Süskind

Alweer een Nederlandse film over de oorlog. Dit keer over Walter Süskind. Een bijdehante Duitse Jood die in 1942 wel door heeft dat als hij (met zijn gezin) de oorlog wil overleven, hij een plek binnen de Joodsche Raad moet zien te bemachtigen. In deze tijden moest de Joodsche Raad lijsten opmaken van Joden die gedeporteerd zouden worden naar kampen in Duitsland voor tewerkstelling. Walter krijgt de leiding over de Hollandsche Schouwburg, waar alle Joden zich moeten melden voorafgaand aan hun deportatie naar kamp Westerbork. Tegenover de schouwburg zit een Synagoge die dienst doet als (tijdelijk) opvanghuis voor Joodse kinderen. Door met de administratie te rommelen krijgt Walter het voor elkaar om uiteindelijk 600 kinderen te redden van hun ondergang.

We beleven alles uit het oogpunt van Walter. Hoe hij langzaam maar zeker oog krijgt voor het lot van anderen (de kinderen). Hoe er manieren worden verzonnen om die kinderen uit de opvang, naar het platteland te smokkelen. Dat je als kind met een ‘typisch Joods uiterlijk’ minder kans had om door een familie opgenomen te worden. Hoe hij op slinkse wijze de SS-er Ferdinand aus der Fünten, die de opdracht had om Amsterdam zo snel mogelijk ‘Judenrein’ te maken, weet te paaien met aandacht en cadeaus.

Het is een boeiend verhaal dat echter de heftige ellende buiten beeld laat. De honderden Joden die wel in de rij staan voor transport krijgen geen gezicht. Als het een keer mis gaat met de kindersmokkel, dan is dat op beschermende wijze in beeld gebracht. De nadruk ligt dit keer op het positieve, namelijk het feit dat er 600 kinderen zijn gered en een leven hebben gehad na de oorlog. Het maakt het kijken naar een film die de deportatie van de Joden als belangrijke peiler heeft toch wat vreemd. Het lijkt bijna een jongensboek, avontuurlijk, informatief, maar met oogkleppen op om de vreselijke ellende maar niet te hoeven zien.

Wat dat betreft maakt de scène waarin Walter en zijn vrouw door prikkeldraad zijn gescheiden in een kamp de meeste emotionele indruk. Het offer dat zij doet om hem een laatste kans te gunnen een goede daad te verrichten is een flink staaltje van zelfopoffering. En hoewel Walter vele kinderen redt, krijg je nauwelijks het gevoel dat hij zelf iets op moet offeren of gevaar loopt. Zelfs niet als hij een pistool op zijn hoofd krijgt. Hij weet zich er vast wel uit te praten, die innemende man.

Essential Killing

In de onherbergzame woestijn van een onbekend land zoeken drie gewapende militairen ergens naar. Een bange man die op de vlucht lijkt te zijn, pakt een wapen uit handen van een dode man en verbergt zich voor de militairen in een grot. Er vallen doden. De bebaarde man wordt gevangen genomen. Oranje pakken, zwarte kappen, militaire martelpraktijken. Vervolgens een transport, per vliegtuig en truck. Door een toeval kan de man vluchten. Geboeid, op blote voeten in een alweer een onherbergzaam land vol sneeuw en oneindige bossen slaat hij op de vlucht. Een grootse klopjacht volgt.

Feiten over locaties worden niet gegeven, maar het ligt er dik op dat de woestijn in Afghanistan ligt en de besneeuwde bergen Oost Europees zijn. De overeenkomst met een oord als Guantanamo Bay, het tussenstation van verhoor ligt er duimendik op. Maar dat zijn geen feiten. In de dromen van de man zie je flashbacks, flarden van zijn leven in een Islamitisch land. Maar of dat nu echt zijn eigen land is, of wat verder zijn rol of functie was blijft onduidelijk.

De man doet er alles aan om uit handen te blijven van zijn achtervolgers. Hij houdt zich in leven met een dieet van mieren, boomschors, bessen en moedermelk (!) en vermoord iedereen die zijn vlucht in de weg staat.

