Stitches

Stitches

Een asociale clown treedt op bij vervelende kinderen waarbij de leukste truc is dat hij door het lot (dat je overduidelijk al eerder in close-up met de verkeerde kant naar boven in een open gelaten vaatwasser uit zag steken) om het leven komt. De jarige is dan ook nog eens getuige van een clowneske ritueel op het kerkhof dat hèm voor altijd tekent en de dode clown weer tot leven moet wekken. Dat laatste gebeurt dan met enige vertraging, als de kleine jongen een wat grotere jongen is geworden en na jaren zonder feestje toch wordt overgehaald om een denderende party te geven in zijn eigen huis. Ja, dat huis waar die clown zoveel jaar geleden zo onfortuinlijk aan zijn eind kwam wordt het toneel van wraak, uitgevoerd door de herrezen versie, die grappig en goor probeert te zijn, maar in het eerste geval faalt en het tweede geval slechts twee memorabele momenten weet te creëren.

Deze film werd vertoont in de ‘Night Of Terror’ van het Imagine Film Festival in april van dit jaar en scoorde daar hoge ogen. De film paste niet in mijn programma (slechts één reguliere vertoning) en het toen links laten liggen had ik nu ook weer moeten doen. Humor en horror is een zeer moeilijke combinatie, die voor mij hier ook weer niet werkt. Het oh zo simpele gegeven van een gek die op een feestje iedereen afslacht is daarbij ook niet meer dan dat. Geen verrassingen, interessante plots of ontwikkelde karakters. Het wachten is dan dus alleen nog op de slachtingen die dus op twee na ook niet echt memorabel of leuk zijn. Het cijfer 8,08 dat de film op het festival kreeg staat dan ook in schril contrast met de 5,6 die op IMDb wordt toegekend. Poepflauw werd ik van Stitches en een voldoende kan ik het zeker niet geven.

The Hangover Part III

Hangover III, The

13 juni 2009, The Hangover: “Dit is gewoon één van de meest komische films die ik ooit heb gezien. Ik heb pijn in mijn kaken van het lachen.”

29 mei 2011, The Hangover Part II: “Minder pijn in mijn kaken dan de vorige keer, maar een avond top amusement niettemin. Het schijnt dat er sprake is van een derde, afsluitend deel, dat het dan toch over een andere boeg gaat gooien. Zullen we zeggen, over twee jaar weer in zaal 11 van Pathé de Munt?”

1 juni 2013. Het werd niet de Munt maar Tuschinski. Wel weer bijna precies 2 jaar later en weer met mijn zelfde vrienden. En ja, de makers hebben het over een andere boeg gegooid, en nee, dat is geen slimme keuze geweest. Dit is een film geworden waaruit bijna alle over the top gekte is verdwenen. Waarin onze vrienden voor een karretje worden gespannen in een verhaal waar Chow de hoofdrol lijkt te spelen. En Chow is serieus. Serieus! Vol goede moed en nog meer hoop slepen we ons door de film heen in afwachting van wat ons onbedaarlijk aan het lachen moet maken. Het worden slechts sporadische prikken van naalden in een hooiberg van slappe strootjes. Weg is de magie, verdwenen de overtreffende trap, verloren de sprankeling. Zelfs de titel van de film is zijn betekenis kwijt geraakt…

…of wacht. Als de mensen alweer druk hun mobieltjes aan het checken zijn en zich naar de uitgang spoedden omdat de aftiteling is begonnen wacht ons nog een verrassing. Van een minuut of wat. Waarin alle gekte zit gepropt die we hebben moeten ontberen de afgelopen anderhalf uur. Zo bekend en zo heerlijk hilarisch. Zo had de film gewoon moeten beginnen. Kan mij het schelen dat het voor de derde keer voort zou borduren op wat we al kennen. Daar kom ik namelijk voor!

