The Hickey Underworld – Paradiso (bovenzaal) Amsterdam, 12 februari 2012

De band komt het podium op. Younes Faltakh doet zijn gitaar om en loopt naar de microfoon. Hij spreekt ons toe: “Eén minuut stilte voor Whitney Houston… ná het concert”.

Dit wordt de vijfde keer dat ik deze band ga zien. In afwachting van de nieuwe cd – die toch een dezer dagen moet gaan verschijnen – heb ik mijn dochter meegenomen en staan we vooraan om de lading veelal nieuwe songs over ons heen te laten komen, op de bekende Hickey wervelwind-achtige wijze. Het worden maar 45 minuten helaas en ik merk dat de wervelwind van weleer toch een beetje is gaan liggen en dat sommige nieuwe nummers iets milder zijn. Dat hoeft nog niet te betekenen dat ze slechter zijn. Het is alleen wat moeilijk om nieuw materiaal tijdens een live concert goed te beoordelen.

Wat komt er zoal voorbij? Nieuw werk dus, zoals het nummer dat ik voor het eerst hoorde op het Play festival, een mysterieus nummer met een wat surfachtige sound, dat rustig begint maar er al gauw op volle kracht tegenaan gaat, om vervolgens de tegenstelling nog een paar keer te herhalen. Cold Embrace heet het, dat onmiddellijk wordt gevolgd door het meer rechttoe rechtaan werk in Space Barrio. Maar ook het vertrouwde werk krijgt een plekje als de band ons met bijvoorbeeld het heerlijke Flamencorps om de oren slaat. Als ik dit dan weer hoor lijkt het of ik bij het nieuwe materiaal de gekte een beetje mis, maar zoals gezegd is dat wat moeilijk te beoordelen. Afgezien van één man die vooraan staat te dansen of zijn leven er vanaf hangt, staat het publiek, dat niet in al te grote getale hierheen is gekomen, wat hoofdschuddend (op en neer dan) mee te deinen op de muziek, maar een echte vibe blijft helaas uit. The Hickey Underworld doet zijn best, de bassist spuugt zelfs (per ongeluk) op een roadie (!) en ze zijn ook niet te beroerd om terug te komen omdat wij niet te beroerd zijn om ze terug te roepen. ‘Going out with a bang’ is echter niet van toepassing op de toegift. Er wordt namelijk gekozen voor wederom een nieuw nummer, genaamd Martian’s Cave, dat (voor Hickey begrippen) rustig is, zeer sfeervol, met slepende zang, donker, geheimzinnig, mooi. Hierna volgt het rustigste en meest commerciële nummer (Future Words) van hun debuut, om de avond op optimistische wijze af te ronden. Zanger Younes is daarbij zo vriendelijk om mijn buurman en mij een blikje bier te geven uit eigen voorraad en mijn dochter een flesje water. Het gegeven paard kijk ik niet in de bek, maar ik geef het weer door aan mijn achterbuurman, want ik drink geen bier.

Na afloop loop ik nog even naar de verkoop van merchandise en zie tot mijn grote verrassing dat de nieuwe cd op de tafel ligt te pronken. Ik vraag hoe lang die al uit is. Morgen ligt hij pas in de winkel, vandaag al hier verkrijgbaar, wordt mij medegedeeld. Ik koop ‘m en praat dan nog kort even met Younes, die er ook bij is komen staan. Thuis moet ik de cd maar eens goed tot mij nemen. Ben zeer benieuwd.

Play Festival – Muziekodroom Hasselt 1 oktober 2011

4000 bezoekers kwamen af op twee dagen lang muzikaal vertier tijdens het Play Festival te Hasselt. Verdeeld over vier zalen is de vrijdag 30 september vanaf tien uur tot de vroege uurtjes volgestopt met dubstep, drum ’n bass, future beats en nu disko om de volgende dag met een extra zaal en al vanaf vijf uur voornamelijk heerlijk te rocken tot na middernacht. De opening van het clubseizoen, noemen ze het, met voornamelijk veel Belgische inbreng.

Die vrijdag is niets voor mij, dus is het op zaterdag dat ik afreis naar het land van onze zuiderburen, waar ik nog wat connecties heb uit een verlicht verleden, waardoor mijn slaapplaats op slechts een kwartier rijden is gewaarborgd en ik een bekende eindelijk weer eens zie optreden.

BlackBoxRed

Het muziekodroom is gehuisvest aan de rand(weg) van Hasselt, op een industrieterrein. Parkeren kan gratis en op aanwijzing van verkeersregelaars. Ik ben er vroeg (even voor vijf uur) en er is plaats zat. Het prachtige weer laat ik achter mij door de donkere ruimte van het pand te betreden, op zoek naar ‘Mini Fuzz’, de plek waar de Nederlandse groep BlackBoxRed zal optreden. Met mijn rug naar de tap/mengtafel is het vier stappen naar het podium, dat drie passen breed is en ver onder de knie zijn hoogste punt kent. Huiskamerformaat. De dame (Eva, zang & gitaar) en heer (Stefan, drums) staan in het door een handjevol rode spotjes verlichte podium en spelen muziek die erg doet denken aan Blood Red Shoes. De bezetting draagt natuurlijk ook zijn steentje bij. Een nummer als Scream Louder geeft een goede indruk daarvan. In het half uurtje dat ze tot hun beschikking hebben laten ze horen dat ze in deze minimale bezetting flink van leer kunnen trekken. Extra ondersteuning is er in de vorm van een keyboard, dat Eva in Get A Grip zelfs eventjes tegelijkertijd bespeeld met haar gitaar! Het is nog niet zo druk in het complex, dus ook hier staan niet zo veel mensen, die een beleefd applaus laten horen, maar geen stap dichterbij het podium komen om de leegte op te vullen, hoewel de frontvrouw dit vriendelijk verzoekt. Een typisch geval van opstarten en kat uit de boom kijken.