Essential killing. Zinloos geweld. Een term die eind jaren ’90 werd geintroduceerd. Er volgden leuzen met de vraag of er ook zoiets als ‘zinvol geweld’ bestaat. Over de titel van deze film zou je dezelfde discussie kunnen hebben. Wanneer is doden noodzakelijk? Het zou een subcategorie kunnen zijn van zinvol geweld. ‘Essential Violence’ zou dan weer een betere filmtitel zijn geweest, want dan kun je meteen redetwisten over de vraag of martelen in sommige gevallen onder die noemer zou kunnen vallen.

De hoofdrol wordt ingevuld door ‘enfant terrible’ Vincent Gallo. Een man die het in uitersten zoekt. Zoals met de beruchte fellatio scène in zijn omstreden film The Brown Bunny en onlangs nog met het nieuws over zijn laatste film die nooit een betalend publiek zal bereiken. Baanbrekend? Onbegrepen? Wie zal het zeggen. Soms pakt het best aardig uit, zoals in Trouble Every Day met Beatrice Dalle (ook al zo’n zorgenkind) als tegenspeelster. Dat moet een leuke draaitijd zijn geweest!

In Essential Killing doet Gallo eigenlijk maar één ding: rennen door besneeuwde landschappen met een pijnlijke blik in zijn ogen (heeft hij die niet altijd?). Voor het dramatische effect zitten er nogal wat onlogische en vergezochte zaken in de film. Daarnaast worden er zeer vele vragen opgeroepen, waarvan er geen één beantwoord wordt.

Wat overblijft biedt te weinig om aan te kunnen prijzen.

Balada Triste De Trompeta

Balada Triste De Trompeta

1937. Twee clowns proberen de kinderen te vermaken, ondanks de oorlog om hen heen. Maar zelfs clowns ontkomen niet aan hun plicht om te vechten voor het vaderland, Spanje. Het is uit met de pret en een surrealistisch schouwspel ontvouwt zich met een gevecht op leven en dood… in een clownspak. Als de strijd is gestreden en de verliezen zijn geteld is daar nog de belofte van de zoon aan de vader: hij zal een trieste clown worden.

1973. Zoon Javier treedt eindelijk in de voetsporen van zijn vader. Natuurlijk valt hij voor de mooie acrobate Natalia, die onder de duim zit bij de vrolijke clown die een alcoholistische sadist is waar iedereen onder lijdt, maar die wel het circus overeind houdt. Natalia voelt ook wat voor Javier en het is het begin van een lange weg geplaveid met ellende.

Ik gebruik niet veel woorden, want de film is eigenlijk niet te beschrijven. Het is een fantastische film in elke betekenis van het woord. Een lach en een traan hebben zelden zo dicht bij elkaar gezeten, waarbij het knappe is, dat allebei zeer overtuigend overkomen. Tegen de achtergrond van het Franco regime (1939 – 1975), maar af en toe op de voorgrond geplaatst in karakters (Franco zelf en zijn opvolger Carrero Blanco) in zowel verzonnen, als historische gebeurtenissen, is het vooral het circus dat de hoofdrol speelt. Prachtige beelden als het kleurrijke circus is neergestreken midden tussen de witte, half verwoeste gebouwen. Of als de artiesten met trage tred in treurmars door de regen lopen. Natuurlijk (het is circus!) lachwekkend in bijvoorbeeld de ‘running gag’ met de stuntmotor, waarvan de nieuwe turbo steeds weer bijgesteld moet worden. Huiveringwekkend en hardcore horror, wanneer de clown zichzelf mismaakt. Liefde maakt blind en heeft uiteindelijk grote gevolgen voor het gehele circus.

Een film als deze kan eigenlijk niet ontsporen in al zijn fantasie. Er is namelijk geen spoor. Er is slechts één doel: je raken. Daar slaagt de film helemaal in.

Stemoordeel: Zeer goed.

