Biffy Clyro – Melkweg MAX Amsterdam, 18 februari 2013

Biffy Clyro - Melkweg Amsterdam 18-02-2013

De dag dat Biffy speelt…

…sta ik om 12:58 voor een dichte deur van een winkel in Amsterdam West, waar ik speciaal naar toe ben gegaan om iets te regelen. Geopend van dinsdag t/m zaterdag lees ik op de deur. Waarom is de zaak dan dicht? Op dinsdag moet die open zijn. Misschien is er iets gebeurd? Pas tien minuten later op weg naar het centrum besef ik me dat het maandag is.

…wandel ik anderhalf uur door de Amsterdam.

…begint om 14:40 de film Lincoln, tien minuten te laat. Een gortdroge film met een Oscar waardige prestatie van Daniel Day-Lewis.

…eet ik een heerlijke maaltijd bij Flo. Vooraf een ‘salade de magret de canard fumé, rillettes de canard, saucisse de canard, lardons et crème moutarde’. Dan de ‘poitrine de veau braisée et ris de veau sauté aux champignon et, sauce aux morilles’ om te eindigen met een ‘crème brûlée à la vanille Bourbon’, die ik niet helemaal op krijg omdat ik nokkie vol zit.

…lopen we om 19:17 langs Tuschinski, alwaar Richard Gere zijn opwachting zal maken vanwege zijn film Arbitrage, er mensen in driedelig pak of galajurk de rode loper betreden en de gulzige Nederlandse pers te woord, er heel veel mensen van Tibetaanse afkomst zich hebben verzameld met dankbetuigingen richting Buddhist Gere inzake zijn standpunt betreffende dat land.

…komen we om 19:30 aan bij het Leidseplein, zodat we op tijd zijn om een goed plekje te bemachtigen maar waar op de hoek met de Lijnbaansgracht al een gigantische rij mensen begint met het zelfde idee, waarvan ik niet kan geloven dat ze voor mijn bandje – dat ik in 2002 als naprogramma in het bovenzaaltje van Paradiso heb gezien – staan te wachten, wat wel degelijk zo is, waardoor we genoegen moeten nemen met een plekje op het balkon, tweede rij.

…je niet verwacht dat de lange tengere blonde Noorse dame van het voorprogramma Blood Command zo’n screamo stem op kan zetten.

…een roadie van Biffy het podium inwijdt (?) door er wat water op te besprenkelen.

…diezelfde roadie met een waterkoker, thee en een flinke scheut honing aan de slag gaat om een vers bakkie te zetten voor Simon Neil.

…Simon nu een klein verhoogd podiumpje heeft om er zijn Biffy Biffy Ass Shake op te laten zien.

…er altijd mensen zijn die denken dat er nog plek is en zich er ongegeneerd tussen wurmen.

…ik er pas na drie nummers achter kom dat de toetsenist ergens achter de boxen, totaal uit het zicht is opgesteld, maar dus wel mee speelt.

…ik me erger aan de man naast mij, die eerst foto’s van het publiek neemt, wat niets dan vage vlekken oplevert, dan constant loopt te filmen, waarbij het publiek voor hem in schel licht komt te staan (what’s the fucking use?) en ik inwendig moet lachen als hij meezingt met een nummer, dat dus zijn eigen filmpje zal vergallen, denkt dat het nummer is afgelopen, stopt met filmen en dan  merkt dat het nog niet afgelopen was.

…Simon zijn microfoon omgooit, er liggend op de grond verder in zingt, maar het ding daarna wel zelf recht moet zetten.

…het opeens heel erg naar toiletverfrisser ruikt, of is het die dame daar, die zomaar ineens ruimschoots met haar luchtje is gaan spuiten?

…de band de focus legt op haar laatste drie albums, waar de commercieel gouden eieren vandaan komen, met twaalf nummers van Opposites, zeven van Only Revolutions en drie van Puzzle waardoor fans van het eerste uur er bekaaid af komen omdat de eerste drie albums worden genegeerd op één song na, dat dan weer wel één van mijn favorieten is: There’s No Such A Thing As A Jaggy Snake.

…de meest logische uitgang van de Melkweg is afgesloten, waardoor er een enorme opstopping ontstaat bij de jassen en mensen die geen jas hoeven te halen toch door die massa naar buiten moeten.

