The Loneliest Planet

Loneliest Planet, The

Nica (Hani Furstenberg) en Alex (Gael Garcia Bernal) trekken rond met hun rugzak door het Kaukasus gebergte. Het mooie, speelse, lieve, verliefde stel neemt een gids in de hand om ze door de bergen te loodsen. Ze lopen veel door het niet al te interessante landschap, praten zo nu en dan, leggen een kampvuurtje aan en slapen in hun tentjes. Als er onderweg iets ergs gebeurt, slaat de stemming om als een blad aan de boom.

Hani en Gael spelen de rollen zeer naturel en geloofwaardig. De gids is op zijn manier uiterst vermakelijk. Maar de film is echt veel te langdradig. Aan het eind heb je echt het idee dat je de eindeloze wandelroutes zelf hebt gelopen, en daar had je toch echt geen zin in. Regisseur Julia Loktev wil voornamelijk een stemming overbrengen en dat lukt uitstekend. Maar er zijn eigenlijk maar twee stemmingen te tellen, eentje vóór en eentje na de gebeurtenis. Dan hou je toch wat weinig over, behalve de ellenlange overzichtsscènes, waarin we de drie in de verre verte links het beeld in zien lopen en vijf minuten later rechts het beeld weer uit, of omgekeerd. Daarbij komt het vervelende voorval op zichzelf ook nog wat ongeloofwaardig over en denk je vervolgens: communiceer toch met elkaar!! Misschien zit daarin de crux: het communiceren tussen Nica en Alex gaat voornamelijk fysiek, woordeloos. Als je verliefd bent kun je eindeloos van elkaar genieten zonder dat er woorden nodig zijn, maar als het tegen zit is het toch wel handig om iets uit te praten, wat dus niet gebeurt. Beide situaties bieden de kijker te weinig om bijna twee uur lang de aandacht vast te kunnen houden.

The Purge

The Purge

In de nabije toekomst (in Amerika, where else…) is er geen criminaliteit of geweld meer in de samenleving. Sinds Amerika aan de rand van de afgrond stond heeft men de jaarlijkse zogenaamde ‘purge night’ ingesteld. In die nacht geldt er – onder bepaalde restricties – maar één regel: “any and all crime, including murder will be legal for 12 continuous hours”. Tijdens die 12 uur kan iedereen zijn ziel reinigen van de haat die er het afgelopen jaar is ingeslopen. De rijken sluiten zich op in hun uitstekend beveiligde woningen, de armen en zwakkeren moeten het meestal ontgelden. Daar komen natuurlijk ethische vragen over, maar aangezien de instelling van ‘the purge’ het land heeft gered, de economie enorm floreert en de rijken de macht hebben is er geen noodzaak om dit zuiveringsproces een halt toe te roepen.

James Sandin (Ethan Hawke) heeft goed geboerd de afgelopen jaren. Hij heeft zowat een hele buurt van zijn beveiligingssystemen voorzien en woont nu zelf ook tussen deze welgestelden, met vrouw (Lena Headey) en twee kinderen. Vol zelfvertrouwen laat hij de luiken van zijn huis zakken en zet hij zijn alarmsysteem op ‘armed’. Maar niets is opgewassen tegen het gevaar dat hem en zijn gezin van diverse onverwachte kanten zal besluipen.

Als je het wat bizarre uitgangspunt voor lief neemt begint de film best goed. “Have a safe night”, wenst men elkaar toe als het aftellen is begonnen. Het doet denken aan de film The Hunger Games die met dezelfde knikkers een iets ander spel speelt en waar men elkaar “may the odds be ever in your favor” toewenst. The Purge zit dichter bij de realiteit in de zin van dat alles normaal is, behalve die nacht. De rampspoed treft de familie op slinkse wijze en verschillende manieren, waarbij loyaliteit, vertrouwen en moraliteit een grote rol gaan spelen in het halve etmaal waarin deze waarden juist op losse schroeven staan. Het wordt natuurlijk vechten voor je leven en de meest zinnige beslissingen zijn niet altijd juiste, moreel gezien. Welke beslissing James ook zal nemen in het duivelse dilemma waar hij mee te maken krijgt, het zorgt hoe dan ook voor fatale gevolgen.

Maar als die beslissing dan eenmaal is genomen, verplaatst de psychische druk zich naar een fysieke en verliest de film zijn bijzondere positie door te veel op het laatste nippertje reddingen, de grootse ‘verrassing’ die je al van verre aan ziet komen en een opzichtige moraal die veel te keurig binnen de lijntjes blijft.

