Une Vie Meilleure

Vie Meilleure, Une

Yann (Guillaume Canet) is een kok die onder zijn niveau werkt op een school omdat er nergens anders een goede baan te vinden is. De zoveelste afwijzing krijgt hij in het restaurant waar Nadia (Leïla Bekhti) als serveerster werkt. Ze vallen voor elkaar, krijgen een relatie en vormen een gezinnetje waar Nadia’s zoontje ook deel van uit maakt. Bij toeval stuiten ze op een leegstaand gebouw waardoor hun dromen over een eigen restaurant vlucht krijgen. Met veel moeite krijgen ze de deal rond en begint niet alleen de verbouwing, maar ook een lange lijst van tegenvallers die hun relatie danig onder druk zet.

Wat een mooie film. Het is overtuigend in beeld gebracht hoe de zeer aannemelijke tegenvallers hun effect hebben op Yann, Nadia en zoontje Slimane, die zowel als individuen alsook onderling veranderen door de omstandigheden. Je leeft enorm mee met Yann, die zijn ideaal niet waar lijkt te kunnen maken, terwijl duidelijk wordt dat het een totaal plausibele droom is die hij heeft. Van opgeven kan dus geen sprake zijn, maar tot welke prijs? Er volgen nog andere desillusies die het bestaan van de drie nog veel meer op de proef stellen, terwijl je ze zó het geluk gunt.

Une Vie Meilleure laat het leven niet op poëtische, maar op menselijke wijze zien, waarbij mensen fouten maken, lelijk doen, verantwoordelijkheid nemen of ontduiken, hoop behouden, door zetten,  falen. Met drie prachtige rollen om alles gestalte te geven.

Je zou dit kunnen zien als een soort ‘light’ versie van het werk van de gebroeders Dardenne , omdat in hun films er meestal weinig sporen van hoop en dromen te vinden zijn en de grauwe ellende er meestal hardere slagen uitdeelt. De tegenslag in Une Vie Meilleure is er niet zozeer minder om, maar er zit een algemeen gevoel van goedheid en liefde in het trio verankerd, dat het ondraaglijke dragelijk maakt. In ieder geval voor de kijker dan.

The Loneliest Planet

Loneliest Planet, The

Nica (Hani Furstenberg) en Alex (Gael Garcia Bernal) trekken rond met hun rugzak door het Kaukasus gebergte. Het mooie, speelse, lieve, verliefde stel neemt een gids in de hand om ze door de bergen te loodsen. Ze lopen veel door het niet al te interessante landschap, praten zo nu en dan, leggen een kampvuurtje aan en slapen in hun tentjes. Als er onderweg iets ergs gebeurt, slaat de stemming om als een blad aan de boom.

Hani en Gael spelen de rollen zeer naturel en geloofwaardig. De gids is op zijn manier uiterst vermakelijk. Maar de film is echt veel te langdradig. Aan het eind heb je echt het idee dat je de eindeloze wandelroutes zelf hebt gelopen, en daar had je toch echt geen zin in. Regisseur Julia Loktev wil voornamelijk een stemming overbrengen en dat lukt uitstekend. Maar er zijn eigenlijk maar twee stemmingen te tellen, eentje vóór en eentje na de gebeurtenis. Dan hou je toch wat weinig over, behalve de ellenlange overzichtsscènes, waarin we de drie in de verre verte links het beeld in zien lopen en vijf minuten later rechts het beeld weer uit, of omgekeerd. Daarbij komt het vervelende voorval op zichzelf ook nog wat ongeloofwaardig over en denk je vervolgens: communiceer toch met elkaar!! Misschien zit daarin de crux: het communiceren tussen Nica en Alex gaat voornamelijk fysiek, woordeloos. Als je verliefd bent kun je eindeloos van elkaar genieten zonder dat er woorden nodig zijn, maar als het tegen zit is het toch wel handig om iets uit te praten, wat dus niet gebeurt. Beide situaties bieden de kijker te weinig om bijna twee uur lang de aandacht vast te kunnen houden.

