Lincoln

Lincoln

Te laat.

Zo’n 18 jaar (of eigenlijk 147 jaar), vanwege het feit dat de staat Mississippi pas deze maand officieel akkoord is gegaan met de afschaffing van de slavernij.

Zo’n tien minuten, als de film nog steeds niet is begonnen en de man naast mij maar eens gaat vragen of ze die willen starten.

Abraham Lincoln was de 16e president van Amerika en tegen de slavernij. Hij wilde het afschaffen via een amendement op de grondwet. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog wist hij er met de Emancipatie Proclamatie voor te zorgen dat alle slaven in de opstandige gebieden (het ‘Zuiden’) vrij werden, waardoor deze zich aan gingen melden voor het leger van het Noorden. Hij probeert vervolgens genoeg stemmen te winnen voor de aanpassing van de grondwet, die hem nog meer vrije zwarten op zouden leveren voor de strijd tegen het Zuiden, waarmee de burgeroorlog snel tot een einde zou komen.

Het verhaal in een notendop. Een verhaal dat mij tijdens de film van Steven Spielberg niet echt duidelijk wordt. En dat terwijl hij er 150 minuten voor heeft uitgetrokken!

Wat me wel duidelijk wordt, is dat (ook) in dit politieke spel het omkopen van tegenstanders er toe heeft geleid dat Lincoln de benodigde meerderheid kreeg voor zijn voorstel. Zijn ideaal is dus mooi, maar de manier waarop dit wordt verwezenlijkt… Je zou plat kunnen zeggen dat de zwarte bevolking vrij is geworden omdat een paar mensen een baantje in het vooruitzicht is gesteld! Meer dan ooit kun je zeggen: het doel heiligt de middelen. Toch besef ik me terdege dat politiek gekonkel niets voor mij is. Het is bijvoorbeeld de hoofdreden van het feit dat ik de goede serie Borgen na drie afleveringen heb laten zitten voor wat het is.

Wat me ook duidelijk wordt, is dat ondanks dat de hele film bestaat uit gortdroge en eindeloze discussies in voor-, hoofd- en achterkamers, saaiheid troef is in deze film, er drie mensen uit de kleine en goed gevulde zaal weglopen en dat Daniel Day-Lewis desondanks een Oscar verdient voor zijn portrettering van de president.

The Impossible

Impossible, The

The Impossible is het verhaal van wat een Spaanse familie is overkomen tijdens de tsunami van 2004. Voor de film is het vertaald naar een Engelse familie.

Deze film geeft inzage in wat er voor, tijdens en na de verschrikkelijke natuurramp is gebeurd. Dit werkt uitstekend door het grootse te vertalen naar het kleine. De ramp te beleven aan de hand van een handvol karakters. De familie, met vader, moeder en drie jonge zoons. Door deze karakters levensecht te maken (met dank aan voortreffelijke acteurs, zoals Naomi Watts, Tom Holland en Ewen McGregor), door emoties te doseren en invoelbaar te maken.

De vijf zijn op vakantie in Thailand als ze worden overspoeld door de enorme vloedgolf. De familie wordt uit elkaar geslagen. De camera blijft bij Maria en haar oudste zoon Lucas. Het gevecht tegen het water. Het gevecht om bij elkaar te komen en blijven. De vloedgolf is angstaanjagend realistisch in beeld gebracht. Maar zeker ook het geluid van het water is huiveringwekkend.  In een griezelfilm draai ik er mijn hoofd niet meer voor om, maar het is een gruwelijk gezicht als Lucas de zware beenwond ziet die Maria heeft. Een lijdensweg volgt. Een veilig onderkomen vinden, de angst dat er nog een golf komt, de gevolgen van de wond, het zoeken naar de rest van de familie, de onzekerheid of ze nog in leven zijn…

Rond de kern van de familie zien we een veel groter plaatje, van de algehele verwoesting, de hulpverlening, misverstanden, (wan)hoop, ongeloof, pijn en veel verdriet. De fysieke pijn van Maria door haar wonden is vreselijk. Hartverscheurend is het als Henry (Ewen McGregor) eindelijk breekt en in tranen uitbarst op een zo herkenbaar moment. En ja, het wordt wat melodramatisch naar het einde toe, waar de muziek het op de spits gedreven lot nog even flink ondersteund. Maar ik zit er niet mee, omdat de rest zo zorgvuldig is gedaan.

