The Purge

The Purge

In de nabije toekomst (in Amerika, where else…) is er geen criminaliteit of geweld meer in de samenleving. Sinds Amerika aan de rand van de afgrond stond heeft men de jaarlijkse zogenaamde ‘purge night’ ingesteld. In die nacht geldt er – onder bepaalde restricties – maar één regel: “any and all crime, including murder will be legal for 12 continuous hours”. Tijdens die 12 uur kan iedereen zijn ziel reinigen van de haat die er het afgelopen jaar is ingeslopen. De rijken sluiten zich op in hun uitstekend beveiligde woningen, de armen en zwakkeren moeten het meestal ontgelden. Daar komen natuurlijk ethische vragen over, maar aangezien de instelling van ‘the purge’ het land heeft gered, de economie enorm floreert en de rijken de macht hebben is er geen noodzaak om dit zuiveringsproces een halt toe te roepen.

James Sandin (Ethan Hawke) heeft goed geboerd de afgelopen jaren. Hij heeft zowat een hele buurt van zijn beveiligingssystemen voorzien en woont nu zelf ook tussen deze welgestelden, met vrouw (Lena Headey) en twee kinderen. Vol zelfvertrouwen laat hij de luiken van zijn huis zakken en zet hij zijn alarmsysteem op ‘armed’. Maar niets is opgewassen tegen het gevaar dat hem en zijn gezin van diverse onverwachte kanten zal besluipen.

Als je het wat bizarre uitgangspunt voor lief neemt begint de film best goed. “Have a safe night”, wenst men elkaar toe als het aftellen is begonnen. Het doet denken aan de film The Hunger Games die met dezelfde knikkers een iets ander spel speelt en waar men elkaar “may the odds be ever in your favor” toewenst. The Purge zit dichter bij de realiteit in de zin van dat alles normaal is, behalve die nacht. De rampspoed treft de familie op slinkse wijze en verschillende manieren, waarbij loyaliteit, vertrouwen en moraliteit een grote rol gaan spelen in het halve etmaal waarin deze waarden juist op losse schroeven staan. Het wordt natuurlijk vechten voor je leven en de meest zinnige beslissingen zijn niet altijd juiste, moreel gezien. Welke beslissing James ook zal nemen in het duivelse dilemma waar hij mee te maken krijgt, het zorgt hoe dan ook voor fatale gevolgen.

Maar als die beslissing dan eenmaal is genomen, verplaatst de psychische druk zich naar een fysieke en verliest de film zijn bijzondere positie door te veel op het laatste nippertje reddingen, de grootse ‘verrassing’ die je al van verre aan ziet komen en een opzichtige moraal die veel te keurig binnen de lijntjes blijft.

Straw Dogs this ain’t…

World War Z

World War Z

De aankondiging dat er een zombiefilm aan ging komen met Brad Pitt en een ongelooflijk budget was op zich geen verkeerde. Het stug verlopen filmproces en de trailer die vooral veel digitale klimzombies liet zien deed mijn vertrouwen al heel wat slinken. Toch maar proberen, want een doorgewinterde zombievreter laat zo’n dis niet liggen.

World War Z is eigenlijk gewoon een Hollywood rampenfilm, met megabudget, waarbij het aan de ene kant heel erg groot (wereldwijd, steden, militairen, CIA, UN) en de andere kant heel erg klein (één man en zijn familie) is gehouden, zodat we aan die ene kant overdondert worden door de grootsheid van de ramp en aan die andere kant worden geraakt door de herkenbare intieme sfeer van het individu. Dat de ramp dit keer bestaat uit zombies is een leuke bijkomstigheid.

Die ramp breekt uit door een aan hondsdolheid gelinkt virus, dat binnen tien seconden van de ene op de andere mens kan overslaan door een beet. De wereldbevolking neemt dan ook in razendsnel tempo af en alle hoop is gevestigd op een geleerde die naar de ontstaansplek moet gaan om de oorsprong van het virus vast te stellen en een remedie te verzinnen. Ex Verenigde Naties specialist Gerry Lane (Brad Pitt) wordt opgetrommeld om de geleerde te vergezellen, maar je begrijpt dat al gauw het lot van de wereld op zijn schouders komt te rusten. En dan komt ook de veiligheid van zijn familie nog in gevaar…

