The Purge

The Purge

In de nabije toekomst (in Amerika, where else…) is er geen criminaliteit of geweld meer in de samenleving. Sinds Amerika aan de rand van de afgrond stond heeft men de jaarlijkse zogenaamde ‘purge night’ ingesteld. In die nacht geldt er – onder bepaalde restricties – maar één regel: “any and all crime, including murder will be legal for 12 continuous hours”. Tijdens die 12 uur kan iedereen zijn ziel reinigen van de haat die er het afgelopen jaar is ingeslopen. De rijken sluiten zich op in hun uitstekend beveiligde woningen, de armen en zwakkeren moeten het meestal ontgelden. Daar komen natuurlijk ethische vragen over, maar aangezien de instelling van ‘the purge’ het land heeft gered, de economie enorm floreert en de rijken de macht hebben is er geen noodzaak om dit zuiveringsproces een halt toe te roepen.

James Sandin (Ethan Hawke) heeft goed geboerd de afgelopen jaren. Hij heeft zowat een hele buurt van zijn beveiligingssystemen voorzien en woont nu zelf ook tussen deze welgestelden, met vrouw (Lena Headey) en twee kinderen. Vol zelfvertrouwen laat hij de luiken van zijn huis zakken en zet hij zijn alarmsysteem op ‘armed’. Maar niets is opgewassen tegen het gevaar dat hem en zijn gezin van diverse onverwachte kanten zal besluipen.

Als je het wat bizarre uitgangspunt voor lief neemt begint de film best goed. “Have a safe night”, wenst men elkaar toe als het aftellen is begonnen. Het doet denken aan de film The Hunger Games die met dezelfde knikkers een iets ander spel speelt en waar men elkaar “may the odds be ever in your favor” toewenst. The Purge zit dichter bij de realiteit in de zin van dat alles normaal is, behalve die nacht. De rampspoed treft de familie op slinkse wijze en verschillende manieren, waarbij loyaliteit, vertrouwen en moraliteit een grote rol gaan spelen in het halve etmaal waarin deze waarden juist op losse schroeven staan. Het wordt natuurlijk vechten voor je leven en de meest zinnige beslissingen zijn niet altijd juiste, moreel gezien. Welke beslissing James ook zal nemen in het duivelse dilemma waar hij mee te maken krijgt, het zorgt hoe dan ook voor fatale gevolgen.

Maar als die beslissing dan eenmaal is genomen, verplaatst de psychische druk zich naar een fysieke en verliest de film zijn bijzondere positie door te veel op het laatste nippertje reddingen, de grootse ‘verrassing’ die je al van verre aan ziet komen en een opzichtige moraal die veel te keurig binnen de lijntjes blijft.

Straw Dogs this ain’t…

Iron Man 3

Iron Man 3

Iron Man was een wat onverwacht succes, door de fantastische vertolking van Robert Downing Jr., die de extravagante en arrogante miljardair Tony Stark via zijn onderkoelde houding en gortdroge humor toch zeer menselijk wist te houden en door het briljante pak dat Stark ook letterlijk in Iron Man verandert. Een goede mix aan actie, avontuur en een aardig verhaal deden de rest. Bij deel 2 werd het al iets minder, hoewel er werd voortborduurt op zijn gezondheidsproblemen en innerlijke strijd, verschoof de aandacht wat meer naar grotere actiescènes die minder persoonlijk werden. De trend wordt met deel 3 voortgezet. De eigen gezondheid vormt nauwelijks meer een issue en de boeman slaat toe met onbeperkte middelen waardoor Tony Stark laat weten terug te zullen slaan met “good old fashioned revenge”.