Straw Dogs this ain’t…

Tower Block

Tower Block

In een afbraakbuurt is er één verdieping van een flatgebouw waar nog mensen wonen, die binnenkort ook zullen moeten vertrekken. Opnieuw zijn er faceless ‘hoodiegans’ die de buurt onveilig maken, waarbij er zelfs een dode valt. Niemand heeft iets gezien of gehoord, want het is ieder voor zich in deze buurt.

Dat verandert als uit het niets en zeer onverwacht op de mensen in de flat wordt geschoten door een scherpschutter. Er vallen direct doden en gewonden. De frictie – of zelfs apathie – tussen de bewoners moet worden omgezet in samenwerking, willen ze een kans hebben om dit te overleven.

’15 Tenants. One Sniper. No Escape.’ De tagline die op de DVD staat vat het beknopt samen.

Er is een diversiteit aan overgeblevenen. Een ouder echtpaar, een gezin met gamende zoon, een alleenstaande vrouw, een stuk tuig dat de rest afperst, een jonge aso moeder die haar kinderen slaat, een teruggetrokken zuiplap en twee opgeschoten sukkels. De sniper maakt geen onderscheid en niemand is veilig. Dit maakt het tot op zekere hoogte spannend, want je hebt geen idee wie de volgende zal zijn. De ‘wie’ en ‘waarom’ vraag blijft lange tijd onbeantwoord en zet de bewoners en je eigen hersenen aan het werk wat de reden van dit alles is. Maar er spelen meer kwesties. Zoals of het mogelijk is dat een slechterik de juiste beslissing neemt, hoe cru die ook moge zijn. Met dit alles opgeteld heb je een spannende thriller, die bij vlagen nog best bruut is, maar ook zijn minpuntjes kent. Mobieltjes die niet meer werken? De snelheid waarmee de schutter schiet? En moet die schutter niet af en toe een tukkie doen, of naar de wc gaan? Voor de hand liggende oplossingen (zoals naar de eerste etage aan de achterzijde gaan en dan uit het raam klimmen) die niet worden benut? De wat vergezochte clou? En die toch wel gedoodverfde overlevende?

De film doet qua locatie denken aan Citadel , maar waar die film een psychologische insteek had, houdt Tower Block het wat simpeler. Het is jammer dat men daarbij niet iets meer aandacht heeft besteed aan de minpuntjes die de geloofwaardigheid van het verhaal wat ondermijnen.

Kapringen

Kapringen

Op een groot Deens vrachtschip op weg naar Bombay maken we kennis met Mikkel (Pilou Asbaek, bekend van R en Borgen), de scheepskok, die zijn vrouw en dochter laat weten dat hij iets later thuis komt omdat hij een nieuwe kok in moet werken. Aan de andere zijde van de wereld maken we kennis met Peter (Søren Malling, bekend van The Killing en Borgen), de directeur van Orion Seaways, die een zeer strakke onderhandeling voert met Japanners.

Dan komt het bericht binnen dat het vrachtschip van Orion Seaways is gekaapt door Somalische piraten. Er wordt een specialist in de arm genomen die Peter adviseert een objectieve onderhandelaar aan te stellen om niet emotioneel betrokken te raken, maar Peter wil het zelf doen. Op de boot zit ook een onderhandelaar, de enige die Engels spreekt. De eis is 15 miljoen. Het eerste tegenbod 250.000. Het is het begin van keiharde en eindeloze onderhandelingen, een soort psychologische oorlogsvoering waarbij de piraten in proberen te spelen op de emoties van het Deense thuisfront en de directeur dit af probeert te houden. Het is een levensgevaarlijk spel met idiote regels.

Op het schip wordt ingezoemd op drie man, waaronder de kok. Hun omstandigheden zijn erbarmelijk. Opgesloten in een klein vertrek, plassen in flessen, poepen in emmers, geen frisse buitenlucht, weinig voedsel en vooral heel veel onbegrip over waarom alles zo lang moet duren (namelijk maanden!) en er niet gewoon wordt betaald.

De film blijft heen en weer gaan tussen de boot en het hoofdkantoor. Omdat de film focust op de zakelijke onderhandelingen, komen er vragen in me op waarom de piraten de druk niet sneller opvoeren door met geweld te dreigen, c.q. dit toe te passen. Ook zie je bijvoorbeeld niets van hoe ze aan voedsel en brandstof komen, terwijl ze rond blijven varen op zee en duurt het lang voordat duidelijk is wat er met de overige vier bemanningsleden is gebeurd. De keuze voor deze nauwe blik werkt wat afstandelijk, bevreemdend. De korte stukjes die we zien van wat Mikkel moet ondergaan tijdens zijn gevangenschap is natuurlijk verschrikkelijk. Maar dit komt eerder verstandelijk beredeneerd over, dan dat het echt emotioneel binnen komt.