Alsof we naar een alternatieve James Bond film kijken worden we meegesleept van de ene locatie naar de andere, waarbij Gerry maar al te menselijk blijkt door zijn feilbaarheid, de hoeveelheid actie de lange speelduur geheel doet vergeten en er ook van ‘live action’ zombies valt te genieten. Voor een Hollywood blockbuster zitten er wat opvallende dingetjes in verstopt, zoals het feit dat de ‘held’ zonder blikken of blozen mensen opoffert om te overleven (c.q. zichzelf als mogelijke redder van de mensheid een meerwaarde geeft) of het feit dat Joodse religieuze gezangen de ondergang van het betreffende volk in kan luiden, om maar eens wat te noemen. Frappant, op zijn zachtst gezegd. Er hangen ook wat losse eindjes aan de film. Zo zullen we nooit weten waar en waarom het virus is ontstaan (voer voor deel 2?), mag God weten waarom de militairen de zombies ‘zekes’ noemen  en vraag je je af waarom de incubatietijd van het virus zo drastisch is verkort in de periode tussen het eerste en de huidige slachtoffers. Je hebt er echter nauwelijks de tijd voor om bij stil te staan, want snelheid, actie en spanning houden je nagenoeg continue bezig. Voeg daarbij een aardige vondst om de rampspoed te keren waardoor World War Z dan toch nog boven verwachting weet te presteren.

The Poughkeepsie Tapes

Poughkeepsie Tapes, The

In deze aflevering van Reportage maken we kennis met de gruwelijke zaak van de tot nu toe nog onbekend gebleven seriemoordenaar, berucht geworden door de vondst van de zogenaamde Poughkeepsie Tapes. Meer dan 2400 uur aan videomateriaal werd gevonden in een huis in Poughkeepsie in de staat New York. Door middel van journaalbeelden, 911 gesprekken en interviews met de huiseigenaar, de FBI, een profiler, een forensisch patholoog en ouders van vermiste kinderen zijn we getuige van een nauwgezette reconstructie die de gruwelijke daden van de moordenaar aan het daglicht brengen. Mijn naam is Pepijn Bierenbroodspot, dit is Reportage!

Zo is de opzet van deze film en dat zit eigenlijk best goed in elkaar. Je ‘mist’ alleen de stem van Pepijn.

Wat door onduidelijke redenen begint met een moord in opwelling, krijgt een lange reeks van vervolgen. De man moord, ontvoert, martelt, verminkt en verkracht (post mortem) met zorgvuldig voorbedachte rade. Hij speelt een spel met de politie die hij op sporen zet waarvan hij wil dat ze worden gevonden. Doordat hij zich zeer zorgvuldig ontdoet van de lijken en schakelt tussen verschillende modi operandi is hij zeer moeilijk te pakken. Via pratende hoofden is het onderzoek te volgen en de tapes zelf laten met een videocamera gefilmde beelden van slechte kwaliteit zien hoe de moordenaar te werk gaat. Deze op zich afschuwelijke tapes zijn echter minder grafisch dan je zou verwachten. Het belangrijkste element is de psychologische druk, die de moordenaar in combinatie met de fysieke martelingen, uitoefent op één van de slachtoffers die hij laat leven en die zijn slaaf moet worden.

De kracht van de film is meteen ook zijn zwakte, want door deze vorm word je nooit echt helemaal het verhaal ingetrokken. Het theatrale karakter van de moordenaar werkt daarbij ook niet echt in het voordeel van de film, want het leidt een beetje af. Al met al toch knap gedaan en zeker de moeite waard om eens te bekijken.

Stitches

Stitches

Een asociale clown treedt op bij vervelende kinderen waarbij de leukste truc is dat hij door het lot (dat je overduidelijk al eerder in close-up met de verkeerde kant naar boven in een open gelaten vaatwasser uit zag steken) om het leven komt. De jarige is dan ook nog eens getuige van een clowneske ritueel op het kerkhof dat hèm voor altijd tekent en de dode clown weer tot leven moet wekken. Dat laatste gebeurt dan met enige vertraging, als de kleine jongen een wat grotere jongen is geworden en na jaren zonder feestje toch wordt overgehaald om een denderende party te geven in zijn eigen huis. Ja, dat huis waar die clown zoveel jaar geleden zo onfortuinlijk aan zijn eind kwam wordt het toneel van wraak, uitgevoerd door de herrezen versie, die grappig en goor probeert te zijn, maar in het eerste geval faalt en het tweede geval slechts twee memorabele momenten weet te creëren.