Willow

Het is even zoeken naar de juiste zaal, hoewel het gebouw vrij simpel is ingedeeld. Buiten, voor de ingang is de grote chill ruimte, waar je kunt hangen in zitzakken en een pintje kan scoren. Rechts is de ingang van een zaal die Scar heet. Links daarvan een trap naar boven met een plattegrond van de overige zalen. De Mini Fuzz direct rechts en de Beep (als ik het goed heb) daar achter. Als je links gaat kom je de Fuzz en Zoot tegen. De volgende band die ik wil gaan zien ken ik helemaal niet, maar heb ik geselecteerd op basis van een prachtige versie van het nummer Two Children dat ik op internet tegen kwam en mij gebiologeerd deed afvragen wanneer die dame in het midden zou beginnen met meezingen. Ze zit zo lief met haar voetjes bij elkaar, maar hoort natuurlijk niet bij de band en vergat als presentatrice het podium even te verlaten denk ik. Als ik de Fuzz in loop, herken ik de band dan ook niet en ik denk dat ik verkeerd ben gelopen, kijk naar de zaal er naast, maar daar is weinig gaande, dus terug naar de groep die wel degelijk Willow is, waarna ik hun muziek over me heen laat komen. De energie spat van deze band af. De muziek doet soms denken aan Bloc Party, maar dan wat meer eighties, of zo. Wat me wel bezig houdt is de zang, die af en toe niet geheel, of geheel niet zuiver lijkt. Ligt dit aan mij? Tijdens de veertig enthousiaste minuten laat de band ons weten dat een album in het verschiet ligt. Ik ben wel benieuwd, maar door de indruk die het akoestische nummer op YouTube maakte, valt dit optreden een beetje tegen.

SX

Na de inwendige mens in het centrum van Hasselt te hebben versterkt begeef ik mij opnieuw naar Fuzz waar de band SX zijn opwachting maakt. Nog voordat ik van dit festival had gehoord kwam ik de naam SX al tegen in een of ander blad. Ik ben eens gaan kijken naar hun clip Black Video die me direct bij de lurven greep door de bebrilde blonde deerne die het beeld domineert. De muziek deed me vagelijk denken aan Bel Canto, om maar eens een dwarsstraat te noemen. Ritmisch, dansbare electropop met melancholische sferen. Bij het vooraf bekijken van de verschillende bands die op dit festival spelen loop ik opnieuw tegen de clip aan. Maar eens even live checken dan. De band bestaat uit drie leden. Een drummer, een toetsenist/gitarist en Stefanie, de blonde deerne in kwestie, die ook toetsen beroert en de zang voor haar rekening neemt. Met die zang zit het wel goed, want ze heeft een mooie, heldere, sterke stem. Wat betreft de muziek valt het me wat tegen. Die is namelijk vaak erg simpel opgebouwd, mist de melancholische kwaliteit van Black Video en kan daardoor minder boeien dan ik had verwacht. Ook deze band is beginnend. Een EP moet dit jaar uitkomen en een album in 2012.

The Rott Childs

Deze band brengt mij in de Scar op de begane grond. De zaal is heel langgerekt, met een bijna even zo lange bar aan de linkerzijde. Door de mengtafel aan het einde van de bar te plaatsen, wordt de ruimte tot het podium aanzienlijk verkleint, wat niet echt bevorderlijk is, aangezien er, zeker later op de avond, heel wat mensen komen, waarvan een deel de show dan niet goed kan zien. The Rott Childs bestaat o.a. uit leden van het illustere gezelschap El Guapo Stuntteam dat het Muziekodroom dik twee jaar geleden nog onveilig maakte met een brandgevaarlijk optreden. De cd Riches Will Come Thy Way, A Musical is al uit, maar heeft mij nog niet bereikt. Ik moet het dus met deze eerste indruk doen en dat is verre van gemakkelijk. Niet alleen omdat de muziek ingewikkeld in elkaar steekt en van tempowisseling naar melodiewijziging gaat, maar vooral omdat het geluid bar slecht staat afgesteld. De drums komen boven alles uit en de muzikale lijn die er uit de gitaren opgemaakt zou moeten worden is bijna geheel afwezig. Moeilijk te beoordelen dus. Het lawaai dat ik hoor wordt wel vol overgave gebracht trouwens.

The Hickey Underworld

Op naar wederom de Fuzz, voor het optreden waar ik het meeste naar uit kijk. Sinds ze een onuitwisbare indruk bij me hebben achtergelaten op Pukkelpop 2009, heb ik ze nog eens in de bovenzaal van Paradiso Amsterdam gezien, datzelfde jaar. Het werd dus tijd voor een nieuwe dosis muzikaal geweld dat deze band zo verschrikkelijk goed kan injecteren. Vanavond wordt geen uitzondering. Het geluid is opperbest waardoor de melodieën niet onder de brute kracht van deze band verwelkt. Vijftig minuten krijgen ze de tijd om hun dampende en eigenzinnige songs ten gehore te brengen, waaronder Blonde Fire, Zero Hour, Future Words en Of Asteroids And Men… Ook nieuwe songs ontbreken niet, waaronder een intrigerend nummer met een surf-achtige sound, Hickey style dan. Eind dit jaar zou er nieuwe cd moeten verschijnen en het zal tijd worden!

Benny Zen

De bekende die ik eindelijk weer eens zie optreden is Peter Houben, oftewel Benny Zen. Ik ken Peter nog uit de tijd van Nemo, het heerlijke indiepopbandje dat ik vroeger zeer vaak heb gezien. Hij heeft zijn tweede cd enige maanden geleden uitgebracht en ik hoor de volgende dag, als we elkaar nog even treffen, dat de promo’s voor het derde album al weer verstuurd zijn. Nu dan een plek op het kleinste podium Mini Fuzz, alwaar ik een goede plek heb qua zicht, maar minder qua geluid. Ik sta namelijk vlak voor de rechterspeakers en zelfs met oordoppen diep ingeschroefd klinkt het te hard en overstuurd. Niets aan te doen, want de rest van het zaaloppervlak is al bezet. Druk dus. Benny Zen heeft zich omringt met zijn Syphilis Madmen en deze gekke mannen hebben er zichtbaar lol in. Peter kijkt zoals gewoonlijk met zijn verwonderde ogen vanachter zijn bril het publiek in en lijkt zich altijd zeer bewust van wat er om hem heen afspeelt. Zoals het irritante koppel dat midden in de set aan komt lopen, de aandacht naar zich toe trekt door opvallend te gaan dansen, een drumstok van het podium pakt en er weer vandoor gaat. Gelukkig zijn er genoeg mensen die wel oprecht genieten van de muziek (en niet alleen van zichzelf), die aparte popliedjes die vaak opvallend hitgevoelig klinken in al hun eigenzinnigheid. Zoals het heerlijke Isabel en één van mijn favorieten I Got A Special Hammer For That. Maar ook het stuwende Let The Sunshine In Your Heart, wat een andere zijde laat zien. Naar het einde toe vertoont de band vrolijk baldadig gedrag – een leeg flesje wordt naar een roadie (?) gegooid, een handdoek volgt, maar blijft hangen op een microfoonstandaard. Peter sluit bijna ritueel elke song af met een uitroep en één arm in de lucht. Het blijft een aparte man. Als laatste nummer kiezen ze voor It Follows What You Do, wat nu niet echt een kraker is om mee af te sluiten, mijns inziens.

