[REC] 4: Apocalipsis

[REC] 4 - Apocalipsis

Ben je eigenlijk wel benieuwd wat er na [REC] gebeurde? Nou, de makers van de succesvolle serie films dachten ook dat dit wel een goed uitgangspunt zou zijn voor hun vierde in de reeks over bloeddorstige zombies die via een snel overdraagbaar virus niet na kunnen laten wat wij zo graag willen zien: happen in andere mensen. Dus keren we even terug naar dat gebouw in een explosieve scène waar Ángela achter bleef en nu toch gered gaat worden door een brandweerman, waarna beiden (met nog een bekende) terecht komen op een groot schip alwaar ze in quarantaine worden gehouden. Natuurlijk is er een geheimzinnig laboratorium aan boord, is er stroomuitval en zijn mensen nieuwsgierig, waardoor het niet lang duurt voordat een nieuwe uitbraak van het virus zorgt voor een pandemonium aan boord van het schip. Poorten worden gesloten, deuren gebarricadeerd, wapens worden ter hand genomen en het feest kan beginnen.

Hoewel alles aanwezig is voor een leuke fuif, wil het maar niet gaan knallen. Het flinterdunne verhaal werkt tegen de film en is ook niet eens origineel. De actie komt met korte stoten en lijkt in het niets op de niet aflatende en steeds opbouwende gekte uit het origineel. Zelf met het schip als locatie wordt nauwelijks iets gedaan. Een gevoel van isolement en benauwdheid ontbreekt, om over een gevoel van angst nog maar te zwijgen. Over het geheel genomen krijg je zelfs het idee dat de ‘zombies’ slechts bijzaak zijn. Dat zou nog niet zo’n probleem zijn als de personages iets te bieden hadden, maar ook daarin faalt de film. [REC] eindigt met een grote troef die hier op enge en claustrofobische wijze een hoofdrol had kunnen vervullen. Dat is helaas niet het geval. [REC] 4: Apocalipsis is veruit de slechtste in het rijtje van vier en gaat kopje onder tussen alle andere doorsnee zombiefilms.

Stalled

Stalled

Een sukkelige monteur komt tijdens de Kerstreceptie van een bedrijf vast te zitten op een wc, belaagd door zombies. Film in notendop. Want meer is het echt niet. De uitvoering is zeker in het begin heel erg komisch en inventief met de zeer beperkte middelen voor handen. Voeg daarbij wat goedkope splatter- en heerlijke eeewwwww-momenten en de toon is gezet. Maar de actie komt tot stilstand als het wc-hokje ook een soort van biechtstoel wordt, met conversaties over persoonlijke zaken, die niet vervelend zijn, maar wel de vaart uit de film halen. De boel kakt daardoor wat in en was beter gebaat bij een kortere versie zonder geouwehoer. Want de vondsten om die plee uit te komen zijn erg leuk.

Vergeet niet voorbij de aftiteling te spoelen voor een ‘make up your mind’ momentje…

Wither (Cabin Of The Dead)

Wither

Vier meiden, drie jongens en een ‘cabin in the woods’ mét luik in de vloer. Moet ik nog meer vertellen? Nou vooruit dan. Dat het om een Zweedse film gaat, dat het om een virus met korte incubatietijd gaat die van de arme zielen vleesetende zombies maakt waardoor het een soort zombievildead wordt, dat het af en toe wat knullig over komt, dat er wel zeker van aardige gore-effecten te genieten valt, dat mobieltjes het nu eens wél doen, dat er leuke Zweedse blondines rondlopen, dat er vage acties zijn die slaan als een tang op een varken, dat er hier en daar wat ondermaats wordt geacteerd, dat er een eigen folklore draai aan wordt gegeven, dat het serieus van toon is, dat de make-up simpel maar doeltreffend is, maar vooral dat ik dankzij en ondanks alle argumenten voor en tegen er best wel van genoten heb.

Ik ga er verder weinig woorden aan vuil maken. De Zweedse poster van Vittra (Zweedse titel) schreeuwt “EN SVENSK EVIL DEAD!”. Doe er je voordeel mee, of je nadeel, al naar gelang de film je bevalt.

