Masterclass Filmtrailers

Editpool

Als laatste toevoeging bij de recensies van het Imagine Film Festival hier nog de masterclass die ik heb bijgewoond over filmtrailers.

Creative Director John Piedot van het in Londen gehuisveste bedrijf The Editpool maakt filmtrailers. Hij is de gastspreker vandaag. Zijn bedrijf bestaat dit jaar maar liefst 25 jaar. Phil van Tongeren doet het interview en leidt het gesprek in door op te merken dat de jeugd eigenlijk nauwelijks nog filmrecensies leest, maar via vrienden en social media te weten komt naar welke film ze moeten gaan. Het bekijken van trailers is daarbij belangrijker dan ooit. Op een snelle visuele manier een indruk krijgen.

John vertelt dat het zien van films van Hitchcock een inspiratie waren om zelf die wereld in te stappen. Natuurlijk zou hij graag ooit zelf een volwaardige speelfilm maken, maar het maken van trailers doet hij erg graag. Hij werkt voornamelijk met de distributeurs voor zowel de ‘theatrical releases’ als de ‘home entertainment’.

Het proces gaat als volgt. Je krijgt een opdracht. Er volgt een briefing over welke invalshoek de klant wil met eventuele preciezere wensen. Dan wordt de film in zijn geheel bekeken in de aanwezigheid van copywriters. Er wordt een soort uittreksel van de film gemaakt van ongeveer 20 minuten, met de belangrijkste beelden. Dat wordt dan terug gebracht tot een minuut of 10. De copywriters maken een script. “The script is everything”, zegt John. Het heeft een begin, midden en einde. Na een dag of 5 tot 7 is er dan een ‘first cut’, ook wel ‘cutting copy’ of ‘dump reel’ genoemd. Deze wordt nog verder terug gebracht tot 3 à 4 minuten, waar ook de muziek bij zit. Daarna komt de ‘fine tuning’. In Groot Brittannië geeft de trailer over het algemeen minder informatie dan die voor de Amerikaanse markt. Editpool maakt in principe alleen trailers voor de UK-markt. Belangrijkste van het product is de goede structuur en de juiste toon.

Aan de hand van voorbeelden die The Editpool heeft gemaakt krijgen we te zien wat het resultaat is en waarom.

Man On A Wire

De opdracht was een gevoel over te brengen van wat is hier aan de hand? Gaat het om een overval? Een goede truc die vaak wordt toegepast is dat scènes uit de film uit hun verband worden gehaald om er een nieuwe betekenis aan te geven. Dat is ook hier het geval (met het vliegtuig).

The Machine

John laat ons twee versies zien die ik helaas niet heb kunnen terug vinden, maar het ging er om dat er in de ene veel meer actie zat dan de andere. De nadruk moest in ieder geval gaan om het visuele aspect van de film en hij heeft hierbij nauw samen gewerkt met de regisseur, iets dat niet vaak gebeurt.

  • De volgende paar trailers zijn uitgekozen vanwege hun structuur.

The Pact

Het gaat hierbij om op een simpele manier het basisverhaal uit beelden en daarna de griezeligheid ervan te benadrukken. Voor de duidelijkheid is de tekst in het begin toegevoegd, zodat je door hebt dat de tweede vrouw die in beeld verschijnt een ander is dan de eerste. John vertelt zijdelings dat acteurs die hun sporen hebben verdient op het toneel veel verstaanbaarder zijn dan jonge filmacteurs.

The Host

Dit moest een internationale trailer worden zonder dialoog, om mensen niet meteen af te schrikken met de Koreaanse taal. Het geluid van het monster is door The Editpool zelf gemaakt, omdat dit er simpelweg nog niet was voor de filmversie.

Cockneys vs Zombies

Dit is een hele lange (online) trailer, waarbij een groot deel van de verhaalontwikkeling links is laten liggen. Direct door naar de zombies en de humor. Bij online (red band = ‘R-rated’) trailers kun je meer laten zien.

 The Extraordinary Adventures of Adele Blanc-Sec

Op verzoek van de klant is deze trailer in zijn geheel voorzien van een voice-over die het verhaal op rijm vertelt. Omdat dit een Franse film is die verkocht moest worden aan een internationale markt. Er zijn meerdere schrijvers aan de slag gegaan met het gedicht. Daarnaast was er een grote zoektocht naar de juiste stem. De man heeft maar liefst 58 takes gedaan om het juiste resultaat te krijgen. “It’s the voice that sells the product. It’s marketing!”

F

Hier is er een vrouwelijke radioreporter verzonnen (die dus helemaal niet in de film zit) om het verhaal duidelijker te maken.

  • Dan een paar teasers.

Wolfcreek

Het concept hier is het feit van zoveel vermiste mensen per jaar. In de hele trailer zie je de moordenaar niet eens. Een echte teaser!

How I Spent My Summer Vacation

Heel simpel, een teaser die een pastiche moest worden van het zon en zomergevoel dat sommige films hebben, maar dan gekoppeld aan geweld.

  • Vervolgens gaat John wat dieper in op het gebruik van muziek.

Game Of Thrones (Season 2 Blu Ray)

In een clip die ik helaas niet heb kunnen vinden is de muziek van The National gebruikt met het nummer The Rains Of Castamere. Er is een componist ingeschakeld om het einde opnieuw en dramatischer te maken. Opnieuw arrangeren komt wel vaker voor.

Game Of Thrones (Season 3 Blu Ray)

In dit geval is een nieuwe band die aan het doorbreken is gebruikt. London Grammer met Strong. Ook hier hebben twee componisten de boel opnieuw gemixt. Overigens naar tevredenheid van de groep die groot fan van de serie is.

  • Verschillende markten

Kill List

‘Less is more’. Alleen beelden en een score om het verontrustende karakter van de film te benadrukken. Met het ‘sound design’ is overigens alleen muziek uit de film zelf gebruikt! Er zijn ook speciale bedrijven die productie muziek schrijven in opdracht. Je kunt ook commerciële muziek gebruiken, maar dat kan heel duur worden. Een track van The Rolling Stones kent zo zijn prijs.

