Spaceguards & Herb’s Excellent Adventure, P3 Purmerend 19 maart 2010

DSC00377

Als ik op mijn toegangsbewijs kijk, staat Spaceguards groot afgedrukt en Herb’s Excellent Adventure kleiner eronder. Spaceguards hadden deze avond namelijk al geboekt staan, maar zochten nog een hoofdprogramma om de avond te vullen. Dat werd Herb’s dus. Onder het mom ‘Burengerucht’ met de beste bands uit de regio. Dat die regio klein is, blijkt uit het feit dat de bassist van Spaceguards en de gitarist van Herb’s elkaar kennen. De link was dus snel gemaakt. Wat dan weer jammer is, is dat de regio het vandaag een beetje af laat weten, want er staan maar iets van 30 mensen in de zaal.

Bassist Ton van Spaceguards gaat geheel in stijl gekleed, korte broek en slippers. De band speelt namelijk surfrock. Het lijkt een kindje van Pixies en Dick Dale. Waarbij de boreling iets meer op Dale lijkt. Met dat staccato geluid waarbij er flink aan de tremolo arm wordt getrokken. Maar er komen ook typische Pixies baslijnen voorbij, of stukjes die weg lijken te zijn gelopen uit ‘Cecilia Ann’ of het instrumentale stuk uit ‘Vamos’ wat zeker live altijd lekker uit wordt gesponnen. Met uitspinnen houdt Spaceguards zich overigens helemaal niet bezig. Alle instrumentale tracks zijn heerlijk kort en bondig. Dat is fijn omdat, ook al ben je nu niet echt fan van dit type muziek, het is wel degelijk muziek om blij van te worden. Maar hoewel er binnen het format genoeg wordt afgewisseld, is de rek er na veertig minuten ook wel een beetje uit, zoals af is te zien aan enkele dames voor mij, die van vrolijk naar melig zijn afgegleden en Pulp Fiction-achtige dansbewegingen maken (Dick Dale’s ‘Misirlou’ werd voor deze film gebruikt). Hoe dan ook een leuk bandje dat het genre goed onder de knie heeft en zeker op zijn plaats zal zijn op 24 april in Hellendoorn, als ze daar in het voorprogramma van hun grote held Dick Dale spelen. Of hadden ze daar ook al geboekt en zochten ze nog…

De zaal is niet veel voller geworden als Herb’s de eerste noten van ‘Blind Spot’ laat horen. Het mag de pret niet drukken en de band speelt een stuk beter, meer ontspannen dan enkele maanden geleden tijdens de presentatie van hun nieuwe cd. Het merendeel van de nummers dat voorbij komt is van die nieuwe cd, met als persoonlijke favoriet ‘The Manual’. De lol van het spelen, van het maken van muziek, zit er weer in, ook gezien het feit dat we tijdens de (veel te korte) set van krap een uur maar liefst drie nieuwe nummers voorgeschoteld krijgen. En dat is geen koude dis. Lekker stevig, maar altijd met melodie, enkele heftige gitaarstukken, hakkend drumwerk uitgeserveerd met bijvoorbeeld een mooie samenzang in ‘Money’. Kleine kanttekening: als het heavy wordt, laat het dan ook echt smerig scheuren. Niet inhouden! Het is soms nog wat te netjes naar mijn smaak.

In deze vriendschappelijke omgeving wordt er al snel gegrapt over de kneepjes van het artiestenvak (de band voorstellen tijdens een break in een nummer) en krijgt zelfs een losse veter aandacht. Na de single ‘Meet My Girl’ komt de band nog één toegift spelen. “Ik heb nog niemand zien dansen”, zegt gitarist Danny Rosendahl, “en dat willen we zo houden” grapt hij er achter aan. Vandaar dat ze ‘Jungle Boogie’ van Kool & The Gang spelen, waarbij toch nog enkele funky voetjes van de grond komen. Daarmee is de cirkel vanavond weer rond, want ook dit nummer werd gebruikt in… Pulp Fiction.

