The Hour Of The Lynx

Hour Of The Lynx, The

In een besneeuwd landschap loopt een tengere, verwarde jongen die te koud is gekleed. Hij klopt aan bij het huisje van twee oudjes die de deur beter niet open hadden kunnen doen.

De jongen wordt opgesloten in een psychiatrische inrichting (gevangenis) en wil alleen nog maar zelfmoord plegen omdat God dat zo wil. Behandelend psycholoog Lisbeth roept daarom de hulp in van priester Helen (The Killing’s Sofie Gråbøl) om antwoorden op de vraag te krijgen wat deze jongen bezielt.

Er gebeurt heel lang heel weinig. Er zijn weinig verhelderende gesprekken met de jongen, maar alles wat hij zegt zal later zorgvuldig zijn plaats krijgen als de priester (natuurlijk) tot hem doordringt en het trauma wordt verklaard. Het is echter allemaal veel te netjes, weinig boeiend en erg doorzichtig tot en met het einde aan toe.

De titel van de film slaat op het 25e uur. De film rept over de lynx die 21 uur slaapt, 3 uur jaagt en 1 uur eet. Dat ene uur is dan het begin van een nieuwe cyclus, het 25e uur waarin (zogenaamd) van alles kan gebeuren. Een spannend gegeven waarmee niets wordt gedaan. Het hele gebeuren is eigenlijk vrij banaal. Kijk dan liever naar het boeiende 25th Hour met Edward Norton, als we het dan toch over dat tijdstip hebben.

Spies & Glistrup

Spies & Glistrup

1965, Denemarken. Glistrup is een gefrustreerde advocaat die met zijn oude kennis Spies en diens bedrijf Spies Travel via een slimme zet een gigantische klapper wil gaan maken. Het is een gevaarlijk spel met grote jongens (vliegtuigmaatschappij Flying Enterprise), maar ze willen risico’s nemen om de middelmaat waarin ze zich bevinden te ontstijgen. Via slinkse wijze (een loophole in het contract, geld en hoeren) lukt de overname en gaat het geld binnen stromen als ze het luchtverkeer niet alleen voorbehouden aan de rijken maar juist betaalbare trips aanbieden voor de gewone burger naar zonnige bestemmingen.

De twee mannen zijn eigenlijk vreselijke individuen, enorm met zichzelf ingenomen en vrij harteloos. Spies is als een groot verwend steenrijk kind, dat alleen maar met vrouwen bezig is, snel verveelt raakt en de meest idiote ideeën uitvoert ter vermaak, waarbij Glistrup (gelukkig getrouwd, met kinderen) altijd weer het belastingtechnisch voordeel weet te realiseren, of het nu iets met werk te maken heeft of niet.

Spies raakt volledig van het padje, iets dat bizarre gebeurtenissen oplevert, zoals zijn publiciteitsstunt waarbij hij de pers bijeenroept in een hoerenkast om te laten vastleggen hoe hij zijn volgende vriendin uit gaat kiezen, of een exorbitant tuinfeest, waarbij een gorilla een rol speelt. Aangemerkt moet worden dat de film opent met de mededeling dat alles is gebaseerd op echte gebeurtenissen én onechte, maar ik ga mijn lol niet laten bederven door me af te vragen wat onder welke categorie valt. Toch is alle gekheid maar beperkt boeiend. Pilou Asbæk (The Killing, R, Kapringen, Borgen) en Nicolas Bro (The Killing, Beast, Nymph()maniac pt. 1) brengen het wel op overtuigende en meeslepende wijze in beeld, maar het wordt interessanter als alles mis dreigt te gaan.

Grootste probleem van de film is dat de karakters eigenlijk geen persoonlijke ontwikkeling mee maken. Spies was vanaf het begin al maf en blijft dat tot het einde, of moet ik zeggen zorgt er voor dat hij dat kan blijven. Glistrup is de hele film obsessief bezig om de gevestigde orde te slim af te zijn. Ze gebruiken elkaar waar nodig, maar leven eigenlijk langs elkaar heen, in hun eigen cocon. De leuke vertolkingen, de prettige gestoordheid die de film kenmerkt en het vleugje tragiek aan het eind weten het dan boven de middelmatigheid uit te laten stijgen. Geheel in de geest van de twee excentrieke Denen.

Nymph( )maniac (part 2)

Nymph()maniac 2

Dat Nymph( )maniac in twee delen is geknipt doet de film geen goed. Aan het begin van dit tweede deel wordt nog duidelijker dat von Trier eigenlijk een spelletje speelt. De opzet begint te vervelen, net als de analogieën. De nymfomane raakt door al het neuken gevoelloos, afgestompt en gaat op zoek naar nieuwe, heftigere vormen van seks om maar aan haar gerief te komen. Interraciaal, lesbisch, sadomasochisme. Zelfs pedofilie wordt aangestipt. Hoe schokkend of controversieel dit nu eigenlijk is ligt ‘in the eye of the beholder’ denk ik. Dat de liefde schokkende vormen aan kan nemen werd mij begin jaren negentig al duidelijk toen ik The Dead Man 2: Return of the Dead Man van Ian Kerkhof zag, waarin twee mannen in elkaars mond kotsen als onderdeel van het liefdesspel.