  • TV-spots

Evil Dead

Je zit met tv-spots aan restricties met tijden gebonden. Vóór en na 21:00 uur is een wereld van verschil. De eerste spot mag overdag uitgezonden worden. Na negenen kan het dan bloederiger worden.

Robocop

Dit is een zogenaamde infomercial, een nepcommercial, een soort bedrijfsvideo. Er zijn maar weinig vrouwelijke voice-overs in dit vakgebied, maar hier is er dus wel een gebruikt. Dit i.t.t. alledaagse tv-reclames die veel vaker door vrouwen worden ingesproken.

Als laatste laat Phil van Tongeren de trailer van De Poel aan John zien om te horen wat hij er van vindt. De makers van deze trailer zitten in de zaal. “Very good”, zegt John. Een simpel idee en goed gedaan. Ook al kan hij geen Nederlands verstaan, begrijpt hij de boodschap maar al te goed: “you don’t wanna go into that pool”!

Er volgen nog wat vragen uit het publiek. Wat de invloed van social media is. John zegt dat je in de bioscoop maar één kans hebt om het publiek te overtuigen van je product. Online gaat het meer om de (mogelijkheid van) herhaling alsook het interactieve karakter. Er kunnen reacties op worden geplaatst, hoewel dit ook negatief uit kan pakken. Soms zijn er verschillende versies en online zijn ze dus sowieso grafischer.

Of trailers ook getest worden voor een publiek. In de USA wel, de UK niet. Men moet er vanuit gaan dat de afdeling marketing wel weet wat ze doet. Je moet niet gaan twijfelen aan je vakmanschap.

Als laatste komt de vraag of er wel eens een klant komt met het totaal verkeerde idee voor de trailer. Grondprincipe is dat de klant koning is en betaalt, zegt John. Het gaat hem er om, om een relatie met een klant op te bouwen. Als je meteen begint dat zijn idee niet goed is zal hij geen zaken meer met je willen doen. Als er een goede basis is, kun je altijd met ideeën komen, maar zelden worden er meerdere versies gemaakt.

Dat concludeert een zeer interessant kijkje achter de schermen van het maken van filmtrailers.

Imagine 2014

Imagine 2014

De dertigste editie. Een mijlpaal. Wederom in Eye, waarbij moet worden afgevraagd of de verplaatsing naar deze locatie een goede zet was. Eye is een prachtig gebouw met een wonderschone ligging, maar het ademt niet de sfeer van het festival, zoals Kriterion dat hiervoor wel deed. De bezoekersaantallen spreken voor zich. In 2012 kwamen er 17.000 mensen naar Kriterion voor dit festival van de fantastische film en vorig jaar in Eye waren dat er ‘slechts’ 15.000. Een terugval waar groei werd verwacht, neem ik aan. Vaste bezoekers weten het wel te vinden, maar Eye is toch te veel een eiland om in een opwelling even langs te gaan, vermoed ik. Een hoop aannames en vermoedens van mijn kant, maar de getallen staan zwart op wit en mijn gevoel heb ik verwoord vorig jaar.

Neemt niet weg dat ik er ook dit jaar weer bij zal zijn en de hele middag en een deel van de avond in de weer ben geweest om een programma samen te stellen. Wat wil ik zien (veel te veel), wanneer draait alles en hoe dirigeer ik dit naar een schema waarin niet te veel gaten vallen en ik nog wat tijd heb om over alles te schrijven. Gelukkig is het maar eens per jaar dat het thuisfront een dikke week niet op me hoeft te rekenen.

In vergelijk met vorig jaar ben ik van plan om naar veel meer films te gaan. Geen idee hoe dit komt. Misschien spreken meer titels me aan dit keer. Er is ook iets meer te kiezen. Zo zijn er maar liefst vijf korte film programma’s (i.p.v. de drie van vorige keer). Het gaat me in ieder geval weer een lieve duit kosten! Vaste prik binnen dit alles is de verrassingsfilm. Zoals je hier kunt lezen is het alleen maar bergafwaarts gegaan met de kwaliteit daarvan. Elke keer denk je dat het niet erger kan dan de vorige keer. Dat denk ik nu ook weer. Ik hoop dat men dit jaar wel iets heeft uitgekozen dat tevreden klanten zal opleveren inclusief een goede score. En wat de film zal worden? Er zijn een hoop opties. Ik strooi eens wat in de rondte, zonder er overigens een kwaliteitslabel aan te (kunnen) hangen.

Het uit Israël afkomstige Big Bad Wolves van Aharon Keshales en Navot Papushado die met Kalevet (ofwel Rabies) al goede indruk op me maakten en Tarantino schijnt het ‘the best film of 2013’ te hebben genoemd, hoewel het dan weer niet in zijn (voortijdige) lijstje van dat jaar voorkwam, de film was trouwens al te zien op IFFR; Wolf Creek 2 met de moordende Aussie; Au Nom Du Fils (met Philippe Nahon!) van Vincent Lannoo die met Ordinary Man al eerder een plek op het festival kreeg; The Sacrament over de Jonestown Masscre met Joe Swanberg; (on)gewilde Japanse S&M in R100; All Cheerleaders Die; de slasher gore van  Almost Human; Hidden In The Woods de Amerikaanse remake van het Chileense En Las Afueras De La Ciudad (ofwel Hidden In The Woods, haha); het Spaanse Cannibal; Antisocial over de zoveelste virus uitbraak; The Green Inferno alwaar Eli Roth een Ruggero Deodato-the lijkt te gaan doen; Proxy met alweer Joe Swanberg; Chimères een Zwitserse film die in 2013 al op NIFFF in première ging; Under The Skin met Scarlett Johansson die pas in September in Nederland gaat draaien, maar in andere landen al uit is gekomen; enge kinderen in Dark Touch; Open Grave met Sharlto Copley (bekend van District 9); Here Comes The Devil van Adrián García Bogliano, die in 2011 speciale gast was bij Imagine; het spookachtige Haunter; Devil’s Knot van Atom Egoyan met grote namen als Colin Firth en Reese Witherspoon over kindermoorden, een zaak die zeer intens aan bod kwam in de documentaire reeks Paradise Lost; Wer over een weerwolf, maar dan even anders; Cross Bearer over de man met de hamer, maar dan even anders; Contracted over een SOA, maar dan eentje waar Cronenberg trots op zou zijn; een film waar ik zeer benieuwd naar ben genaamd Charm (ofwel Malcolm, ofwel Random Acts Of Violence) waar een New Yorker er genoeg van heeft en onder het mom ‘you can change the world with a bullet in the right place’ Dirty Harry gaat spelen op een C’est Arrivé Près De Chez Vous achtige wijze; het Oostenrijkse The Station (ofwel Blutgletscher) waar The Thing in de Alpen zit, van de producenten van In 3 Tagen Bist Du Tot; Afflicted een soort Chronicle maar dan horror; Chinese old school vampieren in Rigor Mortis… The list goes on.