Doemdenker als ik ben had ik misschien een zwaarder einde van de film verwacht, ook omdat het verhaal van dit gezin misschien eerder een uitzondering dan een regel is, maar een kniesoor die daar op let. Voor een goede documentaire over de tsunami, kijk hier.

Zero Dark Thirty

Zero Dark Thirty

Getallen. 9/11. 0030. Het begin en het einde van de film. 9/11, oftewel 9 september 2001, de aanslag op het WTC NY. De film begint er mee. Beeld op zwart, alleen audio, van mensen die bellen vanuit de Twin Towers, paniek, angst. 0030, oftewel Zero Dark Thirty, half een ’s nachts, het tijdstip waarop Amerikaanse elitetroepen op 2 mei 2011 het huis binnen vallen waar Osama Bin Laden zich bevindt. De film eindigt er mee. Daartussen zien we de onafgebroken zoektocht naar informatie die uiteindelijk kan leiden naar dat huis.

De zoektocht wordt ondernomen door Maya (Jessica Chastain), net klaar met haar opleiding tot CIA-agent, die zich op ongelooflijke manier vastbijt in haar opdracht. Ze is er getuige van als gevangenen op vreselijke wijze worden gemarteld om aan informatie te komen. Werkt zich door stapels op dvd vastgelegde verhoren heen om links te kunnen leggen, om namen te horen van contactpersonen van Bin Laden. Dit duurt jaren. Daarbij zijn er de prioriteiten van de top van de CIA, die meer bezig is om informatie te krijgen zodat ze volgende aanslagen kunnen voorkomen. Want de terroristische aanslagen gaan gewoon door. Madrid 2004, Londen 2005, Bombay 2008, Islamabad 2008. Toch heeft Maya maar één doel voor ogen en dat is het doden van Bin Laden.

We krijgen op overtuigende manier inzicht in hoe de zoektocht is verlopen. Chronologisch. Zonder oordeel. Maar wel met de harde feiten van de martelingen, terwijl in één scène tijdens een gesprek op kantoor Obama op de achtergrond op de tv de woorden uitspreekt “America doesn’t torture”. Het zoeken naar de naald in de hooiberg. Het eindeloze engelengeduld, maar ook zelfvertrouwen dat Maya heeft. “To big breaks and the little people that make it happen”, proost een college van haar, als er een doorbraak lijkt te komen.

Uiteindelijk komt het moment waarop de beslissing over de inval moet worden genomen, op basis van niet eens zo sterke bewijzen die Maya heeft verzameld. Waar hoge omes hun oordeel samen vatten, in een percentage van waarschijnlijkheid, in plaats van de 100% zekerheid die Maya voelt. “How do you evaluate the risk of not doing something”, is een belangrijke vraag die wordt gesteld.

Na alle mentale inspanning komt de fysieke actie in het laatste half uur. De inval in het zwaar beveiligde huis, waar het doelwit moet zitten. De adrenaline gaat stromen, ook al is bekend hoe het afloopt. Voor Maya echter nog niet. Maar op het moment dat ze te horen krijgt dat het die avond gaat gebeuren geeft regisseur Kathryn Bigelow twee kleine hints die Maya zeggen dat het doel zal worden geraakt en de militairen elkaar zullen beschermen.

