Chelsea Wolfe & Russian Circles – Tivoli de Helling Utrecht, 1 november 2013

Chelsea Wolfe Tivoli Utrecht 01-11-2013 a

Chelsea Wolfe ontdekte ik een jaar geleden ongeveer. Ἀποκάλυψις (Apokalypsis) was vers uit en de hoes van dat album deed me besluiten naar haar muziek te luisteren. Zo zie je maar wat een albumhoes voor gevolgen kan hebben, want ik werd na enkele draaibeurten steeds meer door haar stem en muziek betoverd. Drone-doom-goth-folk met experimentele kantjes, een link met Black Metal en die mistige, maar zuivere stem die zo hypnotiserend werkt. Apokalypsis zit nog vol met invloeden van Sonic Youth tot PJ Harvey en kenmerkt zich door memorabele songs als Mer en Moses. Haar derde album dat net uit is heet Pain Is Beauty en laat een wat coherenter geluid horen, waarin haar eigen stem nog duidelijker doorklinkt. Een kaartje kopen voor haar concert hoefde ik dus niet over na te denken, ook al zou ik alleen gaan en was het in Utrecht. Wat het geheel nog aantrekkelijker maakte is dat ik er achter kwam dat het een double bill zou worden met een andere groep die ik zeker niet onaardig vind: Russian Circles. Deze 3-koppige band speelt uitsluitend instrumentale muziek die in songs van gemiddeld een minuut of zeven uit kan waaieren van loeizware metal tot delicate passages en omgekeerd. Ook zij hebben net een nieuw album (het vijfde alweer) uit genaamd Memorial waarop ze de vocale stilte een keertje laten varen door niemand minder dan Chelsea Wolfe in te zetten op het titelnummer.

Chelsea Wolfe Tivoli Utrecht 01-11-2013 b

Op naar Utrecht. Als ik de zaal in kom hoor ik dat de stemming er al flink in zit met muziek van Arvo Pärt die geroezemoes overstemt en de toon zet voor Chelsea Wolfe, die als hogepriesteres in zwart gekleed met een enorm witte sluier daarover heen het podium op zweeft. De eventuele bedenkingen die ik had betreffende haar stem (effecten en galm die er op zitten) worden meteen de kop ingedrukt, want ja, natuurlijk staat er galm op haar stem, maar die stem zelf is loepzuiver en net zo bezwerend als op het album. Met een bescheiden lichtshow die voornamelijk bestaat uit zwart, wit en rood speelt de band veelal in het halfschaduw, van waaruit een dozijn nummers onze kant op komen. De eerste track van haar nieuwe album laat direct horen wat ze behelst. Feral Love, met de onheilspellende klanken, stuwende ritmische klanken en de bezwerende stem komt overeen met haar kleding. Gitzwart met witte sluier. Vanuit de moerassige nevelen hoor je haar stem. Als een sirene lokt ze je naar de duistere zijde, die door haar toedoen helemaal niet duister lijkt. En zonder moment van twijfel laat je je meevoeren op de wonderlijk schone klanken van Mer, overtuigt ze je dat zij en jij de “two straight lines in a crooked world” kunnen zijn in Tracks (Tall Bodies) en dan begin je vast te lopen in het moeras dat Kings heet en waarbij je met elke stap dieper weg zinkt. Als alles verloren lijkt, is dat het ook en hoor je de klanken van je eigen begrafenis in Moses, waarin de band je kist op de schouders neemt en langzaam, stap voor stap richting je graf draagt. De loodzware tonen van Pale On Pale klinken als je kist stukje bij beetje het gitzwarte gat in richting vochtige aarde gaat. De krijsende schreeuw. Van jou, of van geliefden die je achter laat?

Aan de andere zijde wacht ze je op. Ontdaan van witte sluier. De dood. Zoetgevooisd als nooit tevoren. Lone.

Chelsea Wolfe Tivoli Utrecht 01-11-2013 c

De laatste klank blijft doorklinken als iedereen van het podium is. Een drone, die het gevoel bewaart, stemmen weer overstemt en ons meevoert naar het volgende optreden. Ik ben gaan zitten waar ik stond, op de verhoging aan de zijkant. Er komen steeds meer mensen bij. Ze staan om me heen. Een woud van benen waardoor de spotlichten af en toe hun weg vinden. Ik zie iemand staan, alleen. Hij komt me bekend voor. Na een paar seconden weet ik het: het Imagine film festival. Toen nam ik zoals altijd na een laatste voorstelling de pont en toen zag ik hem ook. Hij viel me op, waarom weet ik niet. Nu zie ik hem weer, toevallig, of niet. Kennelijk hebben we meer gemeen dan de interesse voor bepaalde films.

