Als ik op mijn toegangsbewijs kijk, staat Spaceguards groot afgedrukt en Herb’s Excellent Adventure kleiner eronder. Spaceguards hadden deze avond namelijk al geboekt staan, maar zochten nog een hoofdprogramma om de avond te vullen. Dat werd Herb’s dus. Onder het mom ‘Burengerucht’ met de beste bands uit de regio. Dat die regio klein is, blijkt uit het feit dat de bassist van Spaceguards en de gitarist van Herb’s elkaar kennen. De link was dus snel gemaakt. Wat dan weer jammer is, is dat de regio het vandaag een beetje af laat weten, want er staan maar iets van 30 mensen in de zaal.
Bassist Ton van Spaceguards gaat geheel in stijl gekleed, korte broek en slippers. De band speelt namelijk surfrock. Het lijkt een kindje van Pixies en Dick Dale. Waarbij de boreling iets meer op Dale lijkt. Met dat staccato geluid waarbij er flink aan de tremolo arm wordt getrokken. Maar er komen ook typische Pixies baslijnen voorbij, of stukjes die weg lijken te zijn gelopen uit ‘Cecilia Ann’ of het instrumentale stuk uit ‘Vamos’ wat zeker live altijd lekker uit wordt gesponnen. Met uitspinnen houdt Spaceguards zich overigens helemaal niet bezig. Alle instrumentale tracks zijn heerlijk kort en bondig. Dat is fijn omdat, ook al ben je nu niet echt fan van dit type muziek, het is wel degelijk muziek om blij van te worden. Maar hoewel er binnen het format genoeg wordt afgewisseld, is de rek er na veertig minuten ook wel een beetje uit, zoals af is te zien aan enkele dames voor mij, die van vrolijk naar melig zijn afgegleden en Pulp Fiction-achtige dansbewegingen maken (Dick Dale’s ‘Misirlou’ werd voor deze film gebruikt). Hoe dan ook een leuk bandje dat het genre goed onder de knie heeft en zeker op zijn plaats zal zijn op 24 april in Hellendoorn, als ze daar in het voorprogramma van hun grote held Dick Dale spelen. Of hadden ze daar ook al geboekt en zochten ze nog…
De zaal is niet veel voller geworden als Herb’s de eerste noten van ‘Blind Spot’ laat horen. Het mag de pret niet drukken en de band speelt een stuk beter, meer ontspannen dan enkele maanden geleden tijdens de presentatie van hun nieuwe cd. Het merendeel van de nummers dat voorbij komt is van die nieuwe cd, met als persoonlijke favoriet ‘The Manual’. De lol van het spelen, van het maken van muziek, zit er weer in, ook gezien het feit dat we tijdens de (veel te korte) set van krap een uur maar liefst drie nieuwe nummers voorgeschoteld krijgen. En dat is geen koude dis. Lekker stevig, maar altijd met melodie, enkele heftige gitaarstukken, hakkend drumwerk uitgeserveerd met bijvoorbeeld een mooie samenzang in ‘Money’. Kleine kanttekening: als het heavy wordt, laat het dan ook echt smerig scheuren. Niet inhouden! Het is soms nog wat te netjes naar mijn smaak.
In deze vriendschappelijke omgeving wordt er al snel gegrapt over de kneepjes van het artiestenvak (de band voorstellen tijdens een break in een nummer) en krijgt zelfs een losse veter aandacht. Na de single ‘Meet My Girl’ komt de band nog één toegift spelen. “Ik heb nog niemand zien dansen”, zegt gitarist Danny Rosendahl, “en dat willen we zo houden” grapt hij er achter aan. Vandaar dat ze ‘Jungle Boogie’ van Kool & The Gang spelen, waarbij toch nog enkele funky voetjes van de grond komen. Daarmee is de cirkel vanavond weer rond, want ook dit nummer werd gebruikt in… Pulp Fiction.