Het is daardoor een ‘plot driven’ film geworden, waarbij de karakters niet de aandacht en uitdieping krijgen die ze hadden verdiend, waardoor je minder geraakt wordt dan je misschien verwachtte. De sobere benadering van het onderwerp lijkt nu haast een demonstratiefilm van hoe je als bedrijf moet marchanderen met piraten.   

The Poughkeepsie Tapes

Poughkeepsie Tapes, The

In deze aflevering van Reportage maken we kennis met de gruwelijke zaak van de tot nu toe nog onbekend gebleven seriemoordenaar, berucht geworden door de vondst van de zogenaamde Poughkeepsie Tapes. Meer dan 2400 uur aan videomateriaal werd gevonden in een huis in Poughkeepsie in de staat New York. Door middel van journaalbeelden, 911 gesprekken en interviews met de huiseigenaar, de FBI, een profiler, een forensisch patholoog en ouders van vermiste kinderen zijn we getuige van een nauwgezette reconstructie die de gruwelijke daden van de moordenaar aan het daglicht brengen. Mijn naam is Pepijn Bierenbroodspot, dit is Reportage!

Zo is de opzet van deze film en dat zit eigenlijk best goed in elkaar. Je ‘mist’ alleen de stem van Pepijn.

Wat door onduidelijke redenen begint met een moord in opwelling, krijgt een lange reeks van vervolgen. De man moord, ontvoert, martelt, verminkt en verkracht (post mortem) met zorgvuldig voorbedachte rade. Hij speelt een spel met de politie die hij op sporen zet waarvan hij wil dat ze worden gevonden. Doordat hij zich zeer zorgvuldig ontdoet van de lijken en schakelt tussen verschillende modi operandi is hij zeer moeilijk te pakken. Via pratende hoofden is het onderzoek te volgen en de tapes zelf laten met een videocamera gefilmde beelden van slechte kwaliteit zien hoe de moordenaar te werk gaat. Deze op zich afschuwelijke tapes zijn echter minder grafisch dan je zou verwachten. Het belangrijkste element is de psychologische druk, die de moordenaar in combinatie met de fysieke martelingen, uitoefent op één van de slachtoffers die hij laat leven en die zijn slaaf moet worden.

De kracht van de film is meteen ook zijn zwakte, want door deze vorm word je nooit echt helemaal het verhaal ingetrokken. Het theatrale karakter van de moordenaar werkt daarbij ook niet echt in het voordeel van de film, want het leidt een beetje af. Al met al toch knap gedaan en zeker de moeite waard om eens te bekijken.

The Iceman

Iceman, The

Het op ware gebeurtenissen gebaseerde verhaal van deze film is er eentje die tot de verbeelding spreekt. Een huurmoordenaar die meer dan honderd mensen heeft omgelegd. De meeste in opdracht van een of andere gangster. Maar als je op zijn tenen stond kon je ook maar beter een enkeltje Oezbekistan boeken. Deze ijskoude killer (die later met een handlanger lichamen op ijs bewaarde om het tijdstip van overlijden te maskeren) leidde een dubbelleven. Thuis was hij een toegewijd familieman, zijn vrouw en kinderen waren de enigen die echt telden voor hem en zij wisten niets van zijn gruwelijke beroep.

Michael Shannon is de ideale acteur om deze tweespaltige persoonlijkheid te vertolken. Dat doet hij met verve. Net als het weerzien fijn is met wat oude vertrouwde gezichten, zoals Ray Liotta en Winona Ryder. Opvallend is de rol van Chris Evans, die zich – bijna onherkenbaar – van een geheel andere kant laat zien.

Een spannend gegeven en een handjevol goede acteurs. En toch wil het niet zinderen in deze vertelling. Dat heeft te maken met het feit dat de meeste kaarten al direct op tafel liggen en er verder weinig ontwikkeling is in de karakters of het verhaal. De ijskoude killer is daarbij zo ijskoud, dat zelfs als het mis gaat, hij daar nauwelijks van onder de indruk lijkt te zijn. Het vergroot de afstand tot de kijker. Een beter inzicht in de geschiedenis waardoor de man zo is geworden had die afstand nog kunnen verkleinen, maar daar wordt nauwelijks aandacht aan besteed. Het einde van de film, de manier waarop hij gepakt wordt, komt enorm uit de lucht vallen, waardoor je wat dit betreft met wat vraagtekens blijft zitten.