Het is allemaal wat simpeler gehouden. Natuurlijk moet de boef sterker zijn dan de vorige, waardoor deze onmenselijke krachten krijgt waartegen dan nog meer varianten van de ijzeren man moeten worden ingezet, naast enkele hulptroepen zoals Iron Patriot (Iron Man’s eigen Robin?), met nog grotere gevechten tot gevolg. Maar spannender wordt het er niet van. De keuze voor een grotere rol voor Pepper Potts, het liefje van Stark, is wat mij betreft nu ook niet direct geslaagd te noemen. De ideeën voor de slechteriken komen wat tweedehands over (ik denk aan The Amazing Spider-Man’s Lizard en zijn regeneratieve wondgenezing gecombineerd met Terminator 2’s onstuitbare T-1000), maar gelukkig  zorgt de interactie met een bijdehand jongetje voor wat aardse humor, waarbij Stark zijn ‘beste’ kant weer even laat zien.

Slecht is het niet, maar iemand van het niveau van Tony Stark verdient toch een wat intelligenter script. Voor simpele ram-acties kunnen we al bij zoveel andere films terecht.

Blijf ook nu weer even zitten tot het einde van de aftiteling, waarna er nog een klein grapje volgt.

Dark Skies

Dark Skies

“Either we are alone in the Universe or we are not. Both are equally terrifying.” (Arthur C. Clarke)

Met deze quote begint Dark Skies, waarmee ze direct haar eventuele verrassing in de etalage zet. Een doorsnee gezin in een leuk optrekje in Amerika. Moeder is makelaar, vader zit zonder werk (stress door rekeningen die oplopen) en ze hebben twee jonge zoontjes. Op een nacht wordt moeders wakker van een geluid en ze ziet dat de koelkast is geplunderd, met een spoor eten dat naar buiten leidt. De volgende nacht treft ze de inhoud van de opnieuw gevulde koelkast inclusief ander keukengerei met geometrische precisie opgestapeld in de keuken, met graancirkel lichteffecten op het plafond tot gevolg! (Je zou er toch een foto van nemen met je hypermoderne mobieltje). Weer een nacht later slaat het alarmsysteem op hol en nemen de onverklaarbare verschijnselen toe, die ook overslaan op de leden van het gezin zelf, met gedragsverandering en black-outs tot gevolg. (Waarom gaan ze niet op z’n minst veilig bij elkaar slapen?). Alsof dat nog niet genoeg is begint ook de natuur te freaken. (Hoeveel aanwijzingen heb je nodig om serieuze maatregelen te nemen?). Vaders hangt vervolgens het hele huis vol met camera’s om te zien wat er aan de hand is. (Misschien is het huis niet helemaal Feng Shui?).

Paranormal Encounters Of The Third Poltergeist. De mengelmoes die deze film is, wil eigenlijk maar niet eng worden. Dat zit hem dan voornamelijk in de manier waarop het gezin met de problemen omgaat en de zeer onzinnige en ongeloofwaardige acties die daaruit volgen. Om een voorbeeld te noemen: het heeft geen enkele zin om het huis dicht te timmeren, maar het is nog belachelijker dat het gevaar zich daaraan conformeert. Daarnaast voelt het hele gegeven (spoiler voor zover dit een spoiler is, want die was al weggegeven met de quote) enorm gedateerd aan.

Antiviral

Antiviral

Fandom. Het kan erg ver gaan tegenwoordig. Hoe dicht kun je bij je idool komen? Het begint met het feit dat je een ster om wat voor reden ook bewondert. Je hangt een poster aan de muur, volgt het nieuws op tv, koopt de producten waar de beroemdheid zijn of haar naam aan heeft verbonden, doet je best om diegene in het echt te zien, misschien een foto van jullie samen, een aanraking… Dat kan doorslaan in stalking of het kopiëren van gedrag met extreme gevolgen zoals bijvoorbeeld in het geval van fans die zelfmoord pleegden nadat hun idool Kurt Cobain dit had gedaan.

De stap verder die wordt genomen in Antiviral  is daarom niet eens zo gek. The Lucas (Celebrity Services) Clinic koopt ziektes van supersterren op om ze voor een flink bedrag te injecteren in behoeftige fans om ze daarna weer huiswaarts te sturen met een welgemeend “enjoy!”. Syd March werkt voor de kliniek en gebruikt zijn lichaam als vervoersmiddel om virussen op illegale wijze te verhandelen. Dat dit niet lang goed kan gaan blijkt als iemand een genetisch gemodificeerd virus als wapen gebruikt en Syd steeds verder in de problemen komt.