Doghouse

Doghouse

Het is boys weekend! Zeven mannen laten hun vrouwelijke wederhelften op niet al te fijnzinnige manier achter om met z’n allen in een ‘cabin in the woods’ te gaan zitten in een dorp dat verlaten lijkt op wat vrouwspersonen na. Laten die vrouwspersonen nu losgeslagen virus-dragende, er als zombies uitziende mannenverslinders te zijn. En dan heb ik het over de letterlijke betekenis van dat verslindende woord. Het lijkt alsof de groep mannen afgestraft gaat worden voor de manier waarop ze met vrouwen omgaan (‘to be in the doghouse’ betekent dat iemand boos op je is), maar dan wel met een knipoog.

Doghouse (2009) is een film van Jake West die eerder van zich liet spreken met Evil Aliens. De mannen (met o.a. Danny Dyer, Stephen Graham en Neil Maskell) zijn heerlijke stereotypes die in het begin van de film op bekende wijze (actie, freeze frame en naam er bij) worden geïntroduceerd. De zombietypetjes zijn erg leuk en zien er goed uit. De zeer rondborstige huisvrouw met krulspelden die wel zin heeft in een vingertje of wat, de bruid, de kapster met twee scharen in de aanslag à la Edward Scissorhands, maar dan niet zo lief, de oma met haar looprek, de tandarts die haar boor op inventieve manier wil inzetten… Maar het blijkt toch weer moeilijk om een echt goede combinatie te vinden van gore & grap, want op beide vlakken is het wat te lichtvoetig ingevuld. Hoewel er op dat komische vlak wel wat valt te lachen is het wat kolderiek af en toe. De vu-meter van de gore-factor blijft op twee streepjes steken en lange tijd lijkt het er op dat alle zeven mannen het einde van de film gaan halen. Gelukkig komt er toch nog een ommezwaai en gaat de ‘bodycount’ niet alleen aan de zijde van de vrouwen omhoog. Dat er nog een idee achter het virus steekt is verder van totaal ondergeschikt belang.

Een aardige film voor een ongein avondje met je vrienden.

Cabin Fever 3: Patient Zero

Cabin Fever 3

Aan de vooravond van een pandemie is ‘patient zero’ in handen van een onderzoeksteam op een onbewoond eiland ergens in Zuid Amerika. De man in kwestie is drager van het virus maar is er zelf immuun voor en dus de beste optie om een remedie te vinden. Dat dit tegen zijn zin is roept vraagtekens op die worden afgedaan met de opmerking “sometimes you have to harm one in order to save millions”..

Mark gaat trouwen. Twee verwende vrienden en een vriendin nemen hem mee op een luxe jacht naar een afgelegen tropisch eiland voor wat vrijgezellen tijd.

Één en één is twee.

De alarmbellen zijn ondertussen al afgegaan. Een derde deel in een reeks, een brildragende sexy vrouwelijke arts op hoge hakken, vage figuren met slechte accenten, een B-list acteur die ook de rekeningen moet betalen, brallerige jongeren en een zak weed; dit is vast geen kwaliteitsproduct (en dan heb ik het niet over de hasj).

De film pretendeert ook niet veel meer te zijn dan wat het zou moeten bieden: kanonnenvlees voor het virus met alle bloederige gevolgen van dien. Let the bleeding begin, zou ik zeggen. And vomiting. And vomiting blood. Maar eerst even door de zure appel van heel slecht acteerwerk en een zero intelligent script heen bijten. Als een snorkeltocht huidkwalen veroorzaakt waar geen zonnebrand tegen helpt en ontvellen een nieuwe betekenis krijgt word ik op mijn wenken bediend. Wat jammer dat het daarna mis gaat en de gory scènes maar moeizaam tot leven komen. De boel wordt op een vreemde manier overgecompliceerd, staat bol van onlogische en oerdomme acties die zich voornamelijk in het duister afspelen en bedient zich van zeer slechte zogenaamd grappige ‘oneliners’. Juist de simpelheid en gore-level van het origineel was wat Eli Roth’s film nog wel aardig maakte. Cabin Fever 3: Patient Zero is dan toch weer zo’n ondermaats product dat het moet hebben van sukkels zoals ik die tegen beter weten in hopen op meer. JIJ bent dus nu dubbel gewaarschuwd!