One Day

One Day

Ik zie deze film (geheel toevallig op 14 juli) eigenlijk één dag te vroeg, want One Day laat vanaf de universitaire diploma uitreiking van Emma (Anne Hathaway) en Dexter (Jim Sturgess) op 15 juli 1998 elke keer deze dag uit het leven zien, maar dan een jaar later. Een leuk gegeven dat me besloot deze film te gaan kijken.

De twee belanden na de uitreiking bij elkaar in bed, maar door hun karakters – onhandige en onzekere Emma versus de iets te veel met zichzelf begane Dexter – gebeurt er verder niets. Er is wel degelijk aantrekkingskracht, maar ze besluiten dat het vriendschap moet zijn. Niets mis mee…

Door de jaren heen zien we waar ze op 15 juli dan mee bezig zijn, hoe ze in hun leven staan, wat ze hebben bereikt en vooral, hoe ze in verhouding tot elkaar staan. Hoe leuk dit gegeven ook is, aan de invulling er van schort het, want nergens wordt je het verhaal ingetrokken. Je mist spitsvondige dialogen, situaties die er toe doen. Het is het wat suffige, dagelijkse leven waarin zelfs de vriendschap niet echt goed tot uiting komt, omdat de twee grotendeels langs elkaar heen leven. Beiden maken ook niet zo veel van hun leven, alsof er iets ontbreekt. Als kijker denk je ondertussen: wordt verdorie een stel en maak er wat moois van! Of dat gaat gebeuren laat ik in het midden, maar naar het einde toe gebeurt er na lange tijd eindelijk iets onverwachts, wat echter ook niet de impact heeft die het zou moeten hebben, maar waardoor je als kijker nog meer dan voorheen met een leeg gevoel achter blijft. Een gevoel dat niet leeg had moeten zijn, maar vol van welke andere emotie dan ook. De instrumenten waren aanwezig, maar de juiste toon werd niet gevonden.

World War Z

World War Z

De aankondiging dat er een zombiefilm aan ging komen met Brad Pitt en een ongelooflijk budget was op zich geen verkeerde. Het stug verlopen filmproces en de trailer die vooral veel digitale klimzombies liet zien deed mijn vertrouwen al heel wat slinken. Toch maar proberen, want een doorgewinterde zombievreter laat zo’n dis niet liggen.

World War Z is eigenlijk gewoon een Hollywood rampenfilm, met megabudget, waarbij het aan de ene kant heel erg groot (wereldwijd, steden, militairen, CIA, UN) en de andere kant heel erg klein (één man en zijn familie) is gehouden, zodat we aan die ene kant overdondert worden door de grootsheid van de ramp en aan die andere kant worden geraakt door de herkenbare intieme sfeer van het individu. Dat de ramp dit keer bestaat uit zombies is een leuke bijkomstigheid.

Die ramp breekt uit door een aan hondsdolheid gelinkt virus, dat binnen tien seconden van de ene op de andere mens kan overslaan door een beet. De wereldbevolking neemt dan ook in razendsnel tempo af en alle hoop is gevestigd op een geleerde die naar de ontstaansplek moet gaan om de oorsprong van het virus vast te stellen en een remedie te verzinnen. Ex Verenigde Naties specialist Gerry Lane (Brad Pitt) wordt opgetrommeld om de geleerde te vergezellen, maar je begrijpt dat al gauw het lot van de wereld op zijn schouders komt te rusten. En dan komt ook de veiligheid van zijn familie nog in gevaar…

Alsof we naar een alternatieve James Bond film kijken worden we meegesleept van de ene locatie naar de andere, waarbij Gerry maar al te menselijk blijkt door zijn feilbaarheid, de hoeveelheid actie de lange speelduur geheel doet vergeten en er ook van ‘live action’ zombies valt te genieten. Voor een Hollywood blockbuster zitten er wat opvallende dingetjes in verstopt, zoals het feit dat de ‘held’ zonder blikken of blozen mensen opoffert om te overleven (c.q. zichzelf als mogelijke redder van de mensheid een meerwaarde geeft) of het feit dat Joodse religieuze gezangen de ondergang van het betreffende volk in kan luiden, om maar eens wat te noemen. Frappant, op zijn zachtst gezegd. Er hangen ook wat losse eindjes aan de film. Zo zullen we nooit weten waar en waarom het virus is ontstaan (voer voor deel 2?), mag God weten waarom de militairen de zombies ‘zekes’ noemen  en vraag je je af waarom de incubatietijd van het virus zo drastisch is verkort in de periode tussen het eerste en de huidige slachtoffers. Je hebt er echter nauwelijks de tijd voor om bij stil te staan, want snelheid, actie en spanning houden je nagenoeg continue bezig. Voeg daarbij een aardige vondst om de rampspoed te keren waardoor World War Z dan toch nog boven verwachting weet te presteren.