Incendies

Incendies

Halverwege de film zegt de notaris: de dood is nooit het einde, er blijven altijd sporen achter. Het spoor is in dit geval een belofte en de schuld. Een belofte die is gedaan door een moeder aan zichzelf. De schuld die nooit is ingelost. Mag je die schuld op de schouders van je kinderen leggen? Het is niet eens een vraag in deze film, maar het gegeven. Als hun moeder Nawal is overleden komen de tweelingen Jeanne en Simon naar de notaris om geconfronteerd te worden met ongelooflijk nieuws. De laatste wens van hun moeder is dat ze een brief moeten overhandigen aan hun vader (van wie ze dachten dat hij al dood was) en eentje aan hun broer (van wie ze niet wisten dat hij bestaat). Een opdracht die eerst Jeanne, maar later ook haar broer Simon op een zoektocht stuurt, die meer prijs geeft dan ze ooit hadden kunnen denken.

Het verhaal wordt in twee lijnen verteld. De bovengenoemde reis van dochter en zoon wordt afgewisseld met het verhaal van hun moeder en wat haar is overkomen. Stukje bij beetje ontrafelt zich haar ellendige levensverhaal, het onbeschrijflijke leed dat ze heeft gekend en het geheim dat dit met zich meebracht. Soms weten we niets meer dan de kinderen in hun zoektocht. Soms weten we iets meer, zijn we één stap verder, om de emotionele inleving te vergroten. Je mag de shock eerst verwerken, voordat de kinderen die van hun overkomt. De reis voert naar het geboorteland van Nawal, het Midden Oosten (waarschijnlijk Libanon, hoewel dit nooit wordt genoemd). Het verhaal van de moeder speelt zich af tijdens de (burger)oorlog tussen moslims en christenen. Waar het aanhangen van een geloof je ondergang kan zijn, of je redding. In één van de meest beladen en afgrijselijke scènes uit de film wordt dit op gruwelijke wijze duidelijk. Maar hoewel de oorlog zijn stempel drukt, is het niet de rode lijn van de film. Dat is hoe diverse omstandigheden je lot kunnen bepalen. Omstandigheden waar je niet of nauwelijks vat op hebt.

Op prachtige wijze wordt dit verhaal verteld. Soms krijg je niet meer dan fragmenten, puzzelstukjes die pas later op hun plek vallen. Af en toe heb je het idee de grip op het verhaal te verliezen, niet alles te begrijpen wat je ziet, dat je niet alles precies (historisch) kunt duiden. Maar de boodschap, de pijn, het verdriet, de machteloosheid en de kracht komen altijd over. Een overdonderende ervaring.

Elle S’Appelait Sarah (Haar Naam Was Sarah)

Elle s'appelait Sarah

Als ik bezig ben om mijn twee beschikbare dagen in te vullen met films die ik wil zien tijdens het Leids Film Festival – een enorme puzzel van wat draait wanneer en hoe laat is het afgelopen en kan ik dan de volgende film redden en waarom is die film nu zo lang dat ik hem niet het schema kan passen – kijk ik naar wat trailers van films om een idee op te doen van wat me te wachten staat. Als ik de trailer van Elle S’Appelait Sarah af speel vraagt mijn dochter – die naast me op de bank zit, maar niet mee kan kijken op het scherm – waar ik naar kijk, want de naam Starzynski die ze opving kent ze uit een boek. Blijkt dat ze het boek heeft gelezen waar deze film over gaat, net als mijn vrouw en een vriendin en diens moeder, en dat ze er allemaal weg van zijn en dat ze de film graag willen zien. Het weegt zeker mee om de film in mijn programma op te nemen.

Eerst een stukje geschiedenis vooraf. In het niet bezette deel van Frankrijk tijdens WO II volgde de Vichy regering grotendeels wat Duitsland voorschreef. In navolging van de Duitsers werd in 1941 de ‘Statut des Juifs’ aangenomen, waarin de Joden werden uitgesloten van het openbare leven. Een van de stappen die het mogelijk maakte om op 16 en 17 juli 1942 maar liefst 13.000 Joden in Parijs op te pakken en onder te brengen in het ‘Velodrome d’Hiver’ (een wielerbaan) onder erbarmelijke omstandigheden. Het was dus de Franse politie die de Joden oppakten.

