The Fighter

The Fighter

Christian Bale speelt broer Dicky, die ooit zelf bokser was en zijn moment heeft gehad tegen Sugar Ray Leonard. Terend op die roem is hij nog altijd een lokale held in Lowell, de stad waar hij opgroeide en nog steeds woont. Maar hij is ondertussen een aan crack verslaafde junkie, die denkt dat zijn moeder van niets weet. De documentaire die ze over hem maken zet hem in een ander daglicht dan hij zelf denkt. Hij is wel degene die zijn broer alles heeft geleerd over boksen en hem nog altijd traint, als hij tenminste op tijd komt.

Thuis is bij moeders en zeven zussen, die er allemaal even ‘apart’ uit zien. Zwaar rokend, met ontplofte kapsels, ‘fijnzinnig’ taalgebruik en één blok vormen. Want het is wel familie en ze staan altijd klaar voor elkaar.

De gevechten die Dicky en zijn moeder voor hem uitzoeken dragen niet bij aan zijn ontwikkeling. Hij is eerder een opstapje voor andere boksers om verder te komen. De stiefvader en een agent/trainer zien dat het niet goed gaat. Ze hebben het beste met hem voor, ook al gaat dat tegen de familiewensen in.

Het meisje uit de bar ziet hem wel zitten en wordt zijn vriendin. Ook zij klikt niet met zijn familie en dwingt hem een keuze te maken, voor haar, voor zijn carrixc3xa8re, tegen zijn familie.

Het in zichzelf gekeerde middelpunt in deze heksenketel is bokser Micky Ward (Mark Wahlberg), die ook wel door heeft dat het zo niet verder kan, maar zich evenzeer bewust is van het feit dat hij heel veel te danken heeft aan zijn broer.

De zoveelste boksfilm, die qua uitkomst geen verrassingen in petto heeft. Het gaat echter om de strijd die Micky buiten de ring voert, om een evenwicht te vinden tussen familie, vriendin en werk. Waar ligt zijn loyaliteit? Welke keuzes moet hij maken? Wat zijn de gevolgen?

Het is inderdaad een heksenketel, met als stralend middelpunt het inderdaad Oscar waardige optreden van Christian Bale die wederom laat zien wat een top acteur hij is. Met al die mensen die aan Micky trekken en duwen, maar daar ook weer hun eigen redenen voor hebben die niet allemaal zo zwart wit zijn als het lijkt. Het is deze gelaagdheid en het prachtige spel dat de film zo indrukwekkend, invoelbaar, soms pijnlijk humoristisch en boeiend maakt.

Ook deze film is op feiten gebaseerd. De feiten zien we even terug in de vorm van de twee echte broers die we bij de aftiteling in beeld zien. De hyperactieve Dicky en de rustige Micky. Een mooi eindshot.

Whip It

Whip It

Bliss Lavender is een buitenbeentje in een alweer zo’n doorsnee Amerikaans klein dorpje, Bodeen in Texas, vol godvrezende inwoners. Haar moeder heeft het er moeilijk mee, zeker als Bliss met blauw geverfd haar verschijnt op één van de dagen waarop ze mee doet aan zo’n wedstrijd waarin ouders hun kinderen graag gekroond zien worden tot prinses van de maand. Toch heeft ze het beste voor met haar dochter en gaat ze op haar beurt ook mee naar een dumpstore waar ze een hasjpijp aanziet voor een mooie vaas. Vader zit er een beetje tussen in, hij moet eigenlijk wel lachen om het gedrag van zijn dochter, maar moet natuurlijk wel doen wat ma zegt en laat het meestal aan beide dames over om tot een oplossing te komen.

