X-Men: Days Of Future Past

X-Men - Days Of Future Past

Dit universum behoeft geen introductie, dus begint verloren zoon Bryan Singer (X-Men en X2) meteen met het probleem en de actie die genomen moet worden. Het probleem is een toekomst waarin zowel mutanten als gewone mensen uitgeroeid zullen worden. De actie is dit voorkomen door in het verleden iets te veranderen. De man die hier voor moet zorgen is niemand minder dan Wolverine. Persoonlijke issues moeten opzij worden gezet (hoe groot deze ook zijn) om de mensheid te redden en het voortbestaan van de mutanten te waarborgen.

Een duidelijk (Terminator-achtig) verhaal waarin zowel de oudere als de jongere versies van Professor X en Magneto een rol spelen en de altijd aanwezige leidraad van xenofobie een mooie invulling krijgt als een dwerg (Peter Dinklage, overbekend van Game Of Thrones) het ultieme wapen produceert tegen de mutanten. Voeg daarbij een flinke dosis actie door mutanten van divers pluimage, hetgeen deze filmreeks in de basis al zo aantrekkelijk maakt, en je hebt er wis en waarachtig weer een goed geslaagd deel bij.

De beste scène is die waarin Peter alias Quicksilver op ongelooflijke (Incredibles ­– Dash) en zeer ludieke wijze een belangrijke ontsnapping mogelijk maakt en daar zelf ook vooral veel lol aan beleeft.

Zoals altijd bij films uit de Marvel stal moet je blijven zitten tot alle aftiteling is voorbijgekomen voor een intrigerende blik op een imponerend figuur van een heel ander continent.

 

Ps. En wat heerlijk dat deze film ook gewoon in 2D draait!

The Amazing Spider-Man 2

Amazing Spider-Man 2, The

Er is geen vuiltje aan de lucht als we onze geliefde webslingeraar tussen de gebouwen van New York zien zwieren, als een Tarzan door een stalen jungle met lianen van spinrag. Geschoten op de rug of vanaf de borst (en helaas weer niet vanuit zijn eigen ogen!) zijn het mooie plaatjes die je op een stripachtige wijze het energieke en opwindende gevoel geven hoe het moet zijn om zelf door die straten te vliegen, alsof je in een virtuele achtbaan zit. En als er dan een vuiltje is, in de vorm van de lompe boef Aleksei Sytsevich (die later Rhino zal worden), vindt er een korte en olijke zuivering plaats die je doet denken aan de opmerking uit de trailer (die dan weer niet in de film zit): “You what it is I love about being Spider-Man? Everything!”.

Dan hebben we de inleiding gehad en begint het echte werk, namelijk het achtergrondverhaal van Peter Parker’s vader Richard, alledaagse strubbelingen met Aunt May, een break-up met Gwen Stacy die nooit van de grond komt en natuurlijk nieuwe vijanden, waarvan er maar liefst drie worden geïntroduceerd en die dus allemaal een ‘origins’ verhaal moeten hebben. Peter’s vriend Harry Osborn wordt de Green Goblin, Oscorp medewerker Max Dillon wordt Electro en die Russische lompe boer uit het begin wordt dus Rhino. Helaas laat de echte actie, de gevechten tussen Spidey en de schurken, veel te lang op zich wachten. Eigenlijk krijgt Electro als enige de aandacht die hij verdient. Een interessante schurk die door een tragisch ongeval (duh!) bestaat uit elektriciteit, wat in de film prachtig is vorm gegeven. Het gevecht tussen hem en Spider-Man behoort tot één van de hoogtepunten en ziet er schitterend uit. Direct daarop volgt het gevecht met de Goblin (gelukkig niet verscholen achter een masker, zoals in de versie van Raimi) en als mosterd na de maaltijd mag Rhino zijn opwachting maken, hoewel dat nauwelijks uit de startblokken komt.