…ik tot de conclusie kom dat deze negende keer dat ik de band zie voor mij het minste is geweest, wat overigens niets met de zoals altijd energieke inzet van de band te maken heeft.

Biffy Clyro – Paradiso (bovenzaal) Amsterdam, 28 november 2012

Drip, drip, drip, drip, drip klinkt het a capella en tegen de draad in van de muziek die later wordt ingezet. Drip, drip, drip, drip, drip druipt het zweet van het ontblote bovenlijf van Simon Neil. Een feit waarom na elk nummer zijn gitaar wordt gewisseld en grondig wordt gedroogd met een handdoek. Het feit waarom het effectenbord van zijn gitaar op de grond is omhuld in plastic dat er de hele show op blijft zitten. Dat zweet komt er niet vanzelf. Hier wordt geROCKed!!!

Het is 30 april 2002. Koninginnedag in Amsterdam. Die avond zal er een vrijwel onbekend bandje in het bovenzaaltje van Paradiso spelen. Ze heten Biffy Clyro en hebben net hun debuut album uit. Ik ben meteen fan van hun eclectische muziek en sla me door het hoofdprogramma, Cooper Temple Clause, heen om Biffy in het naprogramma (!) rond een uur of één ’s nachts een verpletterende show te horen, zien en voelen spelen, waarmee ze de hoofd act finaal de tent uit blazen. Een optreden dat ik niet snel zal vergeten. In de loop der jaren heb ik ze meerdere keren gezien, o.a. in Londen. Eén ding staat buiten kijf en dat is dat ze na al die jaren nog niets van hun rauwe inzet, energie en kracht hebben verloren. Hoewel ze steevast beginnen met “Hello, we’re Biffy Clyro” en vervolgens de hele show nog geen drie woorden spreken, laten ze hun muziek het werk doen. Vanavond is het niet anders.

Aan de vooravond van het nieuwe dubbel (!) album Opposites dat in januari uitkomt wil de band enkele zeer intieme optredens geven in kleine clubs. Na bijvoorbeeld de Bi-Nuu Club in Berlijn en Debaser in Stockholm is dat bovenzaaltje van Paradiso aan de beurt. Fans kregen van tevoren een mailtje van de band wanneer de voorverkoop zou gaan beginnen. Paradiso was binnen enkele minuten uitverkocht. Niet zo gek gezien het feit dat de groep sinds het uitkomen van Only Revolutions een veel grotere fanschare voor zich wist te winnen en volgend jaar in Londen maar liefst in de O2 gaat spelen met een capaciteit van 20.000 mensen. Wat dat betreft mogen de 250 mensen – waaronder veel buitenlanders – die hier vanavond aanwezig zijn zichzelf gelukkig prijzen.

Ik heb dit podium nog nooit zo vol zien staan met spullen. De helft wordt ingenomen door alleen al het drumstel en de geluidsapparatuur. De bewegingsruimte voor Simon en James is minder dan een stap. James grapt er tijdens de show over als hij zegt dat hij Simon aan kan raken zonder van zijn plek te komen. Voor deze tour hebben ze er ook nog een tweede gitarist bij en een pianist die helemaal links in de gordijnen hangt. De vraag hoeveel geluid dit zaaltje aankan wordt direct beantwoord als de band zeer punctueel op het podium verschijnt en direct met de nieuwe track Stingin’ Belle ons de oren van het hoofd blaast. Ik schroef mijn doppen nog wat dieper mijn oren in. Het geluid hier vooraan is niet optimaal, eventuele finesses worden in de orkaan gesmoord, maar deze oerknal heeft wel degelijk zijn impact en Simon maakt het beste van de zeer gelimiteerde bewegingsruimte. Booooom, Blast And Ruin indeed!

Anderhalf uur lang, voornamelijk stevig rockend, met die heerlijk tegendraadse en soms niet te volgen ritmes (Living Is A Problem Because Everything Dies) in dynamische nummers, maar soms ook wat gas terug in dit oververhitte zaaltje met een solo uitvoering van God And Satan. We zingen, juichen, klappen, schudden onze hoofden en springen op en neer op veel nieuwe nummers, zoals de single Black Chandelier en Sounds Like Balloons, oude bekenden als 27 en Strung To Your Ribcage en natuurlijk prijsnummers van hun grote doorbraakalbum zoals The Captain en Many Of Horror. De drie nummers van de toegift (Hope For An Angel, Living Is A Problem Because Everything Dies en Mountains) ronden deze avond af.