Met een lange speelduur van ruim tweeënhalf uur is het knap dat de film, die zich haast als documentaire laat aanzien, geen moment verveelt. Dat is voornamelijk te danken aan het personage Maya en de invulling er van door Jessica Chastain. Ze is een eenling, die ons boeit door haar eindeloos observeren, volhouden en vertrouwen in haar zelf. Het idee dat één iemand het verschil kan maken is inspirerend.

Argo

Gebaseerd op ware gebeurtenissen neemt Argo ons mee naar Iran in 1980. Ter introductie een korte geschiedenisles met de uitkomst dat Ayatollah Khomenie door de revolutie aan de macht zit en de voormalige dictator en door de Amerikanen gesteunde Sjah Reza Pahlavi zijn toevlucht zoekt en vindt in Amerika. Het Iraanse volk wil dat de Sjah wordt uitgeleverd voor berechting, wat Amerika niet toestaat. Vanaf dat moment is geen Amerikaan zijn leven meer zeker in Iran en als er een Amerikaanse ambassade wordt bestormd door revolutionairen, kiezen zes diplomaten het hazenpad en duiken onder in het huis van de Canadese ambassadeur. De vraag is nu, hoe krijgt Amerika zijn diplomaten daar veilig weg?

De CIA broedt op plannen, maar komt niet veel verder dan dat de groep van zes enkele honderden mijlen moet fietsen naar de Turkse grens. Een ‘exfil’ (exfiltration – iemand die mensen weg haalt uit benarde situaties) genaamd Tony Mendez (gespeeld door Ben Affleck, tevens de regisseur van de film) komt met het beste slechte idee: hij zal naar Iran reizen onder het mom dat ze aan een film werken en locaties aan het bekijken zijn. Iedereen zal Canadese paspoorten krijgen, waarna ze met z’n allen terug zullen vliegen, Iran uit.

Het idiote idee krijgt groen licht en Tony begint aan de voorbereidingen, om van het niet bestaande Hollywood project, een geloofwaardig niet bestaand Hollywood project te maken, om daarna de zes diplomaten uit het land te smokkelen.

De film zit fantastisch in elkaar. Vanaf de eerste (geschiedenis) beelden zit je terug in de tijd en maakt een zeer beklemmende sfeer zich van je meester. De angstaanjagende inval door de revolutionairen in de ambassade, het ondergedoken zitten bij de Canadese ambassadeur, de indrukwekkende beelden van de Iraanse vrouwen en kinderen die met eindeloos geduld stapels stroken uit de papierversnipperaar van de Amerikaanse ambassade doorploegen en proberen documenten te herstellen. De race tegen de tijd, want herstelde documenten wijzen op het feit dat er zes mensen ontsnapt zijn uit die ambassade. Maar er is ook wat ‘comic relief’ in de vorm van Hollywood producenten Lester Siegel en John Chambers, die het script van de film Argo met veel poeha tot leven proberen te brengen. De nadruk ligt echter op de missie, die steeds benauwder wordt als Tony Mendez de zes diplomaten om moet toveren tot Canadese filmmakers en een werkelijk zenuwslopende eindsprint zich aandient.

Na Gone Baby Gone en The Town zet Ben Affleck een dik uitroepteken achter zijn verdiensten als regisseur. Zo echt en toch zo bizar is dit verhaal, voortreffelijk verfilmd en vooral nagelbijtend tot het einde, wat zeer knap is, omdat de uitkomst bekend moge zijn.

War Of The Arrows (Choi-jong-byeong-gi Hwal)

Spanning en emotie. Het is direct raak in deze Koreaanse film van Han-min Kim en ik besef me direct wat ik heb gemist in Reign Of Assassins. Dit zijn geen superhelden, maar mensen van vlees en bloed. Hier vloeien echte tranen.