Weet je wat? We gaan doen of dit deel niet heeft bestaan. Dat het einde inderdaad het begin is van een nieuw deel dat ze alsnog gaan maken. Al was het maar om toe te geven dat ze fout zaten. Dan zit ik over twee jaar weer klaar, in welke zaal dan ook. Klaar om vermaakt te worden volgens de absurde regels van het spel dat ze zelf hebben bedacht en zonder daar ook maar iets van af te wijken!

The Sapphires

Sapphires, The

De Cummeragunja Songbirds noemen de meisjes zich. En zingen kunnen ze. Al vanaf hun prille jeugd laten ze hun stemmen samensmelten voor de mensen van hun dorp, ergens op het platteland van Australië. De Aboriginal meisjes hebben een droom en doen mee aan een plaatselijke talentenjacht waar racisme nog hoogtij viert, ze natuurlijk niet winnen, maar wel worden opgemerkt door Dave Lovelace (prachtige rol van Chris O’Dowd), die zich aan ze verbindt als manager als het jongste zusje het buitengewone idee heeft om te gaan zingen voor de soldaten in Vietnam. Dan moeten ze wel wat anders gaan zingen dan de ‘shite’ die ze nu zingen, aldus soulman Dave. “Country & Western is about loss. Soul music is also about loss. But the difference is in Country & Western music they’ve lost, they’ve given up and they’re just at home whining about it. In soul music, they’re struggling to get it back and they haven’t given up. So every note that passes through your lips should have the tone of a woman who’s grasping and fighting and desperate to retrieve what is taken from her”. Een mooi betoog en het succesvolle begin van een krankzinnige reis vol nieuwe ervaringen, emoties en moeilijkheden die de band onder de naam The Sapphires meemaakt.

Het verhaal is losjes gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het is een feelgood film, waarin de voorspoed om van te genieten is en de tegenspoed nooit van lange duur is of een te zware domper voor het verhaal zal zijn. Het is wat dat betreft best knap dat er zo luchtig over de gruwelen van de oorlog in Vietnam wordt heengestapt – terwijl ze sporadisch wel in beeld komen (doden in de straat, bombardementen, zwaar gewonden) – zonder dat dit tegen de film gaat werken. Dat is geheel te danken aan de fantastische dynamiek tussen de personages. Zowel tussen de meiden onderling als tussen hen en hun manager, waarin droge humor een grote troef is. Zoals wanneer Cynthia een taxi probeert aan te houden, die gewoon door rijdt. “What’s his problem”? “It’s because we’re black, stupid” antwoordt haar oudste zus Gail. “No”, zegt Cynthia, “it’s because you’re ugly. Taxi’s always stop for me”. Of tussen Gail en Dave, wanneer deze laatste haar kwaliteiten als leadzangeres onder de loep neemt bijt ze hem toe: “My name is Gail, I sing lead, Julie and the girls sing backup”. “How do you feel about not singing lead?”, vraagt Dave voorzichtig, waarop ze snedig antwoordt: “How do you feel getting knocked out by a woman”!

De film zit vol van dit soort mooie dialogen waardoor het weinig verrassende en goed te voorspellen verhaal genoeg sjeu krijgt om er toch een zeer aangename filmervaring van te maken.

Spring Breakers

Spring Breakers

Na Stoker heb ik Spring Breakers op mijn programma staan. Er zit iets van 20 minuten tussen de films en ze spelen allebei in City. Dus ik loop uit de zaal naar beneden, haal mijn bestelde kaartje uit de automaat en ga zitten aan een tafeltje, met een bakje nootjes er op met een lepeltje er in. Even wachten. Ik staar wat naar mijn kaartje en zie dat er geen rij en stoelnummer op staat. Dat is vreemd. Ik loop naar een medewerkster van Pathé en laat het kaartje zien. “Die film draait hier niet”, zegt ze, “die draait in de Munt”. Omdat het kaartje in een andere bioscoop wordt uitgedraaid dan de bioscoop waar de film draait staat het er niet op (mocht er ooit een zaalwissel komen hoor ik later, wat dus nooit gebeurd). Dus moet ik snel naar de Munt lopen, aan iemand vragen of ze willen zien welke rij en stoel het nu precies is en naar boven rennen om tijdens de al gedoofde lichten mijn plek in te nemen.

