Maps To The Stars

Maps To The Stars

Als je mijn blog een beetje volgt heb je kunnen lezen dat David Cronenberg een belangrijke rol in mijn filmische opvoeding heeft vervuld. Na een lange reeks van indrukwekkende vernieuwende horrorfilms, was Naked Lunch de eerste film van hem die me niet kon boeien. Vanaf toen kende zijn films ups (A History Of Violence, Eastern Promises) en downs (Spider, A Dangerous Method) voor mij, met als dieptepunt een film waar ik echt niet doorheen kwam, Cosmopolis, waarbij ik op de helft gestopt ben, wat ik normaliter nooit doe. Het vuur werd echter weer ongelooflijk aangewakkerd tijdens mijn bezoek aan de mooie tentoonstelling over het werk van Cronenberg in Eye genaamd The Exhibition. Oog in oog staan met de ‘telepod’ uit The Fly, de televisie waaruit een hand met pistool verschijnt uit Videodrome, de ‘Gynecological Tools for Operating on Mutant Women’ uit Dead Ringers, de ‘Gristle gun’ en ‘MetaFlesh Game-Pod’ uit eXistenZ. Ik was dieper onder de indruk dan ik had verwacht en het bracht me terug naar mijn misschien wel favoriete film ontdekkingsperiode in mijn leven. Dus ja, ik heb zelfs een selfie gemaakt met die verdomde Mugwump uit Naked Lunch. Dat ik Cronenberg’s nieuwste film gewoon weer ga zien moge duidelijk zijn…

Cronenberg - The Exhibition

Maps To The Stars geeft een diabolische blik in ‘the lifestyle of the rich and famous’. Havana Segrand (Julianne Moore), een neurotische filmster op leeftijd met een aantal niet verwerkte trauma’s die in een film over haar (overleden) moeder de rol van haar moeder wil spelen. Benjie Weiss (Evan Bird), een over het paard getild kind-acteur die in het vervolg gaat spelen van de succesfilm waar hij stinkend rijk van is geworden, maar ook een respectloze eikel. Zijn vader Dr. Stafford Weiss (John Cusack), die met teksten als “I’m going to press on a personal history point” en “people don’t enter our lives just randomly, we call them” via zweverige manuele en psychotherapie de stress uit de sterren probeert te halen. Chauffeur Jerome Fontana (Robert Pattinson) die de Hollywoodsterren rond rijdt, maar zelf natuurlijk ook bezig is met acteren en schrijven, hoewel dat nog niet zo wil vlotten. En dan is daar ook de ietwat mysterieuze Agatha (Mia Wasikowska) die de persoonlijke assistent wordt van Havana, maar ook met een geheim rondloopt met alle gevolgen van dien.

Dit is een wereld waarin alles om uiterlijk, seks, geld en macht draait, je gewoon een Vicodin of Zoloft neemt als het even niet gaat, iedereen in therapie is en aan yoga doet, voornamelijk aan zichzelf denkt, bezig is met presteren, de glimlach van plastic is, de wereld je moet zien behalve als het je niet uitkomt en iedereen worstelt met persoonlijke demonen.

Cronenberg gebruikt misschien stereotypen, maar ze zijn wel van vlees en bloed. Hij schetst een wereld vol tragische en verknipte figuren. Iets afstandelijk, best grappig, duister en zeer fascinerend. Kortom, een film die zeker in mijn ‘ups’ lijstje zit.

Carrie

Carrie

Remakes. Het kan goed gaan. Dan krijg je een versie die veelal voorzien is van een eigen stempel, een intelligente aanpak, die vasthoudt wat goed is, maar niet bang is om andere dingen te proberen en zeker geen één op één kopie wil maken. Zoals John Carpenter’s The Thing, David Cronenberg’s The Fly, Zack Snyder’s Dawn Of The Dead en recenter Evil Dead en Maniac. Het kan ook mis gaan. Dan krijg je een wanproduct dat op geen enkele manier ook maar in de schaduw kan staan van het origineel. Zoals Samual Bayer’s A Nightmare On Elm Street, Gus van Sant’s Psycho, Neil LaBute’s The Wicker Man, Jan de Bont’s The Haunting en Rob Zombie’s Halloween.