Al met al te veel haken en ogen die een veel betere film in de weg zitten.

 

PS: Dit is alweer mijn 800ste post. Op naar de 1000!

Only God Forgives

Only God Forgives

Een voorpremière voor de houders van een ‘unlimited card’, waarbij een hapje en drankje in het vooruitzicht wordt gesteld. Dit laatste is een leuke bijkomstigheid, maar het gaat mij om de nieuwe film van Nicolas Winding Refn, waarvoor ik nog even geduld moet hebben, want de zaal 2 van Tuschinski wordt geprepareerd en we kunnen pas tegen negen uur naar boven. Voor de ingang van de zaal staan flesjes drinken en zakken chips (een nieuw te promoten variant) klaar. De zaal is uitverkocht, maar er zijn gaten door mensen die het af hebben laten weten. Voor de film begint komen er nog twee medewerkers van Pathé met wat goodies (shirt, dvd en huurtegoed) die worden verloot onder de aanwezigen. Er zit ook nog een iPad in het vat, maar daar krijgt één van ons persoonlijk bericht van.

Vanaf het begin heb ik de Deense regisseur Refn gevolgd. Van Pusher tot Drive. Eén ding wordt al snel duidelijk: zijn fascinatie voor geweld. Only God Forgives is na het bejubelde Drive eigenlijk de volgende gedurfde stap voor Refn. Ook dit keer speelt Ryan Gosling de hoofdrol. Alleen is er weinig inleving mogelijk bij zijn karakter, wat overigens geldt voor alle hoofrolspelers. Waar in Drive een in wezen goede kerel zich door omstandigheden laat verleiden door verkeerde keuzes en het gebruik van geweld om anderen te helpen (!) hebben we in Only God Forgives te maken met alleen maar slechte figuren, die variëren van verwerpelijk tot abject. Onschuldigen zijn gereduceerd tot voetnoten.

Billy, de broer van Julian (Gosling), wordt vermoord in Bangkok. Moeders ( Kristin Scott Thomas zoals je haar nog nooit hebt gezien!) komt naar Thailand om het lijk mee terug te nemen naar Amerika, maar niet voordat ze haar uiterste best doet de moordenaars op te sporen en af te laten maken. Alleen blijkt de zichzelf boven de wet geplaatste politieman die er mee te maken heeft de gemeenste sadist van iedereen. Met de filmtitel in gedachten is er alleen plek voor wraak en komen we in een geweldsspiraal die uiterst stijlvol in beeld wordt gebracht. Doordat je geen sympathie hebt voor wie dan ook, behoudt het geweld al zijn sadistische puurheid en kun je er niet ‘verlekkerd’ naar kijken. Ik vermoed dat dit het doel was van de regisseur. Dat betekent nog niet dat de film geslaagd is, want dat is deze verre van. De karakters hebben hun eigenaardigheden die plausibel kunnen zijn, maar (onbedoeld?) lachwekkend over komen. Zoals de karaoke optredens van de politieman en de af en toe ridicule uitspraken van de moeder. Daarbij kent Refn in zijn gestileerde werkelijkheid eigenlijk weinig diepgang, terwijl het tegendeel wordt gesuggereerd. Iets waar ook de – soort van – mysterieuze visioenen van Julian onder lijden. Veel tijd in de film wordt besteed aan cool en emotieloos kijken (door Gosling) echter zonder dat je onderhuids veel voelt broeien. Nog iets dat over de gehele linie de kop op steekt: de afwezigheid van emotie. De coolheid vlakt alles uit, zowel bij seks als geweld. Ook opvallend is dat bewegingen uiterst langzaam worden uitgevoerd, waarbij  spanningsopbouw met saaiheid wordt verward. En dan zijn er nog scènes die vast hun betekenis hebben, maar moeilijk te plaatsen zijn.

Gedurende de film verlaten zo’n man of 25 de zaal voortijdig. Dat zegt ook wel iets. Op het eerste gevoel vind ik dit een intrigerend maar mislukt experiment. Ik krijg de film niet zo snel uit mijn hoofd en een film die tot nadenken stemt heeft sowieso een streepje voor. Interviews met Refn die ik heb gelezen en gezien zijn weinig verhelderend. Ook daar krijg ik trouwens de indruk dat hij diepzinnig over wil komen, maar dat nu niet direct is. Pretentieus? Of mis ik gewoon iets?

