Fruitvale Station

Fruitvale Station

Eigenlijk kon het niet mooier. Eerst The Butler en nu Fruitvale Station. Die eerste eindigt op macroniveau met een teken van hoop, de bekende poster van Obama. Die tweede begint op microniveau met diezelfde afbeelding, heel klein op de tank van een benzinestation. Je zou er zo over heen kijken. Het geeft direct een aantal verschillen tussen deze twee films aan, die hetzelfde onderwerp hebben, maar dit heel anders benaderen. De laatste film van het PAC festival is een kijkje in het nu, hoe staan we er nu voor met het racisme. Gebaseerd op ware gebeurtenissen is dit het (bekende) verhaal van een zwarte jongen die na een periode van ellende op het juiste pad wil blijven, maar het wordt hem niet makkelijk gemaakt. Hij heeft een vriendin, een kindje, een liefhebbende familie, maar geen baan en wel connecties met randfiguren uit een verleden die hem op gemakkelijke maar illegale wijze kunnen helpen aan geld. Het is een jongen met een goede inborst, maar een wat opvliegend karakter. Dat het mis zal gaan weten we al, omdat we de tekenen daarvan aan het begin van de film hebben gezien. Misschien wordt het plaatje van deze jongen iets te overdreven mooi ingekleurd, met die dikke knuffels voor zijn dochter, het hulp bieden in de supermarkt, het geven van fooi aan een straatmuzikant, etc. Een beetje Hollywoodachtige manier om de ellende die komen gaat zwaarder te laten wegen. Misschien ook niet. Feit is dat als het dan mis gaat, dit hard aankomt en je doet beseffen dat de vooroordelen nog altijd bestaan, diepe wortels kennen.

Obama

Laatste film. Balans. Vijf films. Niets dat me echt heel diep heeft geraakt, zoals Amour of Jagten dat vorig jaar wel deed. Volgende keer beter, hoop ik.

The Way Way Back

Way Way Back, The

Wat voor cijfer zou je jezelf geven op een schaal van 1 tot 10, vraagt de nieuwe vriend van zijn moeder. Duncan weet het niet. Een zes zegt hij, nadat Trent er op aan dringt. Ik zou je een drie geven, zegt Trent.

Dat Trent een lul is moge duidelijk zijn. Dat Duncan een nerd is ook. Het wordt tijd dat deze veertienjarige voor zichzelf opkomt en zelfvertrouwen krijgt. Dat het ‘lul-zijn’ van Trent wordt ontmaskerd zal blijken. Dat het ‘nerd-zijn’ van Duncan is te veranderen ook. De manier waarop dit alles zich voltrekt is een feest om naar te kijken.

Grootste gangmakers van dit feest zijn Sam Rockwell en Allison Janney. Sam speelt Owen, een laidback lolbroek die werkt bij het waterpark ‘Water Wizz’. Hij neemt Duncan onder zijn hoede en leert hem het leven niet zo serieus te nemen en er van te genieten. Allison speelt Betty, een gescheiden vrouw die altijd een drankje in haar handen heeft, zichzelf overal voor uitnodigt en dan ook overduidelijk aanwezig is. “Press my laundry” bralt ze vrolijk uit, als ze iemand een knuffel wil geven. Ze zijn de hilarische blikvangers in een heerlijke film, waarbij ook de moeilijke, pijnlijke en melancholieke momenten niet worden vergeten.

Een prima komedie met het hart en de lach op de juiste plek.

The Butler

Butler, The

1929. Het leven op een katoenplantage. Moeder wordt verkracht en pa vermoord. Zoon Cecil Gaines (Forest Whitaker) krijgt het voorrecht om binnen te werken en wordt opgeleid tot ‘housenigger’. Zodra hij kan verlaat hij de plantage en komt toevallig goed terecht bij een hotel, waar zijn gedienstige instelling hem geen windeieren legt en hij het met adviezen als “see what it is they need, anticipate” en “the room should feel empty with me in it” via een luxe hotel tot in het Witte Huis schopt en daar presidenten tot dienst is als butler.

Hij voelt zich een bevoorrecht man.

Zo anders ziet zijn zoon het jaren later. Het zijn de begin jaren zestig ondertussen en zoonlief sluit zich aan bij een groep actievoerders die naar het voorbeeld van Gandhi geweldloze protesten houden voor de rechten van kleurlingen.