Herb’s Excellent Adventure – P3 Purmerend, 25 september 2009

Herb's 1

Bloed, zweet en tranen. Maar vooral heel veel tijd en moeite zijn er gestoken in het maken van de nieuwe cd van Herb’s Excellent Adventure. En nu mag de wereld eindelijk kennis maken met de boreling. Vandaar een feestelijke viering in Purmerend, de bakermat van dit illustere viertal, dat een niet te versmaden cd aflevert. En zodat we er niet omheen kunnen speelt de band eerst als hun eigen voorprogramma in de foyer een akoestische set van een minuut of veertig. Het is iets te gezellig kennelijk, want er wordt veel gepraat, iets dat bij een versterkt concert al niet fijn is, maar bij deze rustige set is het des te storender. Als zanger Patrick Oxsener het woord aan gitarist Danny Rosendahl geeft wegens een technisch mankement, laat deze horen dat hij liever speelt dan praat en zet samen met Marco Strikkers (bas) en Anton Leijdekker (drum) met een flinke knipoog Sandy (John Travolta – Grease) in, dat moeiteloos over gaat in …why, oh why… Sandman, waarna de vette Metallica riff volgt. Marcel Kapteijn komt ook nog een moppie meezingen. Four Seasons In One Day. Een mooie samenzang met Patrick en een slimme zet om het geheel een plechtig tintje te geven als voornoemde meezinger de eerste cd officieel overhandigd aan de leadzanger. De bijpassende woorden zijn wat minder sterk, want de muziek wordt vergeleken met Crowded House en the Beatles, iets waar toekomstige kopers nu niet echt op moeten rekenen. De set zelf is uiteindelijk een redelijke opwarmer die me niet direct bij de kladden pakt, maar uit doet kijken naar het echte werk van het hoofdprogramma.

Slechts een minuut of twintig krijgen we, om onze biezen, c.q. drankjes te pakken en de kleine volksverhuizing in te zetten naar de kleine zaal. Volgens het uiterst effectieve ‘hoe begin ik een rock-concert’ boekje dooft het licht en schalt er dramatische klassieke muziek uit de speakers. Een voorbode van wat gaat komen. De eerste spot midden-achter gaat aan en Anton laat horen dat hij de stabiele factor in de band is, die de solide drumbasis legt voor het eerste nummer. Daarna volgt een tweede spot rechts en Marco komt in beeld. Eigenwijs, opvallend, fris in zijn spel, maar ook ondersteunend waar nodig. Links de derde spot op Danny, die melodieus, soms raggend, maar altijd geconcentreerd, aparte klanken uit zijn gitaar weet te toveren. Als laatste komt zanger/gitarist/gangmaker Patrick op en kan het feest goed beginnen. Eerst worden er enkele oude nummers gespeeld, waarna al snel de eerste kennismaking met de nieuwe volgt. Het zijn goed doordachte pop/rock songs met kop en staart, waarvan The Manual (met prachtig gitaar intro), het stevige The Dawnbreakers en het titelnummer van de cd Blind Spot de blikvangers zijn.

Herb's 2

Het is vooral een feest voor ingewijden, doet me zo vermoeden. Familie, vrienden, vrienden van vrienden en lokale uitzonderlijken die daar wel haast elke avond te vinden moeten zijn. Dit gevoel wordt nog versterkt door vriend van de band Dirk, die als verstrooide professor alles met een videocamera vastlegt en daarmee met zijn acte de présence tot zelfs midden op het podium een toch wat te familiaire indruk achter laat. Afgezien van het feit dat ik me soms afvraag wat hij in hemelsnaam aan het filmen is (dat bleek de ‘blind spot’ te zijn voor de toekomstige video), werkt het afleidend en vind ik het spotlicht slechts toebehoren aan de band die zo lekker aan het spelen is. De band die met de nieuwe cd overigens beter en meer verdient dan dit intieme onderonsje, simpelweg omdat het een hele goede is! So (plug time) check them out on the website, myspace, hyves en last fm!