Drums Are For Parades

Na Peter te hebben begroet en een ‘bijpraat’ afspraak voor de volgende dag te hebben geregeld ren ik naar de Scum voor mijn laatste date met misschien wel de heftigste band van deze avond, Drums Are For Parades. Stoere mannen. Twee gitaristen, één drummer, een overdonderende stoomwals van geluid. Zwaar metaal! Toen ik voor het eerst hun song Opium Den Idiot Check van het album Master hoorde, greep dit meteen mijn aandacht door de inzet van een aantal blazers, dat echter geheel op zijn plek zit binnen deze dampende rauwkost. Live ondersteunen deze blazers de drie oermensen over de gehele linie, staande op de achtergrond in zwarte monnikspijen (!). Het is letterlijk dermate overdonderend, dat ik zo’n tien minuten vóór het einde compleet platgewalst en murw gebeukt ben. Ik sleep mijzelf naar de uitgang voor frisse lucht.

Slotoordeel? Wat een fijn festival is dit. Alles zeer goed en perfect op tijd geregeld. Voor iedereen die op zoek is naar bandjes die nog niet al te bekend zijn, maar die wel degelijk wat te vertellen kunnen hebben.

Mijn geschoten foto’s zijn helaas mislukt, maar hier kun je een goede indruk krijgen.

The Hickey Underworld – Paradiso Amsterdam, 8 november 2009

The Hickey Underworld

De glorie van België is bezig met een klein offensief in de Nederlanden. Na het voorprogramma van Das Pop was al duidelijk dat de band nog een keertje terug zou komen voor een eigen hoofdconcert in hetzelfde kleine zaaltje. Dan spelen we na Skunk Anansie, vertelde Younes Faltakh de afgelopen keer. Het is wat heen en weer rijden, want afgelopen week was er ook nog het 3voor12 optreden in Desmet met enkele andere bandjes. Je moet er wat voor over hebben.

Het concert staat aangekondigd voor 22:00 uur, deuren open 21:30 uur. Om 21:55 uur loop ik naar boven. Ik hoor nog klanken uit de uitverkochte hoofdzaal, alwaar ik heel even mijn hoofd om de hoek steek om de kale knikker van Skin te zien glimmen. In het kleine zaaltje is het bizar stil. Er loopt één man rond. Voor de rest lijkt het alsof hier niets gaat gebeuren. Ik ga zitten, in afwachting. Heel langzaam druppelen er wat mensen binnen. Ook de mannen uit de onderwereld zie ik verschijnen. Ze moeten hebben verwacht dat het niet storm zou lopen (want wie kent deze band uberhaupt) en rekenen op enige toeloop van verdwaalde Skunk fans die nog niet meteen naar huis willen gaan. Om 22:15 uur zie ik de vier Hickeys intiem worden in een groepsknuffel achter in de zaal, waarna ze het podium betreden. De zaal is ondertussen nog niet half gevuld met mensen, maar die blijken wel de juiste vibe te hebben.

Misschien nog wel harder en overdonderender dan de vorige keer vult de zaal zich met een orkaan van geluid. Hier worden gitaren gemarteld, de bas kaalgeplukt, het drumstel in elkaar gerost. In overtreffende trap. Jimmy Wouters mept zo hard dat er binnen drie nummers maar liefst drie drumstokken ter ziele gaan. Vind je het gek dat het tot drie keer vriendelijke verzoek van Younes om het gat tussen de band en het publiek te dichten door wat naar voren te komen grotendeels in de wind wordt geslagen? Ik sta eerste rij, maar als ik nog een stap richting het podium zet word ik van mijn sokken geblazen. Het duidelijke antwoord uit de zaal op de vraag van de zanger hoe het geluid voor ons is, is dan ook een volmondig ‘HARD’! Diverse nummers van de cd komen voorbij. Als er een song verkeerd wordt ingezet schudt de bassist even met zijn hoofd en springt vervolgens het podium af om tussen het publiek te gaan staan. Hij begint te klappen voor zijn eigen band en springt dan net zo snel weer terug om de zware baslijn in te zetten. Twee dames zie ik rechts helemaal vooraan staan. Ze lijken hier per ongeluk te zijn beland, maar kijken vol aandacht naar het optreden, om het toch wel voor gezien te houden na enkele nummers en diverse keren aan de oren te hebben gevoeld of die er nog aan zaten. Mijn oordoppen trillen in mijn oren. Maar wat is het weer goed. Wat komt dit aan. Wat komt dit over. Younes probeert nog eens een praatje. Hoe was Skunk Anansie, vraagt hij. ‘KUT’ roept iemand. Het geeft die vibe weer. Geen gelul, knallen! Er wordt niet eens zo veel langer gespeeld dan de vorige keer. Sommige nummers worden iets langer uitgesponnen, maar het duurt slechts 50 minuten. Maar och, veel meer dan 50 minuten van deze intensiteit is niet haalbaar, noch voor de band, noch voor het publiek, dat zelfs een ingelaste pauze eist als een vriendelijke man vier bier heeft gehaald en die aanbiedt aan de band. Ze maken er dankbaar gebruik van en beantwoorden het gebaar direct door hun gehele voorraad blikjes van hetzelfde gele vocht aan het publiek te overhandigen.

Een minuut of vijf na elven is het gedaan. Tot de volgende keer zegt de bevlogen zanger. De vier Belgen lopen de zaal in. Er wordt geklapt voor het uitgevoerde optreden, maar er wordt niet om meer gezeurd, want het was goed zo. Dat voelt iedereen. Tot de volgende keer. You bet!