Het is een kunst om meerdere schurken (en/of superhelden) tegelijkertijd in één film de aandacht te geven die ze verdienen. In The Avengers of X-Men is dit goed gelukt. Bij deze tweede Spinneman een stuk minder. Rhino hangt er als een wormvormig aanhangsel bij en eigenlijk worden Electro en The Green Goblin na te lang wachten te snel overmeesterd. New York en zijn inwoners zijn nauwelijks in gevaar en de woede richt zich bijna alleen tegen Spider-Man zelf. Gelukkig is daar nog de onverwachte kanteling, die de boel op een geheel andere manier op scherp zet.

The Amazing Spider-Man 2 moet net als het eerste deel toch opboksen tegen de trilogie van Sam Raimi. Dat begint met de keuzes van de schurken. In deel 1 kwamen ze op de proppen met The Lizard die in menselijke vorm wel interessant was, maar als geschubde villain heel wat minder. Trouwens, ook hier was het uiteindelijke hoogtepunt voorbij voordat je er erg in had. Deel 2 heb ik net besproken, waarbij Electro de meest interessante is en we The Green Goblin al bij Raimi zagen. Vooruitkijkend naar een volgend deel, zien we het pak van Doctor Octopus in de geheime ruimtes van Oscorp hangen en wordt Felicia (Hardy) geïntroduceerd als assistente van Harry Osborn. Die eerste kennen we ook al via Raimi, maar Felicia Hardy (a.k.a. The Black Cat) kan voor leuke grijstinten zorgen, zoals Catwoman dat voor Batman doet.

We zullen zien.

Captain America: The Winter Soldier

Captain America - The Winter Soldier

Steve Rogers heeft na zijn vorige avontuur als The First Avenger niet stil gezeten. De oude reliek uit de jaren veertig heeft met een ‘to-do list’ op zak misschien nog geen Thai gegeten, of Nirvana beluisterd, maar zijn gevechtstechnieken zijn up to date, zoals we kunnen beleven in een explosieve liftscène. De wereld is nog altijd gecompliceerd voor de Amerikaanse held en de kapitein die voor S.H.I.E.L.D werkt krijgt zo zijn bedenkingen of dit werk nog wel zo rechtschapen is. Als Nick Fury echter wordt aangevallen en de organisatie niet langer betrouwbaar is wordt het persoonlijk en gaan er klappen vallen en blijkt ook het verleden nog van invloed.

De eerste film was eigenlijk een tegenvaller. Of misschien ook niet, want met Captain America heb ik nooit veel gehad. Een superheld zonder speciale super-krachten. Een saaie Amerikaanse spierbundel met nul tinten grijs in een heel suf pak die zijn onverwoestbare schild gooit, of zich er achter verschuilt. Hoewel hij iets is gepimpt, komt het daar grotendeels nog wel steeds op neer. Gelukkig zijn daar Natasha Romanoff a.k.a. Black Widow die met haar eigen agenda en supersexy vechttechnieken het hart laat pompen, een nieuwe aardsvijand in de vorm van de duistere Winter Soldier, een interessante kijk op hoe de wereld veiliger kan worden en wat je daarvoor over hebt en een hele hoop spannende actiescènes. Dit alles geeft de film enige inhoud en meer dan voldoende vaart.

Kortom, een flinke stap in de goede richting voor de wat kleurloze superheld die toch echt dat oude pakje niet meer van stal moet halen.

Agents Of S.H.I.E.L.D

Agents Of S.H.I.E.L.D

(1e seizoen, 15 afleveringen, 45 min, IMDb 7,2)

Agent Phil Coulson maakte zijn filmische entree in Iron Man, stond zijn mannetje in Iron Man 2 en Thor en blies zijn laatste adem uit in The Avengers. Dat van die laatste adem vonden veel mensen erg jammer, want hij was een geliefd bijfiguur. Daar valt wel wat uit te slepen, moeten ze bij Marvel gedacht hebben en een serie met hem als hoofdpersoon en ‘agent of S.H.I.E.L.D’ was geboren.

