Predestination

Predestination

“We were born to do this job”. Het werk is dat van ‘Temporal Agent’, een speciale agent die in de tijd reist om misdaad te voorkomen voordat die gepleegd gaat worden. Looper meets Minority Report of zoiets. De agent gaat terug naar de jaren zeventig, alwaar in New York de zoveelste aanslag van de zogenaamde ‘Fizzle Bomber’ plaats zal vinden. In een bar raakt hij aan de praat met een man die hem zijn levensverhaal vertelt. Een lang verhaal, bijna een monoloog, waarbij je als kijker denkt, waar gaat dit naar toe, waarom hoor ik dit allemaal, wat voor nut heeft dit… Het verhaal op zich is intrigerend en aangrijpend, maar blijkt ook een groter nut te dienen in deze film, die tijdreis voor tijdreis iets meer prijsgeeft van hoe de vork in de steel zit. Veel meer dan dit wil ik niet verklappen, behalve dat je geduld moet hebben, de nadruk op het verhaal ligt en niet de actie, maar dat je een gigantische mindfuck staat te wachten die je nog lang na deze film bezig zal houden.

Kennelijk werd deze Australische film niet goed genoeg bevonden voor een bioscooprelease en is hij deze maand direct op DVD/Blu-ray verschenen. De belangrijkste rollen worden gespeeld door Ethan Hawke en Sarah Snook (Jessabelle). Misschien had er iets meer gezeten in de manier waarop het verhaal wordt gepresenteerd, maar voor mensen die altijd al een antwoord wilden hebben op het vraagstuk van de kip en het ei is dit een fantastische visie die niet onopgemerkt mag blijven.

Wolf Creek 2

Wolf Creek 2

Het heeft even geduurd voordat de beruchte seriemoordenaar van Down Under zijn rentree maakte. Maar de sadistische xenofoob Mick Taylor is terug, inclusief irritante lachje en Crocodile Dundee mes en doet direct van zich spreken in een heftige proloog waarin twee agenten aan het kortste eind trekken en grofzinnig aan hun eind komen.

Dit vervolg volgt in eerste instantie dezelfde lijn als het eerste deel, dat ook nu weer gebaseerd is op ware gebeurtenissen. Een stel zorgeloze Duitse backpackers gaat The Outback verkennen, maar hadden nu net niet naar Wolf Creek Crater moeten gaan. Daar komen ze Taylor tegen: “what the bloody hell are you buggers doing here”, waarna hij de Duits sprekende toeriste begroet met “heil fraulein”. De extreme bloody gore die volgt geeft de humor een ongemakkelijke en wrange bijsmaak. Zeker gezien het feit dat het op waarheid is gebaseerd. Dan neemt het verhaal alsnog een interessante wending waardoor alles weer mogelijk is. Het is een goede zet waarbij open deuren worden vermeden en de film je tot het einde toe in de greep heeft vanwege de brute moorden, kat- en muisspelletjes en martelpraktijken van Taylor.

Wolf Creek 2 is een keiharde horrorfilm die echter niet het niveau van de eerste haalt. Taylor is nu de belangrijkste attractie en wordt nog net geen parodie van zichzelf ondanks de vele grappen en one-liners die hij bezigt. Beide films doen denken aan The Texas Chain Saw Massacre en ook in de vervolgen van die film kreeg Leatherface een steeds centralere plek, wat misschien niet de beste optie bleek. Het overkomt wel meer horror iconen, waarvan de makers het heldendom van hun creatie eigenlijk niet aan kunnen en er mee aan de haal gaan. Maar goed, ik zei nog net geen parodie, want Wolf Creek 2 is wel geslaagd te noemen vanwege de wrede insteek die je het lachen alsnog doet vergaan.

The Rover

Rover, The

Het verhaal speelt zich af in Australië, tien jaar na de (economische) ineenstorting. Het gaat over Eric (Guy Pearce) wiens auto wordt gestolen door een groepje mannen die op de vlucht zijn. Dat hij er vervolgens de hele film over doet om zijn auto terug te krijgen met groot gevaar voor eigen leven is het simpele gegeven waarmee wordt gewerkt. Waarom die auto zo belangrijk voor hem is, is niet belangrijk, alhoewel dat uiteindelijk wel wordt verklaard. De film is een ruige roadtrip, waarbij al gauw blijkt dat er met Eric niet te sollen valt. Er is maar één doel en als er moeilijk wordt gedaan in deze dichtgespijkerde Mad Max-achtige wereld vol wantrouwen, kun je al gauw een kogel verwachten.

Om het geheel toch net even iets aparter te maken is daar Rey (Robert Pattinson), de voor dood achtergelaten broer van één van de voortvluchtige mannen, die dus niet dood is en aansluiting vindt bij Eric. Rey is een beetje ‘zacht in het hoofd’ en laat de weegschaal in dit verhaal gevaarlijk balanceren. Hij is de enige waarvan je tot het einde niet echt weet wat je er van kunt verwachten.