Hoewel het spelplezier overduidelijk is en vijftien jaar samen spelen uiterst rijpe vruchten afwerpt, mist zeker naar het einde toe de zanger af en toe de juiste toon en de bassist gelijke noot. Dingen die dan extra op gaan vallen omdat de vonk ditmaal niet geheel over slaat op het publiek, wat twee jaar geleden wel het geval was. Maar goed, nieuwe cd, heel lang niet meer live gespeeld… Het wordt tijd voor een kleine tour door Nederland met een afsluitend optreden in dit zelfde zaaltje, waar ze helemaal ingespeeld alsnog dat dak kunnen lichten.

Bertolf / De Jeugd Van Tegenwoordig – Reuring Cityslam Purmerend, 28 juni 2009

Reuring Cityslam

Dio.

Dio? Ronnie James Dio?

Nee, Dio, van “Tijdmachine”.

Generatieverschil in een notendop. Maar ik ken allebei de Dio’s, en mijn dochter alleen die rapper. Dus ik meteen voor de grap laten zien op YouTube wie Ronnie James Dio dan wel is. Dan kom je al gauw uit bij zijn lachwekkende videoclip voor Holy Diver, waar het kleine mannetje met de grote stem bijna de hele clip wat doelloos rondloopt, vooral zwaaiend met een stoer zwaard. Een dijk van een stem, dat wel. Maar verder ben ik nooit fan geweest van zijn muziek, noch van de muziek van de grote bands (Rainbow, Black Sabbath…) waar hij in heeft gezeten. En toch had ik een live-opname van hem, Vredenburg, Utrecht van 4 december 1983.

Het was de tijd dat ik heel intensief bezig was met het uitwisselen van live opnames. Dat ging dan per cassettebandjes. Mijn speerpunt was The Police. Daar wilde ik alles van hebben en daar heb ik ook hele tournees van bij elkaar gespaard. Dat begon ooit met een paar opnames, van de radio of via vrienden gekregen. The Police fanclub in Engeland gaf een blaadje uit, waarin dan namen stonden van gelijkgestemden, ‘tapetraders’, die graag opnames wilden ruilen. Voor ik het wist had ik een netwerk van tapetraders over de gehele aardbol (van Japan tot Argentinië; van Spanje tot Zweden) en vielen er bijna dagelijks pakjes op de deurmat met nieuwe cassettes met verborgen geheimen. De verzamellijst werd groter en groter en al gauw was het een uitdaging om je lijst zo mooi mogelijk uitgevoerd (als een boekwerk) te publiceren. Eén van mijn laatste lijsten had een doorzichtig plastic omhulsel zodat je het voorblad met logo goed kon zien. Daarachter alles gecategoriseerd op onderdeel (live audio, video, singles, elpees, etc.), per onderwerp op ander gekleurd papier geprint. In beperkte oplage gemaakt, genummerd en gesigneerd; alleen bestemd voor enkele bevriende grote verzamelaars.

Het beperkte zich niet tot The Police. Al gauw was ik ook bezig met het verzamelen van live-opnames van andere bands, vooral uit de (hard)rock scene, zoals bijvoorbeeld Iron Maiden, Rush, Loudness, Merciful Fate, Yngwie Malmsteen en Van Halen, maar ook U2, Big Country en Simple Minds. Een jongen uit Amerika had op een gegeven moment een bandje voor me opgenomen, maar het concert was maar 75 minuten of zo (te lang voor een 60 minuten bandje en te kort voor 90), dus hij had het maar opgevuld met wat stukjes van andere bands of concerten, als een soort teaser. Dat werkte best goed. Op die manier leerde ik soms nieuwe muziek kennen of ik hoorde hoe de geluidskwaliteit was van een concert dat ik nog niet had. Want wat voor de één VG (very good) was, was voor de ander misschien G (good) of EX (excellent). Al die tapes luisterde ik dan vaak tijdens mijn krantenwijk af op mijn Walkman.

Via zo’n teaser heb ik waarschijnlijk Dio bij toeval in mijn oren gekregen. Misschien heeft de goede geluidskwaliteit me doen besluiten om het gehele concert te ruilen. Wat ik me nog dondersgoed kan herinneren is dat ik zwaar onder de indruk was van de gitaarsolo van Vivian Campbell tijdens Heaven And Hell. Hij speelde een stukje Fur Elise, maar op geheel eigen wijze ingevuld (prachtige loopjes tussen hoofdlijnen) en overtuigend gebracht.