The Butler volgt deze twee conflicterende sporen van vader en zoon, door vele jaren vol historische gebeurtenissen en sociale en politieke ontwikkeling. Is de butler subversief zonder het zelf te weten, door zijn arbeidsethos en betrouwbaarheid? Is het pad van de zoon de enige manier om de tijdgeest om te buigen en basale rechten van gelijkheid af te dwingen?

Het sterke uitgangspunt van de film is meteen zijn valkuil: de tijdspanne. Want ja, het is me wat om te bedenken dat er mensen zijn geweest die hebben meegemaakt dat ze als vuil werden behandeld in die katoenvelden en dat diezelfde mensen Obama tot president verkozen hebben zien worden. Het nadeel voor de film is dat, ook al duurt deze dik twee uur, er met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis wordt gestapt, waarbij het soms belangrijker lijkt om alle historische hoogtepunten aan te stippen, dan om dieper in te gaan op het feit waarom er binnen de familie Gaines bepaalde keuzes worden gemaakt. Want wat is het dat iemand kiest voor het belang van zijn gezin, of juist voor het belang van alle gezinnen?

De impact van deze geschiedenisles blijft daardoor beperkt. Daarnaast verlies je je al gauw in het herkennen en genieten van bepaald niet de minste acteurs die gestalte geven aan de verschillende presidenten die in bijrollen voorbij komen. Alweer een afleiding die de boodschap van deze film geen goed doet.

Als de film is afgelopen is er een lange pauze tijdens dit PAC festival, waarin ik wat ga eten en ook iets koop bij de Albert Heijn op de Nieuwmarkt, waar ik een (toevallig?) voorbeeld van (onopzettelijke?) segregatie tegen kom. Als je de winkel binnen stapt is deze in tweeën verdeeld. Je hebt eerst de infobalie en alle kassa’s, dan een toegangspoortje en daarachter de winkel met producten. In het voorste gedeelte zijn alleen maar donker getinte medewerkers te vinden, van alle kassameisjes tot de bewaker aan toe. Achter het toegangspoortje wordt het opeens een heel blank verhaal, met alle vakkenvullers e.d.. Was dit me normaliter ook opgevallen?

All Is Lost

All Is Lost

Een man op een zeilboot krijgt panne en is aangewezen op zichzelf en overgeleverd aan de natuur als hij stuurloos ronddobbert op de Indische Oceaan.

Halverwege deze film schiet het me te binnen: dit lijkt wel een voorlichtingsfilm, wat te doen tijdens averij op zee, met vleugjes Bear Grylls in survivalmodus. Maar deze Bear is weinig spraakzaam. Logisch, want hij is alleen, zal de gehele film niemand tegen komen en is niet van het soort dat gaat ouwehoeren tegen een volleybal genaamd Wilson. Er zijn ook geen flashbacks of dromen, het gaat puur om het hier en nu. Dit uitgangspunt is een uitdaging die Robert Redford en regisseur J.C. Chandor zijn aangegaan, maar die mijns inziens niet werkt. Althans, niet op deze manier. Redford speelt een doorgewinterde zeiler die nauwelijks van zijn stuk te brengen is. Geen woorden, maar daden. Niet zeiken, maar doen. Vandaar dat gevoel van een voorlichtingsfilm, die vast leuk zal zijn voor stormzeilenthousiastelingen, maar deze stuurman aan wal vindt bij de wel erg onderkoelde houding van Redford geen aansluiting. En dat terwijl Redford in 1972 al liet zien dat hij wel degelijk kan boeien, ook al is hij lange tijd in zijn eentje. Jeremiah Johnson is daar het mooie voorbeeld van. En hoewel hij ook in die film dat berekende in zich heeft, komen er emoties aan te pas waardoor je als kijker het verhaal wordt ingetrokken, gefascineerd raakt.

Het is geen slechte film. De beelden op zee voelen levensecht, net als het acteerwerk. Maar daarmee heb je nog geen boeiende film. Het meest interessante was de korte discussie na de film die op de rij achter mij plaats vond, of hij nu wel of niet gered wordt en de overtuiging van de persoon die het eerste geloofde.

