast. Er wordt dit keer uitgegaan van een bestaande ziekte waarbij je jezelf eigenlijk niet meer bent. Dat dit proces wordt vastgelegd is aannemelijk genoeg en het feit dat er meer aan de hand is dan het ziektebeeld in eerste instantie laat zien wordt nog aardig realistisch in beeld gebracht, dankzij dat eerder genoemde, degelijk opzette kader en het indrukwekkende spel van Jill Larson in de rol van Deborah Logan. Ook de verdere uitdieping van wat er nu precies aan de hand is heeft een positieve uitwerking op de waardering van de film. De film doet soms wat denken aan The Exorcist, vanwege het langzame afglijden naar de oncontroleerbaarheid van lichaam en geest, de medische onderzoeken en de realistische maatregelen die worden genomen. Daarnaast zijn er invloeden van Paranomal Activity (opgehangen camera’s) en The Blair Witch Project, maar met alle invloeden is goed omgesprongen. Dit alles maakt de film best spannend en eng, dus effectief, met nog een extreem WTF-momentje aan het einde.

Opvallend dat Bryan Singer (X-Men) zijn naam aan de film heeft verbonden als producer. De naam Logan deed al een belletje rinkelen…

Jessabelle

Jessabelle

Na een ongeluk is Southern girl Jessabelle aangewezen op een rolstoel, haar vader (van wie ze enigszins vervreemd was) en diens huis in Louisiana. Een groot oud afgelegen huis natuurlijk, vol druppelende kranen, oude spiegels, gebladderd stucwerk en creepy crawlers. Als haar overleden moeder een bijdrage doet aan de toch al niet gezellige stemming via enkele verontrustende videoboodschappen is het niet zo vreemd dat Jessabelle vreemde geluiden gaat horen, enge verschijningen ziet en IFO’s (Identified Flying Objects) door de kamer ziet vliegen. Kortom, het is niet pluis in huis. Maar gekluisterd aan je rolstoel maak je je niet zo snel uit de voeten. Slaat haar fantasie op hol? Is er te veel drank in het spel? Zijn er voodoo connecties?

Hoewel het onderliggende verhaal en clou nog niet zo slecht zijn, wordt het allemaal zo flets als de hoofdrolspeelster zonder uitstraling, vol onwaarschijnlijkheden, afgezaagd en weinig consequent uitgevoerd. Daarbij is het voor een griezelfilm gewoon niet eng genoeg, terwijl er genoeg aspecten in zitten die het echt wel creepy hadden kunnen maken, zoals de moeder en haar boodschappen, of de verschijning (die alleen maar kan kruipen kennelijk)…

Voor iemand die trouwens iets meer nadenkt over wat een film je als aanwijzingen meegeeft, de poster geeft al iets prijs en zeker die bijbelse naam!

Annabelle

Annabelle

Annabelle is de pop die al voor kwam in de geslaagde horrorfilm The Conjuring van James Wan. Geld ruikende filmstudiobonzen hebben die pop nu een hoofdrol gegeven in de film die naar haar is vernoemd. Dus komt er een soort van oorsprong verhaal waarin duidelijk wordt dat de pop onder de invloed van een demoon is gekomen. Het echtpaar met kind dat de pop in huis heeft ondervindt daarvan de ellende*. Die uit zich voornamelijk is suggestieve camera- en geluidsvoering als er weer ingezoomd wordt op de pop, die merendeels gewoon op een plank in de kinderkamer zit, en daarnaast zijn daar natuurlijk de dichtslaande deuren, vallende boeken, vanuit zichzelf spelende grammofoons en enge verschijningen.

Waar James Wan zijn best doet om het genre fris te houden en met nieuwe ideeën komt, is dit een herhalingsoefening van wat we al tot in den treure hebben gezien, wat dan ook nog heel langzaam is en vol zit met tegenstrijdigheden en onlogische zaken. Daarbij geeft de trailer bijna alle hoogtepunten van de film prijs, waardoor de film nog saaier lijkt dan deze misschien is. Regisseur John R. Leonetti is dus geen James Wan en is eigenlijk meer een DP (Director of Photography), de functie die hij bekleedde voor Insidious, Insidious Chapter 2 en (daar istie dan) The Conjuring. Het is jammer dat hij niet beter heeft opgelet tijdens het maken van die films. Jordan en Lauren Bass van de casting hadden in ieder geval genoeg humor om Annabelle (!) Wallis de hoofdrol in deze film te laten spelen, wat ze niet onverdienstelijk doet overigens.