Body horror! Wie anders dan David Cronenberg zou hier een goede film van kunnen maken!? Nou, zijn zoon, Brandon! Die heeft gekozen voor een steriele aanpak, met de basiskleuren wit, zwart en rood en het gebruik van veel statische shots. Klinisch welhaast. Het zorgt voor wat afstandelijkheid. De materie is echter wel degelijk fascinerend en verontrustend, de film kent een sterke beeldtaal en heeft sociale relevantie. In tegenstelling tot zijn vader laat Brandon de ‘body horror’ vrij ingetogen zien. Wat het in je hoofd doet is veel belangrijker.

Net als in American Mary wordt een bestaand fenomeen bij de horens gevat en krijgt het een extreme invulling. Het sterke punt van de film is dat dit minder extreem is dan gedacht, zeker gezien het feit dat veel van de toegepaste technieken niet (zo ver) uit ons bereik liggen. In de film kan men bijvoorbeeld het vlees van een beroemdheid bij de ‘Celebrity Meat Market’ halen. Vlees gekweekt uit stamcellen is inderdaad al mogelijk, maar smaakt nog niet al te best. Je overschrijdt een algemeen geaccepteerde grens om dit van mensen te maken, maar verschuiven deze grenzen niet constant en wat als de mens in kwestie er mee akkoord gaat? Houdt Antiviral ons alvast een toekomstige spiegel voor?

Brandon Cronenberg levert een sterk debuut af, dat een zieke markt laat zien waarin de consument even schuldig is als de producent, je kunt wachten op het moment waarop de gemanipuleerde goederen voor ellende zullen zorgen en er altijd weer bedrijven zijn die er geld uit weten te slaan.

Grabbers

Grabbers

Er valt iets uit de lucht in de zee dat niet bepaald vriendelijk gestemd is. Een visser vangt het in zijn mand en komt tot de conclusie dat het ‘no fucking lobster’ is. Het specimen wordt door hem al snel ‘grabber’ genoemd.

De Ierse vissers houden van whiskey. De monsters houden van Ierse vissers.  De populatie van het toch al kleine vissersdorp op het eilandje Erin wordt gestaag uitgedund door de ‘grabbers’, die in beginvorm wel wat weg hebben van ‘aliens’ (van ei tot wormvormig aanhangsel), maar al rap uitgroeien tot gigantische hongerige inktvissen die op het droge ook uit de – uhm – tentakels kunnen.

Zoals je kunt vermoeden moeten we het niet te serieus nemen allemaal. Dit is een vrolijke, droogkomische film – met een glibberig monster – die vol zit met grappige teksten. Zoals wanneer een agente aan haar collega vraagt “Can you ride a horse when you’re drunk?” en hij antwoordt “Yes, the horse is sober.” Of als hij tegen haar zegt als het monster achter hen aan komt: “Move your ass”,  zij dit beantwoordt met “Get your hand off my ass”.

De overgebleven eilanders houden een ‘shindig’ (feestje) in de kroeg en weten zichzelf op geheel Ierse wijze te beschermen tegen het kwaad. Zelfs de vette knipoog naar Aliens aan het einde is geheel in stijl.

Een leuk niemendalletje.

Looper

In de toekomst (2074) is het mogelijk in de tijd te reizen. Dit is echter ten strengste verboden door de grote implicaties die dit met zich mee kan brengen en het tijdreizen komt alleen nog in de georganiseerde criminaliteit voor. Die sturen mensen waarmee ze willen afrekenen terug in het verleden (2044), waar ze worden opgewacht door een zogenaamde ‘looper’ die klaar staat om ze met één welgemikt schot om te leggen. Aangezien deze veroordeelde uit de toekomst niet in 2044 als zodanig bestaat, zal die ook niet worden gemist en zal er dus ook geen misdaad gemeld worden. Een slimme constructie met één klein nadeel. Na dertig jaar wordt de dertig jaar oudere versie van de ‘looper’ in kwestie naar hemzelf opgestuurd om te doden om zo de ‘loop’ te sluiten.