Het verhaal volgt twee sporen. Het eerste spoor is dat van het tien jarige meisje Sarah. Het fictieve verhaal van Sarah wordt gelinkt aan bovenvermelde historische gebeurtenis. Sarah wordt met haar ouders opgepakt, maar niet voordat ze haar kleine broertje verstopt in een kast. De familie wordt opgesloten in het Velodrome waar van geen enkele voorziening sprake is. Daar zitten ze enkele dagen vast, waarna ze op transport gaan naar een doorgangskamp met het doel door te stromen naar een vernietigingskamp. We beleven het verhaal door Sarah’s ogen. De onmenselijke omstandigheden in het smerige Velodrome, de angst, ziekte; de onbeschrijfelijke pijn en het verdriet in het doorgangskamp, waarin eerst vader van moeder en dochter wordt gescheiden en later dochter van moeder. Maar ook het enorme schuldgevoel dat Sarah heeft omdat ze haar broertje heeft opgesloten in die kast, wat zich uit in een ongelooflijk gevoel van verantwoordelijkheid om hem ten koste van alles te willen bevrijden, waardoor ze zich onder alle omstandigheden vastklampt aan de sleutel van de kast.

Haar verhaal wordt afgewisseld met het heden, waarin journaliste Julia Armond (alweer een prachtrol van Kristin Scott Thomas) onderzoek doet naar wat er met Sarah gebeurd is. De link met haar aangetrouwde familie maakt deze zoektocht ook nog eens persoonlijk voor haar.

De afwisseling is wennen. Het heen en weer gaan tussen heden en verleden werkt eigenlijk een beetje storend, omdat je zo enorm bent begaan met het verhaal van Sarah. Maar het heeft natuurlijk wel zin. Het heden is onze tijd en Julia is ons geweten in de film. Om te benadrukken dat we dit niet mogen vergeten. Dat we er stil bij moeten staan.

Vorige week was ik met mijn gezin in Westerbork. Er is daar een museum en op een half uurtje lopen daarvan ligt het terrein waar het doorgangskamp zat. Van dat kamp is nauwelijks iets over. Alleen de woning van de kampcommandant is blijven staan. Je krijgt wel een overzicht van de enorme omvang van het terrein, waar vroeger alle barakken hebben gestaan. Er is een monument met 102.000 stenen neergezet, als herinnering aan alle gedeporteerden. Net als de 13.000 opgepakte Joden in Parijs is dat een enorm getal. Met zulke getallen gaat het er om individuele gezichten te zien. Pas dan dringt het leed echt tot je door. In het museum staat te lezen op een muur dat er 102.000 maal één mens is vermoord. Vlak voor je de expositieruimte betreedt hangt er een postkaart achter glas. Het is de laatste groet geschreven door iemand die al op transport was naar een vernietigingskamp, nog net uit de trein gegooid in de hoop dat iemand het zou vinden. In de film krijgt het leed een gezicht door Sarah, intens vertolkt door Mélusine Mayance.

Een lange tijd beleef je mee wat Sarah beleeft. Na een cruciaal moment raak je haar echter kwijt, omdat het verhaal (ook in het boek) nu eenmaal zo geschreven is. Dat is heel jammer, want ik zou het liefste bij haar blijven en meer van haar willen weten. Maar Sarah wil uit beeld verdwijnen, en, hoe erg ook, dat moeten we accepteren.

Stemoordeel: 5 (van 5)

The Hurt Locker

The Hurt Locker

Irak. Bagdad.

Het onschadelijk maken van explosieven gebeurt in een team. Je hebt een groep militairen die er voor moet zorgen dat het gebied rondom de bom wordt afgezet en zo veilig mogelijk wordt gehouden, zodat de bomexpert zijn werk kan doen. In een gigantisch beschermend pak probeert die er achter te komen hoe het explosief in elkaar steekt, zodat hij het zonder kleerscheuren kan ontmantelen. Het is de eerste troef van de film. Je zit op het puntje van je stoel omdat niet alleen de bom elk moment af kan gaan, maar er kan vanuit de omgeving ook nog gevaar opdoemen.Je voelt de adrenaline van de militairen die de veiligheid van de bomexpert en henzelf moeten garanderen. Elk individu is verdacht. Wat doet die man daar met die videocamera? Seint die kerel nu naar die mensen verderop? Wat komt die auto snel deze kant op rijden… Constante druk, constante afweging welk besluit te nemen. Wel of niet tot actie overgaan en met welke gevolgen als je dat wel of niet doet. Het is vechten tegen een vijand zonder gezicht. In een omgeving die voortdurend claustrofobisch aandoet, omdat je nooit weet of je veilig bent.