*De pop in de film ziet er heel creepy uit en je vraagt je af waarom iemand überhaupt zo’n pop in huis zou nemen. De ‘echte’ pop die in het bezit is van Lorraine Warren ziet er veel vrolijker en liever uit!

Annabelle doll

Haunter

Haunter

Lisa zal morgen 16 jaar worden… alleen wordt het nooit morgen. Lisa zit vast in een soort ‘groundhog day’ en herbeleeft dezelfde dag met haar vader, moeder en broertje (die niets doorhebben) in een groot oud huis omgeven door dichte mist, waardoor ze ook niet weg kan. Elke dag dezelfde routine, tot ze geluiden uit de muren en op zolder hoort, een gesloten deur achter de wasmachine vindt en een aanwezigheid voelt die haar angstig maakt. Dan begint het gedrag van vader en moeder ook  opeens te veranderen. Wat doe je dan? Je pakt het in ieder huis aanwezige Ouija bord – te vinden tussen Risk en Monopoly – om met de andere zijde te communiceren. Laat die andere zijde nu de levenden zijn, waar iemand haar probeert te bereiken om een gruweldaad te voorkomen.

Een aardig idee dat doet denken aan het fantastische I Am A Ghost, alleen in dit geval is het niet zo goed ingevuld. Er zit namelijk totaal geen logica in de gebeurtenissen, waarbij alles mogelijk is en je van het ene onverklaarbare voorval naar het ander gaat. Lisa ziet dingen, hoort dingen, kruipt in ondergrondse kelders, wurmt zich door schoorstenen, reist door tijden en parallelle geestwerelden (en speelt klarinet om daar te komen!)… Hoe vergezocht en onsamenhangend wil je het hebben. Slaapverwekkend ook. Bij dit soort films vraag ik me af wie hier nou serieus dacht een goed product te hebben afgeleverd.

Dorothy Mills

Dorothy Mills

Op een Iers eiland leeft een kleine zeer gelovige boerengemeenschap die wordt opgeschrikt door een psycho babysitter genaamd Dorothy Mills. De delicate psychiater Jane (Carice van Houten) uit de grote stad gaat (naar eigen zeggen) op zoek naar de waarheid van wat er nu precies is gebeurd tijdens het incident met Dorothy en de baby waar ze op moest passen. Dorothy ziet er uit alsof ze is weggelopen uit de Village Of The Damned, is zeer bang en zegt zich niets te herinneren van het voorval. Al gauw blijkt dat ze een meervoudige persoonlijkheidsstoornis heeft die zijn oorsprong kent in een akelig verleden. Maar dat is nog lang niet alles. De stoornis kent een heel aparte invulling, Jane worstelt met een trauma en het dorp heeft natuurlijk zijn geheimen.

Het grootste probleem van deze film is dat er teveel hooi op de vork wordt genomen en er te weinig goed wordt uitgewerkt. Plattelandshorror (met tegenstelling fijnzinnige stadspsychiater en simpele boerenvolk), rape-revenge, meervoudige persoonlijkheidsstoornis, verschijningen, bezetenheid, massapsychose… Carice roeit ondertussen niet alleen met de riemen maar ook met accent dat ze heeft, houdt dit keer niet alleen haar kleding aan, maar draagt de hele tijd (te pas en te onpas) een regenjas en moet zinnen uiten als “some evil shit is going on”. De aanpak van het geval Dorothy is totaal onprofessioneel en Jenn Murray doet haar uiterste best om alle persoonlijkheden die in Dorothy huizen goed te vertolken, maar komt daarin toch wel tekort. Zowel het script als het acteerwerk is dus weinig subtiel. En hoewel er genoeg aan de hand is, voel je van geen enkele kant dreiging of onbehagen, noch voel je sympathie voor wie dan ook. Dorothy Mills is door dit alles helaas een bloody boring ratatouille geworden.