Vader wordt voor de ogen van zijn kinderen gedood. De jongen (Nam-Yi) en zijn kleine zusje (Ja-In) weten te ontkomen en zichzelf en de speciale handboog van vader in veiligheid te stellen. Dertien jaar later. Het is het jaar 1636 en met wat omwegen valt er niet te ontlopen aan het pad dat voor Nam-Yi is voorbestemd als de 2e Manchu invasie in Korea plaats vindt, de Chinezen het land binnen vallen, dood en verderf zaaien en vreedzame Koreanen als gevangenen mee terug nemen. Ja-In is er één van. Vader’s boog en vele pijlen zullen uitkomst moeten brengen.

Met een historische achtergrond is dit een woest verslag van de wreedheden van zelfzuchtige heersers en de moed, opoffering en het doorzettingsvermogen van enkele individuen.

Dit is een ‘action packed’ spektakel om je vingers bij af te likken. Superspannend van begin tot eind. Ik maak er verder geen woorden aan vuil: gaat dat zien!

The King’s Speech

The King's Speech

‘To be or not to be, that is the question’. Het is niet voor niets dat dit stuk uit Hamlet wordt gekozen door spraaktherapeut Lionel Logue (Geoffrey Rush), of moet ik zeggen, door de schrijver van het filmscript David Seidler, als uitdaging voor de hertog van York (Colin Firth) om te bewijzen dat deze wel degelijk kan praten zonder te stotteren. In het stuk van Shakespeare komt de angst voor de dood naar voren, en het overwinnen daar van. In het geval van de hertog, de latere koning George VI, hebben de angsten uit zijn jeugd het fundament gelegd voor zijn spraakgebrek. We volgen zijn weg naar de overwinning er van.

Het duurt even voordat George zich laat overhalen om in therapie te gaan, omdat hij al zoveel kwakzalvers heeft bezocht, zonder resultaat. Lionel weet echter met zijn onorthodoxe methodes eerst de hertogin Elizabeth en later ook de hertog zelf te overtuigen, al was het maar omdat hij de laatste strohalm is om ooit nog van het stotteren af te kunnen komen. Voor een lid van de Koninklijke familie (en later zelfs dus als koning van Engeland) van enorm belang.

Een flinterdun gegeven dat tot in de perfectie wordt uitgevoerd. Zijdelings maken we kennis met de vader van de hertog, koning George V, alsook zijn broer Edward die de vader op moet volgen, maar zich inlaat met een getrouwde vrouw (Wallis Simpson) en uiteindelijk voor haar kiest i.p.v. de troon (mooi verfilmt in de tv serie Edward & Mrs. Simpson) en natuurlijk zijn vrouw Elizabeth. Als vader komt te overlijden, Edward niet langer koning wil zijn en Hitler in Europa op het punt staat zijn grootheidswaanzin vorm te geven, spits het verhaal zich toe op die allesbepalende speech die koning George VI voor het hele volk moet gaan geven. Zou het gaan lukken?

De vraag stellen is hem beantwoorden, zeggen ze dan. Deze film is een ‘crowd pleaser’ eerste klas, maar dat maakt het niet minder indrukwekkend. Dit zit hem voornamelijk in de vertolkingen. Zo is het fijn om te zien dat Helena Bonham Carter weer eens een serieuze en leuke rol heeft en nu eens niet karikaturaal wordt misbruikt door haar man Tim Burton. Timothy Spall zet een aardig lijkende Churchill neer en Derek Jacobi, de man die van stotterend acteren een kunst maakte in de tv serie I Claudius krijgt een mooie ererol als de aartsbisschop. Maar het echte acteervuurwerk komt natuurlijk van Colin Firth en Geoffrey Rush. Dat beide optredens Oscarwaardig zijn blijkt uit het feit dat ze allebei een nominatie op zak hebben. Rush voor ‘supporting role’ en Firth voor ‘leading role’. Na zijn nominatie voor zijn rol in A Single Man vorig jaar is die Oscar Firth zeker wel gegund.

Valhalla Rising

Valhalla Rising

Ruige mannen in ruige oorden.

Hier spreken daden in plaats van woorden.