Maar dan heb je nog een categorie. De categorie waarbij je eigenlijk je schouders ophaalt, omdat het niet slecht is, maar ook niet echt iets toevoegt aan wat er al in zeer goede vorm aanwezig is: het origineel. Carrie valt in deze laatste categorie, hoewel ik daar meteen iets aan toe moet voegen en recht moet zetten. De categorieën zijn namelijk ingedeeld volgens het uitgangspunt dat je het origineel kent. Als dat niet zo is, verandert er waarschijnlijk niet zo veel aan die eerste en tweede verdeling, want die goed geslaagde remakes zijn op zich gewoon goed geslaagde films, en de mislukte remakes zijn op zich ook niet zulke beste films. Bij Carrie kan ik me goed voorstellen dat als je het origineel niet kent, je deze versie best goed zal vinden omdat het op zich geen slechte film is.

Voor wie het nog niet weet, het gaat over een outcast die er zo graag bij wil horen, maar door haar moeder wordt tegengehouden, tot ze haar telekinetische krachten gebruikt om haar geluk na te streven, toch bedrogen uitkomt en iedereen laat boeten. Het gegeven van een totaal wereldvreemde moeder en dochter komt nu misschien iets verder gezocht over dan het 37 jaar geleden deed, zeker gezien het feit dat de film in het heden speelt. Maar voor de rest blijft het verhaal zielig, spannend en griezelig. Julianne Moore is perfect gecast in de rol van totaal gestoorde moeder, maar ik ben wat minder te spreken over Chloë Grace Moretz, die fantastisch overkomt in cartooneske rollen als in Kick-Ass (2)  en Dark Shadows, maar hier toch wat fine-tuning mist om haar personage echt invoelbaar te maken. Verder is het fijn dat het pandemonium dat Carrie ontketent niet ten onder is gegaan aan opzichtige special effects.

Split Screen Split Diopter

Als je de film echter wél vergelijkt met die van Brian De Palma krijg je dus in eerste instantie dat gevoel van overbodigheid, omdat de film niets anders biedt, geen andere invulling geeft dan dat origineel. Als je wat verder gaat kijken komt mijn vrees die ik uitte aan het einde van mijn recensie van Kick-Ass 2 toch wel een beetje uit. De echt scherpe kantjes zijn er af. Daarnaast is de 2013 versie redelijk saai geschoten als je dat vergelijkt met de split screens, split diopter en slow motionscènes die De Palma zo fantastisch toepaste. Het verschil tussen Chloë en Sissy Spacek is ook duidelijk, hoewel dit een bewuste keuze kan zijn. Chloë’s versie van Carrie staat dichter bij de wereld waartoe ze graag wil behoren dan Sissy’s versie. Als het dan mis gaat is Sissy’s optreden gewoon een heel stuk intenser, krankzinniger en enger. Qua verhaal verschillen de versies dus niet veel. Wat ik dan niet begrijp zijn de twee veranderingen die zijn toegepast. (SPOILER!). Het gaat om de scène tijdens Prom night. Daar zitten twee wezenlijke verschillen in. Ten eerste valt de emmer in de remake later, waardoor er nadruk op wordt gelegd dat Tommy Carrie niet afvalt. In het origineel valt de emmer vrijwel meteen en is Carrie’s steun direct van de kaart geveegd. Ten tweede gaat de gymlerares niet lachen om wat er gebeurt en wordt ze zelfs door Carrie gered (!), terwijl het origineel laat zien dat iedereen, zelfs de lerares haar uit begint te lachen en Carrie dus geen enkele positieve band meer overhoudt. Waarom deze afzwakking? Een andere verandering is de beruchte eindscène bij het graf uit de versie van De Palma. Die hebben ze er wel ingezet, echter minus het hoogtepunt. Laat het er dan helemaal uit, zou ik zeggen.