The Hickey Underworld – Paradiso (bovenzaal) Amsterdam, 6 oktober 2009

Hickey 1

Kane speelt in de grote zaal. Het is uitverkocht. Aangezien ik iets te vroeg ben voor het optreden van The Hickey Underworld, loop ik naar het balkon van die zaal en zie ik een geinspireerd optreden van de Nederlandse band die me positief verrast. Het klinkt erg goed en de kaken van zanger Dinand komen gelukkig goed van elkaar, wat een positieve uitwerking heeft op zijn normaliter wat irritante manier van zingen. Want zingen kan hij wel. Spelen kunnen ze ook. Hits hebben ze genoeg, dus de drie songs die ik mee maak zijn me bekend. De vraag is echter, wat houdt de mededeling voor dit concert in: singles only. Dat er alleen singles (alleenstaanden) naar binnen mogen, een soort vreemdsoortig dating-concert? Of speelt Kane alleen hun singles? Voor het eerste lijkt me geen selectief deurbeleid mogelijk en voor het laatste vraag ik me af of Kane er wel genoeg heeft om een volle set mee te vullen. Het zijn de vragen des levens.

Tijdens Pukkelpop heeft de onderwereld me zo overtuigd, dat ik nu gewoon € 18,50 neer heb gelegd voor uiteindelijk dertig minuten muziek, waarna ik de hoofdact Das Pop voor gezien houd. Maar wat worden dat dertig heerlijke minuten. Als de band een half uur “te laat” begint proberen ze eerst het letterlijke gat te dichten tussen hen en het publiek. Kom toch wat dichterbij. Een simpele vraag, een goede zet en een harde voorwaarde om uberhaupt een wisselwerking te krijgen. Het overdonderende geluid van de groep laat mij wensen dat ik in een kolkende massa die ze verdienen geheel uit mijn dak ga. Helaas ben ik niet zo’n held en zal het voornamelijk kijkende publiek om mij heen geen eenzame danser zien. In mijn hoofd geniet ik echter met volle teugen. In de zeer beperkte ruimte die de band kan benutten, bonkt men al gauw tegen versterkers aan, of het drumstel, of geeft de zanger de bassist gewoon een (grappig bedoelde) duw omdat die in de weg staat, waarna deze over zijn monitors heen stapt en het uiterste puntje van het podium op zoekt, wat tot gevolg heeft dat de persoon die voor hem staat (ik dus) ongeveer met de neus tussen de bassnaren wordt gedrukt en in ieder geval kan rekenen op een sliert zweetdruppels die bij elke woeste beweging van deze potige bassist loskomen. Hier wordt hard gewerkt. Er wordt goed voor geklapt. Maar een feest zoals bij Pukkelpop wordt het helaas niet. Logisch ook. De meeste mensen zullen voor Das Pop komen. Voor wie beide bands kent en zich afvraagt waarom deze uitersten gekoppeld zijn: Das Pop was zeer onder de indruk van The Hickey Underworld en heeft de eerste cd van de band geproduceerd. Het gaat er nu om, om je zoveel mogelijk in de kijker te spelen. Desnoods op deze manier. Of volgende maand, als ze weer hier spelen, maar dan als hoofdact.

Hickey 2

Als de laatste tonen van kraker Of Asteroids And Men…Plus Added Wizardry verstommen kan ik het niet nalaten om even naar de zijkant te lopen, alwaar de bandleden zich ophouden. Ik steek mijn hand uit naar zanger/gitarist Younes Faltakh en complimenteer hem met het concert en hun muziek. Daarop komt bassist Georgios Tsarkiridis op me af en geeft me een berenknuffel. Hij is zeiknat van het zweet. Ze moeten nog snel zelf hun spullen van het podium halen en even later staat Younes t-shirts en cd’s te verkopen. Het begint onderaan de trap. It’s a long way to the top if you wanna rock ‘n’ roll, zong AC/DC ooit.

Pukkelpop 21 augustus 2009

Snow Patrol 1

Het is donderdagavond. Na de loodzware hitte van de dag neemt de temperatuur nu snel af. Er is een weeralarm uitgegaan. Je voelt de wind opkomen en wolken pakken zich samen. Op weg naar Pukkelpop. De evenknie van Lowlands bij onze zuiderburen. De lucht is ondertussen gitzwart geworden en hier en daar zijn er heftige regenbuien. Op de helft van de reis doemt een regenboog op. De mooiste die ik ooit heb gezien. Het is een volledige boog, met een lichtere, tweede boog daarbuiten. De boog geeft een vreemdsoortige, bovennatuurlijke scheiding in kleuren aan. Buiten de boog is het zeer donker. Binnen de boog kleurt de lucht geel-grijs. De boog lijkt een hemelpoort, die zich recht voor ons heeft geopend.

Pukkelpop 1

In Maastricht een hotel. Vrijdagochtend zijn we dan in no time in Hasselt. Of Kiewit moet ik zeggen. En in no time valt nog even tegen als het strak georganiseerde Lowlands parkeerbeleid hier ver te zoeken is en we voorbij P2,3,4 rijden op zoek naar P1, daardoor in een kleine file komen op de weg die de camping van het festivalterrein scheidt, en bij P1 te horen krijgen dat die vol is, waarna we rechtsomkeer kunnen maken, voor de tweede keer de kleine file in, maar nu de andere kant op, richting P2,3,4 alwaar we alsnog een plekje bemachtigen voor 6 euro. Een pitstop in de plascabine op het parkeerterrein voor de dames later lopen we een kleine twee kilometer naar het festivalterrein. We hebben kaarten voor maar één dag en moeten dus nog een polsbandje halen. Dat gaat supersnel. E-ticket afgeven bij A, bandje om door B, bandje dicht laten knijpen door C, bandje laten checken door D, fouilleren door E. Dan: het terrein op, plattegrond in de hand. Met een snelle blik zie ik dat ik de rechterzijde nauwelijks zal bezoeken (voornamelijk dance-gericht) en ik me dus kan concentreren op de Marquee met daarachter The Shelter en de Main Stage met daartegenover de Club. Onder de mooie vlaggen op het terrein tussen die laatste twee zullen we het meest bivakkeren. Voor nu, op naar de Club voor…

Yuko (12.35 – 13.10)