In de eerste zeven minuten van de film wordt geen woord gesproken, maar de daden van gevangene ‘One Eye’ (een imponerende Mads Mikkelsen) spreken des te meer. In een duel bijt hij letterlijk de strot af van een tegenstander en wurgt hij een ander met de ketting waarmee hij vastgeketend zit. Brute beelden, waarvan er nog meer zullen volgen. Maar dit is geenszins een domme actiefilm. Na de heftige start volgt de reis van de mysterieuze, stomme (kan niet praten) en eenzame krijger die geplaagd wordt door met bloed doordrenkte visioenen uit de nabije toekomst. Hij voegt zich met een jongen bij een groep Viking Christenen op weg naar het Heilige Land. Het is 1000 na Christus.

De reis gaat langzaam, met overpeinzingen, maar vooral met veel stilte en mooie, maar onheilszwangere beelden. Op het experimentele af. Ondersteund door een even spaarzame als minimalistische soundtrack krijgen de indrukwekkende beelden een hypnotiserende werking. Het doel van de Christenen is duidelijk. ‘One Eye’ laat zich meevoeren op hun weg, zonder hetzelfde doel na te streven.

Voor de kijker is de reis het grootste belang. Deze is gedurfd en uiterst fascinerend, hoewel niet voor iedereen weggelegd. Een mystieke tocht naar de hel die doet denken aan een film als ‘Vinyan’. Ook Terrence Malick borrelt in mijn gedachten.

Een uitmuntend stukje cinema dat zich nergens iets van aan trekt.


The Countess

Countess_engl_FINAL.indd

Het Kijkhuis ligt op een paar minuten lopen afstand van Trianon. Een paar minuten door de regen, dat dan weer wel. Het is een heel klein Arthouse, met slechts twee zalen. The Countess draait in de zaal boven, die je via een lange metalen draaitrap kunt bereiken. De zaal is groter dan ik me had voorgesteld en tot mijn verbazing zie ik achterin de zaal een bar! Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt, een bioscoopzaal met een ingebouwde bar. Zou het licht in de bar wel uit gaan als de film begint? Of kun je tijdens de film gewoon vulling voor de inwendige mens blijven halen? Laten we het niet te gek maken.

Het licht in de hele zaal gaat uit en het filmscherm brengt ons in 1500, Hongarije. In het kort komt de geschiedenis voorbij van de familie Bathory, die toenmaals de meest gevreesde, gerespecteerde en machtigste familie was in die contreien. Zelfs de koning had schulden aan deze familie, die zodoende bijna kon doen en laten wat ze wilde. Deze film gaat natuurlijk over de dochter des huizes, Erzsebet (Elisabeth) Bathory, gespeeld door Julie Delpy. Het is het verhaal van deze beruchte seriemoordenares die echt heeft bestaan.

Dit zijn ruige tijden. De Turken vormen een constant gevaar, de man van Erzsebet is ongeveer de enige die hen met zijn troepen tegenstand biedt en is zodoende zeer veel op het slagveld en zeer weinig thuis. Thuis is een groot kasteel, met hoge muren, donkere vertrekken. De mensen dragen prachtige, veelal zwarte gewaden. Kortom, vrolijkheid troef. Als haar man sterft geeft aanverwant en machtige graaf Thurzo (William Hurt) de vrouw des kasteels te weten dat hij met haar wil trouwen om zo een nog machtigere eenheid te vormen. Ze wijst het aanbod af maar valt niet lang daarna als een baksteen voor Thurzo’s zoon (Daniel Bruhl), die dat net zo voor haar doet, maar natuurlijk door zijn vader wordt gedwarsboomd. De liefde voor de veel jongere man doet haar des te meer stil staan bij haar eigen ouderdom. “Time has no respect for beauty” prevelt ze. Door bruut toeval krijgt ze de indruk dat bloed haar huid mooier en jonger kan maken. Gevoed door hartzeer en een onmiskenbaar sadistische inborst laat ze haar bedienden de ene na de andere boerenmeid uit de buurt ontvoeren om dienst te doen als bloeddonor met fatale afloop. The countess of blood baadt zich in hun bloed. Deze duistere praktijken blijven echter niet onopgemerkt, als de gravin zich uiteindelijk te goed gaat doen aan meisjes van betere afkomst.