Shit, ik moet mijn eigen festival beginnen J

Nou ja, eerst Imagine maar eens overleven. Dat is van 9 t/m 18 april. De voorverkoop begint morgen, dinsdag de 18e maart om 12:00 uur.

Veel plezier en ik hoop dat je af en toe hier komt lezen wat ik er van vond.

The Grandmaster

Grandmaster, The

De slotfilm. De prijsuitreiking. Alleen voor genodigden. Tenminste, tot voor kort, want de overgebleven tickets zijn alsnog in de verkoop gegaan voor simpele zielen als ik, die niet in Amsterdam wonen en de laatste voorstelling toch niet mee kunnen maken omdat dit het thuis komen bemoeilijkt. Zou ik de film, die op zich niet te hoog op mijn verlanglijstje staat omdat ik wel een beetje klaar ben met martial arts, eerst niet kunnen zien, nu dus wel. Dus begeef ik me weer naar boven, de lange houten trappen op richting die grote in de lucht hangende zaal, waar ik mijn ‘gatskaken’ naast de ingang op één van de gekleurde zitpoefjes neervlij.

De slotfilm. De prijsuitreiking. Het is te merken. Daar loopt “hallo, ik ben Chris Oosterom, artistiek directeur van dit festival”, die zijn stoute schoenen (Vans) heeft uitgetrokken en er nette voor in de plaats heeft gedaan met bijpassend pak. Kijk aan, daar is ook productieleider Kelly Willemse in een prachtig jurkje in zwijgende film kleuren, hoewel de bijpassendheid van haar schoenen discutabel zijn. Iedere medewerker die straks om welke reden ook in het voetlicht treedt is vanavond mooi opgedoft.

En dus volgen de bedankjes (Eye, sponsors, medewerkers, vrijwilligers, publiek – alstublieft) en worden er prijzen uitgereikt door ‘vakkundige’ jury’s. Dat ik het daar als onderdeel van het kijkend publiek niet altijd mee eens ben mag de pret niet drukken. En ach, laat ik die gratis bytes benutten en alles even opnoemen.

De Black Tulip-jury, bestaande uit Renate Dorrestein (schrijfster), Berend Jan Bockting (journalist) en Maarten Groen (directeur/regisseur DPPLR) kende de Black Tulip 2013 toe aan: Wolf Children van Mamoru Hosoda.

De Méliès-jury, bestaande uit Ronald Rovers (journalist), Erik de Jong (muzikant Spinvis) en Esther Rots (filmmaakster) kende de Méliès d’Argent 2013 voor de Beste Europese Fantastische Film van Imagine toe aan: Fin van Jorge Torregrossa.

De Méliès d’Argent in de categorie Beste Korte Europese Fantastische Film toegekend aan Perfect Drug van Toon Aerts.

De MovieZone Jury, bestaande uit de jongeren Sam ten Thij, Margot van Helvert, Janneke Angeneind, Maxime Pottuit en Maarten Valstar, kende de Imagine MovieZone Award toe aan: Citadel van Ciarán Foy.

De publieksfavoriet is nu nog niet bekend want er draait nog een film waarvoor gestemd moet worden. Maar de volgende dag komt mijn hoop uit en gaat The Battery van Jeremy Gardner & Adam Cronheim er met de Silver Scream Award vandoor.

Wat mij betreft zijn de Silver Scream Award en de MovieZone Award dus het best gekozen.

We zien trailers van de winnende films, filmpjes van de winnaars of winnaars die hun prijs persoonlijk in ontvangst nemen. Applaus, award, applaus, bloemen, applaus.

Dan is het tijd voor de nieuwe martial arts film van Wong Kar Wai, die vol zit met Kung Fu, Wing Chun, Baguazhang – 64 hands, Noord en Zuid, oude wijze leermeesters, ongeduldige opstandige jongelui, Oosterse wijsheden, sierlijke vechtchoreografieën van Yuen Woo-ping, onmogelijke liefde, eer en dus ook wraak, verlies, close-ups, slow motion, wind, regen, een stalen blik maar leuke oortjes, perfect uitgebalanceerde shots als kleine kunstwerkjes, melodrama, strijkers en violen, witte wintertuinen…

Het verhaal van IP-man, de man die Bruce Lee trainde, ook al komt die laatste er verder niet echt in voor. Het is mooi gemaakt, maar niet iets dat ik niet eerder en hetzelfde heb gezien. Het meest interessante deel vind ik als IP-man (Tony Leung) als vertegenwoordiger van het  Zuiden een bezoek brengt aan de oude meester van het Noorden, die met ‘pensioen’ gaat, een laatste demonstratiegevecht wil en een huis vol afgevaardigden heeft, ieder met een eigen vechtstijl. Als IP-man het huis door gaat, ontmoet hij drie mensen die hun stijl laten zien in een vriendschappelijk treffen met hem.

Een stemoordeel mogen we niet geven, want er zijn te veel genodigden en medewerkers aanwezig, wat de stemming zou kunnen beïnvloeden. Maar de mijne zou ‘zozo’ zijn geweest, omdat ik er – zoals ik verwachtte –  toch wel een beetje klaar mee ben.