Ach, tegenwoordig staat alles op YouTube, dus ik probeer het te vinden… Ikstapaf! Het staat er echt op en ik kom er dus nu pas achter dat het een officiële concertregistratie is. http://www.youtube.com/watch?v=aXvR3IER2uE

Die andere Dio speelt op het Reuring Cityslam festival in Purmerend. Maar daar ga ik niet heen. Ik vind het wél leuk om Bertolf nog eens te zien. Dit keer op een festival i.p.v. een superklein café (zie recensie Bertolf in de Schuit, Katwijk). Het is een redelijk groot terrein met twee podia, waarop de verschillende artiesten om en om staan te spelen. Het weer zit mee, maar er is niet zo heel veel volk voor het podium te vinden waar Bertolf zijn eerste nummer in zet. Het geluid is op zich goed, alleen de bassdrum zorgt bij elke dreun voor een trilling door het gehele lijf. Bertolf heeft ondertussen drie singles uit die je regelmatig op de radio voorbij hoort komen. Zijn setlist zit goed in elkaar, met zijn bekendste nummer in het midden en laatste hit aan het eind. Ook nu staat zijn stem weer als een huis, maar ook nu voel ik dat het mij songmatig te gemakzuchtig is, of laat ik zeggen, niet spannend genoeg. Ook de cover die hij speelt (New Radicals met You Get What You Give) is toch wat gezapig en braaf. Maar er is hoop, want hij speelt weer dat fantastische nieuwe nummer Cut Me Loose en bestempelt hij The Way I Love You Now tot zijn favoriete nummer van de cd, alhoewel niet iedereen het daar mee eens zal zijn vervolgt hij. Ik wel hoor! Heel zoet, maar door het wals-tempo net even anders. Maar misschien ben ik wel de uitzondering die de regel bevestigt. Bertolf doet ondertussen zijn uiterste best om het publiek mee te krijgen (handjes in de lucht, meeklappen, springen), wat gedeeltelijk lukt. Dat ligt niet aan hem, maar aan de bezoekers van dit gratis festival, waarvan het merendeel komt voor een biertje en het gezellig samenzijn. De muziek staat op de tweede plaats.

Reuring Cityslam1

Ook De Jeugd Van Tegenwoordig heeft er last van. Enthousiasme. Of het gebrek daaraan. Ze staan toch als afsluiter op de vroege zondagavond (21:00 uur). Maar een vlam in de pan zit er niet in. Ik heb de uitzending van Pinkpop op tv gezien en daar bouwden ze een flink feestje, dus het leek me wel leuk om dat eens mee te maken. Samen met mijn dochter en een vriend sta ik het van een afstandje te bekijken. Ik merk dat de muziek(soort) me toch snel gaat vervelen. Qua publiek is het nu redelijk druk en met veel moeite en dreigen (er staat een auto hierachter en daar kunnen we zo instappen, dat willen jullie toch niet?) van de hoofdact voelt het publiek ook wel dat ze van zich moet laten horen, voordat de band zich echt (voortijdig) uit de voeten maakt. Maar de lol lijkt er toch wel vanaf. Ik probeer nog iets van de teksten op te vangen, maar wat ik versta is niet correct (‘haal me uit je oren’*) of is dat wel degelijk (klappen met je kutje**)?! Ben hoe dan ook blij dat mijn dochter het ook niet verstaat 😉

Mist dit festival door zijn familiaire gezelligheid het serieuze enthousiasme dat het verschil kan maken tussen een lauw en zeer geslaagd optreden?