Kapringen

Kapringen

Op een groot Deens vrachtschip op weg naar Bombay maken we kennis met Mikkel (Pilou Asbaek, bekend van R en Borgen), de scheepskok, die zijn vrouw en dochter laat weten dat hij iets later thuis komt omdat hij een nieuwe kok in moet werken. Aan de andere zijde van de wereld maken we kennis met Peter (Søren Malling, bekend van The Killing en Borgen), de directeur van Orion Seaways, die een zeer strakke onderhandeling voert met Japanners.

Dan komt het bericht binnen dat het vrachtschip van Orion Seaways is gekaapt door Somalische piraten. Er wordt een specialist in de arm genomen die Peter adviseert een objectieve onderhandelaar aan te stellen om niet emotioneel betrokken te raken, maar Peter wil het zelf doen. Op de boot zit ook een onderhandelaar, de enige die Engels spreekt. De eis is 15 miljoen. Het eerste tegenbod 250.000. Het is het begin van keiharde en eindeloze onderhandelingen, een soort psychologische oorlogsvoering waarbij de piraten in proberen te spelen op de emoties van het Deense thuisfront en de directeur dit af probeert te houden. Het is een levensgevaarlijk spel met idiote regels.

Op het schip wordt ingezoemd op drie man, waaronder de kok. Hun omstandigheden zijn erbarmelijk. Opgesloten in een klein vertrek, plassen in flessen, poepen in emmers, geen frisse buitenlucht, weinig voedsel en vooral heel veel onbegrip over waarom alles zo lang moet duren (namelijk maanden!) en er niet gewoon wordt betaald.

De film blijft heen en weer gaan tussen de boot en het hoofdkantoor. Omdat de film focust op de zakelijke onderhandelingen, komen er vragen in me op waarom de piraten de druk niet sneller opvoeren door met geweld te dreigen, c.q. dit toe te passen. Ook zie je bijvoorbeeld niets van hoe ze aan voedsel en brandstof komen, terwijl ze rond blijven varen op zee en duurt het lang voordat duidelijk is wat er met de overige vier bemanningsleden is gebeurd. De keuze voor deze nauwe blik werkt wat afstandelijk, bevreemdend. De korte stukjes die we zien van wat Mikkel moet ondergaan tijdens zijn gevangenschap is natuurlijk verschrikkelijk. Maar dit komt eerder verstandelijk beredeneerd over, dan dat het echt emotioneel binnen komt.

Het is daardoor een ‘plot driven’ film geworden, waarbij de karakters niet de aandacht en uitdieping krijgen die ze hadden verdiend, waardoor je minder geraakt wordt dan je misschien verwachtte. De sobere benadering van het onderwerp lijkt nu haast een demonstratiefilm van hoe je als bedrijf moet marchanderen met piraten.   

The Iceman

Iceman, The

Het op ware gebeurtenissen gebaseerde verhaal van deze film is er eentje die tot de verbeelding spreekt. Een huurmoordenaar die meer dan honderd mensen heeft omgelegd. De meeste in opdracht van een of andere gangster. Maar als je op zijn tenen stond kon je ook maar beter een enkeltje Oezbekistan boeken. Deze ijskoude killer (die later met een handlanger lichamen op ijs bewaarde om het tijdstip van overlijden te maskeren) leidde een dubbelleven. Thuis was hij een toegewijd familieman, zijn vrouw en kinderen waren de enigen die echt telden voor hem en zij wisten niets van zijn gruwelijke beroep.

Michael Shannon is de ideale acteur om deze tweespaltige persoonlijkheid te vertolken. Dat doet hij met verve. Net als het weerzien fijn is met wat oude vertrouwde gezichten, zoals Ray Liotta en Winona Ryder. Opvallend is de rol van Chris Evans, die zich – bijna onherkenbaar – van een geheel andere kant laat zien.