Russian Circles Tivoli Utrecht 01-11-2013 a

Russian Circles pakt het nog wat rigoureuzer aan qua presentatie. Het gaat hier niet om de personen, maar om de muziek. Dus zijn er drie simpele heldere gloeilampen, waarvan alleen die bij de bassist aanblijft tussen de nummers door. Voor zover ze überhaupt stoppen met het produceren van geluid, want dat blijft veelal aanwezig door de samples en loops die doorklinken en hun geluid tijdens de nummers voller maken. Ik heb al hun albums, maar ken die niet goed genoeg om de titels er bij te verzinnen. Daar gaat het ook niet om. Dit postrock/metal trio is een geoliede machine van steengoede muzikanten die binnen het tijdsbestek van één nummer een scala aan emoties laten horen. Doordat ik ze nu zie spelen hoor ik de gelaagdheid op de een of andere manier beter die veel van hun nummers herbergt.  Meest in het oog springend is daarbij de drummer, die ongelooflijke ritmes uiterst behendig en subtiel weet te produceren, terwijl de bassist en gitarist de hoofden laten bangen op retezware staccato ritmes.

Russian Circles Tivoli Utrecht 01-11-2013 b

Maar evenzogoed kunnen de rollen omgedraaid zijn en switched bassist Brian Cook net zo makkelijk binnen dat ene nummer van bas naar gitaar, of andere bas, om de sfeer van het moment te bekrachtigen. Er zijn niet veel bands die op instrumentale wijze mijn aandacht lang vast weten te houden. And So I Watch You From Afar is er eentje, maar Russian Circles hoort daar toch ook bij. De set is overwegend heftig, maar vind een rustmoment tijdens Schiphol.

De combinatie met Chelsea Wolfe krijgt gestalte in de toegift, als ze in het bijna donker de band een stem geeft in Memorial, waarna nog één nummer wordt gespeeld. Met Youngblood laat Russian Circles nog één keer alle hoofden op en neer gaan, waarna diezelfde hoofden huiswaarts gaan, gevuld met een voldaan gevoel, mag ik aannemen. Of zou dat toch in het hart zitten…

Russian Circles Tivoli Utrecht 01-11-2013 c Russian Circles Tivoli Utrecht 01-11-2013 d

Tim Christensen And The Damn Crystals – Tivoli (de Helling) Utrecht, 20 mei 2012

Tim Christensen speelt al een aantal jaar met zijn ‘Damn Crystals’, maar op het nieuwe album was de invloed van de band groter en werd hun positie benadrukt in de bandnaam. Die bandnaam is dan ook weer de titel van de cd waarop flink wordt gerockt. Songs van hoog niveau, vol met interessante wendingen zonder het liedje uit het oog te verliezen. Na de tour door thuisland Denemarken doet de band weer een kleine clubtour door Nederland.

Eigenlijk zou ik hier helemaal niet naar toe gaan. Ik heb kaartjes voor de Melkweg (Amsterdam), waar Tim morgen speelt. Getwijfeld of we nog een extra dag van de tour mee zouden maken, maar toch niet gedaan. Toen kwam er een veel te gemakkelijke prijsvraag langs, van Kindamusic . Het antwoord zat in mijn hoofd, overgezet naar mail @redactie en warempel, ik win. Dus ga ik +1 toch nog naar Utrecht, waar we de zaal inlopen die wanneer het voorprogramma begint al bijna gevuld is! Petter Carlsen staat er in zijn uppie, met gitaar om zijn nek en een strot van goud. Wat kan die man mooi zingen. Dat heeft Tim – die zelf ook zo’n briljante stem heeft – goed uitgekozen. De stem van Petter doet me bij vlagen denken aan een jonge Sting, of John Waite, met specifieke en loepzuivere uithalen in de hogere regionen. Petter is een schatje. Hij zegt dat het fijn is te spelen voor een publiek dat zo stil luistert. Je kunt inderdaad een speld horen vallen. Natuurlijk maakt hij reclame voor zijn nieuwe cd die hij na afloop zal verkopen, maar hij doet alles op zeer innemende wijze. Dat en het bewijs dat hij zijn ingetogen en breekbare liedjes op prachtige wijze ten gehore brengt zorgen er voor dat mensen na de show inderdaad een kijkje komen nemen, een praatje met hem maken en de beurs trekken voor zijn Clocks Don’t Count. Hij zegt er eerlijk bij dat de cd minder ingetogen is en een volledige band laat horen met een vol geluid. Ik ben blij dat ik de uitgeklede versies nu live mag horen, want die maken misschien nog wel meer indruk. Luister het verschil maar eens tussen You Go Bird (live) en hetzelfde nummer (studio).