Conclusie over Imagine? Ik heb een stuk minder films bekeken dan normaal. Dat heeft te maken met het feit dat ik er al een aantal had gezien, er dit keer minder is te combineren (vorig jaar draaide een film drie keer, nu twee keer) en er veel bij zat waar ik geen interesse in heb (losse films, maar ook onderdelen als Bollywood en Anime). De nieuwe locatie is erg mooi en goed bereikbaar, maar in mijn ogen niet sfeervol passend bij het festival. Zoals altijd heb ik films in alle oordeelcategorieën gezien, van hopeloos tot zeer goed, waarbij het gemiddelde in ieder geval voldoende was. De verrassingsfilm was bagger en gezien de historie zou je denken dat men daar iets mee zou moeten doen. Er waren weer volop gasten, leuke Q&A’s en weinig zaken die echt mis gingen. Toch zag ik dit jaar minder vaak oude bekenden (Jan Doense, Mark van den Tempel, Erik Kriek, Typex, en een hele hoop bezoekers die ik elk jaar zie, niet ken, maar er nu dus een paar van minder of geheel niet zag). Toch heb ik het gevoel dat de directie van het festival een andere richting op wil gaan. Er meer bij willen horen, niet meer het ondergeschoven kindje willen zijn, indruk willen maken, gelikt over willen komen. Daar lijkt het steeds meer naar toe te gaan. Iets dat niet alle oudgedienden (van medewerkers tot vrijwilligers tot bezoekers) die al jaren en jaren naar dit festival gaan op prijs zullen stellen. Ik zeg niet dat het een verkeerde richting is en ik begrijp het ook best.

De dertigste editie is volgend jaar. Misschien een goede tijd om een nieuw festivalletje te beginnen, terug naar de krochten van Kriterion, of Pathé City voor mijn part, dat met zijn kruipdoor sluipdoor gangetjes en voldoende zalen genoeg duistere sfeer en mogelijkheden biedt om films te draaien die terug gaan naar het horror genre, waarvan het hart toch het hardste gaat kloppen in velen van ons.

European Fantastic Shorts 2013-1

Perfect Drug 1

Op weg naar het eerste Europese korte filmoverzicht dat ik als tweede ga zien tijdens Imagine zit ik in de tram en speelt er in mijn hoofd een korte film af door het gesprek dat ik opvang van de mensen die achter mij zitten.

Een man en een vrouw stappen in, checken in en gaan achter me zitten. Ze zijn rond de vijftig, schat ik. De man heeft een stem die me doet denken aan die van Youp van ’t Hek. Een volle, ietwat overdreven geluid met veel adem. Ze hebben het over het inchecken. Dat het lijkt alsof ze uitcheckten terwijl ze incheckten. “Misschien is de kaart er twee keer over heen gegaan?”, vraagt de vrouw zich af. “Ik heb toch goed uitgecheckt de vorige keer, zegt de man”. “En wat gebeurt er dan, hoe wordt je dan belast?” vraagt de man. “Dan krijg je volgens mij wel een hoger bedrag” denkt de vrouw te weten. “Maar als we naar de bestuurder gaan, die kan toch wel zien of het goed is gegaan?” jammert de man weer. Gedurende de hele rit (die een half uur duurt) komen ze er elke keer weer op terug. Ik denk op te maken uit hun verdere gesprekken dat ze werken voor de gemeente of in de politiek, want hij heeft het over stemlijsten. In de buurt van het Museumplein wordt hij gebeld. “Ik heb een vrije dag” hoor ik hem zeggen, “maar als je een korte vraag hebt dan kan ik je wel een antwoord geven”, merkt hij zakelijk en ietwat autoritair op. Hij gaat iets regelen voor de vrouw de hem belt. Hij moet ergens voor zorgen, maar zegt haar dat ze hem over enkele dagen gerust mag testen of zijn geheugen goed heeft gewerkt. Hij hangt op en het gesprek met de vrouw naast hem vervolgt zich. Dat hij zo’n belangrijke, invloedrijke positie heeft zegt ze. Interessant is, dat ik het gevoel heb dat ze iets met elkaar hebben, waar niemand iets van mag weten. “Ik ben toe aan een lekker terras” zegt ze. “Ja, een lekker kopje koffie”, antwoordt hij suf. Ze zijn duidelijk niet erg bekend in Amsterdam (hij vraagt constant “waar zijn we nu”), maar zijn er wel al eens geweest. “Was dit niet de plek waar we eens een broodje hebben gegeten?”, vraagt zij in de buurt van de van Baerlestraat. Het gesprek komt op iets dat net is voorgevallen. “Ik ben er wel door aangedaan”, zegt zij, “en jouw stemming is ook veranderd, voel ik”. Ze praten over een hotelkamer die ze hebben geboekt via internet, maar kennelijk is dat mis gegaan. “Dat daar geen toezicht op is”, merkt hij op. “Het leek wel alsof hij schulden had of zo”, zegt zij, “het was ook zo leeg”. “Misschien verhuurde hij het wel illegaal”? “Maar ik vind het wel heel fijn om met jou hier te zijn” zegt hij opeens. Er valt een korte stilte. “We nemen wel gewoon een duur hotel”, gaat zij verder, “het Mövenpick of zo”. “Dat kost wel € 300,00 per kamer”, zegt ze, alsof het haar niets meer kan schelen en geld geen rol speelt. “En het Amstel?”, vraagt ze zich hardop af, “zit dat hier in de buurt?” “Nee, ik geloof het niet”, antwoordt ze zelf. “Dit ziet er leuk uit hier”, vervolgt ze. “Waar zijn we nu?”, vraagt hij voor de zoveelste keer. “Dit is het Leidseplein, denk ik”, weet ze voorzichtig te beweren. “Kom, we stappen uit”, gebiedt ze hem welhaast. Ze checken uit, stappen uit. Een paar opgeschoten jongens hoor ik opeens schreeuwen en wijzen, ”kijk dat dan man!” “Kom op, klop op het raam”. Geen idee wat ze zien. “Alleen in Amsterdam, man” zegt er eentje. Als we verder rijden zie ik wat ze bedoelen. Het koppel van daarnet staat uitgebreid te tongen, midden op het Leidseplein.