Alles is ondertussen vastgelegd door 3voor12 en we kunnen op 28 en 29 januari 2013 nog een keertje nagenieten (met beter geluid) van deze mooie avond.

Ps. Mocht iemand mij te zijner tijd kunnen helpen aan de video opnames die worden uitgezonden via tv-kanaal Cultura24, dan houd ik mij ten zeerste aanbevolen!!!

Biffy Clyro, Tivoli Utrecht, 13 oktober 2010

DSC00463

Tsja, zo’n snel geplande reis naar New York kan wat roet in het concert water gooien. Zo had ik kaartjes voor The Posies op 9 oktober, die ik helaas niet kon gebruiken, maar uiteindelijk wel goed terecht kwamen. En vanavond speelt Biffy Clyro, één van mijn favoriete bandjes om een uur of negen in Utrecht, terwijl ik deze ochtend om 06:00 uur aan kwam op Schiphol, na een nacht te hebben overgeslagen. Je moet er wat voor over hebben. Nou ja, het komt ook wel weer goed uit, want het dwingt me om in het oude ritme terug te keren en de jetlag uit te schakelen, voor zover mogelijk en nodig.

Biffy Clyro heb ik ondertussen al zes maal gezien. De eerste keer zal ik nooit vergeten. Dat was op Koninginnedag in 2002. Hun debuut cd was net uit en de videoclip voor 57 had ik op MTV voorbij zien komen. Ik was meteen weg van hun tegendraadse ritmes en toch poppy songschrijverij. Na een lange dag vol tweedehands koopjes stond het concert vrij laat ingepland. Eerst speelde Cooper Temple Clause (groep bestaat niet meer), als hoofdact. Die hadden toen een hitje in de alternatieve lijsten. Ver na middernacht volgde Biffy. Ze speelden de hoofdact totaal van het podium met een weergaloos knallend optreden, waarin ook toen al nauwelijks werd gepraat en de muziek alles zei. De laatste keer dat ik ze zag was in december vorig jaar in de Melkweg. Als ik dat verslag terug lees, dan is er niet zo veel veranderd. Nog steeds speelt de band vol overgave en zonder aan intensiviteit te hebben ingeboet. Nog steeds is er van contact met publiek nauwelijks sprake. Het concert ligt tot en met de toegift vast (te zien aan de setlist die op de grond ligt). Een 75 minuten lange stevige set, met vooral veel nummers van de laatste twee cd’s en hier en daar een rustpunt (God And Satan, Many Of Horror). De band is een goed geoliede machine die op superbenzine loopt en constant door de geluidsbarrière gaat. Zweet stroomt in liters van hun lijven en de energie stroomt al snel het publiek in dat direct aan het moshen slaat. Toch heb ik het gevoel dat Biffy Clyro de uitverkochte Tivoli nog veel gekker had kunnen krijgen als er niet zo’n glazen wand tussen hen en het publiek had gestaan. Zo’n plexiglas wand uit die cel van Hannibal Lector in Silence Of The Lambs. Met gaatjes er in. Je ziet ze wel, je voelt ook de energie, maar een echte connectie zit er niet in. Dat laten ze niet toe.

Dat wordt nog eens heel duidelijk als er een crowdsurfer op het podium terecht komt. Als deze zich klaar maakt om weer het publiek in te springen geeft een roadie hem een enorme duw waardoor hij keihard richting de vloer wordt gelanceerd. Hij moet zijn bril op de tast zoeken. Even later denkt er iemand leuk te zijn door het podium op te klimmen, naast bassist James te gaan staan om een foto van hun samen te nemen. James geeft aan dat dit niet de bedoeling is, maar de man trekt zich er niets van aan. Voordat hij het weet wordt ook hij terug het publiek in gelanceerd op onfijnzinnige wijze. Ik ben het wel eens met de uitspraak die Brian Molko van Placebo ooit deed tijdens een concert in de Melkweg, waarbij er mensen begonnen met stagediven. “The only ones who earned a place on stage is us, so fuck off”, of iets in die bewoordingen. Tenzij een band het zelf leuk vindt natuurlijk, zoals het podiumfeest dat ontstond bij Blood Red Shoes in 2008. Biffy Clyro is er duidelijk niet van gecharmeerd, maar ik wil wel even grote vraagtekens plaatsen bij de manier waarop mensen terecht worden gewezen. Als je iemand op zo’n heftige manier van een podium dondert, kan diegene erg gevaarlijk terecht komen, laat staan dat een totaal onschuldig iemand uit het publiek de gekatapulteerde keihard op zijn kop kan krijgen met alle gevolgen van dien. Wat dat betreft dan weer petje af voor James, die aan het einde van het nummer nog even naar de rand van het podium loopt en de gedupeerde even de hand schudt als gebaar van ‘no hard feelings’.