Dark Circles

Dark Circles

Deze film pakt je direct bij de lurven met een intro dat uiterst verontrustend is en heel creepy. Als die toon is gezet, leren we een jong stel kennen dat de drukke stad verlaat om in een riante woning op het platteland hun pasgeboren eerste kindje op te laten groeien. Het worden onrustige tijden. De baby is in de war (day/night confusion) en slaapt overdag en is ’s nachts veel wakker. Maar overdag slapen zit er voor Alex en Penny ook niet echt in, want vlakbij zijn bouwvakkers op luidruchtige wijze in de weer met de bouw van een huis. Dit resulteert in een chronisch en gigantisch gebrek aan slaap. Combineer dit met vreemde geluiden in een nieuwe omgeving en de ouders beginnen hallucinerende beelden te krijgen van een vreemde vrouw, die niet veel goeds in de zin heeft.

Iedereen met kinderen kan zich het slaaptekort in de beginperiode nog wel herinneren. De uitputtingsslag van Alex en Penny is daardoor herkenbaar. En hoewel dit een extra schrijnend geval is, is het niet vreemd om voor te stellen dat er ‘twilight zone’-achtige periodes zijn, waarin je niet helemaal door hebt of je slaapt of wakker bent, en dat je twijfelt of wat je hebt gezien in de slapende of wakende toestand was. Dark Circles (de donkere plekken rond je ogen) speelt daarbij op slinkse wijze met het verwachtingspatroon. Waar je een schrikeffect verwacht komt het niet altijd, of toch net even anders. De spanning zit er goed in, met de unheimische verschijningen en de bijna ongelukken met de baby. Ook aan de opbouw is gedacht. Slaapgebrek, uitputting, draaien op de automatische piloot, irritatie, verwijten, ruzie, woede uitbarstingen, doordraaien…

Is het echt wat ze zien? Draaien ze door? Dit is heel lang onduidelijk, waardoor het interessant blijft ondanks dat het zich op een gegeven moment een beetje voortsleept. En hoewel het top niveau van het begin nergens meer wordt gehaald kent de film een uitkomst die het geheel misschien toch in een ander genre plaatst dan verwacht.

I Am A Ghost

I Am A Ghost

One need not be a chamber to be haunted,

One need not be a house;

The brain has corridors surpassing

Material place.

(Emily Dickinson)

Een prachtig oud huis. De gang. De trap. De huiskamer. De slaapkamer. De keuken.

Zwarte belijstingen, zware stijlen van het bed, dikke velours gordijnen, donkergroene muur, bordeaux rode muur, een zwarte sprei, een met parelmoer ingelegde kast, dikke tapijten, een tafelkleed met kruissteek, glas in lood, portretten van voorouders, een gietijzeren trap, tiffany lampen.

Een vrouw in een wit satijnen jurk, wordt wakker, bakt een ei, gaat boodschappen doen, rouwt om een geliefde, schrikt er van een geluid in haar huis. Er vindt een eindeloze herhaling plaats van deze beelden, die niet zomaar herhalingen zijn, het zijn exacte kopieën. De titel geeft het al aan, de vrouw is een geest, alleen weet ze dat zelf niet. De stem die ze hoorde is die van een medium, die haar probeert duidelijk te maken wat ze is en probeert haar te begeleiden in de overgang naar de volgende wereld.

Dat we een haunted house nu eens vanuit het perspectief van de geest mee maken is een zeer originele insteek. Dat deze geest niet kwaadwillend en ook nog eens bijna de hele film als enige in beeld is, is een gedurfde zet, die zeer geslaagd is te noemen. De herhaling die zeker in het begin zit is een noodzakelijk kwaad, om de sfeer van gevangen zitten in een soort loop weer te geven. De conversaties met het medium zijn zeer interessant. Het is alsof de geest in therapie zit, om dingen te verwerken en daarna verder te komen. Dit proces is fascinerend gedaan. Dan blijkt ook waarom ze vast zit, waarbij die bewustwording iets in werking zet die de film ook nog eens verdomd onrustbarend en simpelweg eng maakt. Uitermate goed gedaan.

