Wither (Cabin Of The Dead)

Wither

Vier meiden, drie jongens en een ‘cabin in the woods’ mét luik in de vloer. Moet ik nog meer vertellen? Nou vooruit dan. Dat het om een Zweedse film gaat, dat het om een virus met korte incubatietijd gaat die van de arme zielen vleesetende zombies maakt waardoor het een soort zombievildead wordt, dat het af en toe wat knullig over komt, dat er wel zeker van aardige gore-effecten te genieten valt, dat mobieltjes het nu eens wél doen, dat er leuke Zweedse blondines rondlopen, dat er vage acties zijn die slaan als een tang op een varken, dat er hier en daar wat ondermaats wordt geacteerd, dat er een eigen folklore draai aan wordt gegeven, dat het serieus van toon is, dat de make-up simpel maar doeltreffend is, maar vooral dat ik dankzij en ondanks alle argumenten voor en tegen er best wel van genoten heb.

Ik ga er verder weinig woorden aan vuil maken. De Zweedse poster van Vittra (Zweedse titel) schreeuwt “EN SVENSK EVIL DEAD!”. Doe er je voordeel mee, of je nadeel, al naar gelang de film je bevalt.

We Are The Best!

We Are The Best

Een voorpremière in Eye in de aanwezigheid van regisseur Lukas Moodysson. De directrice van Eye neemt het woord ter introductie. Mooie aanleiding voor de Zweedse film die hier gedraaid gaat worden is het feit dat dit jaar ‘400 years of friendship’ wordt gevierd tussen Zweden en Nederland (waarbij die ‘friendship’ officieel ‘diplomatic relations’ heet kwam ik achter). Moodysson krijgt na een applaus het woord en vraagt het publiek om geen hoge verwachtingen te hebben zodat we na afloop positief zullen zijn over zijn film. Dat maakt de Q&A na afloop voor hem wat gemakkelijker.

Stockholm 1982. Bobo en Klara zijn rond de dertien jaar en ergeren zich mateloos aan hun ouders, klasgenootjes, leraren, discomuziek en wat al niet meer. Ze zijn buitenbeentjes, recalcitrant, sociaal bewogen, serieus, speels… PUNK! Ze zien er anders uit dan hun leeftijdsgenoten en trekken zich niets aan van al het commentaar dat ze krijgen. Als ze een keer in het plaatselijke buurthuis de kans nemen om in de oefenruimte muziek te maken, hebben ze al snel de smaak te pakken. De frustraties in de gymzaal (op school) en thuis verwoorden ze al gauw in de tekst van een song als ze “ik haat sport” en “aborteer alle ouders” schreeuwen terwijl ze lukraak de bas en drums onder handen nemen. Al gauw voegen ze een outcast van de andere kant van het schoolspectrum toe genaamd Hedvig, een Christen die zeer goed klassiek gitaar kan spelen en zich door haar positie en het overdonderende enthousiasme van vooral Klara al gauw gewonnen geeft en de andere meiden de basisprincipes van instrumentbeheersing bijbrengt. Het vriendentrio maakt zich op voor een optreden, ondanks de hobbels die ze op hun pad tegen zullen komen.

Dat Moodysson fantastische resultaten krijgt van kinderen in zijn films moge duidelijk zijn als je naar Fucking Åmål en het magistrale Lilja 4-ever kijkt. In het op de graphic novel van zijn vrouw gebaseerde We Are The Best! is dat niet anders. Klara is de vondst van deze film. Explosief, overrompelend en uitermate energiek. Bobo is wat gematigder, serieus en heeft wat moeite met haar eigenwaarde. Hedvig is ingetogen, in zichzelf gekeerd en vermijd conflicten. Alles draait om het trio. We zien wel korte impressies van school, vriendjes en ouders, maar het gaat om hoe de meiden zichzelf staande houden, ondanks de omstandigheden. En dat doen ze fantastisch. Innemend, speels, jeugdig, onbevangen, puur en heerlijk enthousiast. Het trio is soms een kakofonie van ideeën en emoties, die alle kanten op gaan, maar vooral heel erg in het moment zijn, waardoor de dagopbrengst voor de zo gewilde elektrische gitaar direct op gaat aan grote hoeveelheden snoep.