What Maisie Knew

What Maisie Knew

Het negende PAC-festival in Tuschinski Amsterdam. De laatste keer heb ik overgeslagen omdat de titels me niet zo aanspraken. Dit keer ben ik er bij, al heb ik niet de hoogste verwachtingen. Als ik de zaal inloop begint de dag in ieder geval zoals die nog nooit is begonnen, want er zit iemand achter het orgel op het podium in zaal 1 die ons vergast op een muzikaal ‘premezzo’ waarna ik hem met orgel en al het podium in zie zakken. Geen idee dat er überhaupt een orgel was en nooit geweten dat dit hele geval zo de grond in kon verdwijnen.

De introductie van dit festival is dit keer in handen van Nafiesa Rasoelbaks, die je kunt kennen van haar bijdragen op de pathésite. Zenuwachtig als ze is, heeft ze drie mannen meegenomen die een woordje komen doen over het orgel en het feit dat er binnenkort weer een orgelconcert plaats gaat vinden. Nou ja, dat was er dan ééntje die sprak en de rest stond er instemmend bij te knikken. Nafiesa neemt het woord weer. Ze is een grappige flapuit en levert meteen de leukste introductie af die ik tot nu toe bij dit festival heb gehoord. Zelfs het oplezen van de huisregels gaat met een gelach gepaard als ze bijvoorbeeld opnoemt dat er geen stinkend eten van buitenaf mag worden meegenomen de zaal in. Verder vertelt ze dat ze zeer actief is op social media en dat er op dit festival direct gereageerd kan worden via twitter.

Dat reageren doe ik maar gewoon weer op mijn eigen vertrouwde manier. Het resultaat zie je hier.

 

“You know I love you more than anything, right?” Het zit hem voornamelijk in dat laatste woord, waarmee de moeder een bevestiging wil horen van haar dochtertje; dat die dit wel blijft denken! Feit is dat deze moeder meer van zichzelf houdt dan van haar dochter.

Susanna (Julianne Moore) is die moeder, een chaotische rockster die in een vechtscheiding ligt met haar man Beale (Steve Coogan), een kunsthandelaar die het met het kindermeisje aanlegt en meer onderweg is dan thuis. Beide ouders zijn egocentrisch en totaal onverantwoord bezig t.a.v. hun dochtertje Maisie, aan wie niets wordt gevraagd, die nog te jong is om grote gevoelens onder woorden te brengen, maar wel degelijk dingen meekrijgt van wat er om haar heen gebeurt. Ze wordt van hot naar her gesleept, overal geparkeerd alsof ze een auto is, terwijl haar ouders vechten om de voogdij, terwijl ze er – als het er op aan komt – niet voor haar zijn. Typisch een geval van het kind niet willen om het kind, maar omdat je het de ander niet gunt. Gelukkig zijn daar het kindermeisje en de nieuwe vlam van Susanna, die wel met het lot van Maisie zijn begaan en wel met haar kunnen communiceren.

De camera volgt Maisie in dit verhaal dat gebaseerd is op het boek van Henry James. We blijven bij haar, horen de ruzies op de achtergrond die zij toevallig hoort, zien hoe beide ouders het kind op verkeerde wijze voor zich proberen te winnen, merken hoe fijn ze het kan hebben als iemand echt met haar begaan is. Er zitten vele pijnlijke momenten in de film, zoals ‘the spaces in between’, waarin Maisie niet op tijd wordt opgehaald en op school, of in een portiek staat te wachten wie haar uiteindelijk zal meenemen. Maar hoe voelt Maisie het zelf? Ze doet wat haar gezegd wordt, past zich eindeloos aan en houdt van papa en mama omdat het papa en mama zijn. Toch krijgt de kijker een antwoord op de vraag die de titel van de film beloofd en die alles zegt en samenvat van wat er in het meisje om moet gaan.

Kramer vs. Kramer is één van de bekendste echtscheidingsfilms. Daarbij is een zoontje de inzet. Die film laat echter voornamelijk de volwassen kant zien. Het inzoemen op een kind, zoals in What Maisie Knew doet denken aan een film als My Queen Karo waar ook een jong meisje de dupe is van de omstandigheden waar haar ouders haar in brengen. Toch zijn beide voorbeelden interessantere films, omdat de zaken in Maisie redelijk simplistisch worden weergegeven en de voorspelbare oplossing wel overduidelijk de film in is geschreven. Wat echter de boel bij elkaar houdt is de ongelooflijk innemende Onata Aprile als Maisie, die als een kleine vlinder overal tussendoor dwarrelt. Het feit dat ze niet opstandig of nukkig wordt, is misschien niet realistisch, maar wel een verademing om naar te kijken.