Hoe leuk Coulson ook als bijfiguur in de films was, de serie komt toch een beetje als een slap en simplistisch aftreksel van de superheldenfilms over en de link met de mannen in elastische pakjes is er vooral eentje door het laten vallen van namen (als Tony Stark en de Tesseract). Ondanks wat futuristische gadgets doet de serie denken aan The A-Team (uit de jaren ’80), met Coulson als Hannibal en zijn gekozen kompanen (van wetenschapper tot super-agent) als zijn team. Aan de andere kant moet je het misschien ook niet vergelijken. Het gaat namelijk niet zo zeer om helden met superkrachten, maar om geheim agenten met pistolen. Dus zien we een hoop schieten en vuistgevechten. Toch helpen de platte karakters het geheel niet echt en mis ik ook een interessante verhaallijn.

Het is me iets te simpele hap-snap om dit te blijven volgen en ik ben dan ook afgehaakt. Daar konden zelfs een paar seconden Samuel L. Jackson als opperbaas Nick Fury niets aan veranderen.

Thor: The Dark World

Thor - The Dark World

De man met de hamer is terug. Na problemen met de Tesseract in de eerste film krijgen we nu te horen dat er een immense oerkracht genaamd Aether aanleiding is om voor een donkere elf uit zijn vierduizendjarenslaap te geraken, aangezien eenmaal in die tijd de planeten zo in lijn staan, dat je er in combinatie met de Aether voor kan zorgen dat eeuwige duisternis terug zal keren. Er zijn mensen voor minder het gevang in gegaan. Kortom, het wordt weer een strijd tussen goed en kwaad en Loki die zich in dat heerlijke grijze gebied daartussen beweegt.

Het verhaal van ‘lik mijn vestje’ staat echter niet in de weg om gewoon lekker te genieten van dit superhelden verhaal dat zich weer afspeelt in verschillende werelden, waarbij ook weer de nodige humor om de hoek komt kijken, die de juiste toon heeft en een mooie balans vormt met de stoere mannen strijd die wordt gestreden. De cultuurclash als Thor op aarde rondloopt kent ook nu weer enkele leuke vondsten, zoals wanneer hij in een auto, of in de metro stapt, of als hij zijn hamer aan de kapstok hangt. Daarnaast zijn er komische noten van ‘gekke professor’ Erik Selvig, liefje Jane Foster en haar stagiaire Darcy Lewis en ook Loki weet hem af en toe goed te raken. Maar ik had het ook over de stoere mannen strijd. Waar in Man Of Steel Superman en Zod elkaar, maar vooral ook het publiek murw beuken met eindeloze destructie, wordt dit in Thor beter geproportioneerd. Er kleven echter ook nadelen aan de strijd. Er worden namelijk twee trucjes toegepast. Allereerst is daar de mogelijkheid dat mensen (door projectie) er niet echt zijn, of anders uitzien dan in werkelijkheid. Daarnaast is er de vondst van een machine die een soort ‘loopholes’ tussen werelden kan maken. Beide trucs worden veelvuldig ingezet en maken wel erg veel mogelijk en dus ook veel aanneembaar. Een wat gemakkelijke optie in een verder vooral leuke actiefilm.

Kick-Ass 2

Kick-Ass 2

De film zit er vol mee: zelfbevlekking. Laat ik dat ook doen en uitgaan van wat ik over Kick-Ass schreef op 17 april 2010.

“In de maak is dan ook nog ‘American Jesus’, een alweer verrekte goed idee van een normaal jongetje dat denkt, c.q. er achter komt dat hij de reïncarnatie van Jezus Christus is. Het eerste deel van de comic is al uit en ik zit nog altijd in spanning te wachten op het vervolg.”