Genoeg gepraat, de korte films, die erg worden verstoord door licht dat niet uit gaat, geluid dat te zacht staat en bovenal het constante openen van de zaaldeuren om te checken of het ondertussen al goed gaat en door mensen die veel te laat binnen komen (tot wel vijf keer aan toe).

Out There

Out There – Randal Plunkett (Ierland 2012)

Je wordt wakker in het bos met een hoofdwond. Watskeburt? Iets ergs, dat heb je al snel door. En dat het met zombies te maken heeft ook, dat voel je gewoon aan. De herinnering komt langzaam terug en een genomen beslissing komt zeer ongeloofwaardig over wat de rest van de film minder interessant maakt. Daarbij is er een tussen scène in een huis vol enge foto’s die wat mij betreft volkomen overbodig is. Schrap die scène en wijzig de omstandigheden waardoor de beslissing wel geloofwaardig wordt en je zou nòg niet meer dan een aardige film hebben.

Defeated

Defeated – Jose Manuel Meneses (Spanje 2012)

Een man en vrouw, praten over een strijd die gevoerd moet worden. Waarom hij nou toch overal bij moet zijn, klaagt ze. Nog even en dan kan ik meer tijd bij jullie (er is ook een baby) doorbrengen. Ook hier krijg je het gevoel dat het niet helemaal klopt wat je ziet. Gaat dit soms om LARP? De clou is grappig. De aanloop wat lang.

Perpetuum Immobile

Perpetuum Immobile – Marc Martí (Spanje 2013)

Een zeer irritante loop in zwart/wit.

Rew. Day

Rew. Day – Svilen Dimitrov (Bulgarije 2012)

Een prachtige animatie waarin we op sublieme wijze met terugwerkende kracht kunnen zien hoe de wet van Murphy in werking treedt, ook al had je het zo anders verwacht ton je ’s morgens wakker werd.

Lief Konijn

Lief Konijn – Camiel Schouwenaar (Nederland 2012)

Niemand luistert naar de vrouw met een groot probleem, omdat iedereen teveel met zichzelf bezig is. Maar als niemand er een probleem van maakt, is het wel een probleem dan? Leuk verzonnen. Op Alex van Warmerdam wijze uitgevoerd. Naar het boek van Imme Dros.

Trap, The

The Trap – Alberto Lopez (België 2012)

Een variant op de rode knop waar bij staat dat je er niet op moet drukken. Wat doe je dan? Mooie vondst en akelige uitwerking.

Nostalgic Z

Nostalgic Z – Carl Bouteiller (Frankrijk 2012)

Een doorgewinterde soldaat heeft de oplossing gevonden voor het zombieprobleem. Lokken en afmaken. De lokmethodes hebben met hun verleden te maken. Wel grappig, maar ook vrij onzinnig als oplossing.

And Death Will Be Alright

And Death Will Be Alright – WeAreTrèsGentil (Frankrijk 2012)

Slaapverwekkende en wat pretentieuze kunstfilm met een vage boodschap. Over iets bereiken en de methode daartoe vinden? WeAreArtyFarty!

Lonely Bones

Lonely Bones – Rosto (Nederland 2013)

Onbegrijpelijke maar imponerende computeranimatie van de bekende maker Rosto, die al eerder filmpjes op dit festival heeft gehad. Fantasie zonder grenzen kan mooi zijn, maar er iets van begrijpen is toch ook wel fijn.

Perfect Drug

Perfect Drug – Toon Aerts (België 2012)

Groengekleurde chemische goedjes in buisjes (Re-Animator!) zorgen voor een slechte trip met hysterische gevolgen. Prachtig gefilmd, hier en daar lekker goor en een paar zinderende vondsten. Deze film krijgt uiteindelijk de Méliès d’Argent in de categorie Beste Korte Europese Fantastische Film.

Maniac

Maniac 2012

Frodo (a.k.a. Elijah Wood) heeft zijn hobbitvoeten afgeworpen en de stoute schoenen aangetrokken. Hij speelt de hoofdrol in de remake van William Lustig’s Maniac uit 1980. Dit is een film uit de hoogtijdagen van de (obscure) slasher films, een periode die mij heeft gevormd bij het kijken naar griezelfilms. De trailer zag er veelbelovend uit. De film blijkt niet minder.

Een door zijn losbandige moeder verknipt geworden man brengt zijn verknipte geest in praktijk door mooie vrouwen te stalken, af te maken en te scalperen, waarna hij de scalpen op zijn verzameling paspoppen plakt zodat de vrouwen voor altijd bij hem kunnen zijn. Als hij iemand ontmoet die interesse toont in zijn werk, voelt hij de mogelijkheid voor een echte relatie.

Na het weergaloze Haute Tension heeft het schrijversduo Alexandre Aja en Grégory Levasseur via wat mindere tussenstappen (o.a. P2 en Mirrors) hun blinkende vorm terug gevonden met het script voor Maniac. Samen met regisseur Franck Khalfoun en producent Lustig zelf (!) weten ze de cultklassieker nieuw leven in blazen op een overtuigende wijze.

Waar zal ik beginnen? Met de keuze om (bijna) alles vanuit het gezichtspunt van de moordenaar te filmen. De invulling hiervan is briljant. Je ziet alles dus vanuit zijn ogen, je hoort zijn zware adem, zijn stem die veel dichterbij (als in je eigen hoofd) klinkt dan de andere stemmen. Daarnaast maakt de POV je haast zelf een dader, die de arme vrouwen via gehavende, vieze handen met een mes bewerkt. De enkele keer dat je de moordenaar ziet, is via een spiegeling, in zijn (dag)dromen of één keer, bij een moord, alsof hij boven zichzelf uitstijgt en ziet wat hij doet. Je hoort het conflict dat zich in zijn (jouw) hoofd afspeelt. Als een soort Gollum werken zijn schizofrene gedachten medelijden op, als hij weer het mes in een vrouw heeft gezet: “Why can’t you leave them alone? I hate you”! Het ontstaan van de schizofrenie en misogynie wordt uitgelegd door beelden van vroeger waarin hij als kleine jongen getuige was van de losbandigheid van zijn moeder (seks en drugs) waardoor hij zich impotent voelt (wat in een prachtig beeld wordt verwoord).