Een spannend gegeven en een handjevol goede acteurs. En toch wil het niet zinderen in deze vertelling. Dat heeft te maken met het feit dat de meeste kaarten al direct op tafel liggen en er verder weinig ontwikkeling is in de karakters of het verhaal. De ijskoude killer is daarbij zo ijskoud, dat zelfs als het mis gaat, hij daar nauwelijks van onder de indruk lijkt te zijn. Het vergroot de afstand tot de kijker. Een beter inzicht in de geschiedenis waardoor de man zo is geworden had die afstand nog kunnen verkleinen, maar daar wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Het einde van de film, de manier waarop hij gepakt wordt, komt enorm uit de lucht vallen, waardoor je wat dit betreft met wat vraagtekens blijft zitten.

Al met al te veel haken en ogen die een veel betere film in de weg zitten.

 

PS: Dit is alweer mijn 800ste post. Op naar de 1000!

Before Midnight

Before Midnight

Het is 27 juni 1996 en voor ons ligt een boek waar we iets in kunnen schrijven. Dat doen we, om te zeggen dat we er van genoten hebben en diep onder de indruk zijn en met een groot gevoel van melancholie huiswaarts keren. Aanleiding van deze reactie is de film die we net gezien hebben in Desmet op de Plantage Middenlaan in Amsterdam. De film, Before Sunrise, gaat over Jesse (Ethan Hawke) en Celine (Julie Delpy) die elkaar in de trein ontmoeten en besluiten hun afzonderlijke reizen te onderbreken en samen uit te stappen in Wenen, waar ze een hele dag met elkaar doorbrengen, elkaar leren kennen en langzaam aan verliefd worden. Door omstandigheden blijft het bij die ene dag.

Zo’n negen jaar later zien we het vervolg, Before Sunset, dat zich ook daadwerkelijk negen jaar later in de tijd afspeelt. Jesse is getrouwd, heeft een zoontje en is in Parijs voor de promotie van zijn boek, dat gaat over die ontmoeting negen jaar geleden. Celine zoekt hem op en dit keer banjeren ze door Parijs, elkaar herontdekkend, filosoferend over hoe het er voor staat in hun leven, wat er mis is gegaan en dat ze nog altijd veel voor elkaar voelen. De angst dat deze film minder zou zijn was gelukkig ongegrond, want ondertussen zijn Jesse en Celine in een andere fase van hun leven beland, die net zo interessant is.

Nu is er dan een derde deel in deze reeks, Before Midnight, weer een jaar of negen verder, waarin Jessie en Celine getrouwd zijn, een snoezige tweeling (meisjes) hebben en hun vakantie doorbrengen in Griekenland op uitnodiging van een schrijver die zijn fantastische huis openstelt voor vrienden om van gedachten te wisselen.

Na een rit en discussie in de auto, waar we ons in no time weer vertrouwd voelen met het stel, volgt een episode in het huis van de oude schrijver, waar ook nog twee andere stellen zijn, waaronder een jong paartje, dat mooi laat zien hoe de prille liefde uit de eerste film in deze tijd toch heel anders werkt. Contact houd je immers via Skype. “Modern romance”, merkt Celine op. Op het prachtige landgoed en aan tafel is het genieten van alle mensen, hun ideeën, verhalen, grappen en interactie. Jessie en Celine hebben een hotelovernachting aangeboden gekregen, zodat ze deze laatste avond echt even helemaal voor zichzelf hebben, zonder de kinderen. Er volgt een lange wandeling naar het hotel, waarin de twee gedachten uitwisselen en er zich van bewust zijn dat ze dit niet meer zo vaak doen, omdat ze er de tijd niet voor hebben. Ze zijn ouder, minder onbevangen, voorzichtiger geworden, door de grotere verantwoordelijkheid die ze dragen. Maar het is vooral de bagage van de tijd die zwaar kan wegen als je ouder wordt, waarvan de consequenties van genomen beslissingen jaren kunnen blijven broeien. In het hotel komen de frustraties dan toch naar boven.