Biffy Clyro – Melkweg (oude zaal) Amsterdam 17 december 2009

IMG_0433

Twee jaar geleden stond ik hier in precies dezelfde locatie met precies de zelfde vriend (all the way from Sweden). Toen naar aanleiding van de cd ‘Puzzle’, een belangrijke stap voor de band naar een groter publiek, zonder zichzelf te verloochenen. Gelukkig is dat grotere publiek hier (nog niet) te bekennen en vraag ik me ook af of ze ooit echt groot zullen worden. Daarvoor is de muziek toch te eigenwijs. Nu is ‘Only Revolutions’ uitgekomen. De lijn van ‘Puzzle’ wordt voortgezet, maar nu nog volwassener en vooral consistenter in de kwaliteit van de songs. Maar het is ook wel even slikken, als je de extra poespas (blazers!) hoort.

Dat de band er geen onduidelijkheid over laat bestaan waar ze in de basis voor staat is te horen in de knallende opener ‘That Golden Rule’, één van mijn favoriete tracks van de nieuwe schijf, waarin alle Biffy ingrediënten aanwezig zijn: overdonderende gitaarsound, snoeiharde riffs, aparte overgangen naar pakkende melodielijnen, tempowisselingen en onnavolgbare accenten en onderbrekingen. De energie van de band is voelbaar, het optreden is intens en het publiek reageert navenant. Mede dankzij de vele Engelse fans die weer in groten getale aanwezig zijn. Er wordt een hoop gespeeld van de laatste twee cd’s. ‘Born On A Horse’, ‘Bubbles’, ‘God & Satan’, ‘Cloud Of Stink’, ‘Living Is A Problem Because Everything Dies’ (met dat wiskundige begin), ‘Saterday Superhouse’, ‘Who’s Gotta Match’, maar ook ‘Get Fucked Stud’ en ‘Love Has A Diameter’. De oudere songs worden gelukkig niet vergeten, al zijn ze in de minderheid. ‘57’ kan natuurlijk niet ontbreken. Als Simon op langzame wijze wat vreemd klinkende tonen speelt op zijn gitaar lijkt het of hij deze aan het stemmen is. Niets is minder waar. Het is een korte vingeroefening met de noten die hij vervolgens razendsnel speelt als het fantastische nummer ‘There’s No Such A Thing As A Jaggy Snake’ wordt ingezet. Kicken!

Ik had het al even over de poespas op de nieuwe cd. Die komt het meeste naar voren in de opener ‘The Captain’. Als ze dit nummer live spelen is het ontdaan van alle extra instrumenten. Ze hebben er gelukkig voor gekozen om geen vooropgenomen tapes mee te laten lopen of extra muzikanten in te zetten. Dit is Biffy Clyro. Drie man. Gitaar, bas en drums. En ‘The Captain’ wordt in een rauwe, ongekunstelde versie zeer overtuigend op ons los gelaten. Zelfs de rustige nummer, zoals ‘God & Satan’ en ‘Machines’ hebben een intensiteit die het hoge peil van energie tijdens dit optreden niet naar beneden halen.

Enige makke blijft de bijna non-communicatie met het publiek. ‘Hi, we’re Biffy Clyro’ weet Simon na enkele nummers te melden. Alsof we dat nog niet wisten. Voor de rest eigenlijk geen woord. Het is jammer, maar ook niet zo erg, want de muziek zegt genoeg en komt helemaal over.