Een spannende film, met nauwelijks een boodschap, die het vooral moet hebben van de voortreffelijke acteerprestaties van de twee hoofdpersonen. Van Guy Pearce weten we dat hij dat kan. Pattinson laat nu zien dat hij meer in zijn mars heeft dan hij tot nu toe mocht laten zien.

Tracks

Tracks

Robyn Davidson wil in 1975 een tocht van 1700 mijl dwars door de Australische woestijn maken, van Alice Springs naar de Indische Oceaan. In haar eentje! Ze is klaar met de stad, met de negativiteit van haar leeftijdgenoten, ze voelt zich aangetrokken door de woestijn en is geïnspireerd door haar vader die ooit de Kalahari doorkruiste. Maar ze wil vooral op haar zelf zijn. Wegens een gebrek aan geld, ziet ze zich genoodzaakt een deal te sluiten met het blad National Geographic, die een fotograaf zal sturen om de tocht bij tijd en wijlen vast te leggen. Zie hier de basis voor de film Tracks, gebaseerd op het gelijknamige boek van Robyn Davidson die deze tocht echt maakte.

Daar gaat ze… Met vier kamelen en een andere trouwe viervoeter. In het begin stuit de ‘camel lady’ op parkbeheerders en hun regeltjes, toeristen en steeds weer die praatzieke fotograaf, die volgens contract alles vast moet leggen. “Parasite, go away”, mompelt ze binnensmonds, als hij weer voor haar neus staat. Het lijkt wel een contract met de duivel die een droom mogelijk maakt, maar deze constant loopt te verstoren. Maar na verloop van tijd wordt die duivel echter een vriend, die haar privacy respecteert en werkelijk om haar geeft.

Het is een slimme truc van de makers om het publiek langzaam te laten wennen aan het idee van eenzaamheid. In het begin is daar namelijk weinig van te merken. En hoewel de indruk van het afnemen van menselijk contact toeneemt naarmate de film vordert, gaat het voornamelijk toch om de interacties met andere mensen. De meest interessante daarvan is die met een onverstaanbare aboriginal, die een deel van de reis meeloopt en haar dingen leert over de natuur.

Hoewel je niet urenlang naar een vrouw die met haar kamelen door de woestijn loopt kunt kijken, had ik toch liever minder mensen en meer van die eenzaamheid gezien. De tijd die ze (in beeld) alleen doorbrengt is nu zeer beperkt en dat gaat ook tegen haar eigen opzet in. Een opzet om alleen te zijn, op jezelf. Wat dit voor iemand betekent, wat dat met je doet, of je jezelf tegen komt, hoe je dit beleefd, wat de diepere betekenis nu voor haar is, daar komen we helaas niet achter. Maar misschien moeten we er niet meer in zoeken, of van verwachten. Ze gaf het tenslotte zelf in haar standaard antwoord op de vraag waarom ze tocht wil maken al aan: “why not”.

The Babadook

Babadook, The

Amelia en haar zoontje Samuel van zes wonen samen in een grauw en grijs huis. Zij kampt nog altijd met de verwerking van de dood van haar man. Ze moet het al tijden alleen rooien. Haar zoontje is een fantasievol knaapje dat gek is van goochelen en allerlei wapens van hout maakt om een denkbeeldig monster te verslaan. Hard werken, nooit een moment voor jezelf, een zorgenkind dat je af en toe achter het behang wil plakken en weinig hulp van anderen omdat ze vinden dat je het leven weer op moet pakken. Het vergt te veel van Amelia die al tijden niet goed heeft geslapen en langzaam afstevent op een zenuwinzinking. Als Samuel een angstaanjagend pop-up boek vindt over een verschijning die The Babadook heet, wordt ook moeder getuige van de manifestatie van het monster dat niet veel goeds met hen voor heeft.

De film kent een mooie, rustige opbouw, waarin goed duidelijk wordt hoe alle pijn, verdriet, zorgen, wanhoop, angst en gebrek aan liefde je teveel kunnen worden. Het trauma van het verlies van haar man komt tot leven in de vorm van een ouderwetse boeman die de moeder zelfs tegen haar zoontje opzet. Als dit eenmaal gebeurt, wordt de film echt knap griezelig, maar tegelijkertijd ook hartverscheurend en grappig. Die laatste twee komen dan voornamelijk door het extreem moedige jongetje, dat zijn moeder ten koste van alles tegen die boeman wil beschermen. Het is een rare mix van emoties, maar het werkt wonderwel.

Als een film zo leunt op de optredens van twee acteurs, dan moeten die ook van hoge kwaliteit zijn. Zowel moeder (Essie Davis) als zeker ook zoon (Noah Wiseman) spelen op zeer overtuigende wijze hun spel en maken je deel van de nachtmerrie die zo’n ingrijpende gebeurtenis op je leven kan hebben.

Stemoordeel: goed