Dan de wereld om hem heen. Het speelt zich af in het heden (mobieltjes en tattoos), maar alles wijst naar de groezelige, grimmige sfeer van de jaren tachtig, vol schimmige straten, nachtelijke shots, verlaten metrogangen en donkere flats. Voeg daarbij de passende synth-score en je vergeet bijna dat het de tegenwoordige tijd is.

Als laatste de moorden en het scalperen. Onbehaaglijk, zeer grafisch, verrassend (1e moord!), luguber, origineel, maniakaal, tenenkrommend, ranzig.

Maniac

Uit alles blijkt de liefde voor het origineel, met een subtiele visuele ode aan de videohoes van dat origineel. Voor het eerst sinds tijden heb ik weer een beetje het gevoel terug dat ervoer toen ik als jongeman het origineel uit de stoffige schappen van de videotheek trok en thuis in korrelig beeld de grenzen van mijn incasseringsvermogen aftastte.

Stemoordeel: zeer goed

Hellbenders (Verrassingsfilm)

Hellbenders

De verrassingsfilm. Elk jaar probeer ik het weer en meestal is het een teleurstelling. Maar je weet het nooit. Ook dit jaar gaan er weer geruchten over welke film het zal zijn. In de gangen gaat het gerucht dat het om een stripverfilming zal gaan. Dan zou Iron Man 3 de meest voor de hand liggende zijn, want die gaat 24 april in première en kent zelfs een voorpremière op 22 april. Maar het festival heeft meestal niet zulke grote titels en de aanvangstijd van de volgende film zou dan niet haalbaar zijn (Iron Man 3 duurt meer dan 2 uur). Andere opties? Kick-Ass 2  en The Wolverine  zijn nog niet uit.

Als we de zaal inlopen krijgen we een 3D bril uitgereikt. Zou het dan toch?

Het is wishful thinking. Het licht gaat uit en we zien weer een opgenomen video van regisseur J.T. Petty dit keer met zijn baby op schoot die aankondigt dat we zijn nieuwe film Hellbenders gaan zien.

Hellbenders gaat over The Augustine Interfaith Order of Hellbound Saints, een groep priesters die er alles aan doet om zoveel mogelijk zonden te begaan, zodat als ze een exorcisme moeten doen, ze de demon in zichzelf kunnen lokken om vervolgens zelfmoord te plegen, zodat de demon is overwonnen. “Who’s damnation ready?”, vraagt de hoofdpriester. “I’m five for seven” antwoordt er een, waarmee hij bedoelt dat hij vijf van de zeven hoofdzonden heeft afgevinkt. We zien de groep heel veel vloeken, waterpijp roken, bezeten mensen afrossen en vooral praten over de zondige zaken die ze hebben gedaan of willen doen. Grappig hoor, kerels (en een vrouw) in priestergewaad die dat soort dingen doen. NOT! Het heeft er niet eens zo veel mee te maken of dit mijn soort humor is denk ik, het is gewoon slecht en onleuk gedaan.

Er lopen twee zaken door elkaar, met een ‘demon on the loose’ en vertegenwoordigers van de Katholieke kerk die de groep uit het ambt wil zetten. Voor het grootste deel kijk je naar oninteressante figuren die eindeloos leuteren over wat er allemaal moet gebeuren. In het middenstuk zit één episode (over een bezeten jongen), die in een wat serieuzere aanpak nog enigszins te verstouwen is en aan het einde moet zogenaamd de hel op aarde komen, wat ik niet zie gebeuren met een paar kampvuurtjes en banale knokpartijen. En waarom heb ik in hemelsnaam een 3D bril op mijn neus? Alleen voor die slechte CGI-vliegen?

Ik hoop al snel maar één ding tijdens het kijken: GET IT FUCKING OVER WITH!

In de tradities van slechte sneaks tijdens Imagine is dit weer een nieuw dieptepunt. Ik begrijp niet dat de programmeurs na al die tijd nog steeds niets hebben geleerd, wat dit betreft.

Stemoordeel: hopeloos

 

Nog even een overzicht van de sneaks de afgelopen tien jaar, met de IMDb score er achter:

2013 Hellbenders (4,6)

2012 [REC]3 Génesis (5,2)

2011 The Ward (5,5)

2010 Survival Of The Dead (5,0)

2009 Lesbian Vampire Killers (5,2)

2008 P2 (5,8)

2007 The Invisible (6,1)

2006 The Woods (5,7)

2005 Kung Fu Hustle (7,7)

2004 Shaun Of The Dead (8,0)

Overduidelijk een dalende trend met een absoluut dieptepunt dit jaar. Daarnaast is het geen rapport waar je mee over zult gaan…

The ABC’s Of Death

ABC's Of Death, The

Een horror anthologie. Een leuk idee. De 26 letters van het alfabet zijn de enige leidraad voor het maken van een korte film. Regisseurs uit diverse landen kozen een letter en moesten een titel voor hun film kiezen die met deze letter begint. Het resultaat is zoals bijna altijd bij dit soort projecten een wilde mengelmoes van ideeën en stijlen, met leuke, slechte, grappige, extreme, smerige, indrukwekkende en experimentele gevolgen.

Ik licht de hoogtepunten er kort uit.

Cycle (Ernesto Diaz Espinoza) weet op beklemmende wijze te spelen met een loophole.

Dogfight (Marcel Sarmiento) een gevecht zonder dialoog, schitterend gefilmd in slow motion.

Fart (Noboru Iguchi) een idiote vertelling met seksuele lading over scheten, zoals ze dat alleen in Japan weten te verzinnen (zoals wel meer korte filmpjes in deze anthologie aantonen).

Libido (Timo Tjahjanto) zet de meest perverse en schokkende uit de reeks neer, walgelijk en toch ook tot nadenken stemmend.