We verplaatsen ons van de verhoging aan de zijkant naar vlak voor het podium. Dichterbij is niet mogelijk. Net als op het album begint Tim Christensen And The Damn Crystals met het nummer The Damn Crystals. Dat is meteen een binnenkomer, want het is een lang en imponerend nummer, met een typische Christensen opbouw, waarbij de song via een rustig middenstuk naar een opwindend hoogtepunt wordt geloodst. Het was natuurlijk allang bekend, maar wat een solide band is dit en wat kan die man toch zingen. We rocken lekker door met Jump The Gun en daarna alweer een nummer vol afwisseling, Far Beyond Driven, dat net als de opener van de laatste cd komt. De setlist zit goed in elkaar en zorgt voor zowel rust tijdens nummers als Superior en India als dynamisch drama in Wiser, dat met een geimproviseerd intro Tim’s liefde voor de Beatles nog eens benadrukt. Het spelplezier spat van het podium en je ziet ze onderling genieten door de uitwisseling van betekenisvolle blikken. Op de helft van de set kijkt Tim grappenderwijs verbaast op als zijn band van het podium afloopt. Met een akoestische gitaar speelt hij solo twee nummers, Never Be One Until We’re Two en How Far You Go, waarbij het publiek net zo stil is en aandachtig luistert als bij het voorprogramma.

Daarna gaat het heerlijk door met de volledige band en de nieuwe single Happy Ever After en krijgen oude en nieuwe songs een plekje in de set. Tegen het einde gaat het stevig rocken nog even in overdrive als Get The Fuck Out Of My Mind via een jam over gaat in Screaming At The Top Of My Lungs. In het tussenstuk trekt toetsenist Christoffer Moller even de aandacht naar zich toe met een weirde spacey geluidensolo, die ook de bandleden even doen staan kijken wat er toch allemaal gebeurt. Zou dit ingestudeerd zijn? (Daar kom ik de volgende dag achter).

Met (het enige nummer uit de Dizzy Mizz Lizzy periode) 11:07 wordt de boel afgesloten en roepen we dat we meer willen. Drie nummers volgen als toegift. Het prachtige Surfing The Surface raakt me zoals altijd weer diep. Om deze mooie avond te voorzien van een spetterend einde sluit de groep af met Whispering At The Top Of My Lungs, waarbij de drummer de maat zodanig hard slaat dat zijn bekken op de grond dondert. Het is een ovatie meer dan waard. Een klein jongetje dat door zijn ouders was meegenomen en het concert toch wat vermoeid, half hangend op het podium heeft doorstaan, krijgt van een roadie een cd en een drumstok. Wat een aardig gebaar!

Volkomen voldaan verlaten we de zaal en rennen we naar de auto, om niet zeiknat te worden in de stortregen die uit de hemel komt.

Tot morgen…

Tim Christensen – Tivoli de Helling Utrecht 7 november 2010

07112010023

Dit keer met z’n 2-en naar Utrecht, op de zondag avond. Als we bij de zaal aankomen is het voorprogramma (ja, dit keer wel dus) al begonnen. Cloudmachine, een Nederlandse band die haar cd heeft opgenomen in Los Angeles met iemand die ook met Tom Waits heeft gewerkt. Interessanter voor de band dan het publiek lijkt me deze mededeling, want het gaat er uiteindelijk om wat de band ons voorschotelt. Ik wordt er niet echt warm of koud van. In het kader van de moderne tijd en sociale media heeft de band nog wel een leuke verrassing in petto. Ze hebben op internet gekeken in de sociale netwerken en als het goed is zou ene Tom (?) zus en zo aanwezig moeten zijn in de zaal, zegt de zanger van de band. Zijn oproep wordt beantwoord en de persoon in kwestie mag een gratis cd komen halen. Leuk verzonnen.