Eerste toegift is ‘Semi-Mental’. Het is een op en top Biffy nummer en het blijft opvallend hoe je zo heftig kunt rocken en toch zo lekker mee kan zingen bij veel van hun nummers. Daarna een opvallende maar zeer goede keuze, het prachtige ‘Many Of Horror’ van de nieuwe cd, dat hoog scoort op de emotionele ladder. Ook nu wordt dit op zich rustige nummer zo overdonderend vol gespeeld, dat het woord rustig eigenlijk niet meer van toepassing is. Wat een te gekke uitvoering. Als laatste toegift geen verrassing meer. Het nummer werd uitgegeven een paar maanden voordat ‘Only Revolutions’ zou verschijnen. Een eerste voorproefje. Het is meteen een favoriete uitsmijter geworden: ‘Mountains’.

Dus ja, de band is door de jaren heen iets veranderd. En ja, ze volgen deze nieuwe koers vol overgave en met alle vertrouwen. Vertrouwen die ze krijgen door hun fans, die niet afhaken, maar meegroeien en overtuigd blijven van de aparte klasse van de groep. En nee, ze vergeten niet waar ze vandaan komen en wat ze in de basis het beste doen. Dat staat na vanavond onomstotelijk vast.

Als ik ’s avonds na een reis door de sneeuw op één oor lig, hoor ik een lichte ruis. Het optreden is dwars door mijn oordoppen geknald…

Biffy Clyro – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 9 oktober 2007

Biffy Clyro is mijn bandje, zoveel mag zo langzamerhand wel duidelijk zijn. Ik volg ze al vanaf hun eerste cd en spaar alle uitgaven van singles die ze uitbrengen, ook omdat daar vaak weer extra non-cd tracks op staan. Mijn vriend uit Zweden heb ik aangestoken met het virus. En deze keer is hij zelfs zo gek om twee dagen over te komen om dit concert met z’n 2-en mee te maken.

De support-act is een Nederlandse band genaamd Man Made Ivory. We luisteren van tevoren even via myspace wat deze band voor ons in petto heeft, maar het spreekt ons niet echt aan. Dus als we in de zaal komen en ze zijn al bezig, laten we ze even lekker voor wat ze zijn en gaan we buiten de zaal zitten praten. Bij het laatste nummer (bedankt voor die aankondiging!) gaan we naar binnen en werken we ons gemakkelijk naar voren om daar – bijna eerste rij – te kunnen genieten van wat komen gaat. Erik (de Zweed) en ik zitten te grappen wat we zullen roepen als nummer dat we willen horen. Erik zegt ‘Iname’, de allereerste single die niet eens op de debuut-cd staat. Ik zeg ‘There’s No Such Thing As A Jaggy Snake’. We lachen. Echt een makkelijke titel om even te roepen, maar wel een favoriet nummer. Zoals altijd speelt de band retestrak en explosief. Daar geen klachten. Waar dan wel? Toch het feit dat ze vrijwel geencontactmaken met het publiek. Dat hebben ze eigenlijk nooit echt gedaan. En dan heeft blikvanger Simon Neil zijn lange haar altijd voor zijn ogen hangen, waardoor er geen blik meer te vangen is. Dan merk ik ook dat de nummers waarbij ik dan het meest uit mijn dak ga, wat oudere nummers zijn. Puzzle, hun laatste opus is toch wat commerciëler, voor zover je dat kunt zeggen. Dat het publiek zich overigens uitstekend vermaakt blijkt wel uit het feit dat er tegen het einde van de set een heftige mosh-pit ontstaat. Gelukkig wordt ik zelf nog getrakteerd op een toegift die ik niet verwacht had: There’s No Such Thing As A Jaggy Snake!

Lowlands 2007: de belevenis

Biddinghuizen, 17/18/19 augustus 2007

In 1998 ben ik voor het eerst en voor het laatst naar Lowlands geweest. Toen schreef ik voor een muziekblad en mocht ik samen met een vriendin, die fotograaf is, onder de noemer ‘pers’ het festival bekijken en (later) beschrijven. En ja, toen sliep ik gewoon in een tentje tussen de rest van het gepeupel. En ja, backstage (!) ben ik op de smerigste plee ooit geweest, maar als je moet dan ga je. En na het festival was ik tevreden, maar had ik niet de drang om ooit nog eens te gaan. Voornamelijk door het hele camping gebeuren. Ik ben al geen kampeerder, maar daar slaap je echt voor geen meter. Het constante geluid, van geroezemoes tot lawaai, de smerige bende, de ellende als je naar de plee moet en dan je tent weer moet vinden, uitkijkend dat je niet in een hoop kots trapt, de lange rijen voor de douche en geen plek om je kleren te laten. Nu ja, alles wat me tegenstaat aan kamperen vind je daar in het kwadraat terug.