Dit nadeel is het uitgangspunt van de film en een voordeel voor de kijker. Looper Joe (Joseph Gordon-Levitt) aarzelt dus net iets te lang als hij de oudere versie van hemzelf moet ombrengen. Hij snapt het probleem dat ontstaat, krijgt de onderwereld achter hem aan en probeert ondertussen zijn misstap goed te maken. Al doende leert men, zo ook Joe, die door krijgt waarom zijn oudere versie alles op alles zet om een topcrimineel om te brengen, met een uiterst spannende confrontatie tot gevolg.

De kijker wordt meegenomen in een actiefilm, die zorgt voor voldoende karakterontwikkeling om er bij betrokken te blijven, genoeg afwisseling biedt om het verhaal interessant te houden en alles op slimme wijze weet op te bouwen tot een spectaculair einde met een aardige verrassing. Toch loopt het niet allemaal vlekkeloos. Allereerst moet je een beetje in de film komen. Het begint namelijk niet al te bijzonder en dat moet je even voor lief nemen. Wat ook niet helpt is dat het over twee verschillende tijden in de toekomst gaat, waardoor je je af en toe even achter de oren moet krabben om duidelijk te krijgen naar welke toekomst je aan het kijken bent. Daarnaast zitten er momenten in de film die je gerust als een dipje kunt betitelen en die een toch al vermoeid mens af en toe doet vechten tegen de slaap. Er is ook wat tijd nodig om te wennen aan het hoofd van Joseph Gordon-Levitt, dat met make-up zodanig is verbouwd, dat hij meer moet lijken op zijn oudere zelf – gespeeld door Bruce Willis – maar het komt toch wat plastic en onnatuurlijk over. Ondanks dit alles neemt Looper je op een gegeven moment bij de hand om hem niet meer los te laten. Dit is ook het punt dat je stopt met afvragen en bedenken of het hele tijdreisverhaal überhaupt wel klopt. Het is altijd heerlijk om hierbij stil te staan en er eindeloos over te discussiëren, maar bewaar dat lekker voor na de film. De onverwachte loop (pun intended) die het verhaal neemt en het perfect opgebouwde spanningselement naar het einde toe doen dan alle negatieve zaken al snel vergeten.

Verre van perfect en toch goed geslaagd.

Als je de film nog niet hebt gezien en je wilt verrast worden kun je beter niet klikken op deze link, die je voert naar een stukje over de manga Domu: A Child’s Dream van Katsuhiro Otomo. Deze grootheid schreef dit verhaal voordat hij bekend werd met Akira. Het onderwerp in dit verhaal dat ik jaren geleden heb gelezen deed me denken aan waar het in Looper op aan komt.

The Bay

Donna Thompson is een stagiaire voor het nieuws en brengt verslag uit van het 4th of july festival in Chesapeake Bay, Claridge, Maryland. De dag loopt uit op een catastrofale ramp met grote gevolgen voor de plaatselijke bevolking. Het hele gebeuren wordt in de doofpot gestopt door de regering. Donna laat het er niet bij zitten en maakt een documentaire van alle ‘found footage’ die ze bij elkaar kan sprokkelen. We zien en horen haar via een webcam en krijgen de beelden te zien van de bewuste dag, bestaande uit opnames van haarzelf, mobiele telefoons, skype, nieuwsuitzendingen, politie- en beveiligingscamera’s, etc.