“Spring break (also known as March break, spring vacation, Mid-Term Break, study week, reading week, reading period, or Easter holidays in the United States and some parts of Canada) is a recess in early spring at universities and schools in various countries around the world.”

Maar van ‘reading’ is vaak geen sprake en vele duizenden jongeren zien het als een excuus om er op uit te gaan en te feesten.

“Panama City Beach, Florida became the spring break mecca in the early 1990s after Ft. Lauderdale and Daytona Beach enacted restrictive measures in order to discourage college students from visiting during spring break. The tiny city remains the most popular spring break destination in the country, due to its relative proximity to many Southern colleges, driving distances and permissive behavior toward spring breakers. The locals in Panama City Beach welcome over 500,000 Spring Breakers every year, and Spring Break is a major factor in the city’s economy.”

En dan krijg je zon, zee, drank, drugs en seks. “I don’t care, I love it”. Het is die instelling vol zorgeloze en onbezonnen pret waarmee Harmony Korine zijn film begint. Een grote geile videoclip. Of toch niet? De clip blijft bewust steeds hangen, als een grammofoonplaat met een tik. De tik die de zeepbel van de ontsnapping naar een ideaal dat als zodanig wordt gepresenteerd op irritante wijze doorprikt. De ontsnapping uit de grijze, maar veilige wereld van eeuwige herhaling wordt een trip naar een fluoriserende leegte die net zo eindeloos repetitief is, maar een hoge prijs kan inhouden. Het lijkt de ultieme gangsta clip te worden voor diegenen die Tony Montana als held zien en hun leven imiteren naar de kunst. Maar net zo goed ook weer niet, want het doorprikken gebeurt op meerdere fronten en niets gaat volgens de verwachting, van wie dan ook. En het kijkend publiek, dat bestaat uit jongeren die constant praten, mobieltjes checken en popcorn happen, begrijpt niets van die hikken die ze op de kop blijven hameren terwijl ze net als de vier meisjes uit de film alleen maar wilden genieten van (het kijken naar) zon, zee, drank, drugs en seks. Want zo simpel zou het moeten zijn. Toch?

“Wat een kutfilm” hoor ik een jongen tegen zijn vrienden zeggen als ze de bioscoop verlaten. “Harmony Korine! Nooit van gehoord zeker?” zegt mijn innerlijke stem. Dan is het toch dat irritante rotjoch dat het laatst lacht en waarschijnlijk zijn (financieel) best scorende film tot nu toe heeft gemaakt, door al die toegestroomde mensen met verkeerde verwachtingen.

(ps. Quotes van Wikipedia)

Hellbenders (Verrassingsfilm)

Hellbenders

De verrassingsfilm. Elk jaar probeer ik het weer en meestal is het een teleurstelling. Maar je weet het nooit. Ook dit jaar gaan er weer geruchten over welke film het zal zijn. In de gangen gaat het gerucht dat het om een stripverfilming zal gaan. Dan zou Iron Man 3 de meest voor de hand liggende zijn, want die gaat 24 april in première en kent zelfs een voorpremière op 22 april. Maar het festival heeft meestal niet zulke grote titels en de aanvangstijd van de volgende film zou dan niet haalbaar zijn (Iron Man 3 duurt meer dan 2 uur). Andere opties? Kick-Ass 2  en The Wolverine  zijn nog niet uit.

Als we de zaal inlopen krijgen we een 3D bril uitgereikt. Zou het dan toch?

Het is wishful thinking. Het licht gaat uit en we zien weer een opgenomen video van regisseur J.T. Petty dit keer met zijn baby op schoot die aankondigt dat we zijn nieuwe film Hellbenders gaan zien.