Een voorbeeld van de zelfbevlekking is dat er in de kamer van Kick-Ass / Dave Lizewski een poster hangt van American Jesus, een comic van Mark Miller (schrijver van de comic Kick-Ass), wat een trilogie had moeten worden (als comic) en een film. De spanning van het wachten op de comic is omgeslagen in apathie (wachten kan ook te lang duren) en de film is er ook nog niet. Volgens een bericht van een jaar geleden zouden de comic en de film gelijktijdig (zie ook Kick-Ass) moeten uitkomen in 2013/2014. Ik heb zo’n vermoeden dat ie voorlopig nog blijft steken in ‘development hell’.

“De grote kracht van de film, het verhaal, is dat het alle clichés op zijn kop zet. Je weet daardoor nooit wat je kunt verwachten, welke kant het uit zal gaan.”

De grote zwakte van Kick-Ass 2 is dat alle clichés die op zijn kop waren gezet door zijn getuimeld naar de normale stand waarin je precies kunt verwachten welke kan het uit zal gaan. Er is weinig vernieuwends te ontdekken in dit vervolg.

“En de vloekende vechtmachine? Het meisje? Het meisje is Hit Girl. Een jaar of 10 oud. Ze neemt geen blad voor de mond en kijkt niet op een lijk meer of minder. Hit Girl is dé hit van de film. Hit Girl ROCKS!”

Hit Girl is ondertussen onderweg naar volwassenheid, wat alles een stuk minder ‘edgy’ maakt. Ze schopt ook in deel twee weer als beste kont, maar de makers zijn wat haar betreft flink afgeweken van de comic. In een comic kun je altijd dezelfde leeftijd blijven. Chloë Grace Moretz wordt met de dag ouder. Het hele verhaal met de populaire meisjes op school is nieuw, een gevolg daarvan en wat mij betreft het saaiste deel van de film. Er is verder meer nadruk gelegd op de komische kant van het verhaal, wat zich bijvoorbeeld uit in een grappigere outfit voor ‘The Motherfucker’, een lollig einde en minder heftig geweld, in tegenstelling tot de nihilistische aanpak in de comic, waar kinderen worden afgeschoten, de kolonel eindigt met de kop van zijn dierbare herder om zijn eigen hoofd en Hit Girl wordt afgevoerd door de politie.

Is er nog iets positiefs te melden dan? Als je het nergens mee vergelijkt is het een onderhoudende film waar je genoeg lol aan kunt beleven. Maar ik ben bang dat ik me er weinig van zal herinneren over twee jaar, voornamelijk omdat er een deel één bestaat die iets nieuws had te bieden. Wat dat betreft is de comic niet veel anders. Ik wist niets meer van het verhaal en moest die tweede serie er bij pakken om na te gaan wat de verschillen zijn met de film.

Chloë Grace Moretz mag zich als outcast in de pubertijd onder druk van de populaire meisjes nogmaals uiten in de remake van Carrie binnenkort. Hoewel het beter past bij haar leeftijd houd ik mijn hart vast. Ik vrees een gematigde aanpak. Ik zie de ster nog niet zo snel naakt en maandelijks bloedend onder de douche vandaan komen, om maar eens de beginscène van de Brian De Palma klassieker aan te halen.

Comic-Con Episode IV: A Fan’s Hope

Comic-Con Episode IV - A Fan's Hope

Morgan Spurlock werd bekend door zijn geslaagde documentaire Supersize Me, waarin hij een maand lang bij McDonalds gaat eten, elke keer positief moet antwoorden op de vraag of hij zijn maaltijd ‘supersized’ wil hebben en zich gedurende deze periode laat checken door artsen om te zien wat het effect is van het ‘junkfood’ op zijn lichaam. Na o.a. het interessante The Greatest Movie Ever Sold (geheel gefinancierd door sponsors) richtte hij zijn aandacht op het fenomeen van de bezoekers van de grootste stripboekenbeurs in de wereld, de San Diego Comic-Con.