Hoewel het verhaal vanuit Amerikaans perspectief wordt getoond, wordt er nergens een oordeel geveld over de oorlog zelf. Daar gaat het nu niet om.De tweede troef. Het gaat om de uitwerking er van. Hoe ga je met die druk om? Hoe verwerk je de dood van je maat die net nog naast je stond, terwijl je geen tijd krijgt om dit te verwerken? Hoe onmenselijk het is om dit van mensen te vragen, ook al vragen ze er zelf om.

En dan is er nog een laag. Want, ja, er zijn mensen die er voor kiezen om dit ‘vak’ uit te oefenen. Leven op het scherpst van de snede. Het geeft ze een kick die ze in het normale leven niet vinden en kennelijk wel nodig hebben. The closer to death, the more you feel alive. Het biedt de kijker kans tot zelfreflectie. Hoe gezapig is mijn leven? Ben ik tevreden met hoe het voortkabbelt, zonder extreme hoogte- of dieptepunten?

Het is heel jammer dat deze film geen bioscoop release heeft gekregen. The Hurt Locker biedt niet alleen hoogspanning, maar laat je er ook nog over nadenken. Amusement op hoog niveau.

Inglourious Basterds

Inglourious Basterds

Op het doek verschijnen grote gele letters, type Western met bijpassende muziek. De daaropvolgende filmshots lijken één op één gekopieerd uit de grote Western films van Sergio Leone. Alleen de setting klopt niet. Frankrijk onder Duitse bezetting. World Western II? De film begint niet voor niets met de aankondiging ‘Once upon a time…’Quentin Tarantino is terug. Maar hij laat zich niet zo gemakkelijk vangen in dit hokje. Want zoals we van hem gewend zijn mixt hij diverse stijlen door elkaar en laat hij dus in een volgend hoofdstuk het eerbetoon aan Leone al weer varen. De film is opgedeeld in vijf hoofdstukken. In de eerste drie hoofdstukken maken we kennis met drie hoofdpartijen.

Het eerste hoofdstuk begint met de Duitse kolonel Hans Landa (Christoph Waltz in topvorm). Als jodenjager ondervraagt hij een Franse boer die er van verdacht wordt joden te verbergen. Landa is zeer intelligent, op een nare manier charmant, hij spreekt zijn talen en is bovenal vreselijk vol van zichzelf. Het is een zeer sterke opening van de film en het is duidelijk dat de film aan Landa toebehoort.

In het tweede hoofdstuk maken we kennis met de Inglourious Basterds uit de titel. Een groep Amerikaanse soldaten die er alleen maar op uit zijn om zo veel mogelijk Nazi’s af te maken. Als je lid wordt van deze groep heb je een quota te halen: 100 Nazi scalpen! Hoofd van deze bende is Luitenant Aldo Raine (Brad Pitt in een wat eendimensionale rol).

Dan volgt een hoofdstuk gewijd aan een Franse schone die onder de schuilnaam Emmanuelle Mimieux een bioscoop runt. Zij wordt lastig gevallen door bewonderaar en Duitse scherpschutterheld Fredrick Zoller, die verliefd op haar wordt terwijl zij daar niet van is gediend.

In de daaropvolgende delen verweven alle verhalen zich en komen de diverse partijen met elkaar in contact met de onvermijdelijke finale tot gevolg, die gelukkig nog wat verrassingen in petto heeft.

Tarantino heeft zijn best gedaan om de film vol te stoppen met heerlijke dialogen waar hij zo bekend om staat. De beste hoofdstukken draaien hier dan ook om. Zoals de scène in een café vol Duitse soldaten, waar een overgelopen Duitse filmster een overleg heeft met enkele als Duitsers vermomde Basterds. Een potje blufpoker van de bovenste plank. Je zit op het puntje van je stoel omdat je geen idee hebt waar het heen zal gaan, wat de uitkomst zal zijn.