Hellbenders gaat over The Augustine Interfaith Order of Hellbound Saints, een groep priesters die er alles aan doet om zoveel mogelijk zonden te begaan, zodat als ze een exorcisme moeten doen, ze de demon in zichzelf kunnen lokken om vervolgens zelfmoord te plegen, zodat de demon is overwonnen. “Who’s damnation ready?”, vraagt de hoofdpriester. “I’m five for seven” antwoordt er een, waarmee hij bedoelt dat hij vijf van de zeven hoofdzonden heeft afgevinkt. We zien de groep heel veel vloeken, waterpijp roken, bezeten mensen afrossen en vooral praten over de zondige zaken die ze hebben gedaan of willen doen. Grappig hoor, kerels (en een vrouw) in priestergewaad die dat soort dingen doen. NOT! Het heeft er niet eens zo veel mee te maken of dit mijn soort humor is denk ik, het is gewoon slecht en onleuk gedaan.

Er lopen twee zaken door elkaar, met een ‘demon on the loose’ en vertegenwoordigers van de Katholieke kerk die de groep uit het ambt wil zetten. Voor het grootste deel kijk je naar oninteressante figuren die eindeloos leuteren over wat er allemaal moet gebeuren. In het middenstuk zit één episode (over een bezeten jongen), die in een wat serieuzere aanpak nog enigszins te verstouwen is en aan het einde moet zogenaamd de hel op aarde komen, wat ik niet zie gebeuren met een paar kampvuurtjes en banale knokpartijen. En waarom heb ik in hemelsnaam een 3D bril op mijn neus? Alleen voor die slechte CGI-vliegen?

Ik hoop al snel maar één ding tijdens het kijken: GET IT FUCKING OVER WITH!

In de tradities van slechte sneaks tijdens Imagine is dit weer een nieuw dieptepunt. Ik begrijp niet dat de programmeurs na al die tijd nog steeds niets hebben geleerd, wat dit betreft.

Stemoordeel: hopeloos

 

Nog even een overzicht van de sneaks de afgelopen tien jaar, met de IMDb score er achter:

2013 Hellbenders (4,6)

2012 [REC]3 Génesis (5,2)

2011 The Ward (5,5)

2010 Survival Of The Dead (5,0)

2009 Lesbian Vampire Killers (5,2)

2008 P2 (5,8)

2007 The Invisible (6,1)

2006 The Woods (5,7)

2005 Kung Fu Hustle (7,7)

2004 Shaun Of The Dead (8,0)

Overduidelijk een dalende trend met een absoluut dieptepunt dit jaar. Daarnaast is het geen rapport waar je mee over zult gaan…

Mon Ami

Mon Ami

Een korte videoboodschap van regisseur Bob Grant ter introductie van de film laat ons weten dat als je een pretentieuze Franse artfilm verwacht, je beter de zaal kunt verlaten. Voor alle anderen: veel plezier.

Twee vrienden, Teddy en Callum, werken bij dezelfde winkel. Hal’s Hardware, een bouwmarkt waarbij direct de toon wordt gezet als we zien hoe deze winkelbediendes met het begrip ‘customer care’ omgaan en die klanten vervolgens toch het laatste woord hebben in de vorm van een wraakzuchtige daad. Aangezien alle hoop op promotie de grond wordt ingeboord hebben ze een plan bedacht om de knappe dochter van de eigenaar te ontvoeren. Bij het doel er van hebben ze waarschijnlijk niet eens stil gestaan, want vanaf het begin van de film weet je dat dit onnozele duo tot weinig productiefs in staat is, laat staan een ingewikkelde en gevaarlijke klus als deze goed uit weet te voeren. Ik bedoel, een ‘fishpoinker’ als wapen?! De tagline van de poster spreekt wat dat betreft boekdelen. Wat volgt is dan ook een aaneenschakeling van alles wat er maar fout kan gaan dat ook daadwerkelijk fout gaat.