De dag die zo feestelijk begint wordt ruw verstoord als steeds meer mensen worden opgenomen met ziekteverschijnselen, waarbij blaren, zweren en open wonden uit het niets lijken te ontstaan. Vanuit het ziekenhuis wordt contact opgenomen met de CDC (Center for Disease Control) om er achter te komen wat er aan de hand is. Het lijkt op een bacteriële uitbraak. We zien beelden van twee onderzoekers op zee, die dagen er voor al vele aanwijzingen vonden dat er parasiterende larven in vissen zitten, die de boel van binnen uit wegvreten. Er volgen beelden van een milieuactivist, die er van overtuigd is dat de illegale dump van kippenstront in de baai tot een milieuramp kan leiden. We zien de rol die de media speelt in de verspreiding van geruchten en onzin. Wat volgt is een omvangrijke ramp waar niemand op is voorbereid en die ontaard in een onbeheersbare chaos met voor velen een dodelijke afloop.

In The Bay legt regisseur Barry Levinson de nadruk op de directe gevolgen van een ecologische ramp, die door de gekozen vorm geen spanningsbogen kent, maar wel boeiend en zeker goor is. De opeenstapeling van half weggevreten mensen in vol ornaat zal de liefhebber van ‘gore’ plezieren. Daarnaast zitten er hier en daar scènes in die je de rillingen geven. Een goed voorbeeld is als twee politieagenten een huis binnen gaan en daar half weggevreten mensen aantreffen die hen smeken om een einde aan hun leven te maken. Je ziet alleen beelden vanuit de politieauto , de buitenkant van het huis, maar de schreeuw om hulp die je hoort gaat door merg en been.

The Bay is een goed voorbeeld van perfect en consequent toegepaste ‘found footage’ die door de beperkte focus en bewust opgelegde documentaire vorm een afstand creëert tussen het getoonde en de kijker. Alsof je een verzameling youtube filmpjes bekijkt waarvan je af en toe ‘wauw’ zegt en het dan na een filmpje of vijf wel weer hebt gehad. Het is vluchtige ‘eyecandy’ waarvan de milieubewuste boodschap wordt overschaduwd door sensatie.

Resident Evil: Retribution

Nadat (project) Alice ons via een computerscherm even op de hoogte brengt van wat er in de afgelopen vier films zoal is gebeurd en we daarna even bij de neus worden genomen in een droom scène, is Alice terug waar ze begon, bij de Umbrella Corporation. Als gevangene duurt het niet lang voordat ze zich via strakke bewegingen in een nog strakker sm-pakje een weg naar de vrijheid gaat knokken met de hulp van een mysterieuze Oosterse dame die dit keer het rode jurkje aan heeft.

De weg naar de vrijheid gaat via diverse simulaties die het naargeestige bedrijf heeft ontwikkelt om te zien wat de uitbraak van het virus zoal met mens en dier doet. Na de initiële zombies, krijgen we gemuteerde zombies, reuzen met bijlen, een nazi doodshoofdeskader in lederhosen en een gigantisch hersenhoofdmonster op vier poten. In antwoord daarop krijgen we dus na de initiële trap en slatechnieken die nog altijd vol overtuiging worden uitgevoerd door Alice (Milla Jovovich) een niet aflatende kogelregen door haar en haar bad-ass trawanten, die de originele betekenis weer terug geven aan de term ‘bullet time’.

Dat neemt niet weg dat het leentjebuur spelen bij Dawn Of The Dead (remake), Aliens en ook wel degelijk The Matrix het gevoel geeft dat de ideeën armoede nu echt heeft toegeslagen. Daarnaast keert de film terug naar de basisomgeving van de game, maar doet dat eigenlijk op een zo slechte CGI potpourri manier, dat het oninteressante non-verhaal zelfs geen visueel genot kan geven. Dat Alice & Co aan het einde al weer klaar staan voor het volgende hoofdstuk geeft de kijker de indruk dat hij een slechte vervolg comic aan het lezen is, waar geen einde aan schijnt te komen. Het wordt tijd om dit abonnement stop te zetten, want ook al weet ik niet hoe het af zal lopen, interesseren doet het me allang niet meer.