Deze stripbeurs begon ooit in 1970 met het idee om de amateur(fan) in contact te brengen met de professional(artiest). Men hoopte op een bezoeker of vijfhonderd… De film is opgenomen in 2010 en de beurs is uitgegroeid tot de grootste in zijn soort met 125.000 bezoekers die gedurende vier dagen rondstruinen in een wereld waar fantasie nog geen limiet kent. Het gaat Spurlock om die bezoekers te leren kennen en dat doet hij door wat archetypen te nemen en die te volgen vanaf hun voorbereiding tot en met de laatste dag van de beurs. Zo heb je ‘the collector’, die een dag van tevoren in de rij gaat staan om er zeker van te zijn dat hij een gelimiteerde action figure van Galactus kan scoren. Dan zijn er twee mannen die in hun vrije tijd zelf tekenen, de droom nastreven om bij een uitgever aan de slag te kunnen en hun werk op de beurs (op speciaal daarvoor bedoelde bijeenkomsten) laten zien aan specialisten. We volgen ‘the survivor’ Chuck Rozanski, eigenaar van het (bij insiders) bekende Mile High Comics, die zijn hoofd boven water probeert te houden met de verkoop van zijn comics, maar ziet dat het steeds minder gaat om comic als wel games en films en de bijbehorende grote commerciële belangen*. We zien een dame die met haar vrienden het hele jaar in haar garage werkt aan kostuums zodat ze er uit zien als hun favoriete spelcomputer personage en een optreden kunnen geven. En dan is er ook nog een verliefd stel waarvan de man zijn vriendin ten huwelijk wil vragen tijdens de talkshow van Kevin Smith. Daarnaast zien we een hoop bekende koppen uit het wereldje (Josh Wedon, Kevin Smith, Eli Roth, Tim Bradstreet, Robert Kirkman, Todd McFarlane, Frank Miller, Guillermo Del Toro, Joe Quesada, Stan Lee, Grant Morrison) die allemaal bekennen zelf ook fanboys te zijn en hun idolen te hebben.

De documentaire is op zich niet zo bijster interessant. Voor mensen die deze wereld niet kennen is het een leuk kijkje in de gekte, maar er zit weinig verdieping in. Voor de fan is het andere koek. Het is één grote gesneden koek die heerlijk verorbert kan worden! Want daar gaat het tenslotte om: herkenning en erkenning. Zoals een jongen zegt die verkleed is als één van zijn helden: “Even though I’m not famous, I get to be aknowledged”. Fanboys zullen smullen van de parade van Princess Leia’s in hun ‘metal bikini’, een traantje wegpinken als het ‘ja-woord’ wordt gegeven bij Kevin Smith en instemmend knikken als een enthousiaste bezoeker het moeilijk vindt om keuzes te maken: “there’s too much awesomeness simultaneously”.

Zelf ben ik al enkele jaren gestopt met het serieus verzamelen van comics. Maar er wordt mij in deze documentaire een spiegel voorgehouden als een man zegt dat hij al tien jaar niet meer verzamelt, maar nog elk jaar naar de San Diego Comic-Con gaat omdat hij zich daar thuis voelt. Ik herken dat. Het is een gevoel dat je niet kwijt raakt. Het is een wereld die in je hart zit.

 

*In Amerika zijn comics big business. Om een voorbeeld te geven, Chuck Rozanski biedt Red Raven #1 uit 1940 van Marvel aan op de beurs. De comic is officieel gewaardeerd door CGC (Comics Guaranty Company) die deze issue een 9,1 heeft gegeven. De verkoopwaarde staat op $ 500.000. De eerste issue van Action Comics waarin Superman zijn debuut maakt is vorig jaar verkocht voor dik 2 miljoen dollar (waar een leuk verhaal aan vast zit). En de business er omheen is dus nog veel groter, zoals bij de lancering van een nieuwe superheldenfilm of een nieuwe game voor de Xbox of PS3.

The Wolverine

Wolverine, The

Kleine Japanse meisjes die reetschoppen in Amerikaanse films: heerlijk! Ik noem een paar dwarsstraten.

Miho uit Sin City.

Miho

Gogo Yubari uit Kill Bill Vol. 1.