Dit macabere verhaal, deze levensloop wekt op zich al voldoende interesse. Het is Delpy zelf die naast de hoofdrol ook de teugels van de regie in handen nam. Ook de aankleding, die nu eens niet bloemerig romantisch is, maar bloederig realistisch, maakt deze film sowieso al vrij uniek. Een kostuumfilm met een zwart randje zie je niet zo vaak. Toch zijn er diverse aspecten die er voor zorgen dat de film wel boeit, maar niet tot bloei komt. Zoals de soms banale dialogen: “kissing you is like making love to you”. Daarnaast de europudding accentenbrei, waarin niet alleen Delpy (Frans) en Bruhl (Duits)niet perfect Engels spreken, maar zelfs Hurt zijn moedertaal in de accentmodus zet om niet uit de toon te vallen. Dat gaat toch wat jeuken, zeg maar. De grootste boosdoener is echter het vlakke acteerwerk over de gehele linie. Iedereen speelt eigenlijk op dezelfde ingehouden manier. Maar ook ingehouden acteren kan sprankelen. En dat doet het niet. Als Erzsebet de liefde van haar leven vindt, is dit duidelijker uit haar woorden dan uit haar lichaamstaal. En dat terwijl er helemaal geen woorden voor nodig zouden moeten zijn om dat over te brengen. Passie in het acteerwerk had de film boven het gemiddelde uit kunnen doen steken. Daar blijft het nu helaas in steken. De poging is toch prijzenswaardig.

The Young Victoria

The Young Victoria

Uit Marie-Antoinette (Sofia Coppola 2006) bleek al dat het leven van een prinses niet over rozen gaat. In een prachtige scène werd duidelijk dat je al vanaf het moment van ontwaken in de ochtend diverse hofdames verplicht om je heen hebt staan die je behulpzaam zijn bij het aankleden. De term privacy was niet van toepassing. Dat was de 18e eeuw.

Een kleine eeuw later. Het is 1837. Het jaar dat Victoria als enige troonopvolgster van alle kanten beschermd wordt om die opvolging veilig te stellen. Dus als zij uit haar kamer komt en de trap af wil, mag ze dat alleen aan de hand van een volwassene! Maar dat is misschien nog niet het ergste. Haar vader is al overleden en haar moeder spant samen met diens persoonlijke secretaris John Conroy om er voor te zorgen dat Victoria er mee instemt dat zij (tijdelijk) de macht krijgen als Willem IV sterft voordat Victoria 18 jaar wordt. Victoria blijkt dan al heel duidelijk voor ogen te hebben wat ze wel en niet wil en weigert te tekenen. Als ze nog niet klaar is om koningin te worden dan is dat te wijten aan haar moeder, roept ze. Nog geen maand in haar achttiende levensjaar overlijdt koning Willem IV en wordt de jonge Victoria de nieuwe koningin van Engeland.