Als Cloudmachine is vertrokken gaan we toch weer naar voren en staan we net als in Amsterdam op de tweede rij. Het wordt vanavond een ander concert. Het geluid is niet zo zuiver en mooi als twee dagen geleden. Na de prachtige en nog ingehouden opener Surfing The Surface wordt het al snel ruiger en vuiger. Dit is veel meer rock ‘n’ roll, waarbij ik de muziek af en toe letterlijk voel trillen in mijn lichaam. Heerlijk! Het maakt dit optreden intenser. De band zelf is ook nog weer losser. Tim vertelt dat ze in januari de nieuwe cd op gaan nemen. Om nog even wat live te spelen leek het ze leuk om de Nederlandse fans op te zoeken voor wat concerten. Deze laatste avond laten ze nog even horen hoe het moet. Zoals in één van mijn favoriete nummers Secrets On Parade. Er worden grappen gemaakt. Tim speelt tussen twee nummers door even een Spaans getinte gitaar riedel en dit wordt vanuit de zaal direct beantwoord met een volmondig ‘olé’. Hij moet er zelf ietwat verbaasd om lachen. Er worden zelfs foutjes gemaakt, zoals in het intro van India, waar gitarist Lars een stukje speelt, dat dan in echo twee keer terug komt. Alleen er zit een rare pauze tussen twee noten, waardoor het een grappig effect geeft. Zo kan een fout ook nog leuk zijn.

07112010020

De setlist is hetzelfde als in Amsterdam. Ook nu is er een kookpunt bij Screaming At The Top Of My Lungs, waarbij achtereenvolgens de drummer zijn drumstok kwijt raakt en de gitarist een snaar breekt. Het is een mooi voorbeeld van de rauwe energie die er vanavond heerst.

Ook aan deze avond komt een einde. Maar niet voordat Tim nog even vertelt over het nummer dat hij schreef toen hij nog een broekie van ongeveer zeventien jaar was en aan de vooravond stond van het mega succes dat hij met zijn band Dizzy Mizz Lizzy zou krijgen in Denemarken. Silverflame heet dat nummer en het betekende zijn doorbraak. Het is ook nu weer de afsluiter van een geweldige, wat rauwere avond, waarin zelfs de buiging door de band aan het einde tot hilariteit leidt, als de linker twee er mee beginnen, maar de rest dat niet doorheeft.

Kan niet wachten op nieuw materiaal…

Biffy Clyro, Tivoli Utrecht, 13 oktober 2010

DSC00463

Tsja, zo’n snel geplande reis naar New York kan wat roet in het concert water gooien. Zo had ik kaartjes voor The Posies op 9 oktober, die ik helaas niet kon gebruiken, maar uiteindelijk wel goed terecht kwamen. En vanavond speelt Biffy Clyro, één van mijn favoriete bandjes om een uur of negen in Utrecht, terwijl ik deze ochtend om 06:00 uur aan kwam op Schiphol, na een nacht te hebben overgeslagen. Je moet er wat voor over hebben. Nou ja, het komt ook wel weer goed uit, want het dwingt me om in het oude ritme terug te keren en de jetlag uit te schakelen, voor zover mogelijk en nodig.

Biffy Clyro heb ik ondertussen al zes maal gezien. De eerste keer zal ik nooit vergeten. Dat was op Koninginnedag in 2002. Hun debuut cd was net uit en de videoclip voor 57 had ik op MTV voorbij zien komen. Ik was meteen weg van hun tegendraadse ritmes en toch poppy songschrijverij. Na een lange dag vol tweedehands koopjes stond het concert vrij laat ingepland. Eerst speelde Cooper Temple Clause (groep bestaat niet meer), als hoofdact. Die hadden toen een hitje in de alternatieve lijsten. Ver na middernacht volgde Biffy. Ze speelden de hoofdact totaal van het podium met een weergaloos knallend optreden, waarin ook toen al nauwelijks werd gepraat en de muziek alles zei. De laatste keer dat ik ze zag was in december vorig jaar in de Melkweg. Als ik dat verslag terug lees, dan is er niet zo veel veranderd. Nog steeds speelt de band vol overgave en zonder aan intensiviteit te hebben ingeboet. Nog steeds is er van contact met publiek nauwelijks sprake. Het concert ligt tot en met de toegift vast (te zien aan de setlist die op de grond ligt). Een 75 minuten lange stevige set, met vooral veel nummers van de laatste twee cd’s en hier en daar een rustpunt (God And Satan, Many Of Horror). De band is een goed geoliede machine die op superbenzine loopt en constant door de geluidsbarrière gaat. Zweet stroomt in liters van hun lijven en de energie stroomt al snel het publiek in dat direct aan het moshen slaat. Toch heb ik het gevoel dat Biffy Clyro de uitverkochte Tivoli nog veel gekker had kunnen krijgen als er niet zo’n glazen wand tussen hen en het publiek had gestaan. Zo’n plexiglas wand uit die cel van Hannibal Lector in Silence Of The Lambs. Met gaatjes er in. Je ziet ze wel, je voelt ook de energie, maar een echte connectie zit er niet in. Dat laten ze niet toe.