In het afgelopen jaar heb ik hele fijne nieuwe vrienden gemaakt. En toen we een keer samen zaten kwam Lowlands ter sprake. Sommigen waren er vaker geweest. Sommigen niet zo vaak. Ik gooide in de groep dat ik dit jaar best wel wilde gaan, maar dan wel luxe in een huisje wilde verblijven om die camping te kunnen vermijden. Daar bleken meer oren naar. Dus uiteindelijk ben ik na negen jaar weer naar het festival gegaan, met als hoofdkwartier een fijn vakantiehuisje op een half uur rijden van het terrein. Ik hoef je niet te zeggen dat ik heerlijk heb geslapen. Ik was meestal het eerste in het huisje en ’s ochtends het eerste wakker. Dan liep ik naar de croissanterie voor wat verse broodjes en de kleine supermarkt voor wat beleg en maakte ik een heerlijk ontbijtje klaar voor z’n vijven. Om daarna nog rustig na te genieten in het zonnetje voor de deur. Het halve uurtje rijden naar en van het Lowlands terrein had ik daar heel graag voor over.

Het programma van het festival zelf was niet eens zo aanlokkelijk. Er waren maar vijf bands die ik echt wilde zien. De rest was uit nieuwsgierigheid, wat bandjes bekijken waar je normaliter nooit naar toe zou gaan. Of die je niet kende en wilde leren kennen. In alfabetische volgorde heb ik gezien (sommige acts maar enkele nummers):

  • Biffy Clyro: zie andere artikel
  • Chris Cornell: speelde goed maar op safe, zijnde veel Soundgarden songs en andere hoogtepunten uit zijn carrière.
  • Clark: electronische muziek die me weinig boeide
  • CSS: Braziliaanse disco-rock die de zaal vanaf het begin mee kreeg door de in glitterpak gestoken zangeres en gangmaakster
  • Eagles Of Death Metal: zo hard dat je buiten de tent nog je oordoppen nodig had; ik was snel pleite
  • Editors: fijne set, goed geluid
  • Hayseed Dixie: uiterst ludieke band die veel hardrock klassiekers op hillbilly wijze vertolken met supersnelle gitaar, viool en banjo, zoals The Ace of Spades van Motorhead.
  • Kaiser Chiefs: ultieme pretband, als je tenminste wat biertjes op hebt (maar ik drink niet!)
  • Malkovich: muzikaal niet slecht, maar brei van geluid en die schreeuwzang hoeft niet van mij
  • Nine Inch Nails: niet mijn muziek, stond wel als een huis hoewel je ze nauwelijks zag in het donker
  • Nosfell: Franse (hoge) stemvirtuoos die zich ondersteund door een (staande) bas(sist) niet alledaagse muziek neerzet, vaak met als basis ritmes die hij met zijn stem laag voor laag opbouwt en dan vogue-achtige bewegingen maakt als hij zijn gitaar niet om heeft. Interessant, maar niet pakkend genoeg.
  • Ojos de Brujo: toch veel traditioneler (Spaans) dan verwacht
  • Gabriel Rios: weet zo langzamerhand goed zijn publiek te bespelen, maar niet mijn ding
  • Aaron Spectre: heftige breakcore, die minder extreem is dan verwacht door de makkelijke melodietjes
  • Sonic Youth: te gruizig geluid, zelfs voor hun sound, weinig imponerend
  • Tool: perfectie, tot vervelens toe
  • Patrick Watson: het hoogtepunt van het festival, mooie nummers, goed geluid, fijne improvisatie, leuke ‘geluidsprobeersels’, heerlijk jazzy drummer, live een grote waardetoevoeging in vergelijk met de cd.

En als je dit zo leest dan kwam de toegevoegde waarde dus niet zozeer van de muziek dit jaar. Het was voornamelijk heel fijn om met goede vrienden rond te lopen, wat te praten, wat te eten, nog wat te eten (hee Danny!) en toch ook hier en daar wat muziek te horen, waarbij je je dan ook niet schuldig of bekocht voelde als je na enkele nummers weer verder liep. Daarbij scheelde het enorm dat het weer zo goed was. Volgend jaar weer? Geen idee. Als het programma meer naar mijn smaak is (was wel erg bedroevend), de vrienden welwillend zijn en het huisje beschikbaar, who knows?