Antisocial

Antisocial

Deze film begint met een sterk staaltje hedendaagse werkelijkheid. Via een video-chat dumpt Dan zijn vriendin Sam en een paar seconden later is zijn status veranderd van ‘taken’ in ‘single’. Op deze laatste dag van het jaar zijn daar gelukkig wat vrienden van Sam die oud en nieuw met haar gaan vieren in haar appartement. Via een flitsende collage aan sociale netwerk beelden krijgen we eigenlijk geen idee wie ze zijn, maar ook dit is volgens het tijdsbeeld gedaan. Alles gaat via de zogenaamde Social Redroom, een soort Facebook, maar het werd wat duur om die naam te gebruiken vermoed ik. Ik heb trouwens hele andere gedachten bij Red Room, maar dit terzijde. Antisocial wil meteen een punt maken, even schoppen. Zo kent Kaitlin Sam nog niet, met de volgende conversatie tot gevolg: “Sam, I need to add you. What’s your last name”? “I deleted my account”, zegt Sam. “Oh so…how do you keep in touch with people”, vraagt het domme blondje Kaitlin. “I see them in person?” is het logische antwoord in een soort van vraagvorm. “Whatever…” is Kaitlin’s logische antwoord op dit logische antwoord. Verschillende universums. Nou ja, het verhaal gaat ondertussen in de hoogste versnelling als er beelden op tv komen over ‘cyberbullying’ en de toename van het aantal doden en zelfmoorden hierdoor in de laatste paar uur. Er volgen adviezen om thuis te blijven, je deur op slot te doen en niemand naar binnen te laten, waarna beelden volgen van rellen in Los Angeles en de uitbraak van een virus in Bangkok. Dit alles binnen enkele minuten dus. De beelden zijn nauwelijks op het nieuws geweest of geïnfecteerden proberen het huis binnen te dringen. “The fastest viral outbreak ever”, weten ze op het nieuws nog te melden. Je meent het.

Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om 1 en 1 bij elkaar op te tellen en tot de conclusie te komen dat de outbreak via die Social Redroom zijn snelle weg vindt, hoewel de vrienden in het appartement pas laat deze conclusie trekken. Maar er is veel meer mis met deze flutfilm. Via ‘snapchats’ bouw je geen karakters op, dus wie geeft er om dat ze er aan gaan. Er zit veel te veel vaart in de gebeurtenissen die buiten plaatsvinden (en zich dus niet in beeld afspelen) en veel te weinig vaart in de gebeurtenissen binnen. De dreiging van buitenaf wordt vrij simpel buiten de deur gehouden met het dichtspijkeren van ramen en deuren en de dreiging van binnenuit is ook niet zo eng als verwacht, want je kunt iemand vrij simpel ombrengen, wat overigens vrij bloedeloos geschied. Verder zit de film vol met idiote acties, zoals wanneer iemand die net totaal is onder gebloed door een geïnfecteerde, daarna handschoenen aantrekt en een doek voor zijn mond doet om niet geïnfecteerd te raken.

De film is een ratjetoe van gepikte ideeën, zet reuzenstappen binnen de geloofwaardigheid van het geheel en wordt steeds ridiculer naar het einde toe. Ik vermoed dat de maker vroeger veel heeft gekeken naar Scanners en Videodrome, maar laat ik u verzekeren: Cronenberg this ain’t, a glorious waste of time this is.

Dead Snow 2

Dead Snow 2

Mocht je vergeten zijn waar Dead Snow ook al weer over ging, dit vervolg begint met een sappige samenvatting, waarna we de draad meteen oppikken. Martin is de enige (één armige) overlevende van de bloederige aanvaring met de nazi zombies uit de ijselijke vlaktes, maar die zijn nog lang niet klaar met hem. Beide kampen zorgen voor versterking van de gelederen en een veldslag ligt in het verschiet.

Veel meer hoef je er eigenlijk niet over te zeggen, behalve dat Tommy Wirkola na zijn suffige Hollywood uitstapje genaamd Hansel & Gretel: Witch Hunters zijn splattervorm weer terug heeft met deze zeer geslaagde horror-komedie, die clichés op heerlijke manier misbruikt, grap op grap stapelt (waarbij baby’s, gehandicapten noch bejaarden worden gespaard), een heerlijke persiflage op Titanic geeft, de ludieke werkelijkheid in de film betrekt, de zieligste zombie ooit aflevert en de fans hun portie gore geven waar ze op zitten te wachten.

Ik zeg: bring on ze nazis!

Stemoordeel: zeer goed