Stemoordeel: zeer goed

Savaged

Savaged

Tekenen van komend onheil.

Teken 1 = als iemand tegen je zegt dat je voorzichtig moet doen, op de grote weg moet blijven want er zijn een hoop gekken ‘out there’.

Teken 2 = als je een dood dier tegen komt waar de wriemelende maden zich tegoed aan doen.

Teken 3 = als je een bende trailer trash hillbilly lowlifes ziet aankomen die een paar ‘Native Americans’ afslachten.

Met de coole Pontiac GTO met kenteken 68 GRRR8 raast de doofstomme Zoe door ruig Amerika. Via de Grand Canyon komt ze bij New Mexico alwaar ze wordt overmeesterd door boosdoeners. Het meisje wordt bruut verkracht en vermoord. Einde verhaal. Althans, dat dachten die stoere, ongeschoren, whisky drinkende, ketting rokende, vuilbekkende dombo’s. Laat daar nu een oude indiaan zijn die het meisje weer tot leven wekt, zodat dit een alternatieve versie wordt van een Rape & Revenge film, waar Resurrection aan tussengevoegd kan worden.

Het eerste slachtoffer komt op heerlijk demonische en bloederige wijze aan zijn eind. Helaas wordt dat niveau niet vast gehouden, laat staan dat het een overtreffende trap wordt. Het frêle ondode meisje dat zich met duct tape bij elkaar moet houden is een mooie vondst. Dat ze met pijl en boog in de weer gaat is minder wild dan verwacht. Het verhaal van een geliefde die het meisje gaat zoeken loopt er dan ook nog doorheen, waardoor het tempo inzakt.

Mijns inziens had regisseur Ojeda de overdonderende aanpak moeten vasthouden.

Stemoordeel: zozo

Oculus

Oculus

Er schijnt iets mis te zijn met een antieke spiegel, ook wel de Lasser Glass genoemd. Het ding zou verantwoordelijk zijn voor vele sterfgevallen door de eeuwen heen. Tenminste, daarvan probeert Kaylie haar broer Tim te overtuigen. Laat Tim nu net na elf jaar uit een psychiatrische inrichting te zijn gekomen alwaar hij via ingrijpende therapie heeft begrepen dat hij zich niet langer schuldig hoeft te voelen over het feit wat hij zijn vader heeft aangedaan. Juist dat feit wil Kaylie ontkrachten met haar theorie dat het door die verrekte spiegel komt.

Spiegels hebben iets engs. Althans, dat wordt in films vaak zo gebracht. Van Black Swan tot Harry Potter, hoewel ik één van de engste films waar dit in voorkomt toch wel Prince Of Darkness vind. Terug naar Oculus die trouwens best overeenkomsten kent met De Poel. Een spiegelend oppervlak dat mensen aanzet tot acties die men niet in de hand heeft, beseft of wil.  De vraag is ook nu weer, wie is gek? Of wie is opnieuw gek aan het worden misschien?

Er zijn enkele zeer pijnlijke vondsten en goede schrikmomenten. De creepy visioenen van personen die opduiken zijn ook bepaald sfeer verhogend. Toch maakt de film een fout door geen enkele houvast te bieden in die zin dat je bij alles wat je ziet de vraag kan gaan stellen of het wel echt is. Het lijkt daardoor makkelijk scoren, maar het vermindert juist de verbazing of schok als iets weer eens niet is wat je dacht dat het misschien ook wel al niet zo zou zijn, als je begrijpt wat ik bedoel. “It’s just a trick”, zegt Tim op een gegeven moment. En dat is het. Een trucje dat te vaak en teveel op dezelfde manier wordt toegepast. Jammer, want alle ingrediënten om er iets heel goeds van te maken waren aanwezig.