Deze film werd vertoont in de ‘Night Of Terror’ van het Imagine Film Festival in april van dit jaar en scoorde daar hoge ogen. De film paste niet in mijn programma (slechts één reguliere vertoning) en het toen links laten liggen had ik nu ook weer moeten doen. Humor en horror is een zeer moeilijke combinatie, die voor mij hier ook weer niet werkt. Het oh zo simpele gegeven van een gek die op een feestje iedereen afslacht is daarbij ook niet meer dan dat. Geen verrassingen, interessante plots of ontwikkelde karakters. Het wachten is dan dus alleen nog op de slachtingen die dus op twee na ook niet echt memorabel of leuk zijn. Het cijfer 8,08 dat de film op het festival kreeg staat dan ook in schril contrast met de 5,6 die op IMDb wordt toegekend. Poepflauw werd ik van Stitches en een voldoende kan ik het zeker niet geven.

Deadwood Park

Deadwood Park

Na Scrapbook en I Spit On Your Corpse, I Piss On Your Grave was mijn aandacht voor regisseur Eric Stanze genoeg aangewakkerd om enkele van zijn andere films bij hem te bestellen. De gesigneerde versies kwamen al snel door de brievenbus, maar het heeft wederom heel lang geduurd voordat ik dan eindelijk één van de zilveren schijfjes in mijn regiovrije speler plaatste om te zien wat hij van Deadwood Park heeft gemaakt. De film is van een geheel ander kaliber dan de extreme films die ik al kende.

Jake ontvlucht Los Angeles en keert terug naar zijn ouderlijk huis waar hij tot zijn achtste jaar is opgegroeid. Het ligt nabij een Drive-In bioscoop in het gehucht Eidolon Crossing en is totaal vervallen. Jake haalt herinneringen op aan zijn tweelingbroer die toentertijd is ontvoerd en nooit is teruggevonden. Het verhaal gaat dat de eigenaar van het plaatselijke amusementspark Dogwood Park maar liefst 26 kinderen heeft ontvoerd en vermoord. Die man is allang dood, het attractiepark dat in de volksmond Deadwood Park wordt genoemd ligt er verlaten en overwoekerd bij en de plaatselijke bevolking zit niet te wachten op iemand uit de stad die oude wonden open komt halen. Jake heeft verder niets kwaads in de zin, wil alleen gemoedsrust, maar krijgt het omgekeerde als de desolate sfeer van het oude huis hem parten gaat spelen en hij verontrustende verschijningen in en om het huis waarneemt. De geesten van kinderen die geen rust hebben kunnen vinden geven aanwijzingen over wat er nu echt is gebeurd zoveel jaar geleden.

Een niet al te verrassend spookverhaal zou je denken. Eigenlijk is dat ook zo. Want het verhaal op zich neemt een lange en langzame aanloop naar wat er in de proloog al te zien is geweest. De verrassing zit hem dan in twee zaken. Ten eerste de prachtige locaties. Waar in Nederland elke centimeter grond een bestemming heeft, komt het in Amerika vaak voor dat er gebouwen en zelfs hele attractieparken worden achtergelaten, omdat het waarschijnlijk te duur is om ze op te ruimen en het verder niemand in de weg staat, waarna de natuur er grip op krijgt en de mooiste spookachtige taferelen ontstaan die op vele websites te zien zijn.  De Drive-In en het attractiepark in de film zijn daarvan mooie voorbeelden, die ruimschoots de aandacht krijgen. De andere verrassing zit hem in de terugblikken (in zwart-wit). Door de gehele film vinden deze plaats, maar wat mij betreft zijn het vreemde obstakels in het verhaal. Ten eerst zijn deze episodes erg uitleggerig, terwijl het weinig toevoegt aan wat we weten of willen weten. Ten tweede voelen ze als slecht geïntegreerd in het hoofdverhaal, doordat ze niemands herinnering zijn, maar gewoon op zichzelf staande miniverhaaltjes vormen, waardoor ze tot vervelens toe het ritme en het toch al niet te snelle tempo telkens onderbreken. Naarmate de film vordert en zijn conclusie bereikt wordt dit alleen maar erger, met een op zich knap gefilmde oorlogsepisode (gespeeld door een groep die aan historisch re-enactment doet) die een mini-film op zich is, maar totaal niet bij de rest past en het hoofdverhaal dat eindelijk een belofte van actie kende bruut onderbreekt met informatie waar je totaal niet meer op zit te wachten. Als de duivel dan eindelijk uit het doosje komt, is het eerder lachwekkend dan spannend.