(* ‘holler at ya boy boy’ uit Hollereer)

(** ‘doe maar klappen met je kutje’ uit Applaus)

Voicst – P3 Purmerend, 1 februari 2008

Toen ik nog voor een muziekblad schreef, kreeg ik in 2003 een ep van de nog onbekende groep Voicst. Ik was aangenaam verrast en schreef “Frisse gitaarpop met zowel heerlijke rauwdouw (bas)gitaar als subtiele drumaccenten. Pakkende liedjes ook, die ondanks het stuwende karakter heel open klinken. Niet eens echt nieuw, maar van verdomd lekkere kwaliteit.” De band speelde zich live al snel ‘in de foto’ met o.a. een spetterend optreden op Lowlands. In 2004 kwam hun debuut 11-11 uit. Waarom ik die cd toen niet meteen heb gekocht weet ik niet meer. Verdween op een lijstje in mijn achterhoofd van ooit nog eens te kopen cd’s. Maanden later kwam ik de cd in een tweedehandsbak tegen en heb hem gekocht om vervolgens flink uit mijn dak te gaan van de fantastische songs die er op staan. De cd was heel lang een van mijn favorieten. En via een bekend biermerk dat hun song gebruikte voor een reclame werden ze in ieder geval met dat nummer ‘Whatever You Want From Life’ bij een wat groter publiek bekend. Toch kwam het er maar niet van om een optreden van ze mee te maken. Onze paden kruisten maar niet op het goede moment.

Eind vorig jaar komt de reclamemachine rond de nieuwe Voicst langzaam op gang. Een uitgebreide tour langs heel veel clubs in Nederland. Zo ook de Melkweg, die de cd-presentatie krijgt op 22 januari. Meteen kaartje gescoord. Kom ik er wat later achter dat de band ook in P3 speelt. Mmmm. Nog maar een kaartje dan en gelukkig dit keer met een groep vrienden die ook wel wilde. De reclamemachine draait namelijk ondertussen op volle toeren. Je hoort ze op elk radiostation (van Kink FM tot 3FM tot Radio538) met een regelrechte hit ‘Everyday I Work On The Road’, die ze in even-zo-vele programma’s ook nog even live komen spelen. De nieuwe cd is goed. Vernieuwend, voor hun doen, met blazers en weer veel hitgevoelige songs maar minder het ADHD gevoel, wat ik eigenlijk wel zo lekker vond. Door omstandigheden moet ik het Melkweg concert aan me voorbij laten gaan. Mijn verwachtingen voor P3 zijn dan ook groot. Te groot?

n het voorprogramma staat Gram. Een anagram van Marg. Marg van Eenbergen was ooit de zangeres/gitarist van Seedling, een heel aardig bandje dat het nog tot in de kijker van John Peel heeft gewerkt. Nu staat ze in haar uppie, stoer, met een gitaar om haar nek en een computer als beste vriend, om de overige instrumenten in te vullen. En ja, stoer is ze, maar de nummers spreken niet zo tot de verbeelding en ik mis een band om haar heen. De computer klinkt koud, de drumtracks zijn onbenullig. Met de juiste band om haar heen zit hier meer in.

Dan komen de mannen in oranje pakken in actie. Het tweetal hoort bij Voicst en probeert de zaal vast op te jutten. Maar het is wat vaag. Een intro met een misselijkmakende grondtoon (die nog een paar keer voorbij zal komen), de jongens komen op. Ze zetten een nummer in, maar komen direct in de problemen. Bas wordt gewisseld voor gitaar (?) en weer een andere bas. Gitaar wordt gewisseld voor andere gitaarx85 en dat alles binnen de song. Nou ja, kan gebeuren. Tjeerd (zang/gitaar) verontschuldigt zich en even later begint hij een verhaal over dat de ooievaar nieuwe kindjes bij de band heeft gebracht. Ik krab me even achter de oren omdat ik enigszins verbaasd ben over de knulligheid van dit gebeuren. Het blijkt een euvel dat een van de factoren wordt van het feit dat dit concert me niet al te veel zal boeien: Tjeerd kan beter spelen dan praten. Hij komt namelijk wat sukkelig over als hij praat. Er is niets mis met praten, ofcontactzoeken met het publiek, maar het ligt er voor mij wel aan hoe je dit doet. Heeft dit te maken met de status die de groep (denkt te) geniet(en)? P3 is niet uitverkocht. Als hij het publiek vraagt om voor het een nummer te gaan zitten, merkt hij dat hij (nog) niet de autoriteit heeft om dit (snel) te laten gebeuren. Dus gaat hij er over doorzeuren, dat je niet moet denken dat je stoer bent als je niet gaat zitten en zo. Het gaat dus ook niet lukken. Schatten ze zich door alle media aandacht populairder in dan ze zijn?