Dat wordt nog eens heel duidelijk als er een crowdsurfer op het podium terecht komt. Als deze zich klaar maakt om weer het publiek in te springen geeft een roadie hem een enorme duw waardoor hij keihard richting de vloer wordt gelanceerd. Hij moet zijn bril op de tast zoeken. Even later denkt er iemand leuk te zijn door het podium op te klimmen, naast bassist James te gaan staan om een foto van hun samen te nemen. James geeft aan dat dit niet de bedoeling is, maar de man trekt zich er niets van aan. Voordat hij het weet wordt ook hij terug het publiek in gelanceerd op onfijnzinnige wijze. Ik ben het wel eens met de uitspraak die Brian Molko van Placebo ooit deed tijdens een concert in de Melkweg, waarbij er mensen begonnen met stagediven. “The only ones who earned a place on stage is us, so fuck off”, of iets in die bewoordingen. Tenzij een band het zelf leuk vindt natuurlijk, zoals het podiumfeest dat ontstond bij Blood Red Shoes in 2008. Biffy Clyro is er duidelijk niet van gecharmeerd, maar ik wil wel even grote vraagtekens plaatsen bij de manier waarop mensen terecht worden gewezen. Als je iemand op zo’n heftige manier van een podium dondert, kan diegene erg gevaarlijk terecht komen, laat staan dat een totaal onschuldig iemand uit het publiek de gekatapulteerde keihard op zijn kop kan krijgen met alle gevolgen van dien. Wat dat betreft dan weer petje af voor James, die aan het einde van het nummer nog even naar de rand van het podium loopt en de gedupeerde even de hand schudt als gebaar van ‘no hard feelings’.

Tim Christensen – Tivoli de Helling Utrecht, 4 december 2009

Tim Christensen 4 Tivoli 04-12-2009

Gaat het dan eindelijk een beetje gebeuren? Aandacht voor deze topartiest? Zijn laatste cd ‘Superior’ die al bijna een jaar uit is wordt nu eindelijk officieel in Nederland uitgebracht (Mermaid/PIAS), de single wordt hier en daar al op de radio gedraaid en de hele cd kun je online beluisteren in de luisterpaal van VPRO 3voor12. Aanstaande maandag is er zelfs een opname voor het BNN programma ‘That’s Live’ die je zaterdag 12 december terug kunt horen op 3FM.

Vol verwachting klopt ons hart als wij op weg gaan naar Tivoli. Goed dat ik nog even heb gekeken hoe, wat, waar. Want het voorprogramma is opeens afgelast, waardoor Tim wat eerder begint (20:45 uur). Daarbij heb ik gezien dat het niet Tivoli op de Oude Gracht is (wat ik aannam), maar Tivoli de Helling (waar ik nog nooit geweest ben). Voordeel is, dat je daar in de buurt gratis kunt parkeren.

Eindelijk zijn ook onze fijne vrienden, en gigantische fans van de held van vanavond, er ook bij. We spoeden ons dan ook meteen naar voren, om in het kleine zaaltje (capaciteit 400 man) dat niet helemaal uitverkocht is, de beste plek onder ’s mans Deense neus te vergaren.

We staan nog niet zo lang en ik word op mijn schouder getikt. Het is een collega van mijn vorige werk, die net zo verbaasd is als ik dat we elkaar hier aantreffen. Ik wist wel dat ze in Utrecht woont en van minder bekende bandjes houdt, maar ik had er nooit bij stil gestaan dat ze Tim Christensen zou kennen. We kletsen wat bij, ik prijs de nieuwe cd aan die ze nog niet heeft, maar zeker zal kopen en ik vertel dat het live nog veel beter zal zijn.