Vooraf heb ik alle acts die ik nog niet kende doorgenomen op MySpace om te kunnen bepalen waar mijn interesses liggen. Yuko kende ik niet, maar klonk zeer interessant. Het is een Belgisch bandje met jonge mannen (drie) en vrouwen (twee) die ingetogen liedjes maken, met fijne dynamiek die soms tot heerlijke uitbarsting komen. Daarbij maakt men wat opzichtig alternatief gebruik van bijvoorbeeld een oude koffiemolen of strijkstok op houtblok. Zanger, gitarist en voornaamste liedjesmaker Kristof Deneijs is op zijn blote voeten misschien ietsje vol van zichzelf, maar dat mag de pret niet drukken, want op deze vroege middag overtuigt de band wel degelijk. En voor wie nog niet wakker was, is dat na zijn allesdoordringende loepzuivere oerschreeuw tijdens een van de songs wel degelijk. Dankuwel. Wat een sublieme drumster overigens. Ze slaat, wrijft, aait, rammelt en roffelt, swingend, jazzy en doortastend. Ze houdt de maat met heerlijke omwegen en trekt de aandacht naar zich toe door haar hele lichaam mee te laten bewegen op de ritmes. De rest van de band is erg statisch, zit op stoelen en komt daar alleen bij het laatste nummer vanaf, dat dan ook meteen een hoogtepunt is. Kristof buigt voor het applaus en gooit nog even een cd het publiek in. Na een mooie zweefvlucht over de helft van het publiek dat er naar graait komt ie recht voor de voeten van mijn lief tot stilstand. Het enige dat ze hoeft te doen is haar voet er op zetten. De cd blijkt trouwens de dynamiek van het live spelen te missen. Iets dat bij Patrick Watson ook een rol speelt. Dus ga Yuko zeker live zien als je de kans hebt.

Suske en Wiske en de dubieuze doppen

Voordat je het terrein op gaat zie je al overal waarschuwingen hangen dat je geen flessen en blikjes mee mag nemen. Je ziet dan ook diverse door de wol geverfde Pukkelpop-gangers die hun goedkope vocht in een soort plastic lurk zakken schenken. Kennelijk is het geen probleem om eten en drinken mee naar binnen te nemen, alleen de verpakking is een issue. Als onze dames gefouilleerd worden (mijn vriend met veel grotere tas, maar de uitstraling van de engel Gabriel zelf mag natuurlijk zo door) mogen de plastic flessen water wel mee, maar zonder dop. Wat zegt u? Zonder dop. Rare jongens, die Belgen. Op het terrein gaat bier trouwens in een plastic beker en Cola of Fanta krijg je in een origineel plastic mini flesje, maar de dop houden ze! Als doortrapte Hollander denk ik meteen de volgende keer mijn zakken met doppen te vullen, maar al snel denk ik te begrijpen waarom ze in hemelsnaam een dop-verbod hebben, als ik enkele illegaal geimporteerde doppen in de grond getrapt zie liggen. Het is haast niet te doen om die er bij het schoonmaken van het terrein uit te krijgen. Point taken. Maar waarom dan niet gewoon frisdrank in een… plastic beker?

And So I Watch You From Afar (13.10 – 13.50)

Het drietal waar ik niet toe behoor gaat koffie scoren terwijl ik het hele terrein over cross naar The Shelter waar een band speelt die ik van naam kende, zelfs op mijn lijstje had staan om nog eens uit te checken en de muziek vlak van te voren dus ook even peilde op hun MySpace site, alwaar ik er achter kwam dat ze op hetzelfde label (Smaal Town America Records) zitten als een favoriet bandje van me: Fighting With Wire. ASIWYFA speelt instrumentale muziek. Als ik aan kom lopen zijn ze al bezig. Vol, vet, zwaar, heftig en bruut staan ze songs te kokkerellen die ze naar absolute kookpunten brengen. Een met militaire precisie uitgevoerd bombardement van (post)rock klanken, met alweer een hoofdrol voor een drummer, die een indrukwekkend spervuur van meppen uitdeelt. And So I Watch You From Afar. And So I Did. Want ik stond enkele nummers achteraan te genieten van dit overdonderende optreden, ondertussen op mijn horloge kijkend om helaas voortijdig weg te gaan bij dit viertal om me weer op tijd te voegen bij het met koffie volgelopen drietal, dat op mij staat te wachten bij de Club. Hier een leuke sfeerimpressie van de band zelf.

Living art.

Het is hier trendy om al dan niet geheel ontblote bovenlijven te voorzien van teksten dan wel tekeningen, geheel met pen uitgevoerd. Dit gaat dan van flauw vunzig, tot prachtig kunstig. Het houdt je van de straat…

Metric (13.10 – 13.50)

Pukkelpop 2

Deze band maakt te gekke nummers. Maar net zo goed hele middelmatige, of nummers die me niet interesseren of boeien. Ik had ze dus wel aangevinkt om te gaan kijken, maar er zijn zoveel leuke acts die ongeveer tegelijkertijd spelen op deze vroege middag, dat ik keuzes moet maken. ASIWYFA ging dus even voor, maar ik wilde ook wel een stukje meebeleven van deze band die maar liefst op het hoofdpodium staat. Als ik aan kom lopen staat het veld flink vol en het geluid staat flink hard. Het geeft de band iets meer ballen dan verwacht. Het klinkt een stuk heftiger dan de cd. Blikvangster is natuurlijk frontvrouw Emily Haines. In haar prachtig blauwe jurkje wuift haar blonde haar op het ritme van haar dansende pumps. Geen kunst, blikken vangen. De kunst is om weg te kijken en door te lopen naar de Club voor…

Fight Like Apes (13.50 – 14.30)

Pukkelpop 3

Ook dit bandje heb ik slechts enkele dagen tevoren ontdekt. Dit viertal uit Ierland is een bijeen raapsel van de meest vreemd uitziende figuren die je je kunt bedenken. Een stevig uitziende drummer met korte hanekam, een bassist die de term krullebol weer kleur geeft en daar nog een haarband in doet ook, een wild langharig baardaaptype achter de toetsen en een zangeres die er uit ziet als het dikkere zusje van Amy Winehouse dat klaar is om het nachtleven van Londen in te duiken na een heftig shot van iets illegaals. Hun muziek lijkt op een soort electro-punk, met een dikke knipoog naar Bow Wow Wow en Lena Lovich. Als ze beginnen snerpt het geluid op veel te luid niveau mijn oorschelp in, waardoor ik maar één ding kan bedenken: waar zijn mijn oordoppen? Waarom heb ik ze nou thuis gelaten? Op Lowlands heb ik ze nooit nodig gehad, dus ik dacht, ach, Pukkelpop zal wel niet veel anders zijn. Kom ik even bedrogen uit. Na twee nummers gaan we wat naar achteren. Ondertussen doet de toetsenist de naam van de band eer aan en gaat met een stoel een tafel te lijf. Het ontgaat mij waarom. Indruk maken? Brulaperij? Zangeres MayKay ouwehoert nog een eind weg en met alle apekool klinkt het ondertussen niet zo heel strak. De band overschreeuwt zichzelf een beetje, en dat is jammer, want de cd is zeker de moeite waard.