De muziek dan. De set doet rommelig aan. Net als de band trouwens. Het is geen eenheid. De basis 3 zijn een eenheid. Dan staan er drie blazers linksachter die lijken weggelopen uit een studentenhuis en rechtsachter staat een toetsenman die niet zou misstaan bij de Belgische band Goose. En het samenspel komt niet zo uit de verf en bij de solo-partijen die zowel blazers als toetsen krijgen wordt des te duidelijker dat hun rol niet goed is gexefntegreerd in de set. Daarbij wordt het me steeds duidelijker dat ik de oudere nummers toch een stuk beter vind. Kruisten onze paden toch nog te laatx85

Ps. Denken bands nu echt dat het publiek het leuk vindt dat ze constant worden geblindeerd door schijnwerpers die het publiek belichten in plaats van de artiesten op het podium?

Herb’s Excellent Adventure – P3 Purmerend, 16 maart 2007

Mijn eerste keer in P3. Jammer dat er nog niet eerder iets speelde waar ik wel oren naar heb. Hier liggen nog veel kansen voor het oprapen denk ik, qua programmering. Maar moeilijk lijkt me het ook, met zoveel concurrentie. Paradiso en de Melkweg zijn nooit ver van huis.

Danny Rosendahl is de vader van een vriendje van mijn zoon. Die jongens zitten bij elkaar in de klas en zo leerde ik hem kennen. Danny is dus ook de gitarist van Herb’s Excellent Adventure. Hun nieuwe EP had ik van hem gekregen en het verraste me hoe professioneel hun muziek klinkt. De EP met drie nummers gaat van gedreven tot gemoedelijk en alles tot in de puntjes verzorgd. Maar goed, Danny is professioneel geluidsman en achter de knoppen kun je veel poetsen. Op naar P3 dus, om de band eens live uit te checken.

Eerst krijg ik echter Pulsar voor mijn neus. Ook een ‘buurtband’. Helaas klinken hun nummers als 13 in een dozijn en hun podiumpresentatie komt ook niet uit de verf, mocht er uberhaupt ooit iets in die verf hebben gezeten. Een tegenvaller.

En wat een verschil dan, als de vier mannen van Herb’s Excellent Adventure het podium belegeren. Ze spelen nummers van nu (meer poppy) en van toen (meer heavy), vullen elkaar aan in spel en beweging en weten het publiek wél te breiken. De meeste nummers hoor ik voor het eerst en mijn voorkeur gaat uit naar de heavy, stuwende nummers die vaak vol zitten met mooie gitaar- en baslijnen en wat avontuurlijker zijn. Dat deze mannen kunnen spelen is wel duidelijk, want ook nu staat de uitvoering als een huis. Het spelplezier spat er vanaf! Vooral gitarist Danny en bassist Marco laten zien dat ze hun instrument zeer goed beheersen. Patrick is misschien niet de beste zanger die je kunt bedenken, maar spreidt genoeg enthousiasme en charisme ten toon om je in te palmen. Alleen drummer Anton is wat onopvallend, zowel in spel (redelijk ondersteunend) als presentatie. Iets meer variatie mag best.

Als er een toegift komt, krijgt het optreden nog een extra dimensie, namelijk die van ‘loslaten’. Door perfectie na te streven krijg je niet altijd het beste resultaat. Zeker ‘live’ niet. Aangemoedigd door het publiek kun je vleugels krijgen. Dan sta je niet meer zo stil of je wel precies de perfecte noot speelt. Dan krijgt zo’n optreden een extra schwung en dat is ook nu het geval. “Jullie zijn gegijzeld”, roept Danny tegen het publiek. “We gaan de hele nacht door”! En er is niemand die tegenspartelt.