Lawless

Drie eigengereide broers die in de jaren dertig in Amerika illegaal drank stoken en verhandelen houden zich staande tegen een gestoorde agent uit Chicago die eist dat ze een deel van hun winst afstaan. Aangezien ze dat niet doen volgt er een keiharde en bloederige strijd.

Some violence on the left, some ultra violence on the right. De jongen die vroeger nog geen varken kon afmaken, schiet aan het einde van de film dan toch nog iemand door het hoofd. Yeehaw!

Het script is van de hand van Nick Drake. Een beroemde muzikant die op basis van dit script beter in de muziek had kunnen blijven wat mij betreft (al was ik daar ook al geen fan van hem). De karakters uit de film worden nergens meer dan typetjes en het verhaal, dat op ware gebeurtenissen is gebaseerd is flinterdun en toont dat niet van alle ware gebeurtenissen een film gemaakt hoeft te worden. De enige die het scherm naar zich toe trekt is Gary Oldman, maar zijn rol is ver onderbelicht en zijn tijd op het scherm bijna verwaarloosbaar.

Het feit dat geen van de eendimensionale karakters ook maar een greintje empathie op weten te wekken doet de film dan ook weinig goeds.

Wat blijft er dan nog over? Some violence on the left, some ultra violence on the right…

En zo eindigt dit zevende PAC festival, met twee hoogtepunten en drie toch wat tegenvallende films. De top 5? Amour – Jagten – The Perks Of Being A Wallflower – Trouble With The Curve – Lawless.

Trouble With The Curve

Voor het eerst tijdens het PAC festival is er een verrassingsfilm. Nu heb ik eigenlijk geen goede ervaringen met verrassingsfilms, omdat ze meestal tegen vallen. Dat is helaas nu ook weer het geval.

We hebben de grumpy old baseball scout Gus (Clint Eastwood), koppig als wat moet hij niets van computers en statistieken weten. Hij zoekt naar talenten voor de Atlanta Braves door naar wedstrijden te gaan en zijn kennis van het spel te gebruiken. Het heeft in de loop der jaren al menig klinkende naam voortgebracht.

Dan is er zijn dochter Mickey (Amy Adams), waar hij nauwelijks contact mee heeft, die advocaat is bij een grote firma en op het punt staat een zaak te winnen waarmee ze een partnership in de firma tussen oude mannen krijgt. Ze is net zo koppig als haar ouwe.

Verder heb je een andere scout Johnny (Justin Timberlake), een veelbelovend talent, ooit ontdekt door grumpy, echter niet goed ingezet door zijn team waardoor hij blessures kreeg, niet meer kon spelen en nu zelf maar scout is geworden.

Het contract van de al bijna bejaarde Gus loopt ten einde, hij begint last te krijgen van staar, zijn baas vertrouwt het allemaal niet en stuurt een andere medewerker achter hem aan om in het geniep een tweede mening te vormen als grumpy er op uit gaat om zijn oordeel te vellen over een veelbelovende honkballer, waar de Braves eigenlijk al hun zinnen op hebben gezet. Gus’ beste vriend Pete vraagt Mickey om met Gus mee te gaan om een oogje in het zeil te houden. Tijdens het scouten komt ook Johnny in the picture.

Zal Gus het juiste oordeel vellen en weer op goede voet komen met zijn dochter? Zal Mickey beseffen waar het om draait in het leven en weer op goede voet komen met haar vader? Is Johnny de ‘love interest’ waar Mickey niet op had zitten wachten? Zal het arrogante boontje dat alleen op statistieken vertrouwt om zijn loontje komen? Is de paus katholiek?