Gogo Yubari

En nu is daar Yukio uit The Wolverine.

Yukio

Maar dat is niet het enige Japanse tintje aan deze tweede film over de man met de klauwen, want vrijwel de hele film speelt zich af in Japan, waar Logan naar toe wordt gebracht om een laatste eer te bewijzen aan een man die hij ooit van dood heeft gered. Een levensgevaarlijke mutant, een mooie kleindochter, gerommel in de familie en de Yakuza die zich er in mengt. Genoeg ingrediënten voor Logan om te doen wat hij niet kan laten (opkomen voor mooie vrouwen en gerechtigheid laten zegevieren), wat dan wordt bemoeilijkt als de gevaarlijke mutant er voor zorgt dat hij niet meer zo gemakkelijk heelt als voorheen. De kwestie van onsterfelijkheid speelt een rol en Logan mag blij zijn dat hij Yukio als side-kick(ass) heeft. Het draait allemaal om macht en geld en de situatie zorgt er voor dat het teruggetrokken bestaan dat Logan leefde van de baan wordt geveegd omdat hij uiteindelijk zijn ware aard niet kan ontkennen. Hij is immers The Wolverine!

Het Japanse tintje doet de film zeker geen kwaad, er is genoeg actie gecombineerd met rustigere stukken, waarbij het jammer is dat het vraagstuk van (on)sterfelijkheid het beestmens niet méér aanzet tot nadenken over deze kwestie. Het verlies van krachten overkomt hem, hij vecht er tegen en doet wat een Wham t-shirt in de jaren ’80 hem adviseert: ‘choose life’!

In het superheldenuniversum stijgt deze film echter niet boven de middelmaat uit. Dat komt voornamelijk omdat Logan/The Wolverine toch vrij simpel in elkaar steekt. Op zich geen probleem, maar de (redelijk hersenloze) knokpartijen zijn niet bijzonder memorabel. Dan begin je contemplatie en bezinning te missen, waarbij een dieper soort van dreiging een rol kan gaan spelen. Daarom is de wisselwerking ook zo leuk tussen Wolverine en andere mutanten in de X-men films. Gelukkig krijgen we een kleine sneak peak aan het einde van deze film, waarin Logan oog in oog komt met Professor Xavier en Eric Lensherr (Magneto). De spanning die je daar voelt is meteen van een geheel andere, diepere orde. Op naar X-Men: Days Of Future Past!

Man Of Steel

Man Of Steel

Hoe maak je een film over de sterkste, onverslaanbaarste superheld ooit interessant? Door hem een achtergrondverhaal te geven, een persoonlijkheid en een tegenstander met vergelijkbare krachten, moet regisseur Zack Snyder gedacht hebben. Drie goede punten, waarvan er zeker twee hun waarde in de film bewijzen.

Man Of Steel begint met het achtergrondverhaal, op de thuisplaneet van de held die dan nog geboren moet worden. Vader Jor-El en moeder Lara Lor-Van krijgen op natuurlijke wijze een kindje. Een wijze die al decennia lang is verboden, omdat kinderen worden gekweekt met een specifieke taak, die ze vervolgens hun hele leven uitvoeren. In het kind zien de ouders de enige hoop voor de planeet Krypton, wier bronnen jarenlang intensief zijn gebruikt waardoor de planeet is gedoemd tot de ondergang. Tegenstander van het regime is generaal Zod, die de macht wil grijpen en op zijn manier de toekomst van de planeet veilig wil stellen. De baby wordt de ruimte in geschoten en komt terecht op aarde, waar hij wordt gevonden door een stel dat hem opvoed.