Van de regen in de drup, van kwaad tot erger. Op hilarische wijze weten de twee hoofdpersonen het voor elkaar te krijgen om alles mis te laten gaan, waardoor ze steeds dieper in de problemen komen en de oplossingen steeds gruwelijker worden. Leuke vondsten, grappige vertolkingen, flitsende montage, running gags zoals (pijp roken, eieren bakken, de waterkraan en) het mobieltje van Teddy dat steevast afgaat als ze net iets belangrijks moeten doen en zijn hysterische vriendin aan de lijn hangt die haar vraagtekens zet bij hun ‘fishing trip’. De ongelooflijke domheid van de hoofdpersonen, die gewoon in hun eigen winkel gaan shoppen voor zware gereedschappen om de smerige klus te klaren…

Een geslaagde komedie die de lach aan zijn broek heeft hangen. Geen diepere lagen of betekenissen, maar dat is niet nodig als je zo goed wordt vermaakt.

Stemoordeel: goed

Warm Bodies

Warm Bodies

Het festival doet goede zaken, denk ik zo, met alweer een uitverkochte zaal. De grootste zaal ook nog eens. Misschien ook niet zo gek, want hier draait de première van Warm Bodies waarvoor Imagine een heuse ster heeft weten te strikken, namelijk Nicholas Hoult, bekend van films als About A Boy, A Single Man en X-Men: First Class en de hoofdrolspeler van de film vanavond. Het publiek is ook wat jonger dan normaal, veel jonge meiden die er op hun paasbest uitzien met rokjes en gestifte lippen vragen zenuwachtig of ze straks op de foto mogen met de ster. De ster die wel al is aangekomen, horen we van de festival directeur, maar eerst wat gaat eten en na de film vragen komt beantwoorden.

Warm Bodies begint zeer sterk. Nicholas Hoult speelt een zombie, die rond schuifelt op een vliegveld tussen andere zombies. Hij kan zijn naam niet herinneren, behalve dat die begon met een ‘R’. Wat? Een denkende zombie die een interne monoloog heeft die we als voice-over horen? Inderdaad. R kan denken, voelen. Hij heeft een geweten, weet dat het slecht is dat hij mensen moet opeten om te overleven, ergert zich aan zijn toestand. “God, we move slow”, vertrouwt hij ons toe, als hij met wat anderen op weg gaat naar het centrum waar de levenden zich hebben verschanst achter hoge muren. Een klein groepje van de overlevenden is op zoek naar medicijnen als ze de bende zombies tegen het ondode lijf loopt. Net als R zijn tanden in iemand wil zetten ziet hij een prachtig meisje en wordt hij op slag verliefd. Het is het begin van een vreemdsoortige relatie, die van grote invloed gaat zijn.

Natuurlijk is dit het antwoord op Twilight en de actrice die het meisje speelt (Teresa Palmer) doet zelfs sterk denken aan Kristen Stewart in haar manier van acteren, hoe ze over komt*. Door het menselijk maken van het monster, in dit geval een zelfbewuste zombie, kunnen we met hem meevoelen en krijgen we sympathie. Ook al eet hij hersens. Maar waar in de vampierfilm het eindeloze wachten, smachten en zwaarmoedig kijken de dienst uit maakte, is de toon hier duidelijk anders. Grappig. Echt grappig. Ik heb een aantal keer flink gelachen. Door de reeds beschreven situatie waarin de zombie verkeert, door de af en toe hilarische muziekkeuze, die R’s gevoelens onderstrepen, door hem ‘R’ en haar Julie te noemen en ze een balkonscène te geven… Net als Twilight  is dit gewoon een romantische film tegen een achtergrond van – in dit geval – een zombie Apocalyps. En daar is niets mis mee, want erg leuk en positief uitgevoerd. Als ik een tagline voor deze film zou moeten verzinnen: “The most uplifting zombie movie ever”.