Het is daarnaast een lust voor het oor om te horen dat iedere nationaliteit zijn eigen taal spreekt. Hier geenTom ‘Valkyrie’ Cruise in het Amerikaans. Vele karakters uit de film spreken meerdere talen vloeiend en passen dit gezien de diverse situaties waarin ze zitten ook toe. Overgelopen filmster Bridget von Hammersmark wrijft het de Amerikanen zelfs nog even in met de retorische vraag of de Basterds nog iets anders spreken dan Engels.

‘The ultimate Jewish revenge fantasy’? Of ‘kosher porn’, aldus Eli Roth. Maar dat zegt misschien meer over de regisseur van Hostel dan over de film. Alles in acht nemende is dit gewoon een heerlijk sprookje waarin Tarantino doet waar hij goed in is. Met een flinke knipoog! Weinig vernieuwend, maar des te amusanter.

Oorlogswinter

Oorlogswinter

Mijn laatste film van dit jaar. Het is de verfilming van het spannende boek van Jan Terlouw door Martin Koolhoven . Het speelt zich af in een dorpje in Nederland in januari van 1945. Het einde van de oorlog is dus in zicht. De jonge Michiel krijgt door omstandigheden informatie doorgespeeld die hem naar de schuilplek van een neergestorte RAF-piloot leidt. Een vondst die hij voor zich zelf wil houden. Hij wil de (ook jonge) piloot over de rivier smokkelen naar Zwolle, waar de Engelsman contacten heeft die hem weer terug naar Engeland kunnen brengen. De vader van Michiel is burgemeester van zijn dorp en gaat ‘vriendschappelijk’ met de Duitsers om, om op diplomatieke wijze mensen te beschermen. Michiel’s oom is meer een man van daden en zit in het verzet. Hij is een voorbeeld voor Michiel. Maar in de oorlog kun je nergens op rekenen, gelden andere regels en is niets dat het lijkt. Zal Michiel de piloot kunnen redden? Of zal het avontuur hem boven zijn hoofd groeien? De balans tussen het jongensavontuur en het echte drama is aldus in beginsel aanwezig, maar de uitwerking ervan laat toch wat te wensen over. De film is klein gehouden. Dus slechts enkele personen zijn echt uitgewerkt, er zijn bijna geen grote actie-scènes en er wordt alle tijd genomen om het verhaal te vertellen. Niets mis mee. Maar dan rust er wel veel op de schouders van de vertolkers waar het om draait. En hier rust bijna de gehele film op de schouders van Michiel (nieuwkomer Martijn Lakemeier), die helaas de hele film redelijk emotieloos de meest indrukwekkende zaken beleefd. Dingen die je toch niet onberoerd laten zou je zeggen. Maar Michiel ondergaat ze met ijskoud gezicht, zoals het winterlandschap dat zo’n prachtig decor is. Bij hem voelde ik emotioneel geen aansluiting. Dus echt meegenomen in het verhaal word ik niet. En dan krijg ik de ruimte om na te denken over andere zaken, die in mijn ogen de film nog zwakker maken. Januari 1945 was toch de hongerwinter? Van dit aspect krijg je niet veel te zien, behalve dat ze weer soep eten, maar ondertussen kan Michiel aardig wat eten uit allerlei lades halen om mee te smokkelen naar de piloot. Hij neemt zelf een heel konijn mee, een gift van de buurman, en geen haan die er naar kraait. En dan al die voertuigen. Er zijn nog fietsen in overvloed en zelfs paarden en wagens zijn verkrijgbaar. En natuurlijk, het is het burgemeestersgezin, dus misschien hebben die het wat beter. Maar toch moet ik denken aan het verhaal van mijn grootouders, die hun fiets hebben kunnen behouden door het in (!) bed te verstoppen. En daar moet ik tijdens een film helemaal niet mee bezig zijn. Ik moet meegesleept worden door het spannende verhaal of de aangrijpende vertolkingen. Helaas schort het daar aan.

Pan's Labyrinth

Guillermo del Toro (regisseur) heeft zijn sporen verdiend met eigenwijze films in het fantastische genre zoals Cronos, Mimic, Blade II, The Devil’s Backbone en Hellboy. Ik heb ze allemaal gezien, maar er zit toch geen film bij die ik echt heel hoog heb zitten. Met alle lofuitingen omtrent Pan’s Labyrinth kreeg ik het gevoel dat dit er misschien wel een kon worden. Toch niet helemaal.