Songs for the deaf

Om te zorgen dat ik de rest van de muziek op dit fijne festival ook nog kan beluisteren gaan we op zoek naar oordoppen. Die schijnen verkrijgbaar te zijn bij de Humo-stand. Het staat keurig op een prijslijst, tussen de Humo-paraplu en het Humo-keycord. Voor 3 euro (!) zou er een setje in mijn oren kunnen belanden, ware het niet dat ze zijn uitverkocht!!! Er is een nieuwe lading onderweg, maar het is niet geheel duidelijk wanneer die aan zal komen. Later nog maar eens proberen. Het zegt trouwens wel iets over het volume hier en dat er heel veel meer festivalgangers ons voor zijn gegaan op zoek naar bescherming. Wat nu het nut is van die overdaad aan geluid…

New Found Glory (14.35 – 15.15)

Vanaf ons vaste plekje tussen de vlaggen (naar Japans model, met zijbalk, zodat ze ook in windloze tijden zichtbaar blijven) liggen we te luisteren naar New Found Glory. Zo’n typisch Amerikaans bandje dat eigenlijk hele simpele, commerciële liedjes schrijft en dan zo heftig mogelijk speelt. Zoals Blink 182, Sum 41, Good Charlotte… Meezingpunk voor tieners. Wel leuk om te horen is hoe menig Engelstalige artiest dit festival noemt: Puke-l-pop. Barf-pop. Kots-pop. Neem de naam gerust over voor een nieuwe festival.

Arabian days

Pukkelpop 4

Er zit een gat in het rooster. Dat betekent dat we eens rustig het festival terrein kunnen gaan verkennen. Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw, Teletubbies kom maar gauw. Laat dat nu net mankeren aan dit festival, het randgebeuren. Het is er wel, maar zeer schaars. Ik zie mensen fietsen voor vast iets als een goed doel. Anderen duelleren in het stapelen van kratten, zodat belangrijkste biervoorziener zijn Maes logo nog beter ten toon kan spreiden. Er is iets met mobiele telefoons, en Coca Cola weet het verhitte volk te verfrissen met diverse gadgets die op de een of andere manier wat koelte produceren. Het gaat hier dus voornamelijk om grote bedrijven die hun merken promoten op al dan niet ludieke wijze. Maar hier geen massale karaoke, sauna-eiland of koptelefoon disco. Iets dat Lowlands wel zo leuk maakt. Het enige non-commerciële vermaak is van enkele steltlopers. Na een korte trip belanden we uiteindelijk achter The Shelter, alwaar een Arabisch getint minilandje opdoemt. Op overdekte verhogingen kun je op een Perzisch tapijtje de geneugten van een echte waterpijp proeven, je kunt je luie zweet vergaren in een hangmat, of gewoon een glas Arabische thee proberen. Lui zweet heb ik genoeg en aan mijn lijf wel water maar geen pijp, dus we gaan voor de thee met muffin (typisch Arabisch, ha!), zetelen ons op een podium en genieten van het lauwe en mierzoete vocht.

Puppetmastaz (15.10 – 15.50)

De thee is op. Op naar onze hot-spot. Dan lopen we vanzelf langs de Marquee, alwaar onze aandacht wordt getrokken door enkele luidruchtige poppen. De Puppetmastaz komen uit Duitsland. Hun act bestaat uit stand up comedy en vette hip-hop, maar dan met poppen als vertolkers. De Muppets live, of zoiets. Een slimme gimmick, die zeker op een festival werkt. Meteen even inhaken op de actualiteit, als één van de poppen het over de swine-flu heeft en vervolgens in een heftige niesbui het publiek letterlijk ondersnottert. Lachen. Maar toch. Het is een wat statisch gebeuren, want het zijn handpoppen, met mensen verscholen onder een tafel, en die poppen zijn best klein dan, in zo’n grote Marquee. Ik heb niet alles gezien (door-door-door) en het schijnt dat er ook nog live-action is. Leuk om even gezien te hebben, zeg maar.

Eagles Of Death Metal (16.00 – 16.45)

Nog steeds tijd aan het doden. Alweer tussen de vlaggen. Tussen de twee podia waar we de meeste acts zullen gaan zien. En waar het heerlijk toeven is. In het gras, Mort Subite Kriek, Cola Zero, Taco, Ben & Jerry, Vietnamese Nasi met Saté, even wegdutten in het zonnetje, de steeds pijnlijk wordende rug te ruste leggen. En luisteren naar de Eagles Of Death Metal. Of ik wil of niet. Het geluid komt toch je oren binnen. Het is muziek die mij totaal niet kan boeien en een image dat me kinderachtig voorkomt. Stoere mannen die zompige retro-rock maken. Inclusief foute snor en dito zonnebril van frontman Jesse ‘The Devil’ Hughes. Born to be wild. Zijn deze jongens iets tekort gekomen als kind? Of willen ze compenseren wat ze missen in hun broek? Zonder gekheid, ze weten dondersgoed welk image ze zich hebben aangemeten en voor elke muzieksoort is er publiek. En dat blijkt ook nu weer. ‘We are the Eagles of fucking Death Metal! Can you dig it?’, aldus the devil himself.

Gele pluggen

Wanneer zou Humo afkomen met die gele pluggen? Het Vlaamse Kruis is zwart. Het rondje eromheen geel. We stappen op de EHBO post af met de vraag of ze iets tegen bloedende oren hebben. Jackpot! We mogen voorbij de dranghekken naar het centrum voor hulpbehoevenden, alwaar een setje oordoppen te koop is voor slechts 2 euro. Wat een afzetters bij Humo.

