Pulled Apart By Horses – Sugar Factory Amsterdam, 25 februari 2012

Op weg naar de Sugar Factory zie ik op de Dam een hele lange rij Engelse meiden oversteken. Hoe weet ik dat ze uit Engeland komen? Door hoe ze er uit zien. Het is een paar graden boven nul en ze lopen er bij alsof het zomer is. Met hun compacte lijven in veel te korte broekjes, rokjes en shirtjes. Erg ordinair, maar heel gewoon in hun thuisland. Ik had echter nooit gedacht dat dit een bruggetje kon vormen naar het concert van Pulled Apart By Horses. “It’s Saturday fucking night in Amsterdam” roept James Brown, gitarist van de band. “That’s when all the cunts from England come over and wreck your town”. Gelukkig doen deze Engelsen dat op een andere manier.

Het komt zelden voor dat een bandje in een voorprogramma een grote indruk achter laat. Ik kan ze waarschijnlijk op één hand tellen. Ik herinner me bijvoorbeeld Placebo in het voorprogramma van Foo Fighters in Paradiso in 1996. Maar dus ook Pulled Apart By Horses als opwarmer voor Blood Red Shoes ook al in Paradiso op 17 maart 2010. Toen moest hun eerste album nog uitkomen. Nu hebben ze net hun tweede cd uit, Tough Love, die op het eerste gehoor nog steeds een heerlijke eclectische mengelmoes laat horen van schreeuwpunk, metal en garage, vol stuiterende afwisseling, gitaarmuren, maar ook rijk is aan details en zelfs gevoel voor melodie kent. Helaas zijn die laatste twee wat ondergesneeuwd in de brei van de live uitvoering vanavond. Neemt niet weg dat deze band bekend staat om hun live optredens. Energieker dan dit tref je het niet vaak aan en deze keer duikt frontman Tom Hudson al direct tijdens het eerste nummer (I Punched A Lion In The Throat) het publiek in om ze wakker te schudden. Het publiek heeft echter tot halverwege de set nodig heeft om helemaal wakker te worden en weet tijdens Some Mothers pas echt tot een kleine moshpit uit te groeien. Hoogtepunten van beide albums komen voorbij in sneltreinvaart, Tom begeeft zich voor een tweede keer onder de mensen en James gaat tijdens een nummer links van het podium de trap op, klimt over de reling en springt van een dikke twee meter al spelend het podium weer op. Het gemxealeerde publiek (van cowboyhoed tot hanekam) vermaakt zich uitstekend en krijgt tijdens het laatste nummer High Five, Swan Dive, Nose Dive nog een mooie stunt van daredevil James, die de zaal in loopt, achterin op de bar klimt, daar een tijdje staat te spelen, het publiek in duikt, over de grond rolt om daarna het podium weer op te zoeken.

Er volgt nog een toegift met twee nummers, waaronder een cover van het smerigste nummer van Nirvana genaamd Tourette’s.

Een kort concert. Fifty minutes only. But fifty adrenaline fucking filled minutes.

Tim Christensen – Sugar Factory Amsterdam 5 november 2010

05112010008

Tim Christensen is weer terug in Nederland voor een korte tournee. Overmorgen zal hij ons daar ook iets over meedelen in Utrecht, maar dat weet ik nu nog niet. Nu weet ik dat ik voor de tweede keer in de Sugar Factory ben, met vrouw en twee vrienden en allemaal zijn we enorme fan van deze kleine Deen, zijn fantastische muziek en dito band. Geen voorprogramma, maar direct om kwart voor negen spelen. Het wordt weer anderhalf uur lang genieten. Het is namelijk een bijna perfect concert. Het geluid is loepzuiver, het vakmanschap is in het spel van de gehele band te horen en het publiek is zeer enthousiast, wat maakt dat de band iets losser lijkt dan de vorige keer dat we ze zagen. Aangezien het oeuvre ‘slechts’ drie solo cd’s telt, maar elke cd bol staat van de parels is bijna elke greep hieruit een goede. Natuurlijk heb ik mijn voorkeuren en luister ik liever naar Tell Me What You Really Want dan India, die allebei voorbij komen, maar het blijft altijd genieten van het samenspel en vooral de ongelooflijke mooie stem van Tim zelf. Van elke cd komen ongeveer evenveel nummers voorbij, dus het is een mooi overzicht van ’s mans werk. Voor het eerst sinds lange tijd (nou ja, gisteren nog in Eindhoven gespeeld, grapt Tim) spelen ze Lost & Found, ook leuk om weer eens te horen. Eén van de hoogtepunten deze avond is de uitvoering van Get The Fuck Out Of My Mind, dat via een jam over gaat in Screaming At The Top Of My Lungs. Dat laatste nummer is dan eigenlijk een korte, heavy versie van Whispering At The Top Of My Lungs. Tim vertelt dat ze in eerste instantie Whispering... in een luide versie hadden opgenomen. Toen dachten ze van naaahh, dat is het niet helemaal. Vervolgens namen ze een zachte versie op en alweer was het naahhh, ook niet helemaal. Uiteindelijk is het de variant geworden die op de cd te horen is en zeer dynamisch is. Dit nummer spelen ze dan ook. Het is een te gek nummer, maar door de opbouw van de set, dus vlak na de uitbarsting van Screaming… komt het een beetje over alsof ze hetzelfde nummer nog eens dunnetjes over doen. Wat mij betreft