Trouble With The Curve is zo ongelooflijk voorspelbaar, dat echt alles afhangt van de acteerprestaties en onderlinge chemie. Het acteren is van redelijk niveau en het spel tussen vader en dochter en tussen dochter en jonge scout kan er mee door. Maar dat is niet goed genoeg. Zeker Clint Eastwood herhaalt zichzelf in dezelfde soort rollen en speelt het dan ook met twee vingers in zijn neus. Justin Timberlake speelt het braafste jongetje uit de klas, een rol waar verder niet veel uitdaging in zit. Amy Adams’ rol is dan nog het meest bevredigend, ook omdat zij de enige is die tussen drie vuren zit en als enige echt persoonlijke groei doormaakt.

Hollywood op zijn zoetst, zou je kunnen zeggen. Eind goed, al goed. Wat mij betreft iets tè ongevaarlijk vermaak.

Jagten

Lucas was leraar op een school die is gesloten. Nu werkt hij in de kinderopvang, waar hij een gewaardeerd collega is. Hij heeft een fijne vriendenkring, worstelt een beetje met zijn scheiding en leert een spontane vrouw kennen waarmee hij een relatie begint. Als het kleine dochtertje van zijn beste vriend op het kinderdagverblijf een opmerking maakt die seksueel getint is en Lucas in een verdacht daglicht stelt is het een kwestie van dagen voordat Lucas leven finaal verwoest raakt.

De kijker weet (bijna zeker) dat de beschuldigingen vals zijn. Je ziet hoe de omstandigheden waarin het kind tot die bepaalde uitspraak komt. Er volgt een gesprek met het kind (zonder de ouders!) dat uiterst suggestief is, waarna het de kraan open zet voor vooroordelen, snelle en ongefundeerde conclusies en agressief gedrag jegens Lucas. “Er is geen reden tot paniek”, meldt de voorbarige directrice aan de nietsvermoedende ouders tijdens een bijeenkomst. “We volgen de gemeentelijke procedure”.

Het wordt een vonnis zonder rechtspraak, een heksenjacht met een brandmerk tot gevolg, waar je nooit meer los van komt.

Zeer aannemelijk wordt neergezet hoe de bange mens reageert, zonder te beseffen wat de gevolgen zijn. Die gevolgen zien we ook in de film en die zijn niet gering. Niet alleen voor Lucas, maar ook voor zijn zoon bijvoorbeeld en zelfs voor de bange mensen zelf. Lucas probeert zich niet van zijn stuk te laten brengen, gaat de confrontatie aan, simpelweg omdat hij weet dat hij onschuldig is, een gevecht dat nauwelijks te winnen valt, omdat bijna iedereen hem laat vallen. Mads Mikkelsen toont zijn overtuigende kwaliteiten als acteur, gevangen in een neerwaartse spiraal, vechtend tegen onrecht.

Een intense (geacteerde) film die laat zien dat we soms goed willen doen, terwijl dit fout kan zijn, dat we aan de oppervlakte beleefde mensen zijn, maar dat het beest heel gemakkelijk naar die oppervlakte kan komen als het mis gaat en we dan de vinger heel graag wijzen naar een ander.

Je zou jezelf nog af moeten vragen of je de acties tegen Lucas wel goed zou keuren als hij het wèl zou hebben gedaan…

The Perks Of Being A Wallflower

De jongen loopt naar buiten, de sneeuw in. Hij blijft staan. Ik denk bij mezelf, nee, niet gaan liggen en dan een sneeuwengel maken.

Deze boekverfilming is de ontdekkingsreis van een muurbloempje, de outcast die opgenomen wordt in een groep van gelijkgestemden en via hen in aanraking komt met het echte leven, zowel de vrolijke als treurige kant.

De film barst uit zijn voegen van de clichés. Dit is geen film voor mij. Dit is een film voor jongeren die niet weten wie David Bowie is, die alles voor het eerst ontdekken en denken, of het gevoel hebben dat ze de eersten zijn. De film benadrukt het zelf ook nog even in de laatste woorden van de voice-over. Dat neemt niet weg dat de film me wel degelijk had kunnen pakken, zoals bijvoorbeeld Donnie Darko dat wel optimaal deed. In The Perks Of Being A Wallflower komt het gewoon niet over. In de cliché verpakking zitten al die universele gevoelens die me nergens weten te raken. Misschien heeft het te maken met de vertolkingen. Emma Watson maakt geen indruk en Logan Lerman (de muurbloem) mist subtiliteit. Van de drie hoofdpersonen is het spel van Ezra Miller (uitermate creepy in We Need To Talk About Kevin) het enige dat me nog weet te raken, terwijl ook zijn karakter een uitvergrote platitude is. Hij scoort dan voornamelijk in de grappen sectie. De echte pijn, de ‘teenage angst’ is wat mij betreft nergens voelbaar en het ‘grote’ geheim dat aan het einde boven water komt heeft niet echt (meer) een doel in de film, waarna er ook net zo gemakkelijk weer overheen wordt gestapt.