Tim Christensen 5 Tivoli 04-12-2009

Vol positieve spanning wachten we op de band. Een daverend applaus als ze opkomen. ‘Surfing The Surface’ wordt ingezet. Meteen een nummer dat je bij de kladden grijpt. Ik merk dat er veel echte fans vooraan staan, die de meeste nummers woordelijk mee kunnen zingen. Ik denk dat als je je hart hebt verpand aan deze geweldige artiest, je hem nooit meer los laat. De vorige tournee is al weer vijf jaar geleden, zegt Tim. Laat ons de volgende keer niet weer zo lang wachten, denk ik bij mezelf. De setlist is niet erg veel veranderd t.o.v. de keer in Paradiso en Bonn. De stevige kant wordt een klein beetje losgelaten. Geen Dizzy Mizz Lizzy nummers, helaas. Als ‘Get The Fuck Out Of My Mind’ in alweer een prachtig gitaarduel tussen Tim en Lars een subliem hoogtepunt beleeft, staat zelfs hun roadie met zijn armen in de lucht te juichen! Dit is het moment dat het nummer overgaat in het begin van ‘Rotator’ van Dizzy, maar Tim geeft zijn band een seintje dat ze dat nummer niet door zetten en het nummer eindigt daardoor wat abrupt. Enorm jammer. Niet getreurd, er valt genoeg te genieten. Van het weergaloze ‘Don’t Leave Me But Leave Me Alone’ tot zoete meezinger ‘Love Is A Matter Of…’, die het publiek aanzet tot doorzingen als het nummer al gedaan is. Zichtbaar verrast vraagt Tim of ze het nummer nog eens moeten spelen. Maar na een volmondig ‘yes’ zegt hij dat er nog genoeg andere leuke liedjes zijn. En gelijk heeft hij. ‘Superior’, ‘Two Is A Crowd’, ‘Jump The Gun’, ‘India’, ‘Tell Me What You Really Want’… Veel van de nieuwe cd en allemaal mooi. De toegift is als vanouds de ingetogen uitvoering van ‘Wonder Of Wonders’, waarbij multi instrumentalist Tim plaats neemt naast zijn toetsenist Christoffer achter de piano en Soren op bas het geheel ondersteunt. Een verrassing is de cover van het Neil Young nummer ‘Cinnamon Girl’, dat met een prachtige samenzang van maar liefst drie stemmen erg mooi uit de verf komt. Het laatste nummer is volgens bekend recept een daverende uitvoering van ‘Falling To Pieces’, dat zo rustig kabbelend begint, maar uitmondt in een euforische finale waar de band helemaal los kan gaan. En het publiek gaat mee. Alweer blijkt Tim de onbetwiste leider en als het nummer bijna af is kijkt elk bandlid naar hem om te zien of het gaat gebeuren. En jawel, Tim overhandigt zijn gitaar aan Soren en gaat zelf achter de drums zitten. Ook de rest van de band verwisselt van instrument. Nog één maal knallen ze het einde van ‘Falling To Pieces’ er uit. Dan is het helaas weer gedaan.

The Thermals – Ekko Utrecht, 18 december 2008

Thermals 1

Eén van de voordelen van de ouder wordende ouder is dat je kind op een gegeven moment de leeftijd krijgt dat jij niet langer mee gaat met hem/haar naar één of ander speelparadijs, maar dat hij/zij met jou mee gaat naar bijvoorbeeld een leuk concert. Zo ook mijn dochter, die nu 12 jaar is en net begonnen op de Middelbare school (vroege leerling). Het eerste concert waar ik haar mee naar toe nam was Tracy Bonham. Dit keer gaan we naar iets heftigers: The Thermals.

We maken er meteen een leuk reisje van en kiezen voor het openbaar vervoer. Dus de bus naar Amsterdam en dan de trein naar Utrecht. Heel ontspannen. Mijn dochter heeft een zak drop voor me gekocht (een traditie in wording sinds Caesar) en we eten er al flink van. Vanaf Utrecht CS is het een kwartiertje lopen naar Ekko, een zaaltje waar ik dacht nooit geweest te zijn, maar die gedachte bij moest stellen toen er een lichtje ging branden toen we de jassen naar de garderobe brachten. Wat ik hier ooit heb gezien weet ik niet meer. Wel blijkt dat de verblijfplaats van de jassen aanleiding zijn voor een logistiek probleem, maar daarover later meer.