Het is een mooie film, een zeer duister sprookje over een meisje dat in een ellendige omgeving van oorlogsgeweld en een boze stiefvader de kans krijgt die (boven)wereld te ontvluchten en prinses te worden in de onderwereld (zonder negatieve connotaties overigens), waar ze volgens de faun die haar bezoekt thuishoort. Ze moet diverse proeven doen die natuurlijk niet allemaal zo verlopen als verwacht. Het meisje is eigenzinnig en bepaald uiteindelijk haar eigen lot, dat ze in de bovenwereld niet in de hand heeft. Het lijkt of Guillermo ons wil zeggen dat het goede overwint, maar ten koste van wat. De film ziet er werkelijk prachtig uit en kent goede vertolkingen, o.a. door Sergie Lopez (die mafdaai uit Harry, Un Ami Qui Vous Veux Du Bien), maar blijft toch enigszins op afstand qua emotionele betrokkenheid. Het zelfde euvel dat ik bij zijn andere films heb. De film doet me uiteindelijk niet genoeg om een zeer goed te geven.

Stemkaart oordeel: goed

 

Zwartboek

Zwartboek. Eindelijk dan naar de nieuwe Nederlandse film van Paul Verhoeven, van wie ik een enorme fan ben. Grote zaal in de Munt. Tijdens de voorfilmpjes gaat het al mis. Ik hoor dat het surroundgeluid niet goed is. Tenminste, alle effecten zijn ok, maar de stemmen (die van recht voor je komen) zijn haast niet te horen. En als er iets onontbeerlijk is bij een Nederlandse filmx85 Er zal toch wel iemand gaan klagen hoop ik. Ik zit alleen in het midden van de zaal in het midden van een rij met een grote rugzak naast me, dus ik kan niet zo makkelijk gaan klagen. De film begint. Het euvel is nog steeds niet verholpen. Ik erger me rot. Maar wat is een goed moment om te gaan en wat zal ik missen. Na een kwartier houd ik het niet meer en loop naar buiten (rugzak achter latend, hopend dat niemand er aan komt, of het pand laat ontruimen vanwege achtergelaten dubieus voorwerp). Dan moet je dus twee verdiepingen omlaag om uiteindelijk een medewerker van Pathe te vinden. Er zijn al twee meldingen gedaan, maar ze zullen er nog eens naar kijken. Als ik terug kom is het geluid goed en wordt net de familie van onze Joodse hoofdpersoon Rachel (prachtrol van Carice van Houten) afgeschoten als ze proberen te vluchten naar België. Huh? Nu al? Toen ik weg ging werden ze net gexefntroduceerd. Weinig tijd om als kijker een emotionele band op te bouwen met ze, waardoor hun dood niet zo’n heftige indruk maakt. Het gebrek aan inleving en emotie is sowieso mijn belangrijkste bezwaar tegen deze film. Je ziet het verzet en de SS aan het werk. In een soort avontuurlijke thriller. Je blijft als kijker eigenlijk de hele tijd bij Rachel (Carice). Ze werkt binnen de SS als spion. Wat is haar drijfveer? De moord op haar familie doet haar minder dan je zou denken. Wat telt is de liefde voor haar SS-er. Want dat is een goeie, zoals je ook een slechte verzetsman hebt. Maar ik voel de pijn van de oorlog nauwelijks. Zoals ik die wel voelde toen Huub Rooymans in Soldaat van Oranje een waterslang in zijn achterste gestoken kreeg. Of zelfs hoe Derek de Lint van God en iedereen verlaten aan zijn eind kwam terwijl hij zat te schijten. Het zijn scenes die je voor altijd bij blijven. En ik moet nu al goed nadenken welke scenes uit Zwartboek zo’n indruk hebben gemaakt. Zelfs als Rachel kilo’s stront over zich heen krijgt heb je nergens een gevoel van onherroepelijkheid. Wat blijft is een spannende film met prachtig camerawerk en fantastisch spel van Carice en Waldemar Kobus (als oerslechte SS-er). Maar ik had meer verwacht.