Persoonlijkheid dan. De baby is Kal-El, maar weet niet beter dan dat hij Clark Kent is en over bijzondere krachten beschikt. Normen en waarden worden hem bijgebracht door zijn liefhebbende ouders die hem pas later vertellen hoe de vork in de steel zit, waarna hij zich niet alleen een outcast voelt, maar een weeskind van een andere planeet. Hoe het voelt om eigenlijk nergens thuis te horen weet Henry Cavill redelijk goed weer te geven. Door zijn opvoeding en natuurlijke gevoel van rechtvaardigheid weet hij lange tijd problemen te ontlopen (hoewel dit nog een zeer groot offer van hem zal vragen) en zijn identiteit geheim te houden.

Tot de tegenstander met vergelijkbare krachten ten tonele verschijnt en Clark Kent dwingt zich kenbaar te maken om de mensheid te sparen, wat hem uiteindelijk tot Superman bombardeert, die het in een knallende finale uitvecht met Zod en consorten. Niet zozeer de tegenstander is een minpuntje, als wel de eindeloze gevechten waarbij de twee door van alles (wolkenkrabbers) en nog wat (asfalt) beuken, zonder dat hier een soort van grens aan wordt gesteld. Ze kunnen immers bijna alles. Dus het special effects team heeft overuren gedraaid om de gevechten in perfectie te kunnen tonen, wat zeker is gelukt, maar waarvan je na verloop van tijd een beetje murw van bent gebeukt. Dat neemt niet weg dat naast die drie pijlers waarop de film is gebouwd, het contrast tussen Krypton en Aarde goed werkt en de almachtige kracht van Zod en zijn kompanen in de vorm van hun Terravorming van de planeet aarde huiveringwekkend over komt.

Waar Marvel de laatste jaren vrij goed scoort met hun superhelden op het witte doek, wist DC pas echt een vinger in de pap te krijgen met Christopher Nolan’s Batman reeks. Het is dan ook niet zo gek dat deze man als producer van Man Of Steel is aangewezen, wat overigens niets weg neemt van de klus die Zack Snyder dit keer zeer aardig heeft geklaard.

The Dark Knight Rises

Als ik naar één blockbuster film heb uitgekeken deze zomer is het wel deze. Als ik na afloop aan mijn zoon vraag hoe hij het vond, zegt hij bedachtzaam: ‘wel leuk’. Ik ben het grondig met hem eens…

De trailer die we zien van Gangster Squad lijkt opeens heel misplaatst, in het licht van de tragische gebeurtenissen enkele dagen geleden bij de nachtelijke première van de nieuwe Batman film in Denver, waarbij een gek maar liefst 70 mensen neerschoot, waarvan er 12 zijn overleden. In de trailer schieten een viertal gangsters in een bioscoop hun machinegeweren leeg op het publiek. Als ik op het internet kijk voor informatie omtrent de gebeurtenis stuit ik op het nieuws dat de scène uit die film zal worden gehaald en er een nieuwe scène geschoten zal worden. Het doet denken aan de trailer voor de eerste Spider-Man film van Sam Raimi. Dat was een zeer geslaagd mini-filmpje waarin Spidey een web spant tussen de Twin Towers om boeven te vangen. De trailer was van vlak vóór 9/11 en werd daarna direct uit de roulatie gehaald.

Terug naar de film zelf. The Dark Knight Rises duurt maar liefst 164 minuten. Het is niet de lengte van de film die me aan het denken zet, maar de inhoud die me niet genoeg boeit. Met ‘aan het denken zetten’ bedoel ik dat ik tijd heb om me te verwonderen over zaken, waar ik helemaal niet mee bezig zou moeten zijn. Dat ik me erger aan gebeurtenissen, waar ik me niet mee bezig zou houden als de film me had ingepakt. Dat ik let op dingen, waar ik normaal niet op zou letten, omdat ik in de film zou zitten.