Prometheus

Alien. Aliens. Alienxb3. Alien Resurrection. Prometheus. Zie hier het ‘conflict’.

Prometheus kan gezien worden als een prequel, wat er zich nu eigenlijk vóór Alien heeft afgespeeld. Het is iets dat Ridley Scott, regisseur van beide films, interessant genoeg vond om in te duiken. Het magistrale beeld van de zogenaamde ‘Space Jockey’ uit de eerste film deed de fantasie op hol slaan over wat de betekenis hier van was. De invulling van die betekenis is een zeer interessante geworden en leidt ons terug naar het ontstaan van de mensheid, maar op een manier die niets te maken heeft met een man met een baard.

Wetenschapper Elizabeth Shaw (Noomi Rapace) vindt met haar vriend de zoveelste aanwijzing dat het ‘meer tussen hemel en aarde’ een toch tastbaarder vorm heeft dan verwacht. Een rotstekening wijst op een verzameling planeten, waar zich de oorsprong van de mensheid wel eens zou kunnen bevinden. Vergezeld door een groep van divers pluimage maakt ze een ruimtereis op zoek naar het bewijs, waarbij er natuurlijk meer wordt ontketend dan wie dan ook op was voorbereid.

Er zijn vele pluspunten te noemen van de film. Het ziet er allemaal weer fantastisch uit. Alles is tot in de puntjes verzorgd. Fantasievolle, doeltreffende futuristische gadgets van een zaklamp met drie lichtbronnen tot een vliegende bol die de omgeving in kaart brengt. Maar ook complete ruimteschepen, voertuigen, planeten en gruisstormen. Allemaal adembenemend. Zoals reeds gezegd is ook het uitgangspunt, waar komen we vandaan, uiterst intrigerend. Het verhaal er om heen wordt zorgvuldig opgebouwd. Toch zijn er mankementen. Enerzijds hebben die te maken met het ‘conflict’. Er zit geen ‘alien’ in de titel van de film. Scott wilde niet klakkeloos voortborduren op de hoogtepunten van zijn meesterwerk. Dus geen facehuggers, aliens of ontwerper Giger dit keer en toch ook weer wel. Want loslaten kon hij het toch ook weer niet. Dus krijgen we een soort afgeleide versies, die je onmiddellijk tot een vergelijk dwingen, wat afleidt van de op zich mooie vondsten. Maar ook op andere vlakken vind het vergelijken plaats. De samenstelling van de crew lijkt wel heel erg op die van Alien. Op zich natuurlijk helemaal niet zo gek, want voor zo’n uitstapje heb je nu eenmaal een bepaalde samenstelling nodig. Maar je kunt het verhaaltechnisch ook overdrijven. Wéér een vrouwelijke heldin is tot daar aan toe, maar om de menselijke robot nu ook weer te laten eindigen zoals in een sequel gebeurde is vragen om kritiek. Simpelweg flauw vind ik de manier waarop in een soort epiloog de harde link wordt gelegd naar Alien. Het zijn slechts enkele voorbeelden van het ‘conflict’, maar er zitten meer haken en ogen aan deze film.

Hoewel de opbouw van het verhaal zorgvuldig wordt gedaan, gaat het een beetje mis als de ellende de pan uit rijst. Er zijn dan te veel acties tegelijk op diverse fronten waardoor ze niet het gewicht krijgen dat ze verdienen. De balans is een beetje zoek, wat ook nog ten koste gaat van de spanning. Verder is de uitwerking van sommige van die acties niet bevredigend. De zeer persoonlijke confrontatie van Elizabeth met het buitenaardse had veel meer aandacht behoeft en over de zware gevolgen wordt d.m.v. wat nietjes wel heel makkelijk heen gestapt. Ongeloofwaardig en onnodig is het feit dat robot David (Michael Fassbender) zonder veel moeite zijn weg vindt in het buitenaardse ruimteschip, waarbij het communicatieve gat tussen de voorvader en het ontstaan van de pratende mens wel erg makkelijk wordt overbrugd.