Bij verliefdheid (Before Sunrise) zit er nog niets in de weg en is alles alleen maar mooi. Als je een tweede kans (Before Sunset) krijgt grijp je die aan, met de idylle van wat het zoveel  jaar geleden was en nu weer kan zijn in gedachten. Na bijna tien jaar huwelijk en de veertig gepasseerd hou je van elkaar zoals je bent, met alle voors en tegens. Die tegens kunnen echter de kop op (blijven) steken bij irritaties en ruzies. Oude koeien kunnen nog steeds van invloed zijn op het dagelijks leven en de opgekropte frustraties er over kunnen vinniger naar buiten komen dan de bedoeling is. Zoals ook bij Jessie en Celine blijkt, waar ook veel herkenbare Mars versus Venus zaken naar voren komen.

Met een script geschreven door Hawke, Delpy en regisseur Linklater wordt het allemaal uiterst geloofwaardig, realistisch en intelligent verwerkt in deze film, de derde episode in het leven van een stel dat ik volledig in mijn hart heb gesloten. Wederom kijken we anderhalf uur lang naar pratende hoofden en verveelt het geen moment. Het weerzien van Jesse en Celine is als het weerzien van twee hele fijne vrienden, waarbij de verstreken tijd geen rol speelt en je je volledig in kunt leven in hun situatie, die meermaals als spiegel dient voor jezelf. Maar altijd met de gedachte in het achterhoofd dat dit speciale stel nooit uit elkaar mag gaan, om te dienen als voorbeeld hoe de liefde, ondanks alle ups en downs, alles kan overwinnen.

En nu weer negen jaar wachten…

Only God Forgives

Only God Forgives

Een voorpremière voor de houders van een ‘unlimited card’, waarbij een hapje en drankje in het vooruitzicht wordt gesteld. Dit laatste is een leuke bijkomstigheid, maar het gaat mij om de nieuwe film van Nicolas Winding Refn, waarvoor ik nog even geduld moet hebben, want de zaal 2 van Tuschinski wordt geprepareerd en we kunnen pas tegen negen uur naar boven. Voor de ingang van de zaal staan flesjes drinken en zakken chips (een nieuw te promoten variant) klaar. De zaal is uitverkocht, maar er zijn gaten door mensen die het af hebben laten weten. Voor de film begint komen er nog twee medewerkers van Pathé met wat goodies (shirt, dvd en huurtegoed) die worden verloot onder de aanwezigen. Er zit ook nog een iPad in het vat, maar daar krijgt één van ons persoonlijk bericht van.

Vanaf het begin heb ik de Deense regisseur Refn gevolgd. Van Pusher tot Drive. Eén ding wordt al snel duidelijk: zijn fascinatie voor geweld. Only God Forgives is na het bejubelde Drive eigenlijk de volgende gedurfde stap voor Refn. Ook dit keer speelt Ryan Gosling de hoofdrol. Alleen is er weinig inleving mogelijk bij zijn karakter, wat overigens geldt voor alle hoofrolspelers. Waar in Drive een in wezen goede kerel zich door omstandigheden laat verleiden door verkeerde keuzes en het gebruik van geweld om anderen te helpen (!) hebben we in Only God Forgives te maken met alleen maar slechte figuren, die variëren van verwerpelijk tot abject. Onschuldigen zijn gereduceerd tot voetnoten.