Het in deze vorm oppimpen van het toch wat saaie en zeker niet griezelige verhaal is wat mij betreft een verkeerde zet. Deze poging tot het maken van een meer mainstream film is wat mij betreft dan ook mislukt hoewel ik zeker het gevoel heb dat Stanze met zijn artistieke inzichten en cinematografische aanleg wel degelijk tot zoiets in staat is. Ondanks alles kijk ik toch uit naar de film die hij hierna heeft gemaakt, Ratline, die niet alleen weer vol eigenzinnige ideeën, maar ook tjokvol geweld en gore schijnt te zitten. Hopelijk is het ook daar aanwezige historische deel beter in de film verweven.

The Lords Of Salem

Lords Of Salem, The

Een groep (oude) heksen zweert trouw aan Satan. Lange wilde haren, blote tieten, dansen rond het kampvuur en vals lachen. Het standaard beeld dat we kennen uit de tijd van de Renaissance, toen de heksenvervolging een hoogtepunt kende. Een beeld dat regisseur Rob Zombie kiest om zijn film mee te beginnen en meteen de kiem is voor de rest.

Heidi (Sheri Moon Zombie) is een radio DJ in Salem. Samen met twee anderen doet ze een radioshow, waarbij ze zichzelf niet al te serieus nemen, hoewel ze af en toe aandacht geven aan de duistere kanten van het leven, via interviews met artiesten en schrijvers. Als er een ouderwetse LP is afgegeven bij het radiostation voor Heidi en ze deze draait in de uitzending, gaat niet alleen zij, maar vele vrouwelijke luisteraars met haar van de leg. De bezwerende muziek schijnt afkomstig te zijn van een band die zich The Lords (Of Salem) noemt en de schrijver van een boek over de heksenvervolging die in het stadje heeft plaatsgevonden in de 16e eeuw raakt geïntrigeerd door de muziek en bijt zich vast in een onderzoek, terwijl arme Heidi steeds meer gaat flippen. Een link met de zwarte bladzijde uit de geschiedenis is evident.

Het ouderwetse, stereotype en weinig subtiele beeld waar Zombie in zijn proloog voor kiest zet hij door in de rest van zijn film. De stoere getatoeëerde rockchick, black metal, een kerkhof, drie esoterische buurvrouwen, ratten… Daarbij komt het toch wat amateuristisch over om toch weer die oude horrorfilmsterren van stal te halen (zoals Ken Foree en Dee Wallace) en doet een man in een apenpak in een duivelse voorstelling ook niet veel goeds. Er vloeit zeer weinig bloed en de nadruk ligt dan ook voornamelijk op een wat ouderwets aandoende sfeer (Häxan meets Rosemary’s Baby) die af en toe tegen het lachwekkende aanzit. Het wordt nergens angstaanjagend of ongemakkelijk. Eerder achterhaald. Het heeft denk ik niet eens zo veel te maken met de beperkte middelen voorhanden als wel met de beperkte visie dat dit op deze manier aan zou kunnen slaan. En dat is vooral jammer voor Sheri Moon, die op ingetogen manier het meest overtuigende optreden van haar filmcarrière geeft, ook al moet ze af en toe letterlijk en zonder reden met de billen bloot.

Misschien is het grootste probleem dat Rob Zombie duidelijk een grote fanboy is. Het is echter de kunst om de liefde voor het genre te vertalen in een eigen stem. Dat zal niet gaan zolang hij obsessief vast blijft houden aan voorbeelden en idolen uit vervlogen tijden.