Het ‘verhaal’ doet er niet zo veel toe. Dit keer is er een slechterik genaamd Bane en een niet zo slechterik met een klein hartje genaamd Selina Kyle (a.k.a. Catwoman) die Batman dwars zitten. Opvallend is de politiek getinte inslag (‘power to the people’) onder valse voorwendsels (want daar gaat het Bane natuurlijk helemaal niet om). In het vorige deel, The Dark Knight, waren het twee elementen die de film naar een hoger plan tilden en de aandacht volledig opeisten: het feit dat de Joker alleen maar uit was op chaos, waardoor er geen regels meer waren en alles mogelijk was. Een angstaanjagende krankzinnigheid die briljant werd ingevuld door Heath Ledger, het tweede element. We zijn nu weer terug bij de oude spelregels, van stoere mannen (en vrouwen) in pakken, die vooral heel erg willen laten zien hoe sterk en/of slim ze zijn. We zijn weer terug bij ingenieuze plannen, oude wonden die maar niet helen en wraakgevoelens die alles overheersen. Op zich niets mis mee, maar de manier waarop het wordt uitgewerkt is naar mijns inziens onder de maat. De hoge lat die Christopher Nolan zelf heeft gelegd wordt helaas niet gehaald.

De openingsscène is één van de weinige scènes die redelijk inventief en daardoor memorabel is te noemen. Zijn memorabele scènes niet de peilers van een goede actiefilm? De trailer geeft een ander hoogtepunt al weg, namelijk die van het football stadion. Maar waarom houdt die speler de bal vast als hij moet rennen voor zijn leven? Het is iets dat me op gaat vallen, omdat de scène eigenlijk uit gaat als een nachtkaars (de trailer laat het hoogtepunt zien) en de speler die het na lang rennen dus net haalt emotieloos achterom kijkt. Hoe ongeloofwaardig is het dat Bruce Wayne al zeven jaar met krukken loopt door een blessure aan zijn been, terwijl hij later binnen een maand volledig hersteld nadat hij finaal in elkaar is getrapt. Het zijn dingen waar ik niet op moet letten. Maar het is aan de film om mij daarvan af te houden. Mij in te doen zien dat ik er zoveel voor terug krijg dat ik daar niet om maal. Iets dat in The Dark Knight wel degelijk lukte, hoewel daar vast ook veel van dit soort onzin in zit. Ik ga nog even verder. Waarom gaan de boeven rondrijden met een bom? Om het zichzelf moeilijker te maken om dat ding te verdedigen en het de tegenpartij makkelijk te maken om het ding te stoppen? Het is verre van logisch en zo interessant is de vondst ook niet. Was het dat maar, dan was die onlogica nog te vergeven. Wat ook in de weg zit, is het masker van Bane (laat ik het verder niet eens over zijn stem hebben). Het gebrek aan gezichtsuitdrukking is tot daar aan toe, maar ook zijn mond is niet te zien en dat blijkt toch een zeer belangrijk element in het overbrengen van emotie. Iets waar Willem Dafoe met zijn statische Green Goblin masker ook al onder te lijden had. Misschien is Darth Vader wat dat betreft de grote uitzondering. Verder is het even voorspelbaar als irritant dat Batman het opeens niet meer alleen aan kan, zodra er ‘collega’s zijn die hem uit de brand kunnen helpen. Een laatste doorn in het oog doet me denken aan een opmerking van mijn zoon, terwijl we The Water Margin aan het kijken waren. Als held Lin Chung aan het vechten is, wachten de vijanden even rustig af als hij iets tegen een medestrijder moet zeggen. Als hij is uitgepraat, wordt hij weer aangevallen. Ze vallen ook nooit allemaal tegelijk aan, waardoor ze het nooit van hem zullen winnen. Voor zo’n serie uit 1973 is het charmant. In The Dark Knight Rises komt een soortgelijke scène voor (in een gebouw onder de grond) waarbij de overmacht nooit als zodanig wordt ingezet. Storend.

Het lijkt wel een klaagzang. Dat is het in zekere zin ook. Omdat de film voort borduurt op dingen die we al kennen en daar niet veel aan toe voegt. Omdat ik meer had verwacht. Omdat ‘wel leuk’ allang niet meer voldoende is. Zeker niet voor Christopher Nolan. Zeker niet na The Dark Knight en Inception.