Don Jon

Don Jon

Joseph Gordon-Levitt. Slimme gast. Na zijn overstap van tv naar film is hij binnen afzienbare tijd opgeklommen tot de rand van de A-list acteurs en nu komt hij op de proppen met zijn regiedebuut  dat hij ook nog eens zelf geschreven heeft. En ik heb zo maar een vermoeden dat hij zijn inbreng heeft gehad in de casting.

Hij speelt Jon, een player uit New Jersey met bijpassend accent, die maar om een paar dingen geeft in het leven: “My body. My pad. My ride. My family. My church. My boys. My girls. My porn.” Wat die laatste drie betreft, hij gaat met zijn twee beste vrienden naar clubs waar ze meiden cijfers geven, waarna Jon er altijd met de lekkerste vandoor gaat, haar neukt en dan op zoek gaat naar de volgende. Maar wacht, ik vergeet een stap. Nadat hij heeft geneukt met zijn verovering, kijkt hij nog even naar porno om echt aan zijn gerief te komen. Want “reall pussy is not as good as porn” krijgen we van hem te horen. Toch worstelt hij een beetje met dit gegeven en gaat op zoek naar een vrouw die hem kan bieden wat porno hem geeft. Die vrouw moet natuurlijk “a dime” (een tien) zijn om mee te beginnen en dat begin begint in ieder geval goed met Barbara (Scarlett Johansson -> vinger – pap – casting?) waarmee hij een echte relatie aan wil gaan. Maar van een pornoverslaving kom je niet zo maar af…

Levitt levert een leuke film af. Zijn typetje is fraai. De opsomming van de dingen hij in het leven belangrijk vindt komen als een mantra steeds weer voorbij in de film en dat werkt prima. Het werken aan zijn lichaam in de sportschool terwijl hij weesgegroetjes bidt voor zijn zonden, zijn huis dat hij op het obsessieve af schoon houdt, zijn stoere kar van waaruit hij luidkeels commentaar heeft op alle andere weggebruikers, zijn Italiaanse familie met vader als evenbeeld, huiselijke moeder en zus die alleen maar met haar mobiel bezig is en de kerk waar hij steevast krijgt te horen hoeveel hij nu weer moet bidden om van zijn opgebiechte zonden af te komen. Zijn vrienden, vriendinnen en porno had ik al behandeld. Het type doet overigens verrekte veel denken aan Tony Manero uit Saturday Night Fever  en ik verwachtte dan ook bijna dat de vader (Tony Danza) hem aan tafel een oorvijg zou geven. Het opwindende voorspel en de clash met de uiterst romantisch en niet zo min realistisch ingestelde Barbara wordt mooi uitgespeeld en zelfs de interactie met buitenstaander Esther (Julianne Moore) kan ik in meegaan. Wat echter jammer is, is dat dit laatste de grote en voor de hand liggende moraal inluidt die uiteindelijk de lol wel uit de film haalt, maar voor de generatie die is opgegroeid met internetporno en acteren vereenzelvigt met de realiteit een wijze les kan zijn.

What Maisie Knew

What Maisie Knew

Het negende PAC-festival in Tuschinski Amsterdam. De laatste keer heb ik overgeslagen omdat de titels me niet zo aanspraken. Dit keer ben ik er bij, al heb ik niet de hoogste verwachtingen. Als ik de zaal inloop begint de dag in ieder geval zoals die nog nooit is begonnen, want er zit iemand achter het orgel op het podium in zaal 1 die ons vergast op een muzikaal ‘premezzo’ waarna ik hem met orgel en al het podium in zie zakken. Geen idee dat er überhaupt een orgel was en nooit geweten dat dit hele geval zo de grond in kon verdwijnen.