Berberian Sound Studio

Berberian Sound Studio

De jaren ’70. Gilderoy doet geluidsnabewerking voor films. Dat betekent projectors met ratelend celluloid, vu-meters, uitgeschreven geluidsoverzichten en bandrecorders. Hij is gevraagd om naar Italië te komen om het geluid te doen voor een productie genaamd The Equestrian Vortex, een Italiaanse film over hekserij waarin een flink aantal horrorscènes in zitten. Gilderoy geeft aan dat hij niet zo thuis is in dit genre. “This is not a horror film. This is a Santini film about the human condition”, aldus regisseur Santini zelf. Gilderoy gaat aan de slag, met een groot arsenaal aan fruit en groenten om de juiste geluidseffecten te creëren en met stemactrices in donkere muffige cabines die de meest afgrijselijke schreeuwen uit hun longen persen voor optimaal effect. Dit terwijl iedereen om hem heen in een vreemde taal spreekt, hij tegen een muur van onbegrip (of is het onwilligheid?) aanloopt als hij zijn vliegticket wil declareren en er door één van de stemactrices wordt gesuggereerd dat er meer achter de keuze van de producer voor Gilderoy zit. De ambachtsman krijgt het steeds moeilijker. De druk van de producent en de extreem akelige geluiden van de gewelddadige film die hij telkens weer via zijn koptelefoon moet horen zorgen er voor dat hij steeds vermoeider wordt, er eigenlijk mee op wil houden, waarna werkelijk en fantasie in elkaar over beginnen te lopen.

De keuze voor de jaren ’70 en Italië geeft meteen het gevoel alsof je achter de schermen zit van de opnames van een (giallo-)film van Dario Argento. Daarbij komt de ambacht van geluidsnabewerking goed naar voren en wat een hels karwei dat moet zijn geweest toen er nog geen computers waren. De zeer beklemmende sfeer wordt optimaal gecreëerd door het feit dat de Engelsman Gilderoy geen Italiaans spreekt, hij in een kleine studio werkt, veelal met een koptelefoon op werkt en de enige stemactrice waar hij nog enigszins contact mee heeft door een glazen wand van hem gescheiden wordt. Er worden kunstgrepen toegepast die verder weinig meer dan het toevoegen van onheilspellende vraagtekens om het lijf hebben, zoals de filmoperateur waarvan je slechts de zwarte handschoenen in beeld krijgt als hij de film start en het feit dat de waarschuwing van één van de stemactrices verder geen invulling krijgt. Maar boven al draait deze film van Peter Strickland om geluid. Van de film in de film zie je behalve de trailer geen seconde. Je hoort alleen de dialogen en geluidseffecten, van de bezwerende teksten die worden uitgesproken tot de ijselijke schreeuwen die Gilderoy (en jij als toeschouwer) telkens weer hoort, en die zijn beeldend genoeg om er een angstaanjagende horrorfilm van in je hoofd te maken. Want wat is eigenlijk enger? Een griezelfilm zonder geluid, of griezelige geluiden zonder beeld?

De film is een aparte trip waarin niet alleen Gilderoy, maar ook de kijker langzaam de grip verliest. Dit maakt het tot een wat vreemde, originele, uiterst sfeervolle maar uiteindelijk wat onbevredigende ervaring.

Evil Dead

Evil Dead 1

Alweer een griezelfilm uit de jaren tachtig waarvan je zou denken, blijf er met je poten vanaf. Toch deed ook hier de trailer het hart sneller slaan en ook nu kom ik niet bedrogen uit.

Na een heerlijk intro komen vijf jongeren bijeen in een hutje in een bos dat toebehoort aan de ouders van broer David en zus Mia, die dus twee van die vijf zijn. Mia zit met een drugs probleem en in deze afgelegen hut gaat ze met hulp van haar vrienden en broer afkicken, ‘cold turkey’. Het is al eens mis gegaan en haar vrienden zien dit als haar laatste kans, dus zullen ze alles doen om haar hier te houden en het afkicken door te zetten. Al gauw stuiten ze op een kelder vol dode katten en een in (menselijk?) leer gebonden boek dat vol staat met duivelse tekeningen en spreuken. Het feit dat iemand er aantekeningen in heeft gemaakt die er op wijzen dat je dit boek niet moet lezen, wordt dat natuurlijk wel gedaan (duh!) en met het uitspreken van enkele vreemde woorden wordt een entiteit opgeroepen die bezit neemt van Mia. Dan krijgen we de spreekwoordelijke poppen aan het dansen.