Na afloop krijgt de film een luider applaus dan Amour. Misschien omdat het wat vreemd was om voor die vorige film te klappen? Ongepast zelfs, omdat men te vol zat met verdriet? Ik mag het hopen.

Amour

Het zevende PAC festival al weer en eindelijk is mijn dochter zestien geworden en mag ze mee! Een flinke inwijding, met vijf films op één dag. Ze zal het niet alleen glorieus doorstaan, we hebben ook uiteindelijk dezelfde top vijf.

Het begint irritant. De film is begonnen en de hele zaal is muisstil, op iemand direct achter mij na die om 10:30 uur een flinke zak chips op zeer luidruchtige wijze zit te verorberen. Gelukkig stopt het opeens even abrupt als het was begonnen.

De trailer van Amour komt heel anders over dan de film. Ik had (weer) een film verwacht vol haat en nijd met een cynische titel die de lading dus niet zou dekken. Geen idee waarom Haneke de mensen op het verkeerde been zet. Aangezien ik een groot fan ben, heb ik zijn hele oeuvre gezien, maar een film zoals deze zat er nog niet eerder bij.

Het gaat over een oud stel waarvan de vrouw een herseninfarct krijgt. Ze is daarna half verlamd, aangewezen op een rolstoel en de hulp van haar man. Dat is het. Daar gaat de film over. Wat het voor dit echtpaar inhoudt. Van zeer alledaagse en basale handelingen (het naar de wc gaan) tot alles wat er in het hoofd afspeelt. Het wordt ongelooflijk fijnzinnig in beeld gebracht. Al vanaf de eerste non-verbale beelden, waarin we alleen maar het stel bij een klassiek concert zien en daarna samen in de tram zien zitten, wordt hun liefdevolle relatie in slechts enkele secure penseelstreken perfect neergezet. Het gaat verder, als ze een eitje voor hem kookt, hij tegen een leeg zoutvaatje aanloopt, zegt dat het leeg is, maar wel zelf op staat om het bij te vullen. In Amour lijkt weinig te gebeuren, maar er gebeurt zo veel voor wie verder kijkt.

De aftakeling van de vrouw zet verder in. De lange vaak statische shots zijn van een tragische schoonheid, als stille getuige van welk leed zich hier afspeelt, maar ook wat een liefde zich tentoonspreidt. Bijna de gehele film vormt zich een minuscule laagje traanvocht over mijn oog, dat komt en gaat, als een minimale versie van eb en vloed, die geen van beiden door willen zetten. Tot tranen toe geroerd zou je kunnen zeggen. Aan het einde biggelen er dan toch nog een paar over mijn wangen.

Als de film voorbij is moet ik echt even bijkomen, omdat ik nog vol ontroering zit. Twee mensen naast mij omhelzen elkaar heel lang, zoeken en vinden troost bij elkaar. Deze absurd mooie film laat de ultieme daad van liefde zien. Het is in die zin een geheel andere film dan we gewend zijn van Haneke. Het bevestigt echter dat hij een meester van de cinema is. Zowel de film zelf als de vertolkingen zijn van ongekende klasse. Het is (misschien wel) de mooiste film van dit jaar.

Als de lichten in zaal weer aan zijn en de meeste mensen even de benen gaan strekken, wat cafeine inslaan, een luchtje happen of juist wat rook inhaleren hoor ik achter mij een man zeggen dat hij er echt niet tegen kon en heel zachtjes tegen de dame naast hem had gezegd dat ze wel heel luidruchtig zat te eten. Bless him!

Ps. Als ik deze recensie aan mijn vrouw voorlees, krijg ik opnieuw een brok in de keel en wellen er tranen in mijn ogen. Het laat zien hoeveel indruk de film heeft achter gelaten.