Jassen weg, zaal in. Het is kwart over acht en om kwart voor negen zou het beginnen. De zaal is nog bijna helemaal leeg. Dus we stappen direct naar het knie-hoge podium alwaar we zó dicht bij de microfoons staan, dat we er bijna zelf een riedeltje in kunnen zingen. Confronterend. Zelfs zo, dat mijn dochter zegt dat we misschien wel achterin op de verhoging kunnen gaan staan. Maar ik weet haar te overtuigen dat het best leuk is om het van zo dicht bij mee te maken. Ik werp een blik op de setlist, die niet van The Thermals blijkt te zijn. Dus toch een voorprogramma. Wordt het wel erg laat vanavond. Maar goed dat er op school deze dagen alleen maar kerst-geknutsel aan de gang is.

Tegen achten lopen drie mannen het podium op. Een drummer (die constant gekke bekken trekt naar mijn dochter), een gitarist en een zanger met een indrukwekkende brace om zijn been. Een brace die hem niet belet de meest wilde poses aan te nemen als een soort kruising tussen Iggy Pop en Mick Jagger, al hangend aan de microfoon standaard met zijn benen in x-stand. Zonder bassist dus, brengt de band (blijken The Stilettos te zijn) een wervelende punkshow, waarin er maar liefst 16 nummers voorgeschoteld worden in een half uur! En dat zegt iets over zowel de snelheid als de lengte van de songs. Heerlijk rauw en gedreven, maar nog confronterender dan ik had verwacht. De rest van het publiek staat op toch wat veiliger afstand en gezien de driftig consumptie-c.q. zweet spetterende zanger schrijden we tijdens de set toch stiekem een pas of twee terug van ons eilandje. ‘Impressive, most impressive’, zou Darth Vader zeggen.

Thermals 2

Na deze overdonderende vuurdoop voor mijn dochter stel ik haar gerust dat The Thermals niet zulke drukke mensen zijn en wat meer op hun plek zullen blijven staan. Tegen tienen komen ze op. Omdat we bijna op het podium staan is het geluid eigenlijk bar slecht. De bas en drums overheersen alles. Gitaar horen we nauwelijks en de zang slechts vanuit de verte. Niet zo gek, want de speakers hangen eigenlijk achter ons richting zaal. Geeft niets. Zo dicht op de band geeft weer heel andere gevoelens, zoals we bij het voorprogramma al hebben gemerkt. Hoewel de fysieke confrontatie dit keer niet van de band komt, zoals later zal blijken. De band praat en grapt voornamelijk onderling veel. Dat in combinatie met het feit dat ze een hoop nieuwe nummers van een cd die pas in april uit zal komen spelen, slaat toch een gat in de optimale beleving. Maar een kraker is een kraker, en als bijvoorbeeld Pillar Of Salt uit de speakers schalt, gaat het publiek goed los en houdt mijn dochter de wild dansende menigte en een enkele crowdsurfer méér in de gaten dan de band die voor haar neus staat te spelen. Gelukkig vorm ik een goede buffer. Na No Culture Icons is de 18 songs rijke setlist klaar. Tijd voor de toegift. Tijd om nog een los te gaan op Here’s Your Future en de afsluiter Everything Thermal.

Terug naar de realiteit van de jassen. Dat is dus twee smalle trappen op en twee keer rechts. Maar dezelfde smalle trappen op en links kunnen rokers hun longen vervuilen en die twee trappen af dien je weer te gebruiken om met je jas naar beneden te komen. Een logistieke ramp dus, maar geen onvertogen woord. Goeie sfeer!

Al met al een enerverende ervaring, zeker voor mijn dochter, die uiteindelijk toch meer van The Stilettos onder de indruk was dan van The Thermals. Performance-wise danx85

Melissa Auf Der Maur – Tivoli Utrecht, 27 november 2008

MAdM

Het geluk met winnen is aan mijn zijde. Ik heb me aangemeld voor de nieuwsbrief van Live XS en meteen een mail gestuurd dat ik wel graag kaartjes wil winnen voor het Le Guess Who festival (http://www.leguesswho.nl/) in Utrecht. Twee dagen later krijg ik bericht dat er twee passepartouts op me liggen te wachten bij de kassa van Tivoli.