Persoonlijk spreekt de jeugdige eigenzinnigheid van de jonge meiden me enorm aan. Je niet conformeren naar wat de algemene norm is, wat hoort, maar je eigen gevoel volgen, jezelf niet verloochenen ondanks de druk van buitenaf. Herkenbaar. Eigenzinnigheid die overigens niemand kwaad doet. Moodysson maakt je er met deze film op heerlijke en positieve wijze (weer) deel van.

Na afloop begint Ronald Ockhuysen met het stellen van wat vragen aan de regisseur. Moodysson vertelt dat het belangrijkste dat hij op de set kan doen is een goed gevoel creëren door de acteurs in ieder geval goed te verzorgen qua eten en drinken. Het snoep op vrijdag was iets waar de meisjes altijd naar uit keken. Voor wat betreft hun uiterlijk hadden ze weinig problemen met het afknippen van hun haar. Na afloop was het wat moelijker, omdat ze niet langer dat karakter waren, maar nog wel dat kapsel hadden. Het was sowieso na afloop moeilijk voor de meisjes om hun gewone leven weer op te pakken. De regisseur vertelt verder dat hij na een wat depressieve periode waarin hij enkele neerslachtige boeken schreef nu eens iets positiefs, blij en energieks wilde maken.

Er volgen vragen uit het publiek. Hoe punk was hij in 1982? In die tijd was hij van dezelfde leeftijd als de meisjes in de film. Van alle drie de meiden zit er ook iets in hem, maar het grote verschil is geografisch. Hij is opgegroeid op het platteland en de meiden (net als zijn vrouw die dus de basis legde in haar grafische roman) komen uit de stad. Hij is een stuk minder stoer dan zijn vrouw en de meisjes! Er volgt een vraag over hoe het was om met de kinderen te werken. Van al zijn films was dit de leukste om te maken. Op de set probeerde hij een zo veilig mogelijke omgeving te scheppen, waardoor er vrijheid ontstond om te experimenteren en waarbij het geen probleem was om te falen. Een speelse sfeer van waaruit mooie dingen ontstonden. Heel belangrijk voor de identiteit van de meisjes was het uitzoeken van hun kleding, die er niet voor diende om jongens te behagen, maar om stoer te zijn.

Ockhuysen neemt het even over met de vraag hoe hij zichzelf ziet. Schrijver, poëet, regisseur, kunstenaar… Moodysson legt uit dat hij zichzelf het liefste als schrijver ziet, maar daar minder talent voor heeft dan regisseren. Er volgen nog wat laatste vragen uit het publiek en de eerste kleine kritische noten volgen. Waarom hij het onderwerp in de film zo heeft geromantiseerd. Hij schiet in beleefde verdediging, ziet dit zelf niet zo, maar ieder mag zijn eigen mening hebben. Iemand anders (die lange tijd in Zweden heeft gewoond) valt hem in dezelfde lijn aan op de wijze waarop de punk wordt verbeeld en dat er geen plek is voor hoe het er in de underground scene in de buitenwijk aan toe ging. Moodysson repliceert met een quote van een Poolse medewerker aan zijn film, dat iedereen zijn eigen film wil maken. Het zijn keuzes en hij maakte het hoe hij het voelde. Een dame op de voorste rij van de zaal duwt de regisseur nog even een hart onder de riem als ze hem vertelt dat ze uit Zweden komt, toevallig uit die buitenwijk waar de meisjes hun optreden doen en ze vindt het geweldig gedaan.

Ik sluit me daar geheel bij aan.

Nymph( )maniac (part 1)

Nymphomaniac

Het doek is zwart, maar er is wel geluid. Lars Von Trier wil dat we luisteren. Ik hoor verschillende geluiden door elkaar heen. Ze zijn herkenbaar, hoewel de precieze invulling pas komt als er na enige tijd beeld verschijnt. Maar dan neemt Von Trier het over. Hij bepaald waar het geluid bij hoort, in welke volgorde je het ziet en hoewel de geluiden eigenlijk tegelijkertijd hoorbaar zouden moeten zijn, isoleert hij het per onderdeel. Eerst luisteren, dan kijken. En daarna oordelen?

Dit is deel 1 van Nymph( )maniac.

Een lichtgewonde vrouw genaamd Joe (Charlotte Gainsbourg) wordt gevonden door een man genaamd Seligman (Stellan Skarsgård) die haar meeneemt naar zijn huis voor wat thee om bij te komen, waarna ze hem begint te vertellen over haar zondige (haar eigen oordeel) leven als nymfomaan. Hij veroordeelt haar niet, zwakt haar eigen overtuiging af en maakt constant vergelijkingen tussen haar seksuele beslommeringen en vliegvissen, of later een muziekstuk van Bach en past bijvoorbeeld de Fibonacci reeks toe om duiding te geven. Haar vertellingen worden onderverdeeld in hoofdstukken, met elk een eigen karakter.