Na de film komt Nicholas Hoult inderdaad de zaal binnen en hij beantwoordt de vragen van Chris Oosterom en het publiek uitvoerig en gevat. Dat zijn auditie bij regisseur Jonathan Levine thuis bestond uit een uurtje zombie spelen waarna hij de rol kreeg. In voorbereiding op de rol heeft hij met hem ook veel zombiefilms gekeken, zoals Zombieland, 28 Days Later, Night Of The Living Dead, Shaun Of The Dead, eigenlijk alles met ‘Of The Dead’ in de titel om inspiratie op te doen. Maar ook een film als Edward Scissorhands. Andere manier van voorbereiding was de zogenaamde ‘Zombie Traning School’. Een opleiding gegeven door een medewerker van het Cirque du Soleil, die je comfortabel moest maken met je lijf en de manier waarop ja als zombie moet bewegen. De grootste stap is om je er over heen te etten hoe stom je er uit moet zien als je zo loopt en gromt. Ze hebben verder enorm gelachen tijdens de opnames. John Malkovich is heel goed in het nadoen van YouTube filmpjes. Nicholas heeft veel respect voor hem, de ervaring die de man heeft, de manier waarop hij sommige scènes net even anders wist in te vullen. Een grote bron van humor was Rob Corddry (zombievriend ‘M’), die hier en daar hilarisch wist te improviseren, zoals de beste oneliner uit de film: “Bitches, man”.

Nicholas krijgt aan het eind van de Q&A nog een kreukelstadkaart van Amsterdam uitgereikt, aangezien hij morgen de stad gaat verkennen (verkrijgbaar in de shop bij Eye!) en een typische wollen muts tegen de kou en regen. De toeristenzombie. Dat doet me dan weer denken aan de eerste zombiewalk in Amsterdam uit 2007 met de verdwaalde toerist…

Zombie Walk 03

Stemoordeel: goed

*Uiterlijk heeft Teresa Plamer veel weg van Amber Heard, de actrice die zich in de kijker speelde in de film All The Boys Love Many Lane, geregisseerd door, jaja, Jonathan Levine.

Among Friends

Among Friends

Een moordmysterie. Het was één van de mindere uitjes die mijn vroegere werkgever had verzonnen. In het gezelschap van collega’s loopt er eentje rond die een moord heeft begaan. Wie, met welk wapen, op welke plek, etcetera, daar moest je dan achter komen door iedereen te ondervragen. Levend Cluedo. Ik had daar niet veel zin in en vond het maar een suffe bedoening.

Zo suf als toen is Among Friends zeker niet, maar of je van een geslaagd feestje kunt spreken?

Prom night 1984! Het thema van de avond. Een aantal goede vrienden komt geheel in stijl samen op een feestje waar Bernadette een ‘who dunnit’ heeft georganiseerd. Volgens opgave zoeken ze in paren door het huis naar aanwijzingen die al snel zijn gevonden, waarna ze aan tafel verder spelen. Dan blijkt dat er is geknoeid met de cocktails en neemt iemand de regie over in een geheel ander spel dat je schuld en boete zou kunnen noemen. Er komen zaken aan het licht over iedere aanwezige die vervolgens bloedig gestraft wordt voor zijn of haar daden, waarbij schaar, hamer en mes nuttige werktuigen blijken.

De film is eigenlijk net zo banaal als de groep vrienden. Het doet je dus geen reet wie schuld heeft en wie er boete krijgt. Daarnaast is iedereen schuldig aan dezelfde zonde, wat het er nu ook niet direct interessanter op maakt. Als de martelingen zelf dan ook nog eens weinig schokkend zijn wordt de anderhalf uur wel erg saai.

Een gemiste kans, want het idee dat vriendschap kan veranderen als er geheimen boven tafel komen is interessant. Jammer dat het zo kortzichtig, slecht onderbouwd en eentonig is ingevuld.

John Dies At The End

John Dies At The End

“I’ll take your brain to another dimension, play close attention” (The Prodigy)

De verwarrende gekte van het korte intro grijpt je direct bij de lurven waarbij de bekende drie letters in je hoofd opdoemen: WTF!?