The Evil Dead, een instituut. Zo’n beetje de ‘original cabin in the woods movie’. De remake is in opzet eigenlijk alleen anders door een traditionelere filmische aanpak. Geen (toen zo vernieuwende) ‘shaky cam’ of aparte invalshoeken. Voor de rest volgt de film het origineel redelijk nauwkeurig. Dat je van sommige zaken af moet blijven hebben de makers ook begrepen (vergeet niet dat Bruce Campbell en Sam Raimi een oogje in het zeil hielden als producers), dus geen potlood in de hiel. Andere dingen, zoals de verkrachting door het bos zijn net even anders ingevuld. De boodschap die echter moet worden overgebracht is dezelfde: ‘when the shit hits the fan, the cabin will be drenched in blood’! Op dat vlak gaat de film in volle overdrive. Rücksichtslos en extreem. Ik heb gelezen in sommige recensies dat de film wel wat meer humor had kunnen gebruiken. Daar ben ik het niet mee eens. Humor haalt vaak de harde kanten van de horror af en gevatte oneliners zijn zo passé dat ik blij ben dat er maar eentje in deze film zit. Vergeet daarbij niet dat The Evil Dead een heel andere film is dan Evil Dead II, waarin de nadruk veel meer op gekte en humor lag.

Wat mij betreft dus een zeer geslaagde remake met een (letterlijk en figuurlijk) spetterend einde. Oh ja, vergeet niet te blijven zitten tot de laatste titels van het scherm zijn verdwenen. Een heerlijke knipoog voor fans van het origineel volgt nog.

Stemoordeel: zeer goed

Maniac

Maniac 2012

Frodo (a.k.a. Elijah Wood) heeft zijn hobbitvoeten afgeworpen en de stoute schoenen aangetrokken. Hij speelt de hoofdrol in de remake van William Lustig’s Maniac uit 1980. Dit is een film uit de hoogtijdagen van de (obscure) slasher films, een periode die mij heeft gevormd bij het kijken naar griezelfilms. De trailer zag er veelbelovend uit. De film blijkt niet minder.

Een door zijn losbandige moeder verknipt geworden man brengt zijn verknipte geest in praktijk door mooie vrouwen te stalken, af te maken en te scalperen, waarna hij de scalpen op zijn verzameling paspoppen plakt zodat de vrouwen voor altijd bij hem kunnen zijn. Als hij iemand ontmoet die interesse toont in zijn werk, voelt hij de mogelijkheid voor een echte relatie.

Na het weergaloze Haute Tension heeft het schrijversduo Alexandre Aja en Grégory Levasseur via wat mindere tussenstappen (o.a. P2 en Mirrors) hun blinkende vorm terug gevonden met het script voor Maniac. Samen met regisseur Franck Khalfoun en producent Lustig zelf (!) weten ze de cultklassieker nieuw leven in blazen op een overtuigende wijze.

Waar zal ik beginnen? Met de keuze om (bijna) alles vanuit het gezichtspunt van de moordenaar te filmen. De invulling hiervan is briljant. Je ziet alles dus vanuit zijn ogen, je hoort zijn zware adem, zijn stem die veel dichterbij (als in je eigen hoofd) klinkt dan de andere stemmen. Daarnaast maakt de POV je haast zelf een dader, die de arme vrouwen via gehavende, vieze handen met een mes bewerkt. De enkele keer dat je de moordenaar ziet, is via een spiegeling, in zijn (dag)dromen of één keer, bij een moord, alsof hij boven zichzelf uitstijgt en ziet wat hij doet. Je hoort het conflict dat zich in zijn (jouw) hoofd afspeelt. Als een soort Gollum werken zijn schizofrene gedachten medelijden op, als hij weer het mes in een vrouw heeft gezet: “Why can’t you leave them alone? I hate you”! Het ontstaan van de schizofrenie en misogynie wordt uitgelegd door beelden van vroeger waarin hij als kleine jongen getuige was van de losbandigheid van zijn moeder (seks en drugs) waardoor hij zich impotent voelt (wat in een prachtig beeld wordt verwoord).

Dan de wereld om hem heen. Het speelt zich af in het heden (mobieltjes en tattoos), maar alles wijst naar de groezelige, grimmige sfeer van de jaren tachtig, vol schimmige straten, nachtelijke shots, verlaten metrogangen en donkere flats. Voeg daarbij de passende synth-score en je vergeet bijna dat het de tegenwoordige tijd is.