Air Traffic (17.25 – 18.10)

We blijven gewoon hangen, luiaards die we zijn, liggen zelfs. Air Traffic is coming up. De grote beeldschermen aan weerszijden van de Main Stage gunnen ons de blik die we nodig hebben. Dit redelijk jonge bandje uit Engeland heeft slechts één cd op hun naam staan en die was uit 1997. Opvallende keuze dus om ze hier op dit grote podium te zetten. De band weet waar Abraham de mosterd haalt. Muse, Keane, Beatles, Billy Joel… En dat is nu ook meteen het probleem. Ik mis een eigen gezicht. Dat neemt niet weg dat ze enkele fijne liedjes laten horen die goed in de smaak vallen op de festivalweide. Hoewel de halsader van zanger Chris Wall enorm opzwelt en hij gevaarlijk rood aanloopt bij de hoge uithalen, weet hij met het grote gebaar soms indruk te maken. Een door hemzelf genomen foto geeft een mooi overzicht van het publiek voor de Main Stage.

The Hickey Underworld (18.15 – 18.55)

Pukkelpop 5

Zoals elke band die in de Club speelt wordt ook The Hickey Underground aangekondigd. Dit keer als de beste band van België. Vanaf de eerste tonen ben ik overtuigd dat tegen deze supersonische tsunami geen enkel weeralarm ook maar enige zin heeft. Wat is dit goed. Ongelooflijk goed. In no time druipt het zweet van het tentzeil, vliegen er mensen door de lucht met bier er achter aan, of omgekeerd. Ik ga hier niet veel woorden aan vuil maken. Ik zeg: Millionaire waar ze zouden moeten zijn. Ik zeg: Julian Casablancas op de pijnbank. Ik zeg: het enige optreden waar waarachtig boe wordt geroepen omdat er geen toegift gegeven mag worden. Check this out! Drie dagen geleden kende ik ze nog niet. Twee dagen geleden was ik ondersteboven van hun tracks op myspace. Vandaag kan ik alleen nog maar de aankondiging beamen: de beste band van België!

The Ting Tings (19.00 – 19.50)

Is dit mij iets te gezellig? Iets te lichtvoetig? Iets te dansbaar? Iets te happy-go-lucky? Iets te hip? Of zijn hun nummers eigenlijk niet echt goed? Smaak. Niet de mijne.

Truth or dare.

Een lieve vriendin. Bijna meegelokt naar Tim Christensen in Bonn. Bijna overgehaald te gaan skaten deze zomer. xc9én ding kon ze echter niet weerstaan: Snow Patrol. Ook al vertelde ik haar dat dit in België was, op Pukkelpop. Ook al zou het maar een uurtje zijn. Even afstemmen met beider ega’s zodat we er met z’n allen heen kunnen. I dare you to go. The truth is, we are here. De kiem van dit fijne weekend lag dus bijx8

Snow Patrol (20.40 – 21.40)

Pukkelpop 6

Het is de mooiste setting die je als act kunt wensen. Als het licht is beginnen, de zon onder zien gaan en in het duister eindigen. Het publiek kan niet wachten en begint spontaan de kartonnen drankhouders

Pukkelpop 7

in de lucht te gooien. Snow Patrol haalt de krakers uit de kast. Shut Your Eyes, Take Back The City, Open Your Eyes, Crack The Shutters, Hands Open en het onvermijdelijke Chasing Cars. Het geluid is goed, ik heb geen doppen nodig. Gary Lightbody laat op overdreven wijze de volksmenner in zich los. Alles is gorgeous, van publiek tot festival tot alle bands die er staan. Ik moet even lachen als hij over Pukkelpop begint en een man achter mij voor hem invult dat dit ‘ the best festival in the world is’ waarna Gary dit ook daadwerkelijk zegt! Maar toch. Er zit geen kwade wil in deze man en hij lijkt verdomd oprecht. Hij weet wel hoe hij het festivalspelletje moet spelen, door bijvoorbeeld het publiek in tweeën te verdelen en ze om en om tegen elkaar op te laten zingen. Oude trucs, maar met zo veel aanstekelijk enthousiasme, vol overgave en opzwepend gebracht dat je er wel in mee gaat. En dus zingen we ‘Shut your eyes and sing to me’, van het grote scherm af te lezen alsof we met de Lowlands karaoke concurreren. En zelfs als het nummer stopt gaan we door. Mooi moment. Het brengt Gary enigszins van zijn xe0 propos, waardoor hij zijn setlist door de war stuurt, minder nummers kan spelen dan hij van plan was, maar uiteindelijk weer 15 minuten meer heeft dan hij dacht! De setlist wordt dan ook maar in een hoek gesmeten en we omarmen de man, de band, de songs en beantwoorden de laatste woorden op het grote scherm insgelijks: Snow Patrol ‘hartje’ Pukkelpop.

The Three Degrees

Six degrees of separation is een theorie die stelt dat een ieder op deze planeet, via een netwerk met maximaal vijf tussenschakels, met elkaar verbonden is. Nu blijk ik maar three degrees of separation af te staan van Jessie ‘ The Devil’ Hughes (of all people ;-). Tijdens de Ting Tings staan we aan de rand van de weide van de Main Stage. Opeens zie ik twee mensen met blij verraste gezichten en open armen op me af komen. Het zijn Belgische vrienden die ik al een flinke tijd niet heb gezien. Wat een toeval! Zoenen, omarmen, bijpraten. Hij speelde ooit in het Belgische bandje Nemo, waar ik groot fan van was. Het ging van fan naar vriend. Altijd contact gehouden, al was het soms sporadisch. Tijdens het praten zie ik een lang meisje staan, met een apart zwart kapsel en opvallende bril. Ik merk dat ze bij de Belgische vrienden ‘hoort’. Hij vraagt of ik haar ken. Alleen van naam en connectie. Ze was (is?) model en de ex van Tim Vanhamel (Evil Superstars/dEUS/Millionaire) en rent even later naar Jessie, die gewoon tussen het publiek voorbij loopt. Blijkt dat ze hem goed kent. Tim speelde immers mee op de eerste cd van de Eagles Of Death Metal. Vandaar. En vandaar slechts three degrees.