Victoria wordt gespeeld door Emily Blunt (en eindelijk eens niet Keira Knightly). Emily heeft prachtige ogen. Sprekende ogen. Ogen die alles tot uitdrukking kunnen brengen. Haar blik viel me al op in de film My Summer Of Love uit 2004. Bevangen door die blik merk ik eigenlijk pas vrij laat dat de film eigenlijk een soort veredelde Sissy lijkt. De focus ligt voornamelijk op haar liefdesrelatie met Albert, die later haar echtgenoot zal worden en de invloed van haar persoonlijke adviseur Lord Melbourne, die zeker in het begin een grote invloed op haar had. Slechts zijdelings komen wat van bijvoorbeeld de sociale problemen onder het volk naar voren en de belangrijke hervormingen die zij samen met haar man heeft bewerkstelligt ten gunste van de arme mensen. Het gaat dus meer om de persoonlijke ontwikkeling en verhoudingen dan wat Victoria als koningin heeft betekend. Misschien niet eens zo slecht besloten, van de filmmakers. Het gaat tenslotte om een meisje dat juist in die beginperiode nog redelijk ongerept haar weg moest vinden. En wie dan allemaal hun invloed willen doen gelden. Een zeer onderhoudend kijkje aan het hof. Maar voor een dieper inzicht in welke betekenis deze langst regerende vorstin heeft gehad moet je hier niet zijn. Misschien komt dat in The Middle Aged Victoria en The Old Victoria nog eens aan bod.

The Duchess

The Duchess

Daar sta je dan, als zeer rijk man rond 1774. William Cavendish, Duke of Devonshire. Het enige dat je verlangt, dat de maatschappij van je verlangt, is een kind, een jongen die de lijn door kan zetten. Dus ga je op zoek naar een leuke vrouw die je daarin kan voorzien. Als haar moeder haar aanprijst met als garantie dat de vrouwen in haar familie nooit een probleem hebben gehad met het voorzien van mannelijk nageslacht, denk je slim te kiezen voor Georgiana Spencer. Dan kom je bedrogen uit wanneer ze alleen meisjes baart en de jongens miskramen zijn. Vind je het gek dat je dan wat ontspanning zoekt bij andere vrouwen? Alle lasten worden in deze tijd immers door de man gedragen. Het enige dat je vrouw kan doen is zich hip kleden en in de juiste kringen de blits maken. En voor de politiek lijkt ze ook alleen maar haar steentje bij te dragen omdat er zo’n leuke kerel in de partij zit. Het moet niet veel gekker worden, als ze hem dan ook nog als geliefde wil. Dieptriest word je er van. Zwaarmoedig ook. Als je dan een andere vrouw in nood kunt helpen met het terugkrijgen van haar kinderen en ze voorziet je ook nog van een zoon, dan is het niet zo vreemd dat ja haar een plek onder je dak geeft.

Daar sta je dan, als redelijk vermogende vrouw rond 1774. Georgiana Spencer. Het enige dat je verlangt, is het vinden van een lieve man en het baren van wat lieve kinderen. Dus als je moeder een vermogend exemplaar voor je regelt ben je best wel blij, want zo gaat dat nu eenmaal in deze tijd. Laat die vlerk je nu alleen maar als broedmachine zien voor zijn nageslacht, mannelijk welteverstaan. Want de drie prachtige lieve dochters die je het leven schenkt gunt hij nauwelijks een blik waardig. Vind je het gek dat je dan wat liefde zoekt bij een andere man? Je mag als vrouw in deze tijd toch al niets zelfstandig doen of ondernemen. Alle lusten lijken weggelegd voor het andere geslacht. De enige manier om je uit te drukken is via je kleding, dus dat doe je dan zo goed mogelijk. En op vooruitstrevende wijze probeer je toch je stem te laten horen door je zijdelings met politiek te bemoeien. En dan eindigt je beste vriendin ook nog in bed met je man en ze vergaart zelfs een plek naast je binnen het huwelijk, onder hetzelfde dak. Het moet niet veel gekker worden… Dieptriest word je er van. Zwaarmoedig ook.

The Duchess geeft een mooi tijdsbeeld, waarin schikken in je lot onontkomelijk is. Daarbij had de man natuurlijk de meeste, zo niet alle troeven in de hand. Wat deze film goed zichtbaar maakt, zijn de ondraaglijk pijnlijke consequenties voor Georgiana. Maar ook het feit dat je ondanks dat je alle troeven in handen hebt, je diep ongelukkig kunt zijn.