Billy, de broer van Julian (Gosling), wordt vermoord in Bangkok. Moeders ( Kristin Scott Thomas zoals je haar nog nooit hebt gezien!) komt naar Thailand om het lijk mee terug te nemen naar Amerika, maar niet voordat ze haar uiterste best doet de moordenaars op te sporen en af te laten maken. Alleen blijkt de zichzelf boven de wet geplaatste politieman die er mee te maken heeft de gemeenste sadist van iedereen. Met de filmtitel in gedachten is er alleen plek voor wraak en komen we in een geweldsspiraal die uiterst stijlvol in beeld wordt gebracht. Doordat je geen sympathie hebt voor wie dan ook, behoudt het geweld al zijn sadistische puurheid en kun je er niet ‘verlekkerd’ naar kijken. Ik vermoed dat dit het doel was van de regisseur. Dat betekent nog niet dat de film geslaagd is, want dat is deze verre van. De karakters hebben hun eigenaardigheden die plausibel kunnen zijn, maar (onbedoeld?) lachwekkend over komen. Zoals de karaoke optredens van de politieman en de af en toe ridicule uitspraken van de moeder. Daarbij kent Refn in zijn gestileerde werkelijkheid eigenlijk weinig diepgang, terwijl het tegendeel wordt gesuggereerd. Iets waar ook de – soort van – mysterieuze visioenen van Julian onder lijden. Veel tijd in de film wordt besteed aan cool en emotieloos kijken (door Gosling) echter zonder dat je onderhuids veel voelt broeien. Nog iets dat over de gehele linie de kop op steekt: de afwezigheid van emotie. De coolheid vlakt alles uit, zowel bij seks als geweld. Ook opvallend is dat bewegingen uiterst langzaam worden uitgevoerd, waarbij  spanningsopbouw met saaiheid wordt verward. En dan zijn er nog scènes die vast hun betekenis hebben, maar moeilijk te plaatsen zijn.

Gedurende de film verlaten zo’n man of 25 de zaal voortijdig. Dat zegt ook wel iets. Op het eerste gevoel vind ik dit een intrigerend maar mislukt experiment. Ik krijg de film niet zo snel uit mijn hoofd en een film die tot nadenken stemt heeft sowieso een streepje voor. Interviews met Refn die ik heb gelezen en gezien zijn weinig verhelderend. Ook daar krijg ik trouwens de indruk dat hij diepzinnig over wil komen, maar dat nu niet direct is. Pretentieus? Of mis ik gewoon iets?

Hoe dan ook, zoals Woody Allen in zijn laatste films diverse Europese steden als heerlijke toeristische trekpleister weet neer te zetten, zo slaagt Refn er in Bangkok op het lijstje van steden te zetten waar je nog niet dood gevonden wilt worden. Ha!

The Sapphires

Sapphires, The

De Cummeragunja Songbirds noemen de meisjes zich. En zingen kunnen ze. Al vanaf hun prille jeugd laten ze hun stemmen samensmelten voor de mensen van hun dorp, ergens op het platteland van Australië. De Aboriginal meisjes hebben een droom en doen mee aan een plaatselijke talentenjacht waar racisme nog hoogtij viert, ze natuurlijk niet winnen, maar wel worden opgemerkt door Dave Lovelace (prachtige rol van Chris O’Dowd), die zich aan ze verbindt als manager als het jongste zusje het buitengewone idee heeft om te gaan zingen voor de soldaten in Vietnam. Dan moeten ze wel wat anders gaan zingen dan de ‘shite’ die ze nu zingen, aldus soulman Dave. “Country & Western is about loss. Soul music is also about loss. But the difference is in Country & Western music they’ve lost, they’ve given up and they’re just at home whining about it. In soul music, they’re struggling to get it back and they haven’t given up. So every note that passes through your lips should have the tone of a woman who’s grasping and fighting and desperate to retrieve what is taken from her”. Een mooi betoog en het succesvolle begin van een krankzinnige reis vol nieuwe ervaringen, emoties en moeilijkheden die de band onder de naam The Sapphires meemaakt.

Het verhaal is losjes gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het is een feelgood film, waarin de voorspoed om van te genieten is en de tegenspoed nooit van lange duur is of een te zware domper voor het verhaal zal zijn. Het is wat dat betreft best knap dat er zo luchtig over de gruwelen van de oorlog in Vietnam wordt heengestapt – terwijl ze sporadisch wel in beeld komen (doden in de straat, bombardementen, zwaar gewonden) – zonder dat dit tegen de film gaat werken. Dat is geheel te danken aan de fantastische dynamiek tussen de personages. Zowel tussen de meiden onderling als tussen hen en hun manager, waarin droge humor een grote troef is. Zoals wanneer Cynthia een taxi probeert aan te houden, die gewoon door rijdt. “What’s his problem”? “It’s because we’re black, stupid” antwoordt haar oudste zus Gail. “No”, zegt Cynthia, “it’s because you’re ugly. Taxi’s always stop for me”. Of tussen Gail en Dave, wanneer deze laatste haar kwaliteiten als leadzangeres onder de loep neemt bijt ze hem toe: “My name is Gail, I sing lead, Julie and the girls sing backup”. “How do you feel about not singing lead?”, vraagt Dave voorzichtig, waarop ze snedig antwoordt: “How do you feel getting knocked out by a woman”!