Placebo (22.25 – 23.40)

Wat vliegt de tijd. Ik kan me nog goed herinneren dat ik nog nooit van de band had gehoord en ze voor het eerst in 1996 in het voorprogramma van de Foo Fighters in Paradiso zag! Twee dingen hielden me bezig. Wat een goede muziek en is het nou een jongen of een meisje? De muziek bleef enkele cd’s boeien, en ik bleef de band altijd wel volgen, hoewel de muziek wat minder interessant werd. De laatste cd is over het geheel genomen weer een stuk beter en ik had ze al een flinke tijd niet meer live gezien, dus de perfecte kans om dat in te halen. Met een overdonderend strakke binnenkomer staat het geluid vanaf de eerste seconde als een huis. Petje af! Met een jonge nieuwe drummer in de gelederen laten ze geen misverstand over hun wedergeboorte bestaan en beginnen ze gewoon met maar liefst vier nummers van het nieuwe album. Brian vraagt al snel om nieuwe schoenen, omdat ze te glad zijn en hij al genoeg is omgevallen. Hij doelt daarmee op het feit dat hij in Azië een virus heeft opgelopen en tijdens een concert in Osaka flauw is gevallen. Uit voorzorg is de Amerikaanse tour in september afgezegd, maar de Europese tour wilde hij per se afmaken. Het siert hem. Hij oogt goed en op zijn stem is niets aan te merken. Of toch. Namelijk dat een heel concert ietwat eentonig wordt met zijn nasale geluid en veelal hetzelfde soort nummers. Daarbij wordt er nauwelijks contact met het publiek gezocht. Een concert zonder franje. Het begint laat te worden en ik wil dex85

Blood Red Shoes (23:40 – 00:30)

x85zien. Een festival met veel leuke bandjes daagt je uit om goede keuzes te maken. Ik had voor dEUS kunnen gaan, maar de laatste keer dat ik ze zag was ik niet onder de indruk. Van de Blood Red Shoes was ik dat wel zeker. En ik kan altijd wat later nog een graantje meepikken van het Belgisch thuisfeestje. De Club. Laura-May en Steven spelen veel nieuwe nummers. In de lijn der verwachting. Zijnde dat ze nieuwe nummers spelen (hun debuut cd is al weer dik een jaar oud) maar ook dat die nieuwe nummers niet veel anders klinken dan wat we al kennen, zonder hier een waarde-oordeel aan te hangen, overigens). Maar op de een of andere manier komt het niet goed over. Het geluid is niet optimaal. De zang galmt wat en sommige hoge en belangrijke tonen in de akkoorden van Laura-May zijn niet goed te horen, waardoor de lage overblijven en de subtiliteit verloren gaat. En die heb je nu net nodig. Als de helft van ons gezelschap koffie gaat scoren, kijk ik het nog één nummertje aan en besluit dan richting dEUS te gaan om te kijken wat die er van bakken.

dEUS (23.35 – 00.50)

Bij de Marquee aangekomen blijkt dat deze redelijk grote tent veel te klein is voor de Belgische helden. Tot ver daarbuiten staan de mensen te genieten van opvallend veel oud werk. Ik zit meteen in de juiste vibe. Theme From Turnpike, Fell Off The Floor Man, Instant Streetx85 Juweeltjes. Er is flink wat uit de kast gehaald, want ik zie blazers en achtergrondzangeressen. Wat ik wel mis: er kan geen lachje vanaf. Dat is op zich altijd wel een beetje het euvel geweest van deze band, die zichzelf misschien iets te serieus neemt. Mauro (ooit roadie voor Nemo!, waar ik hem ook nog van ken) is mister cool himself, maar ik zie nergens enig spelplezier. En dat is jammer. Ik merk ondertussen dat mijn vrienden het wel een beetje gehad hebben. Dus met pijn in het hart (maar nog veel meer in mijn rug, tering!) lopen we op de klanken van het prachtige Hotellounge naar de uitgang. Dat heeft dan op zichzelf ook wel weer wat. De muziek die op poëtische wijze steeds zachter klinkt naarmate we verder weg lopen. Door ons vertrek hebben we jammer genoeg wel gemist dat precies bij dat nummer Gary Lightbody mee heeft gezongen. En later heeft Younes Faltakh (The Hickey Underworld) zijn allesdoordringende stem geleend aan Sun Ra. En De Jeugd Van Tegenwoordig mocht even Hollereren tijdens Suds & Soda. Nou ja, you can’t win ‘em all.

Rimpelrock

Het was fijn. Het was goed. Een prachtig weekend met vrienden, muziek, mooi weer, lekker eten, ontspannen, genieten. Als ik Pukkelpop met Lowlands vergelijk, denk ik dat er dit jaar meer bandjes naar mijn smaak optraden op het Belgische festival. Maar ik mis wel het randgebeuren, ook al maak ik daar op Lowlands niet eens zo veel gebruik van. Het grote podium op Pukkelpop is wel erg groot. En onder de blote hemel. Dat kan goed en slecht uitpakken, al naar gelang het weer. Lowlands is net iets intiemer met alleen maar tenten. Gemoedelijk zijn beide plekken. Op een klein incident bij de drankbonnenstand na (laat op de avond, als de alcohol zijn tol eist), is het publiek zeer laid-back. De enige ‘interventie’ waarover ik heb gelezen was dat de EHBO uitgedroogde mensen op woensdag en donderdag heeft voorzien van water. Voordeel van Pukkelpop is wel dat het midden in de bewoonde wereld ligt (Kiewit, met Hasselt vlakbij). Dus meer kans op een goed bed voor oudjes zoals wij, die hun slaap hard nodig hebben. De tijd van tentjes, lawaai, kots, harde grond, in de rij voor de douche ligt wat dat betreft wel achter ons. Maar voor Rimpelrock voel ik me gelukkig nog te jong. De vriendelijke mensen van de bed & breakfast waar we verblijven vertellen ons dat dit festival jaarlijks wordt gehouden voor de oudere garde. Alles voor Pukkelpop staat dan toch al klaar, dus kan men dit net zo goed benutten. Wat er zoal speelt? Dit jaar kon je genieten van Lee Towers, Billy Ocean, afsluiter Clouseau en Vader Abraham, I kid you not. Ieder zijn ding, zullen we maar zeggen. Niet het mijne, hoeveel rimpels er in de toekomst ook zullen komen.

(Voor een mooie fotoreportage klik hier)