Setlist 05-11-2010

een minpuntje in de opbouw van de setlist. Dat probleem komt ook naar voren in de keuze voor het laatste nummer van de toegift. Na het intieme Love Is A Matter Of Distance volgt het titelnummer van de laatste cd Superior en eindigt de band met Silverflame, het enige Dizzy Mizz Lizzy nummer van deze avond. Ook weer een heel mooi nummer, maar niet echt als afsluiter van een concert, naar mijn mening. Als de band afscheid neemt en al buigend de ovatie in ontvangst neemt heb ik het gevoel dat er nog meer in zou zitten. Hoewel met de zaklamp wordt geseind dat het licht aan kan, breekt er nog even een heftig applaus en gejoel uit om meer, waarbij zelfs de vaste roadie even opkijkt om te zien of Tim misschien toch nog terug komt. Helaas.

Ik mis een ultieme afsluiter als Falling To Pieces. Als ik de vriendelijke roadie om de setlist vraag, zie ik dat dit nummer wel als laatste was opgenomen, maar met viltstift weer was doorgestreept. You can’t win ‘em all…

Mintzkov, Sugar Factory Amsterdam, 16 oktober 2010

DSC00476

Mintzkov is ook zo’n bandje dat ik net als Biffy Clyro al vanaf hun debuut volg. Ook hen zie ik voor de tweede keer tijdens dezelfde tour. “De eerste keer in de Sugar Factory” merkt zanger/gitarist Philip Bosschaerts op. “Voor jullie ook?”, vraagt hij. Jazeker. Een kleine, brede zaal is het, met een laag podium. Zo laag dat als je er tegenaan zou gaan staan, je de vriendelijke zanger over zijn bol zou kunnen aaien. Vandaar dat er het gehele concert een gepaste afstand wordt bewaard, waardoor enkele fotografen zich uit kunnen leven in het niemandsland dat er aldus ontstaat.

Een fijn optreden wordt het, met weinig verrassingen t.o.v. de vorige keer. Het is toffe luistermuziek waarbij je ondertussen lekker staat te wiebelen met je kont op de dansbare maat van de muziek. Althans, als ze er niet van die heerlijke rare ritmes in gooien, want dan moet je even twee keer aan dezelfde kant schudden. Ook nu komt in sommige songs alles wat deze band zo goed maakt samen en wordt de som der delen meer dan wat je op de cd hoort en stuwt de muziek je richting hogere sferen.

DSC00472

Helaas gaat er iets mis. “Is er een drumstel in de zaal?” roept Philip gekscherend. Er zijn wat problemen mee. Microfoons vallen zomaar uit de houder en voor het drumstel zelf moet ook mankracht en moersleutel worden ingezet om het geheel staande te houden. Het doet overigens niets af aan het optreden zelf. Met bassiste Lies Lorquet lijkt ook niet alles in orde. Ze lijkt geirriteerd, schopt ietwat baldadig tegen een speaker en loopt twee keer naar achteren, om achter de drummer te gaan staan. Voor betere communicatie? Of om hem een steun in de rug te zijn? Ze duwt zelfs op een gegeven moment met haar hoofd tegen zijn rug, om een seintje te geven denk ik. Het ziet er in ieder geval leuk uit, hoewel ze er zelf niet om kan lachen. Een ander leuk detail is dat soms als ze moet zingen, ze op haar tenen gaat staan om beter bij de microfoon te komen. Ondertussen flink doorploegend op haar bas. Als ze bij terugkomst op het podium voor een toegift een hele lieve buiging maakt richting publiek, maak ik in mijn hoofd een buiging terug voor deze band, die me nog nooit heeft teleurgesteld.