De film zit vol van dit soort mooie dialogen waardoor het weinig verrassende en goed te voorspellen verhaal genoeg sjeu krijgt om er toch een zeer aangename filmervaring van te maken.

Spring Breakers

Spring Breakers

Na Stoker heb ik Spring Breakers op mijn programma staan. Er zit iets van 20 minuten tussen de films en ze spelen allebei in City. Dus ik loop uit de zaal naar beneden, haal mijn bestelde kaartje uit de automaat en ga zitten aan een tafeltje, met een bakje nootjes er op met een lepeltje er in. Even wachten. Ik staar wat naar mijn kaartje en zie dat er geen rij en stoelnummer op staat. Dat is vreemd. Ik loop naar een medewerkster van Pathé en laat het kaartje zien. “Die film draait hier niet”, zegt ze, “die draait in de Munt”. Omdat het kaartje in een andere bioscoop wordt uitgedraaid dan de bioscoop waar de film draait staat het er niet op (mocht er ooit een zaalwissel komen hoor ik later, wat dus nooit gebeurd). Dus moet ik snel naar de Munt lopen, aan iemand vragen of ze willen zien welke rij en stoel het nu precies is en naar boven rennen om tijdens de al gedoofde lichten mijn plek in te nemen.

“Spring break (also known as March break, spring vacation, Mid-Term Break, study week, reading week, reading period, or Easter holidays in the United States and some parts of Canada) is a recess in early spring at universities and schools in various countries around the world.”

Maar van ‘reading’ is vaak geen sprake en vele duizenden jongeren zien het als een excuus om er op uit te gaan en te feesten.

“Panama City Beach, Florida became the spring break mecca in the early 1990s after Ft. Lauderdale and Daytona Beach enacted restrictive measures in order to discourage college students from visiting during spring break. The tiny city remains the most popular spring break destination in the country, due to its relative proximity to many Southern colleges, driving distances and permissive behavior toward spring breakers. The locals in Panama City Beach welcome over 500,000 Spring Breakers every year, and Spring Break is a major factor in the city’s economy.”

En dan krijg je zon, zee, drank, drugs en seks. “I don’t care, I love it”. Het is die instelling vol zorgeloze en onbezonnen pret waarmee Harmony Korine zijn film begint. Een grote geile videoclip. Of toch niet? De clip blijft bewust steeds hangen, als een grammofoonplaat met een tik. De tik die de zeepbel van de ontsnapping naar een ideaal dat als zodanig wordt gepresenteerd op irritante wijze doorprikt. De ontsnapping uit de grijze, maar veilige wereld van eeuwige herhaling wordt een trip naar een fluoriserende leegte die net zo eindeloos repetitief is, maar een hoge prijs kan inhouden. Het lijkt de ultieme gangsta clip te worden voor diegenen die Tony Montana als held zien en hun leven imiteren naar de kunst. Maar net zo goed ook weer niet, want het doorprikken gebeurt op meerdere fronten en niets gaat volgens de verwachting, van wie dan ook. En het kijkend publiek, dat bestaat uit jongeren die constant praten, mobieltjes checken en popcorn happen, begrijpt niets van die hikken die ze op de kop blijven hameren terwijl ze net als de vier meisjes uit de film alleen maar wilden genieten van (het kijken naar) zon, zee, drank, drugs en seks. Want zo simpel zou het moeten zijn. Toch?

“Wat een kutfilm” hoor ik een jongen tegen zijn vrienden zeggen als ze de bioscoop verlaten. “Harmony Korine! Nooit van gehoord zeker?” zegt mijn innerlijke stem. Dan is het toch dat irritante rotjoch dat het laatst lacht en waarschijnlijk zijn (financieel) best scorende film tot nu toe heeft gemaakt, door al die toegestroomde mensen met verkeerde verwachtingen.

(ps. Quotes van Wikipedia)