Als laatste de moorden en het scalperen. Onbehaaglijk, zeer grafisch, verrassend (1e moord!), luguber, origineel, maniakaal, tenenkrommend, ranzig.

Maniac

Uit alles blijkt de liefde voor het origineel, met een subtiele visuele ode aan de videohoes van dat origineel. Voor het eerst sinds tijden heb ik weer een beetje het gevoel terug dat ervoer toen ik als jongeman het origineel uit de stoffige schappen van de videotheek trok en thuis in korrelig beeld de grenzen van mijn incasseringsvermogen aftastte.

Stemoordeel: zeer goed

Hellbenders (Verrassingsfilm)

Hellbenders

De verrassingsfilm. Elk jaar probeer ik het weer en meestal is het een teleurstelling. Maar je weet het nooit. Ook dit jaar gaan er weer geruchten over welke film het zal zijn. In de gangen gaat het gerucht dat het om een stripverfilming zal gaan. Dan zou Iron Man 3 de meest voor de hand liggende zijn, want die gaat 24 april in première en kent zelfs een voorpremière op 22 april. Maar het festival heeft meestal niet zulke grote titels en de aanvangstijd van de volgende film zou dan niet haalbaar zijn (Iron Man 3 duurt meer dan 2 uur). Andere opties? Kick-Ass 2  en The Wolverine  zijn nog niet uit.

Als we de zaal inlopen krijgen we een 3D bril uitgereikt. Zou het dan toch?

Het is wishful thinking. Het licht gaat uit en we zien weer een opgenomen video van regisseur J.T. Petty dit keer met zijn baby op schoot die aankondigt dat we zijn nieuwe film Hellbenders gaan zien.

Hellbenders gaat over The Augustine Interfaith Order of Hellbound Saints, een groep priesters die er alles aan doet om zoveel mogelijk zonden te begaan, zodat als ze een exorcisme moeten doen, ze de demon in zichzelf kunnen lokken om vervolgens zelfmoord te plegen, zodat de demon is overwonnen. “Who’s damnation ready?”, vraagt de hoofdpriester. “I’m five for seven” antwoordt er een, waarmee hij bedoelt dat hij vijf van de zeven hoofdzonden heeft afgevinkt. We zien de groep heel veel vloeken, waterpijp roken, bezeten mensen afrossen en vooral praten over de zondige zaken die ze hebben gedaan of willen doen. Grappig hoor, kerels (en een vrouw) in priestergewaad die dat soort dingen doen. NOT! Het heeft er niet eens zo veel mee te maken of dit mijn soort humor is denk ik, het is gewoon slecht en onleuk gedaan.

Er lopen twee zaken door elkaar, met een ‘demon on the loose’ en vertegenwoordigers van de Katholieke kerk die de groep uit het ambt wil zetten. Voor het grootste deel kijk je naar oninteressante figuren die eindeloos leuteren over wat er allemaal moet gebeuren. In het middenstuk zit één episode (over een bezeten jongen), die in een wat serieuzere aanpak nog enigszins te verstouwen is en aan het einde moet zogenaamd de hel op aarde komen, wat ik niet zie gebeuren met een paar kampvuurtjes en banale knokpartijen. En waarom heb ik in hemelsnaam een 3D bril op mijn neus? Alleen voor die slechte CGI-vliegen?

Ik hoop al snel maar één ding tijdens het kijken: GET IT FUCKING OVER WITH!

In de tradities van slechte sneaks tijdens Imagine is dit weer een nieuw dieptepunt. Ik begrijp niet dat de programmeurs na al die tijd nog steeds niets hebben geleerd, wat dit betreft.

Stemoordeel: hopeloos

 

Nog even een overzicht van de sneaks de afgelopen tien jaar, met de IMDb score er achter:

2013 Hellbenders (4,6)

2012 [REC]3 Génesis (5,2)

2011 The Ward (5,5)

2010 Survival Of The Dead (5,0)

2009 Lesbian Vampire Killers (5,2)

2008 P2 (5,8)

2007 The Invisible (6,1)

2006 The Woods (5,7)

2005 Kung Fu Hustle (7,7)

2004 Shaun Of The Dead (8,0)

Overduidelijk een dalende trend met een absoluut dieptepunt dit jaar. Daarnaast is het geen rapport waar je mee over zult gaan…