Er zijn van die bepalende momenten in je leven die je altijd bij zullen blijven. Zo ook in de ontdekking van muziek. Voor mij was dit bij Rush zelfs twee keer het geval. De eerste keer was bij een vriend van een vriend thuis. Ik was nog tiener en redelijk in de ban van hardrock en aanverwante zaken. Met een stel vrienden bezochten we de oudere neef van één van hen. Die woonde in Amsterdam (ikzelf kwam uit Osdorp) en was al wat breder georiënteerd in de muziekwereld. Toen ik zijn wat donkere kamer binnen kwam, hing daar levensgroot aan de muur een (zelfgemaakt?) doek met daarop een naakte man die zijn handen omhoog houdt in afweer tegen een grote ster. De afbeelding
en grootte van het doek maakte een enorme indruk op me. Het was natuurlijk het ‘Starman logo’ dat voor het eerst verscheen aan de binnenzijde van de uitklaphoes van de elpee genaamd 2112. Een visuele ervaring dus. Daarna volgde de auditieve doorslag. Bij Stampij, het hardrock programma van Hanneke Kappen, werd Tom Sawyer gedraaid. Nog nooit had ik zulke muziek gehoord. Gedreven, inventief, melodieus en toch hard, ingewikkeld, opwindend… En dan die drum fills tegen het einde. Ik werd weggeblazen. Een nieuwe wereld opende zich.
Dan gaat het verder ontdekken beginnen. Een vriend had 2112 in huis. Luistersessies volgden. We leenden elpees van de bibliotheek om de rest van hun oeuvre over te zetten op cassettebandjes en kochten uiteindelijk de albums, omdat je je krantenwijk geld er graag voor over had. Op 19 augustus 1987 koop ik mijn allereerste cd voor fl. 39,95 (EUR18,13) bij Ibo Compactdisc op de Bos en Lommerweg. Het is Permanent Waves van Rush. Binnen enkele maanden schaf ik de rest van hun werk op cd aan. Vanuit Rush volgen dan andere ontdekkingen, zoals het onvolprezen Dream Theatre. Het zijn bands waarvan ik de muziek tot op de dag van vandaag nog met veel plezier beluister, via mijn iPod inmiddels. En dat is bij lang niet alle bands uit mijn jeugd het geval. Kortom, de driemansformatie uit Canada zit voorgoed in mijn systeem.
Concerten volgen. Voor het eerst in 1988, de Hold Your Fire tournee. Daarna nog in 1992 en 2004. Dat concert in 2004 duurt lang, ruim 3 uur. Er komen veel nummers voorbij die me niet zo veel meer zeggen, van albums na wat voor mij als hun gouden periode (1976 – 1984) mag worden betiteld. Daarom laat ik het concert in 2007 aan mij voorbij gaan. Toch kan ik het niet laten om tickets te kopen voor het concert dat ze op 27 mei 2011 geven en waarbij ze één van hun beste albums Moving Pictures integraal ten gehore zullen brengen.
Onder de noemer ‘Time Machine Tour’ krijgen we dit keer wederom een show die tegen de drie uur duurt. Het begint met een korte, grappige film, waarin we zien hoe het met Rush, of moet ik zeggen Rash had kunnen verlopen. In een lokale diner speelt een jong bandje (drums, tuba! en accordeon!) de bekende nummers op geheel aangepaste wijze. De eigenaar (Geddy Lee), een politieman (Neil Peart) en dikke zakenman/uitvinder (Alex Lifeson) hebben het over de geheimzinnige machine die laatstgenoemde heeft staan. De uitvinding heeft zijn invloed op de band die van leeftijd en uiterlijk verandert en de bekende Rush nummers op steeds weer hilarische wijze vertolkt. Met een druk op de verkeerde knop verplaatst de actie zich naar het podium van Ahoy waar het eerste kippenvel moment komt bij opener The Spirit Of Radio. Daarna volgt een keur aan songs door de jaren (van de tijdmachine) heen. Veel nummers uit die latere periode waar ik niet veel mee heb, maar ik zit op een perfecte plek en wacht op de hoogtepunten die vast gaan volgen. Na 75 minuten en zelfs enkele nieuwe songs merkt Geddy Lee op dat ze meer dan 1000 jaar oud zijn en toe aan een pauze. Die duurt 20 minuten, waarna een tweede filmpje volgt ter introductie van Tom Sawyer, oftewel het begin van Moving Pictures. Je merkt dat er meer bezoekers zijn die hier op hebben zitten wachten. Zelden trouwens bij een concert geweest met zo veel oude(re) kale mannen die zich in hun oude tourshirtje hebben gehesen. Maar goed, het hele album komt in al zijn pracht voorbij, waarna er nog meer hoogtepunten uit hun uitgebreide oeuvre volgen. Het drietal speelt nog altijd als een geoliede (tijd)machine en draaien hun hand niet om voor de meest gecompliceerde riffs en roffels. Toch zijn er twee dingen die mij opvallen. Het ene is dat ik het idee heb dat Alex Lifeson heel soms net iets te laat is of zo. Het andere dat Geddy alle noten wel haalt, maar soms op een wat vreemde manier zingt, waarbij de stem wat galmerig klinkt en soms lijkt over te slaan. Het is moeilijk uit te leggen, maar het lijkt dan toch dat de jaren een beetje gaan tellen. Neemt niet weg dat ik geniet van nummers als La Villa Strangiato en Closer To The Heart.
Het strak geregisseerde spektakel komt aan zijn eind met een laatste filmpje waarin de twee hoofdpersonen uit de (slechte) film I Love You, Man (die daarin een ode brachten aan Rush) backstage raken en soort van grappig oog in oog komen met hun helden.
Helden dat blijven ze toch wel. Maar de volgende keer laat ik het concert maar weer aan mij voorbij gaan. Ik heb voldoende mooie herinneringen en thuis kan ik een betere ‘best of’samen stellen en dat kost me niet dik 60 euro…