Een laatste punt van kritiek is het feit dat het antwoord dat je krijgt op de vraag over het ontstaan van de mensheid niet afdoende is en weer nieuwe vragen met zich meebrengt. De film leek wat dat betreft toch een belofte in zich te hebben die niet wordt waargemaakt en zelfs ruimte laat voor een vervolg.

Het kan natuurlijk ook nooit helemaal goed gaan met dit soort dingen. Als er te weinig overeenkomsten waren met het origineel hadden we geklaagd. Als er teveel overeenkomsten waren geweest met het origineel hadden we geklaagd. Nu het er tussenin ligt klaag ik. Fans hebben altijd wat te klagen.

Toch heb ik ook enorm genoten. Voornamelijk van het dik twee uur lang in een fantastische wereld te zijn, waar dromen en nachtmerries elkaar vinden.

 

Ps. Voor de stripfanaten: vond je de voorvader ook niet een beetje lijken op stripfiguur Den (van Richard Corben), maar dan getekend door Enki Bilal?

The Avengers

Avengers assemble. Avengers dispute. Avengers kick ass.

Dat zou de film mooi samenvatten. Van Loki komt de dreiging die bestreden moet worden. Een God met grootheidswaanzin (kan dat?) en vooral veel family issues. Daar is de gewone sterveling niet tegenop gewassen. Het wordt dus tijd dat een geheim project onder leiding van Nick Fury (S.H.I.E.L.D.) wordt opgestart: The Avengers. Het idee om superhelden – die eigenlijk onderling niet eens zo veel met elkaar op hebben – samen te brengen in één team om in noodgevallen (als deze) een sterke vuist te kunnen maken. De rustige aanloop begint. Het verzamelen van de eigenzinnige individuen. Iron Man, Black Widow, Hulk, Captain America, Thor, Hawkeye… Een aardige introductie, waarbij duidelijk wordt dat de meesten toch vooral met hun eigen sores bezig zijn en dit op hun eigen manier op willen lossen. Dispute. Maar, ‘when the shit hits the fan’ komen ze natuurlijk tot het inzicht dat ze samen sterker zijn, elkaar aanvullen en de vijand mogelijk kunnen verslaan. Kick ass.

Ik had van tevoren grote twijfels of deze verzameling van grote persoonlijkheden wel tot één samenhangend geheel gekneed kon worden. Dat is wonderwel geslaagd. Juist door het verhaal zeer simpel te houden kan ieders eigen identiteit aandacht krijgen en zowel behouden worden als ten dienste staan aan een groter geheel. Dat levert leuke confrontaties op tussen zowel de helden onderling als tussen de wrekers en Loki met zijn leger uit het heelal. Naast de voortreffelijke eye-candy in het ultieme gevecht (waarbij je nauwelijks tijd hebt om je af te vragen waarom wezens met hogere intelligentie toch met zulke basale aanvalstechnieken en wapens de mensheid dwars moeten zitten) zit de film vol met zeer geslaagde humor van vooral de altijd droogkomische Tony Stark die met zijn supergave high tech pak de show meerdere malen steelt. Een andere, zeer grote verrassing voor mij is de Hulk. In zowel de film van Ang Lee als Louis Leternier was het gedrocht nooit dat wat het moest zijn om te overtuigen. Zowel de afmeting als zijn uiterlijk waren gevoelsmatig niet in orde. Nu is het dan eindelijk voor de bakker. Goeie afmeting, goeie kop en één brok ongecontroleerde explosieve kracht die ook nog eens twee van de beste grappoen van de film heeft. Hulde!

Dit smaakt naar meer. Er zijn mogelijkheden genoeg. Dat meer gaat ook komen, dat staat al vast. Hopelijk zetten ze het voort op deze overtuigende manier.

Ps. Toch kwam het leukste 3D fragment van de avond uit de korte trailer van Dispicable Me, die volgend jaar in de bioscoop te zien zal zijn.