Lowlands 2007: het lot

Biddinghuizen, 17/18/19 augustus 2007

Augustus 2005: Arcade Fire speelt op Lowlands. Ik ben er niet bij, maar zie het optreden op tv en ben zeer onder de indruk. Ik ga de band verder uitchecken en koop hun ep en debuut cd.

Januari 2007: Aankondiging dat Arcade Fire een concert gaat geven in Vredenburg te Utrecht. Kosten x80 29,00 (ex). Shit. Toch wel duur en dan nog in Utrecht ook. Ik twijfel enorm. Ik wil ze heel graag zien, maar dan in een kleine(re) zaal en goedkoper. Als iets duur is ga je het altijd omrekenen naar de gulden en dan schrik je pas goed: fl. 63,91! En dan de nog bijkomende kosten van de reservering (euro-tje of 3) en de reis er heenx85 Dilemma.

13-01-2007: Voorverkoop concert. Ik heb besloten het niet te doen (en hoop in mijn achterhoofd op een wonder, dat ik ze misschien nog wel ergens anders zie).

27-03-2007: De band zegt het concert af wegens ziekte van een van de leden. Kaarten kunnen worden ingeleverd. Mijn hoop op een tweede kans neemt toe, ze zullen toch wel een vervanging doen later dit jaar?

05-04-2007: Ik lees de eerste geruchten dat ze op Lowlands zullen spelen.

25-04-2007: Na overleg met vrienden hebben we besloten naar Lowlands te gaan. Ik koop vandaag mijn kaart.

27-05-2007: Het is officieel, ze staan op de poster.

11-08-2007: Ik maak mijn Lowlands-schema in orde. De band zal op zondag 19 augustus na Sonic Youth spelen in de Alpha tent om 20:00 uur.

17-08-2007: Vlak voordat ik naar Lowlands afreis check ik mijn mail. Ik krijg de nieuwsbrief van Mojo binnen, die aankondigt dat Arcade Fire een concert zal geven in de HMH op 13 november. De voorverkoop begint op zaterdag 18 augustus. Morgen dus, als iedere fan op Lowlands staat. Handig gedaan. Wat zal ik doen? Ik ga ze dus al zien, maar dat is wel een verkort concert. Ik besluit een kaart te regelen, voornamelijk omdat ik er de vorige keer toch wel spijt van had geen kaart te hebben gekocht. De prijs is ondertussen opgeschroefd naar x80 32,00 (ex). Ach, je leeft maar één keerx85

Ik ga verder met spullen pakken. Wat neem je mee. Ik heb echt nog tientallen t-shirts met van alles erop. Ik neem er drie mee, waaronder mijn oranje Biffy Clyro shirt met de tekst: Kill the old, torture their young. Een shirt dat ik al jaren niet aan heb gehad, maar het is lekker felkleurig en voor Lowlands kan het welx85

18-08-2007: Het is al avond geworden als ik naar de plek loop bij de Alpha tent waar ik met mijn vrienden heb afgesproken. Ik wandel langs een informatiepunt en zie wat op een A-4 vel geschreven achter het raam hangen. In grote letters: Klaxons afgelast. In kleinere letters: Biffy Clyro vervanger. WAT!!!??? Dat is dus een van mijn favoriete bandjes. Euforie en een vaag gevoel van duisternis gaan hand in hand als ik verder loop. Klaxons had ik ook in het programma opgemerkt, maar niet aangekruist, want dan speeltx85..Arcade Fire! Ergo: ik moet nu kiezen tussen Biffy Clyro en Arcade Fire. De beslissing is snel genomen. Door het lot heb ik toch al een kaartje voor een compleet concert van laatstgenoemde band, Biffy’s muziek vind ik toch beter en Joeri (blergh) is mijn vriend weer!

19-08-2007: Om 20:00 uur staanJoeri, Danny en ik (in mijn oranje shirt!!!!) eerste rij tussen een heleboel jonge (Engelse) meisjes in afwachting van Biffy Clyro, die uiteindelijk een degelijke set speelt. De religieuze belevenis haal ik hopelijk in november nog inx85