Hoe dan ook, zoals Woody Allen in zijn laatste films diverse Europese steden als heerlijke toeristische trekpleister weet neer te zetten, zo slaagt Refn er in Bangkok op het lijstje van steden te zetten waar je nog niet dood gevonden wilt worden. Ha!

Stoker

Stoker

De mooie, maar duistere India heeft net haar liefhebbende vader begraven als diens broer (haar totaal onbekend) uit het niets opduikt, enkele dagen in het luxe landhuis zal verblijven, meer dan gezellig wordt met haar afstandelijke moeder maar bovenal interesse toont in haarzelf, waarmee er een spel ontstaat dat zal leiden tot een ‘coming of age’ thriller met aparte invalshoek.

Moeder Evelyn Stoker (Nicole Kidman) speelt de behoeftige , wat instabiele weduwe, die maar al te blij is met de aandacht van Charlie (Matthew Goode), die uiterst intelligent, beschaafd maar ook doortastend Evelyn zonder enige moeite om zijn vinger windt, maar een grotere uitdaging vindt in de toenadering tot de stugge, afstandelijke maar geïntrigeerde India (Mia Wasikowska), die hem op veilige afstand houdt, maar niet kan voorkomen dat ze wordt meegetrokken in het spel dat intrigant Charlie heeft uitgestippeld.

Het spel intrigeert ook de kijker, voornamelijk vanwege het indrukwekkende spel, de onheilszwangere sfeer en de gestileerde filmwijze. Als India de zin “sometimes you have to do something bad to keep you from doing something worse” uitspreekt, is dat een voorbode voor wat gaat komen, een ‘self-fulfilling prophecy’ die het einde van de film inluidt.

Maar als dan alles is gezegd en gedaan, blijf je toch zitten met een wat leeg gevoel. Het gespeelde spel komt over als niet meer dan dat. Niet iedereen heeft duidelijke motieven. Daarbij blijkt de genoemde ‘key sentence’ uit de film ook nog eens niet te kloppen, hoewel ik dat hier niet uit kan leggen zonder te veel te verklappen. Stoker houdt de toeschouwer op een wat koele afstand, zoals India dat met haar oom doet. Maar waar Charlie er in slaagt tot het meisje door te dringen, laat de film dit bij de kijker enigszins achterwege. De film mist een connectie die regisseur Chan-wook Park wel in zijn beruchte wraak trilogie wist te maken, waarbij je niet alleen van een (duivels) verhaal kon genieten, maar ook op reële wijze aan het denken werd gezet over hoe een mens kan veranderen door leed dat hem is aangedaan. Eigenlijk maakt Chan-wook Park steeds dezelfde film, alleen lijkt de vorm dit keer belangrijker dan de boodschap.

The Lords Of Salem

Lords Of Salem, The

Een groep (oude) heksen zweert trouw aan Satan. Lange wilde haren, blote tieten, dansen rond het kampvuur en vals lachen. Het standaard beeld dat we kennen uit de tijd van de Renaissance, toen de heksenvervolging een hoogtepunt kende. Een beeld dat regisseur Rob Zombie kiest om zijn film mee te beginnen en meteen de kiem is voor de rest.

Heidi (Sheri Moon Zombie) is een radio DJ in Salem. Samen met twee anderen doet ze een radioshow, waarbij ze zichzelf niet al te serieus nemen, hoewel ze af en toe aandacht geven aan de duistere kanten van het leven, via interviews met artiesten en schrijvers. Als er een ouderwetse LP is afgegeven bij het radiostation voor Heidi en ze deze draait in de uitzending, gaat niet alleen zij, maar vele vrouwelijke luisteraars met haar van de leg. De bezwerende muziek schijnt afkomstig te zijn van een band die zich The Lords (Of Salem) noemt en de schrijver van een boek over de heksenvervolging die in het stadje heeft plaatsgevonden in de 16e eeuw raakt geïntrigeerd door de muziek en bijt zich vast in een onderzoek, terwijl arme Heidi steeds meer gaat flippen. Een link met de zwarte bladzijde uit de geschiedenis is evident.