Bliss neemt haar beste vriendin mee om stiekem naar de Rollerball te gaan. Er gaat een geheel nieuwe wereld voor haar open, vol coole chicks met tattoo’s en vette namen als Iron Maven, Jackie Daniels, Smasley Simpson, Maggie Mayhem, Princess Slaya en Jabba The Slut. Wild rolschaatsen op een korte ronde baan en punten verdienen door tegenstanders in te halen, of dit te voorkomen door hier en daar een elleboog te gebruiken. Een ruige sport! Het brillenmeisje wil wel wat ballen laten groeien en doet mee aan een try-out van de rolschaatsende meiden die haar toevertrouwen dat ze haar eigen held kan worden. Ze blijkt talent te hebben en mag meedoen. Nu alleen nog even leren hoe je ‘contact’ maakt in deze ‘contact sport’. Bliss wordt Babe Ruthless en wordt opgenomen binnen de wilde Rollerball familie, zonder haar eigen lieve zelf te verliezen overigens. Hallo zelfvertrouwen, vaarwel schulp. Al gauw doen zich echter problemen voor.

Bliss wordt weergaloos innemend gespeeld door Ellen Page. Het script is zeer grappig, vol mooie vondsten en goede teksten. De lol van het maken van deze film spat van het doek. Dat compliment kan Drew Barrymore met dit regiedebuut in haar zak steken. Zelden werden tienerproblemen zo lichtvoetig aangepakt, maar het werkt nog ook. Zelfs als alles fout lijkt te gaan hou je als kijker het gevoel van vertrouwen dat het toch wel goed zal komen. Een heerlijk gevoel, voor de afwisseling. All is full of love. Sort of…


The Wrestler

The Wrestler

Hij heeft een zwarte winterjas aan. Zo’n bollige, met horizontale stiksels die de jas in brede banen verdeeld. En met van die witte wollige binnenvoering, die er aan de achterkant al uitkomt door een winkelhaak. Het is een oude jas. Op één plek wordt een opengescheurde plek bijeengehouden met diverse nietjes, alsof het een paar dagen oude wond is met de hechtingen er nog in. Op een andere plek was een nietje niet voldoende en is er duct-tape gebruikt. De scheur onder de arm is maar gelaten voor wat die is…

De jas is een perfecte metafoor voor de hoofdpersoon van de film, the wrestler, fenomenaal gespeeld door Mickey Rourke. Wat zeg ik, hij speelt dit niet, hij is het. Hij is Randy “The Ram” Robinson. En je kunt je ogen niet van hem afhouden. Van dat enorme lijf, gehavend tot en met, en dat gezicht, in het echte leven vermalen door het boksen en door de plastisch chirurg weer bij elkaar gelapt tot een vreemdsoortig geheel, dat doet vermoeden dat de make-up die hij droeg voor Marv in Sin City nog niet helemaal verwijderd is. Mickey heeft zelf genoeg ups and downs meegemaakt om zich in te kunnen leven in deze rol.

De film is een prachtig portret van een Amerikaanse (show)worstelaar die zijn beste dagen wel heeft gehad, maar eigenlijk niets anders kan en ook niets anders wil dan zijn vak uitoefenen. De wereld om hem heen wordt zeer menselijk en echt in beeld gebracht. Natuurlijk is het een show, maar de klappen zijn hard. Voor een man op leeftijd komen ze dan ook dubbel zo hard aan en alles geneest twee keer zo langzaam. Er is oog voor detail, in alles. De hard-rock muziek die hij zo goed vindt, die trouwens toen ook al zo fout als wat was (Cinderella, Quiet Riot, Rat Attack). De aanloop naar een wedstrijd en wat daarbij komt kijken, zoals het bleken van zijn haar, een zonnestudio (met sokken aan) of snelbrons uit spuitbus, het scheren van de oksels terwijl hij zijn brilletje op heeft om het goed te kunnen zien. Het koffertje op wielentjes dat hij achter zich aantrekt op weg naar de show. Want in de ring hoort hij thuis, ondanks andere mogelijkheden (werken in supermarkt, relatie met stripper) die hij uiteindelijk niet aan kan. Alleen daarbuiten kunnen ze me pijn doen, zegt hij, doelend op de wereld buiten die ring.

De schrijnende menselijke tragiek wordt heel mooi in beeld gebracht, zowel qua verhaal als via het acteerwerk. De lichamelijke en geestelijke pijn komen keihard binnen en blijven nog lang nabloeden in je hoofd.