Nuptuals (Banjong Pisanthanakun) uiterst grappig, over je bek voorbij praten op het verkeerde moment.

Pressure (Simon Rumley) over de zelfkant van de maatschappij, waar iemand nog steeds een mens is, met goede bedoelingen tot het uiterste gedreven, depressief makend realisme.

Toilet (Lee Hardcastle) een werkelijk briljante klei-splatter animatie, ultiem handwerk (je ziet de vingerafdrukken zitten) dat is gekozen uit vele inzendingen om als laatste toe te treden tot deze verzameling films. Met de andere 171 (!!!) inzendingen kun je nog uuuuren vullen.

Unearthed (Ben Wheatley) van de man die met Kill List en Sightseers al voortreffelijke visitekaartjes achter liet en met deze korte film – een van de beste in de reeks – laat zien dat zijn ideeën nog lang niet zijn opgedroogd. Er wordt een vampier gedood en we zien alles vanuit het gezichtspunt van de vampier. Fenomenaal.

XXL (Xavier Gens) laat nog even zien waar die nieuwe golf van extreme horror enkele jaren geleden vandaan kwam. Frankrijk natuurlijk! De druk van de buitenwereld zet een dikke vrouw aan tot een radicale maatregel. Gruwelijk. XXL. Xavier. Xtreme!!!

Maar er zat dus ook genoeg bij dat onder de maat was, weinig zeggend, puur voor de vorm ging, of compleet absurd was.

Stemoordeel: zozo

Mon Ami

Mon Ami

Een korte videoboodschap van regisseur Bob Grant ter introductie van de film laat ons weten dat als je een pretentieuze Franse artfilm verwacht, je beter de zaal kunt verlaten. Voor alle anderen: veel plezier.

Twee vrienden, Teddy en Callum, werken bij dezelfde winkel. Hal’s Hardware, een bouwmarkt waarbij direct de toon wordt gezet als we zien hoe deze winkelbediendes met het begrip ‘customer care’ omgaan en die klanten vervolgens toch het laatste woord hebben in de vorm van een wraakzuchtige daad. Aangezien alle hoop op promotie de grond wordt ingeboord hebben ze een plan bedacht om de knappe dochter van de eigenaar te ontvoeren. Bij het doel er van hebben ze waarschijnlijk niet eens stil gestaan, want vanaf het begin van de film weet je dat dit onnozele duo tot weinig productiefs in staat is, laat staan een ingewikkelde en gevaarlijke klus als deze goed uit weet te voeren. Ik bedoel, een ‘fishpoinker’ als wapen?! De tagline van de poster spreekt wat dat betreft boekdelen. Wat volgt is dan ook een aaneenschakeling van alles wat er maar fout kan gaan dat ook daadwerkelijk fout gaat.

Van de regen in de drup, van kwaad tot erger. Op hilarische wijze weten de twee hoofdpersonen het voor elkaar te krijgen om alles mis te laten gaan, waardoor ze steeds dieper in de problemen komen en de oplossingen steeds gruwelijker worden. Leuke vondsten, grappige vertolkingen, flitsende montage, running gags zoals (pijp roken, eieren bakken, de waterkraan en) het mobieltje van Teddy dat steevast afgaat als ze net iets belangrijks moeten doen en zijn hysterische vriendin aan de lijn hangt die haar vraagtekens zet bij hun ‘fishing trip’. De ongelooflijke domheid van de hoofdpersonen, die gewoon in hun eigen winkel gaan shoppen voor zware gereedschappen om de smerige klus te klaren…

Een geslaagde komedie die de lach aan zijn broek heeft hangen. Geen diepere lagen of betekenissen, maar dat is niet nodig als je zo goed wordt vermaakt.

Stemoordeel: goed

The Battery

Battery, The 02

“Don’t believe the hype”, zegt regisseur, producent, schrijver en hoofdrolspeler Jeremy Gardner, nadat Chris Oosterom zijn film de hemel in heeft geprezen aan de hand van een quote van de website Bloody Disgusting: “this movie is ourtageously, insanely good”. Jeremy en tegenspeler/producent Adam Cronheim zijn aanwezig en vragen ons de film onbevooroordeeld te gaan kijken.

Twee verveelde mannen trekken door Amerika met een honkbalknuppel en een pistool. De twee waren ooit spelers voor een honkbalteam. Ben (Jeremy Gardner) de catcher en Mickey (Adam Cronheim) de pitcher. Samen vormden zij ‘the battery’. Nu dient de honkbalknuppel niet alleen meer om de tijd te doden met een spelletje honkbal, de knuppel is ook handig om de hoofden van zombies mee in te slaan, die ze onderweg hier en daar tegenkomen, met het pistool achter de hand voor urgente zaken. De mannen gebruiken de tijd eigenlijk alleen om deze door te komen, te overleven. Ze vinden een auto, rijden verder, vissen wat, of nee, er was nog genoeg vis in blik, slaan weer een balletje, slaan wat voorraden in en bestoken elkaar met poepflauwe grappen. Als er na maanden via gevonden walkie talkies opeens andere stemmen uit de ether opduiken, wil Mickey ze opzoeken, ook al laten de mensen weten dat ze niet welkom zijn. Het zet dingen in beweging die hun vriendschap onder druk zet.

Als je het verhaal zo leest vraag je je misschien af waar al die lovende woorden voor kunnen zijn. Het klinkt vrij saai allemaal. Dat is juist één van de sterke punten van deze film, dat het leven met zombies nog steeds heel saai kan zijn. Dit is misschien wel de meest realistische zombiefilm ooit, omdat het verhaal zich concentreert op doodgewone jongens met het hart op de juiste plek die verder geen grote idealen nastreven. De dynamiek tussen de twee is uiterst gebalanceerd. Het zijn vrienden geworden hoewel ze zich voorheen nooit in dezelfde kringen bewogen. Daarbij is Ben de realist, een praktische aanpakker die ook al het ombrengen van zombies voor zijn rekening neemt en Mickey de romanticus, een gevoelig type dat meer dan genoeg heeft van dit bestaan en hunkert naar een groep mensen waar hij zich bij aan kan sluiten, kan settelen. Het zorgt voor wrijvingen, omdat Mickey zich afsluit van de wereld door vaak zijn koptelefoon met muziek op te zetten. Maar in deze wereld heb je 24 uur per dag je oren nodig voor het gevaar dat om elke hoek kan loeren. Ben voelt dat hij daardoor het vuile werk moet doen. Toch weten de mannen ook dat ze niet zonder elkaar kunnen.