Deze uitroep blijft voorlopig in je hoofd zitten, want voor je het weet heb je een deurknop gezien die in een penis verandert en kruipt de vleesvoorraad uit een vriezer om een monster te vormen. Het is alsof je een trip vol bizarre waanbeelden ervaart. Vraag is of deze gekte je aanspreekt. Het is lange tijd zeer onduidelijk of de film een punt gaat maken, of dat het een aaneenschakeling blijft van vreemde scènes met veel creepy crawlers en andere dimensies. Het idee is om je niet druk te maken over dit soort vragen en de film over je heen te laten komen. Want de vreemde scènes zijn fantasievol en gedenkwaardig. Net als de ideeën, waar de film rijk aan is. Zoals dat de andere dimensie al om ons heen aanwezig is, maar dat het een kwestie van er op afstemmen is om hem te kunnen zien. Zoals de uitzending van een radiostation die om ons heen door de ether gaat.

“I suppose you’re wondering why I’m here” zegt hoofdpersoon David Wong (tevens de echte naam van de scriptschrijver!) ergens in het midden van de film. Een politieagent antwoordt hem: “Same as everybody. Trying to figure out what in the name of Elvis is going on. Everybody except me. I don’t even wanna know anymore”. Het zou kunnen zijn dat je als kijker de moed ook al op hebt gegeven. Toch wordt geduld nog beloond en is er meer verhaal dan je op grond van de fantasievolle gekte zou verwachten. Het verhaal gaat over een drug die sojasaus wordt genoemd en fatale gevolgen kan hebben voor de één, of zeer geestverruimende voor de ander. Maar zelfs daar zit meer achter. En nu weet je nog niets. Dat wil ik zo houden. Ga de film gewoon beleven. Met de hallucinogene insecten uit Naked Lunch en een telefoongesprek met degene die voor je staat (zonder telefoon) uit Lost Highway als invloeden is de film gelukkig niet zo saai als die eerste, noch onbegrijpelijk als de tweede. Komisch eerder, en in ieder geval een aparte en onderhoudende zit.

Ghost Graduation (Promoción Fantasma)

Ghost Graduation

Wat als de vijf studenten uit The Breakfast Club aan het einde van de film gezamenlijk door een ongeval in de school om het leven waren gekomen? Ze waren vast verder gegaan met rondspoken op die school, alleen nu als geesten. Dit is eigenlijk het uitgangspunt van de Spaanse film Promoción Fantasma. Het koppelt de spookversie van The Breakfast Club vervolgens  aan The Sixth Sense via leraar Modesto, die al sinds zijn jeugd kan beweren: “I see dead people”. De leraar in kwestie is dan ook heel blij als het hoofd van de – door onverklaarbare verschijnselen geplaagde – school gelooft dat hij overledenen kan zien, waardoor Modesto niet langer denkt dat hij gek is en aan de gang kan gaan om de vijf studenten te verlossen van hun bestaan tussen twee werelden en de school zodoende spookvrij kan maken. Maar dat blijkt niet zo gemakkelijk als gedacht.

Een leuke, komische film met een hart vol eerbetoon. Naast de twee eerder genoemde films kun je daar ook Ghost nog aan toevoegen, wanneer er een liefde opborrelt tussen iemand van deze en gene zijde. Het verschil tussen het wel of niet zien van de geesten is erg goed gedaan. Als er een boek door de lucht vliegt is dat angstaanjagend. Als je ziet dat iemand met dat boek rondrent en het flink laat klapperen om angst aan te jagen is dat hilarisch. Spookverschijnselen zijn misschien dus niet eng bedoelt en soms zelfs lief en mooi. Ook de manieren waarop de overleden studenten af en toe een lichaam overnemen is uitermate grappig gedaan. De nadruk ligt dus op komedie en dat pakt goed uit. Het is vooral een luchtige en vriendelijke film. Alleen Manuela van de administratie valt op zeer grappige wijze een beetje uit de toon, als ze haar eigen visie in praktijk brengt om de school te zuiveren. De scène had geschreven kunnen zijn door Álex de la Iglesia!