Het ging mij om de manier waarop von Trier dit onderwerp zou behandelen en daarin word ik dan toch teleurgesteld. Naarmate de film vordert heb je steeds meer het idee dat hij je bij de neus neemt. Zoals de scène die hij kopieert uit zijn eigen film Antichrist, met het jongetje dat uit zijn bedje klimt als de ouders seks hebben. Of het feit dat de constante vergelijkingen die Seligman maakt tussen de seksuele beslommeringen van Joe en de bijna wiskundige zaken die hij daarbij aanhaalt, een andere invalshoek krijgen door een terloopse opmerking van Joe aan het einde. Hij speelt met het idee van is dat wat we zien en horen wel echt? Moeten we er gewoon maar in mee gaan? Als er een deurklopper wordt gebruikt horen we een bel klinken. Als de film bijna klaar is en het doek weer zwart wordt gaat het geluid nog verder en kunnen we invullen wat we als vanzelfsprekend vinden. Moeten we twijfelen?

Ik heb het idee dat von Trier ons gewoon een ondeugend sprookje vertelt. Een soort van Fifty Shades Of Grey. De intellectuele benadering van een seksuele afwijking van de norm draait zichzelf echter de nek om met een einde dat zo slap is als de piemel van Seligman. Misschien was het de bedoeling en ‘brainfucks’ von Trier ons allemaal.

The Act Of Killing

Act Of Killing, The

Voormalige beul Anwar Congo loopt naar een plek waar hij vroeger veel mensen (‘communisten’) ombracht. Hij laat op een wit binnenplaatsje de methode zien en gebruikt een vriend als voorbeeld. De man gaat op zijn knieën. Er zit een metalen koord vast aan de muur. Die doet Congo rond de nek van de man. Aan het uiteinde van het koord zit een stok, zodat je beter grip hebt. Congo zet zich schrap en trekt het koord strak. Zo wurgde hij ze. Dat gaf niet zo veel bloed. Om zijn zinnen te verzetten luisterde Congo veel naar muziek en ging hij dansen. Hij doet het voor, begint te dansen. Te dansen op de plek waar hij tientallen ‘communisten’ heeft afgemaakt.

Deze documentaire gaat over de leiders van doodseskaders in Indonesië rond 1965, die miljoenen mensen hebben vermoord, nadat het leger de macht had overgenomen. Deze beulen lopen nog altijd vrij rond, zijn nooit veroordeeld, zijn nog altijd onderdeel van onfrisse praktijken en enkele van hen wordt nu gevraagd door documentairemaker Joshua Oppenheimer om te vertellen over hun toenmalige daden die ze op filmische wijze uit te beelden, waarbij ze glamoureus Hollywood als grote voorbeeld nemen.

Wat je te zien krijgt is te bizar voor woorden en gaat mijn begrip in ieder geval totaal te boven. Het is zowel verbazing- als weerzinwekkend hoe deze criminelen zo openhartig, zonder scrupules, zelfs vol geestdrift over hun wandaden vertellen en deze vol overgave uitbeelden alsof het een interessant experiment was dat ze nog eens met plezier herhalen.

De documentaire is een opeenstapeling van totaal onwerkelijke situaties en gesprekken. Zoals de prachtige beginbeelden (zie poster) die een onderdeel vormen van het uitbeelden van hun visie. Het punt waarop men net bezig is uit te beelden hoe ze iemand zo effectief mogelijk wurgden en dan even stoppen omdat ze horen dat het gebed begint. De wijze waarop Congo zichzelf in zijn filmversie tot verlosser en held maakt door zelfs zijn slachtoffers dit te laten zeggen.

Het is enorm knap hoe Oppenheimer het zo objectief mogelijk vast legt, maar niet bang is om hier en daar een pittige vraag te stellen. Niet iedereen die aan de film heeft meegewerkt is daar overigens zo open in, want het aantal vermeldingen van ‘anonymous’ op de aftiteling is legio. Maar vrees komt niet op bij de hoofdrolspelers van deze film. Ze zullen beroemd worden hierdoor, denken ze! “Jakarta is niets. Londen!”

In het midden van deze ongelooflijke documentaire doet één van de beulen aan iets van introspectie en legt uit waarom hij geen slecht geweten heeft. “Iemand vermoorden is het ergste wat je maar kunt doen. Het komt er dus op aan om een manier te vinden om je niet schuldig te voelen. Je moet gewoon een goed excuus zoeken. Als ze mij bijvoorbeeld vragen of ik iemand wil vermoorden en ik krijg daarvoor een behoorlijke vergoeding dan zal ik dat natuurlijk doen. Als je het vanuit dat perspectief bekijkt, is het niet fout. Dat perspectief moeten we onszelf voorhouden. Dat het niet fout is”.