De introductie van dit festival is dit keer in handen van Nafiesa Rasoelbaks, die je kunt kennen van haar bijdragen op de pathésite. Zenuwachtig als ze is, heeft ze drie mannen meegenomen die een woordje komen doen over het orgel en het feit dat er binnenkort weer een orgelconcert plaats gaat vinden. Nou ja, dat was er dan ééntje die sprak en de rest stond er instemmend bij te knikken. Nafiesa neemt het woord weer. Ze is een grappige flapuit en levert meteen de leukste introductie af die ik tot nu toe bij dit festival heb gehoord. Zelfs het oplezen van de huisregels gaat met een gelach gepaard als ze bijvoorbeeld opnoemt dat er geen stinkend eten van buitenaf mag worden meegenomen de zaal in. Verder vertelt ze dat ze zeer actief is op social media en dat er op dit festival direct gereageerd kan worden via twitter.

Dat reageren doe ik maar gewoon weer op mijn eigen vertrouwde manier. Het resultaat zie je hier.

 

“You know I love you more than anything, right?” Het zit hem voornamelijk in dat laatste woord, waarmee de moeder een bevestiging wil horen van haar dochtertje; dat die dit wel blijft denken! Feit is dat deze moeder meer van zichzelf houdt dan van haar dochter.

Susanna (Julianne Moore) is die moeder, een chaotische rockster die in een vechtscheiding ligt met haar man Beale (Steve Coogan), een kunsthandelaar die het met het kindermeisje aanlegt en meer onderweg is dan thuis. Beide ouders zijn egocentrisch en totaal onverantwoord bezig t.a.v. hun dochtertje Maisie, aan wie niets wordt gevraagd, die nog te jong is om grote gevoelens onder woorden te brengen, maar wel degelijk dingen meekrijgt van wat er om haar heen gebeurt. Ze wordt van hot naar her gesleept, overal geparkeerd alsof ze een auto is, terwijl haar ouders vechten om de voogdij, terwijl ze er – als het er op aan komt – niet voor haar zijn. Typisch een geval van het kind niet willen om het kind, maar omdat je het de ander niet gunt. Gelukkig zijn daar het kindermeisje en de nieuwe vlam van Susanna, die wel met het lot van Maisie zijn begaan en wel met haar kunnen communiceren.

De camera volgt Maisie in dit verhaal dat gebaseerd is op het boek van Henry James. We blijven bij haar, horen de ruzies op de achtergrond die zij toevallig hoort, zien hoe beide ouders het kind op verkeerde wijze voor zich proberen te winnen, merken hoe fijn ze het kan hebben als iemand echt met haar begaan is. Er zitten vele pijnlijke momenten in de film, zoals ‘the spaces in between’, waarin Maisie niet op tijd wordt opgehaald en op school, of in een portiek staat te wachten wie haar uiteindelijk zal meenemen. Maar hoe voelt Maisie het zelf? Ze doet wat haar gezegd wordt, past zich eindeloos aan en houdt van papa en mama omdat het papa en mama zijn. Toch krijgt de kijker een antwoord op de vraag die de titel van de film beloofd en die alles zegt en samenvat van wat er in het meisje om moet gaan.

Kramer vs. Kramer is één van de bekendste echtscheidingsfilms. Daarbij is een zoontje de inzet. Die film laat echter voornamelijk de volwassen kant zien. Het inzoemen op een kind, zoals in What Maisie Knew doet denken aan een film als My Queen Karo waar ook een jong meisje de dupe is van de omstandigheden waar haar ouders haar in brengen. Toch zijn beide voorbeelden interessantere films, omdat de zaken in Maisie redelijk simplistisch worden weergegeven en de voorspelbare oplossing wel overduidelijk de film in is geschreven. Wat echter de boel bij elkaar houdt is de ongelooflijk innemende Onata Aprile als Maisie, die als een kleine vlinder overal tussendoor dwarrelt. Het feit dat ze niet opstandig of nukkig wordt, is misschien niet realistisch, maar wel een verademing om naar te kijken.