Hoewel Joe haar verhaal in chronologische volgorde vertelt, komt het geheel – door het continue heen en weer gaan tussen heden en verleden dat ook nog met korte illustratieve momenten waarin dingen worden verduidelijkt wordt opgeleukt – wat fragmentarisch over. Het zijn allemaal korte, tot in de puntjes uitgedachte en verzorgde scènes, die grappig, intrigerend, speels, klinisch, opwindend, aangrijpend, onbegrijpelijk en/of slaapverwekkend over kunnen komen.

Aangezien dit deel 1 is, wil ik wachten tot ik deel 2 heb gezien om echt een oordeel te vellen, maar enkele (on)samenhangende impressies wil ik alvast geven.

Nymph( )maniac. Daarbij zouden de haakjes voor het vrouwelijk geslachtsdeel staan, of liever gezegd, haar ingang. Maar je zou de twee woorden er omheen ook gescheiden van elkaar kunnen lezen, waarbij het niet gaat om een vrouw met extreem sterke geslachtsdrift, maar om een nimf, een bevallig, aantrekkelijk meisje versus de maniak, iemand die iets op bijna ziekelijke wijze doet. Dan zou Joe de nimf kunnen zijn en de mannen de maniakken. Het doet denken aan een proef die ooit op straat is uitgevoerd, waarbij een leuk uitziende man aan willekeurige vrouwen vroeg of ze met hem wilden zoenen, waarbij maar iets van één op de tien vrouwen dat ook daadwerkelijk en direct deed. De andere kant van het verhaal was dat als een leuk uitziende vrouw dat aan willekeurig passerende heren vroeg, iets van negen op de tien mannen hier op in gingen. De seksuele kracht en macht van een vrouw, iets dat Joe al vroeg in haar leven doorkrijgt en er dan volop gebruik van maakt.

Zoals gezegd worden er analogieën getrokken tussen het seksuele leven van Joe en hoe een beoefenaar van vliegvissen te werk gaat. Later wordt dit gedaan met de polyfonie binnen het werk van Bach dat overeenkomsten kent met eenzelfde opbouw die Joe als een soort van basis drie-eenheid (drie mannen die allemaal iets anders te bieden hebben) ziet binnen haar seksleven. Dit zijn mooie vondsten die het eventuele zedelijke besef (van de kijker) een meer klinische invulling geeft, maar ondertussen ook een verstorend karakter heeft en het geheel fragmentarisch maakt.

Aan de andere kant worden er net zo goed platitudes gebruikt, zoals wanneer Joe zegt dat ze er totaal niet mee zat dat ze het leven van diverse mannen (en hun families) totaal overhoop haalde: “You can’t make an omelette without breaking eggs.”

Opvallend is ook dat Seligman op een gegeven moment Joe in haar verhaal onderbreekt omdat hij het wat te toevallig vindt. Joe vraagt of hij niet liever wil geloven wat ze vertelt, zodat hij met het verhaal mee kan gaan. Dat geldt ook voor de kijker. Hoewel de uitleg over dat je aan de hand van welke hand je het eerst de nagels knipt kunt bepalen wat voor persoon iemand is vrij absurd overkomt – hoe aannemelijk ook gebracht – is het leuk om er in mee te gaan. Alleen al het feit dat er bij zoiets banaals wordt stilgestaan en er een betekenis aan wordt gegeven is interessant genoeg. Opvallend is wel dat Von Trier juist nu de Joodse afkomst van Seligman er niet bij haalt. Want juist in de Joodse traditie schijnt niet alleen de volgorde van de hand, maar zelfs van de vingers van belang te zijn.

Lars Von Trier weet in ieder geval de hersenen aan het werk te zetten en laat ons nadenken over onze (voor-)oordelen, zoals onlangs ook al gebeurde in de documentaire Sletvrees van Sunny Bergman. Hij doet dat op geheel eigen, vaak afstandelijke wijze, alsof het onderwerp op de operatietafel ligt om ontleed te worden.

In deel 2 zal moeten blijken waar hij precies heen wil met zijn film. Hoewel dit dus eigenlijk niet eens de versie is die hij voor ogen heeft.

Wordt vervolgd…