Met een groot gevoel voor humor, prachtig camerawerk, sterke dialogen, enkele briljante scènes, een flinke dosis lef en oog voor realisme weten Jeremy en Adam een verdomd mooie film af te leveren, die een dramatisch verhaal vertelt vol morele dilemma’s tegen de achtergrond van een zombieplaag. Als de mannen door misplaatste gevoelens van hoop in een uitzichtloze situatie terecht komen en de humor wegvalt, wordt het ook nog eens verdomd deprimerend.

“Do believe the hype”!!

Stemoordeel: zeer goed

Na de film vindt nog een Q&A plaats. Jeremy vertelt enthousiast dat de film is ontstaan toen hij een auditievideo maakte voor een andere horrorfilm, met dit gegeven als basis. Het idee is in zijn hoofd blijven steken en met behulp van een minimaal budget ($ 6.000) en een kleine groep vrienden is hij de film gaan maken. Adam kwam er bij toen de persoon die Mickey zou spelen weg viel vlak voor  aanvang van filmen. Hij was een vriend van een vriend, een ex honkballer die geblesseerd is en  acteur is geworden. De cameraman is een voedselfotograaf, die net een nieuwe camera had en zei dat hij die net zo goed kon gebruiken om een zombiefilm te schieten. Via Craigslist zette Jeremy een advertentie voor een geluidsman die onder barre omstandigheden twee weken lang een film wilde maken en uiteindelijk met een crew van vijf man zijn ze het gaan doen. Veertien dagen filmen, twee dagen van ‘reshoots’. Opgenomen in Kent, Connecticut mochten ze gebruik maken van een voormalig Girl Scout Camp dat al 20 jaar leeg stond. Af en toe moet je slim zijn met de beperkingen die je hebt, zoals het afplakken van de autoramen omdat Mickey niet langer de zombies om de auto heen wil zien ontstond uit het feit dat de extra’s niet drie dagen aan de slag konden. Een ander mooi voorbeeld is dat de vrouw van de Director of Photography niet alleen de Production Manager was, maar ook de juiste fysiek had om de zogenaamde ‘fresh slut zombie’ te spelen, wat resulteerde in een onvergetelijke scène. De muziek die bij de film is te horen is bijna allemaal gratis aangeleverd door de muzikanten. Een soundtrack zit er helaas niet zo snel in, want er is geen geld om met alle maatschappijen alles te clearen, maar via de website zal er een ‘purchasable playlist’ verschijnen.

Als ik later die middag de trap op loop richting zaal 1, zie ik Jeremy en Adam aan een tafeltje zitten, met een biertje. Ik kan het niet nalaten om ze even te feliciteren met hun geweldige film. Ik zeg hen dat ik al heel wat heb gezien dit festival, maar dat dit de eerste film is waarbij ik ‘zeer goed’ heb gestemd. We praten kort verder over wat films en na een ‘nice to meet you’ duwt Jeremy me nog zijn visitekaartje in handen.

Ik zal hem een link van mijn blog sturen…

Jugface

Jugface

Regisseur en scriptschrijver Chad Crawford Kinkle spreekt ons toe via een opgenomen videoboodschap. Hij vertelt over de kruiken uit de film, ‘facejugs’, die in de jaren ’50 in Amerika werden gemaakt en gebruikt voor ‘moonlighting’ (illegaal gestookte drank) en vergif. Hij is benieuwd hoe we zullen reageren op zijn film.

Een kleine hechte gemeenschap van mensen woont in de bossen. Alles draait om ‘the pit’, een groot gat in de grond met modderig water. Ziekte wordt genezen door er een bad in te nemen. Maar eens in de zoveel tijd vraagt het een offer. Een pottenbakker bakt dan een ‘facejug’ en wiens gezicht er op de kruik staat is de volgende die moet worden geofferd. Als Ada merkt dat ze het volgende slachtoffer gaat worden neemt ze haar maatregelen en gaat ze in tegen de jarenlange traditie. De vraag is of ze haar noodlot kan ontlopen en tegen welke prijs.

Kinkle koppelt een twee fenomenen op slimme wijze aan elkaar. De ‘facejug’ die door Afrikaanse slaven mee schijnt te zijn genomen uit de Caribbean, alwaar dit gelinkt was aan Voodoo. Daarnaast het gegeven van het offeren van mensen, om iets (een Godheid) tevreden te stellen, wat al voorkwam bij de Azteken, die niet alleen vijanden, maar ook hun eigen mensen offerden. Hij brengt het naar de hedendaagse tijd, maar wel binnen een soort commune die bestaat uit simpele zielen, waar incest en mishandeling voorkomt. Genoeg materiaal om over dit heidense ritueel  een griezelige film te maken. Dat komt niet helemaal uit de startblokken. Grootste struikelpunt is voor mij het feit dat de niet al te snuggere mensen, of moet ik zeggen halve garen, onbedoeld iets grappigs krijgen in hun manier van doen. Daarbij heb je de identificatiefactor. Als een echtpaar het al niet al te erg vindt dat hun zoon de keel wordt doorgesneden waar ze bij staan, waarom zou ik dat dan moeten vinden. De enige waarmee je mee zou kunnen leven heeft het dan weer tegen zich dat ze eigenlijk heel erg egoïstisch is binnen het gegeven waarmee we het moeten doen. Ook het einde – een op zich gedurfde zet – geeft je het gevoel van, wat moet ik hier nu eigenlijk mee. Erg jammer, want met een andere benadering had dit een zeer ongemakkelijke griezelervaring kunnen worden, zoals in het vergelijkbare Wake Wood waarin buitenstaanders het perfecte toegevoegde ingrediënt was.

Stemoordeel: zozo