Het ouderwetse, stereotype en weinig subtiele beeld waar Zombie in zijn proloog voor kiest zet hij door in de rest van zijn film. De stoere getatoeëerde rockchick, black metal, een kerkhof, drie esoterische buurvrouwen, ratten… Daarbij komt het toch wat amateuristisch over om toch weer die oude horrorfilmsterren van stal te halen (zoals Ken Foree en Dee Wallace) en doet een man in een apenpak in een duivelse voorstelling ook niet veel goeds. Er vloeit zeer weinig bloed en de nadruk ligt dan ook voornamelijk op een wat ouderwets aandoende sfeer (Häxan meets Rosemary’s Baby) die af en toe tegen het lachwekkende aanzit. Het wordt nergens angstaanjagend of ongemakkelijk. Eerder achterhaald. Het heeft denk ik niet eens zo veel te maken met de beperkte middelen voorhanden als wel met de beperkte visie dat dit op deze manier aan zou kunnen slaan. En dat is vooral jammer voor Sheri Moon, die op ingetogen manier het meest overtuigende optreden van haar filmcarrière geeft, ook al moet ze af en toe letterlijk en zonder reden met de billen bloot.

Misschien is het grootste probleem dat Rob Zombie duidelijk een grote fanboy is. Het is echter de kunst om de liefde voor het genre te vertalen in een eigen stem. Dat zal niet gaan zolang hij obsessief vast blijft houden aan voorbeelden en idolen uit vervlogen tijden.

Berberian Sound Studio

Berberian Sound Studio

De jaren ’70. Gilderoy doet geluidsnabewerking voor films. Dat betekent projectors met ratelend celluloid, vu-meters, uitgeschreven geluidsoverzichten en bandrecorders. Hij is gevraagd om naar Italië te komen om het geluid te doen voor een productie genaamd The Equestrian Vortex, een Italiaanse film over hekserij waarin een flink aantal horrorscènes in zitten. Gilderoy geeft aan dat hij niet zo thuis is in dit genre. “This is not a horror film. This is a Santini film about the human condition”, aldus regisseur Santini zelf. Gilderoy gaat aan de slag, met een groot arsenaal aan fruit en groenten om de juiste geluidseffecten te creëren en met stemactrices in donkere muffige cabines die de meest afgrijselijke schreeuwen uit hun longen persen voor optimaal effect. Dit terwijl iedereen om hem heen in een vreemde taal spreekt, hij tegen een muur van onbegrip (of is het onwilligheid?) aanloopt als hij zijn vliegticket wil declareren en er door één van de stemactrices wordt gesuggereerd dat er meer achter de keuze van de producer voor Gilderoy zit. De ambachtsman krijgt het steeds moeilijker. De druk van de producent en de extreem akelige geluiden van de gewelddadige film die hij telkens weer via zijn koptelefoon moet horen zorgen er voor dat hij steeds vermoeider wordt, er eigenlijk mee op wil houden, waarna werkelijk en fantasie in elkaar over beginnen te lopen.

De keuze voor de jaren ’70 en Italië geeft meteen het gevoel alsof je achter de schermen zit van de opnames van een (giallo-)film van Dario Argento. Daarbij komt de ambacht van geluidsnabewerking goed naar voren en wat een hels karwei dat moet zijn geweest toen er nog geen computers waren. De zeer beklemmende sfeer wordt optimaal gecreëerd door het feit dat de Engelsman Gilderoy geen Italiaans spreekt, hij in een kleine studio werkt, veelal met een koptelefoon op werkt en de enige stemactrice waar hij nog enigszins contact mee heeft door een glazen wand van hem gescheiden wordt. Er worden kunstgrepen toegepast die verder weinig meer dan het toevoegen van onheilspellende vraagtekens om het lijf hebben, zoals de filmoperateur waarvan je slechts de zwarte handschoenen in beeld krijgt als hij de film start en het feit dat de waarschuwing van één van de stemactrices verder geen invulling krijgt. Maar boven al draait deze film van Peter Strickland om geluid. Van de film in de film zie je behalve de trailer geen seconde. Je hoort alleen de dialogen en geluidseffecten, van de bezwerende teksten die worden uitgesproken tot de ijselijke schreeuwen die Gilderoy (en jij als toeschouwer) telkens weer hoort, en die zijn beeldend genoeg om er een angstaanjagende horrorfilm van in je hoofd te maken. Want wat is eigenlijk enger? Een griezelfilm zonder geluid, of griezelige geluiden zonder beeld?

De film is een aparte trip waarin niet alleen Gilderoy, maar ook de kijker langzaam de grip verliest. Dit maakt het tot een wat vreemde, originele, uiterst sfeervolle maar uiteindelijk wat onbevredigende ervaring.