Stemoordeel: zozo

De Poel

 

Poel, De

Een wereldpremière. Als ik het imposante ‘oog’ voor de zoveelste keer nietsvermoedend binnenloop zie ik een zwarte loper met een hele trits fotografen met hun apparaten in de aanslag, klaar om iemand voor eeuwig vast te leggen. Ik stop, keer om en ga langs de andere kant richting de foyer. Om de hoek loop ik Carine Crutzen en Gijs Scholten van Aschat tegen het lijf. Nou ja, ik loop met een beleefd boogje om ze heen…

In de zaal neemt de oprichter van wat nu het Imagine Film Festival is het woord. Jan Doense heeft de dress code serieus genomen. Camping chic moest het zijn. Hij staat daar voor een volle zaal 1 in onberispelijk driedelig pak met een paar grove groene kaplaarzen er onder. Doense vertelt dat hij eigenlijk niet anders kon dan horrorfilms gaan maken, nadat hij zich als directeur had teruggetrokken uit het festival. Hij richtte samen met Herman Slagter (‘what’s in a name’) het House Of Netherhorror op en stelde zich als doel om vier genrefilms te gaan maken. Met dank aan San Fu Maltha en crowd funding is de eerste film nu een feit. De regisseur en scenarioschrijver, producenten en acteurs worden het toneel opgeroepen en mogen kort wat zeggen. Leuk detail is dat Gijs Scholten van Aschat mee heeft geschreven aan het scenario. Voor hem de eerste keer. De omstandigheden van de opnames komen ook nog even aan bod, met een vermelding van het record van maar liefst 43 tekenbeten voor een van de crewmembers. Je moet er wat voor over hebben en dat hadden ze.

Je kent ze wel, die bordjes in het bos met daarop de waarschuwing ‘geen vrije toegang’. Het is voor Lennaert (Gijs Scholten van Aschat) echter geen obstakel om zijn kniptang eens in het prikkeldraad te zetten om de doorgang naar een mooie plek om wild te kamperen toegankelijk te maken. Hoewel zijn vrouw Sylke (Carine Crutzen) nog oppert dat het misschien geen goed idee is, hakt zoon Marco de knoop door met zijn opmerking “wat kan er nou gebeuren?”

De groep van totaal zes vindt een idyllisch plekje bij een vennetje en zetten de tenten op. Vanaf dat moment ontvouwt zich langzaam maar zeker volgens de wetten van de horrorfilm een verhaal dat alleen maar slecht af kan lopen. Het begint met kleine dingen, zoals die volle fles butagas die toch leeg blijkt, of eten dat bedorven uit de koelbox komt. “Komt dat van de Turk of zo”, weet Lennaert subtiel op te merken. De film zit vol van dit soort sarcastische humor. Dat het niet pluis is bij de poel moge duidelijk zijn. Maar wat er nu precies niet pluis is wordt eigenlijk in het midden gelaten. Dat is de grote troef van de film. Het is niet zozeer een monsterfilm (hoewel de trailer dat misschien suggereert), maar veeleer een psychologische horrorfilm, waarin voornamelijk opperpadvinder en geboren leider Lennaert het meest beïnvloedbaar lijkt. Het enige ongeloofwaardige element in de film is dat ze niet van de plek weg kunnen komen. Maar daar is overheen te stappen, omdat de film meer dan genoeg te bieden heeft. Indrukwekkende vertolkingen, goede, realistische en grappige dialogen en het feit dat het ‘ontij’ altijd op twee manieren verklaard kan worden. De realistische manier en de bovennatuurlijke. Het evenwicht hierin is goed gevonden en deze camping trip from hell blijkt een prachtig visitekaartje voor het productiehuis van Jan Doense, die zijn eretitel van Mr. Horror op overtuigende wijze waar maakt.

Omdat deze première vol met genodigden zat krijgen we geen stembriefjes. Het oordeel moet wel zuiver blijven. Ik zou ‘goed’ hebben ingescheurd. De film heeft later deze avond nog een voorstelling waar wel wordt gestemd en het is fijn te zien dat de film op dit moment op de zevende plek in de ranglijst voor de Silver Scream Award staat met maar liefst een 8,16.