Helaas kan ik er maar één dag naar toe, maar dat is ook de dag waar ik interesse in heb, de dag dat Melissa speelt. Blijkt dat de gitarist van Patrick Watson genaamd Simon Angell het spits af zal bijten. Gezien mijn liefde voor de band, is mijn interesse hiervoor dan ook aangewakkerd. Angell speelt met een bassist, trompettist en zangeres, waarvan die laatste eenzelfde soort (of misschien wel hetzelfde) toverkastje bespeelt, waar allerlei vreemde geluiden mee te maken zijn. Ze gebruikt haar stem trouwens meer op klank dan dat er nu (verstaanbare) woorden uit komen. Een onvervalste portie experimentele muziek wordt over ons uitgestort. Muziek is het overbrengen van een verhaal of emotie. Begrijp ik het verhaal niet? Of wordt er geen verhaal vertelt. That’s the question. Ik vermoed het eerste, want ik ben geen kenner van dit soort muziek. De emotie is dan ook ver te zoeken. Maar ik heb een muzikant aan mijn zijde. Helaas gaat er bij hem ook geen belletje rinkelen. Het zijn zondermeer getalenteerde muzikanten. Angell laat wat grappige truukjes zien, zoals het gebruiken van zijn gitaar als drumstel, of het houden van een ventilator of opgeblazen ballon tegen zijn snaren, om leuke effecten te krijgen. Het komt ietwat gekunsteld over. Maar nogmaals, ik heb er geen verstand van. Dit duurt een half uur, voor een halfvolle zaal.

Na de pauze kunnen we kennis maken met de eerste stappen van het multimedia project dat MAdM (Melissa Auf der Maur) sinds enige jaren in voorbereiding heeft. Deze avond en enkele er om heen in andere steden zijn een soort pre-launch van haar in 2009 te verschijnen nieuwe cd. Je kunt vast een kijkje nemen en luisteren op http://www.myspace.com/xmadmx en www.xmadmx.com. Het doek gaat open en er hangt een groot filmscherm waarop we een half uur kunnen kijken naar Out Of Our Minds. In een rustig tempo zien we Melissa in een dubbelrol, in twee verschillende tijdslijnen bezig met de natuur. Veel bos. Erg mooie beelden. In het heden speelt ze zich zelf. In het verleden is ze een soort heks/druxefde. Don’t fuck with me, or the forest. Ze heelt een gewonde dame en trekt het hart uit een gemene viking. In een barokke symboliek zien we een aantal houthakkers op bomen in slaan, waarbij er bloed uit de gekliefde stammen komt. In een boom zien we een hart kloppen. Have a heart! De boodschap wordt iets te opzichtig aan de man gebracht. Het geheel is trouwens zonder dialoog, maar met intense muziek van de dame in kwestie zelf. Het is natuurlijk (!) goed om aandacht te vestigen op wat de natuur ons te bieden heeft en dat we daar voorzichtig en met respect mee om moeten gaan. Maar deze boodschap had wat mij betreft iets minder opzichtig verpakt kunnen worden.

Na dit ‘terug naar de natuur’ filmpje, vraag ik mij af of Melissa nog wel stevig kan rocken, want daar ben ik eigenlijk wel een beetje aan toe. Als de roodharige heks opkomt met lange zwarte cape met capuchon begin ik te vrezen dat ze haar boodschap hier voort zal zetten en we straks in bewierookte ruimte elkaars handen gaan vasthouden om ons één te gaan voelen met de geest van het woud. Gelukkig is mijn vrees ongegrond. Na enkele nummers zegt ze dat haar heksencape in de weg zit van haar basspel. Dus daar gaat de cape. En hoewel het concert wat onevenwichtig begint, het geluid is niet top (wordt al snel beter) en ze zingt niet even goed (zit constant aan haar oortjes voor back-up), brengt de stoere vrouw samen met haar drie bandleden al gauw een sterke set ten gehore, waarin nieuwe en oude nummers elkaar in evenwicht houden. Een nieuw nummer als The Key ligt redelijk in het verlengde van haar debuut cd. En net als op haar debuut zullen er waarschijnlijk goede en mindere tracks op staan, als ik het zo hoor. Oude bekenden worden met open armen ontvangen, door de zaal die nu toch al bijna gevuld is: Real A Lie, Taste You (gedeeltelijk in het Frans) en het opvallende nummer Overpower Thee, dat ze uitstekend zingt. Kennelijk hadden haar stembanden wat opwarming nodig. Met af en toe wat kleine gesprekjes tussendoor loodst ze ons naar haar eigen en mijn favoriete track Followed The Waves, dat overdonderend gespeeld wordt. RAWK! En als ze ons bij de toegift eindeloos bedankt en zegt hoe lief we zijn en dat ze ons weer komt bezoeken volgend jaar als haar cd uitkomt, speelt ze nog één nummer. Als haar rode krullen in de duisternis verdwijnen kan ik oprecht zeggen dat ze mijn hart toch wel heeft gestolen.