Bertolf – Paradiso Amsterdam, 15 december 2010

15122010005

Met het vaste Bertolf-concert-bezoek-groepje sta ik mij hier te realiseren dat dit al de vijfde keer is dat ik deze jongeman en zijn band sta te bekijken. Dat het enorm leuk is om te zien wat voor groei ze hebben doorgemaakt en dat dit concert waarschijnlijk de beste van de vijf tot nu toe is dat ik heb gezien. Het rock-dier in Bertolf is heel langzaam maar zeker aan het ontwaken. Dus nu eens niet een zo voor de hand liggend Beatles nummer, maar Paranoid Android van Radiohead, met een fantastische zanghoofdrol voor gitarist Bas Wilberink, die de zeer moeilijke hoge zanglijn vloeiend ten gehore brengt en daarbij dicht tegen het origineel van Thom Yorke aan zit, waarna Bertolf het van hem over neemt en er meteen een ver-Bertolfde versie van maakt. Erg leuk. En het rockt als een tierelier. Net zo makkelijk neemt Bertolf zelf de spotlight als de band van het podium verdwijnt en het nummer Me & My Guitar speelt, waarop hij zoveel positieve reacties kreeg toen hij dit op tv bij DWDD speelde. Ik hoor het hier voor het eerst en ben zeer onder de indruk. Dat is geen gemakkelijk riedeltje dat hij daar uit zijn gitaar laat komen.

De laatste cd Snakes & Ladders liet ook al een steviger geluid horen dat met de band in deze samenstelling live uitermate goed tot zijn recht komt. De nummers zitten in hun gestel, de tournee is een tijdje onderweg en een zekere mate van ontspanning geeft het spelplezier des te meer ruimte. Zelfs een nummer als Beggin’, dat ik nu niet de leukste cover vind, omdat het door Bertolf’s zang wat zeurderig werd, is ondertussen geevolueerd tot een veel aangenamere, pittigere versie.

Waar ze misschien wel mee op moeten passen, is dat de vele covers niet de attractie van de show gaan worden. Zelfs het in mijn oren wat suffige eigen nummer Mr. Light wordt onderbroken door een stukje Mr. Blue Sky van E.L.O.. Het is grappig, maar onnodig. Want de meeste van Bertolf’s songs zijn sterk genoeg om op eigen benen te staan. Het is namelijk genieten van bijvoorbeeld het grootse Cut Me Loose, de aparte uitvoering van Patty Lane en het indringende My Loneliness om maar wat te noemen. En laten we ook het nummer niet vergeten waar alles mee is begonnen en waarmee dit concert wordt beeindigd: Another Day.

En Bertolf zelf? Die blijft toch nog steeds die lieve aardige jongen die het publiek vraagt om mee te klappen en zingen, “maar alleen als je het wilt hoor, anders hoeft het niet”.

Karnivool – Melkweg Amsterdam – 4 december 2010

04122010046

Het kan soms raar lopen. Een vriend van een vriend attendeerde die vriend op een band uit Australie die Karnivool heet en muziek maakt in de lijn van Tool. Die vriend gaf mij dezelfde tip, maar meer als informatie dat hij die tip had gekregen als zijnde muziek die hij dus recentelijk had ontdekt. Ik heb namelijk niet zo veel met Tool. Ik heb er een cd van en ik hoor hoe goed het allemaal in elkaar steekt, maar ik wordt er toch niet echt warm (of koud) van. De naam van de band blijft dan toch in mijn hoofd hangen en als ik zie dat ze een concert gaan geven verras ik mijn vriend met dit nieuws en we besluiten er samen heen te gaan, want een gezellige avond wordt het toch wel.

Dat de band populairder is dan verwacht (door de Melkweg zelf) blijkt als het concert in de Sugar Factory vrij snel is uitverkocht en men besluit het vijftal te verplaatsen naar de oude zaal van de Melkweg. De band Holy Fuck die daar stond gepland kan kennelijk op minder fans rekenen, want die moeten het met de kleinere Sugar Factory doen. Is het lood om oud ijzer? Als we langs de Sugar Factory lopen is die zaal toch ook uitverkocht en in de Melkweg is er toch nog wel ruimte.

Het voorprogramma is de Friese band A Liquid Landscape, die over een week in de Max staat om de eer te verdedigen in de finale van de Grote Prijs van Nederland. Een leuke opwarmer dus. Slechts een handvol nummers laten een best wel eigen geluid horen. Nummers die rustig beginnen, een klanktapijt neerleggen en dan langzaam maar zeker toewerken naar een hoogtepunt, voornamelijk door hetzelfde thema harder te spelen. Het is mij iets te soundscaperig, hoewel de drummer met zijn inventieve ritmes wel de nodige sjeu aan het geheel toevoegt.

Dan Karnivool. Nou ja, eerst de soundcheck van het drumstel en het zo hard mogelijk op de snaredrum rammen om het geluid af te stemmen, valt me op. Als de band gaat spelen neemt de drummer met onbloot en zeer gespierd bovenlijf plaats achter zijn kit en laat ons de hele set lang horen dat hij inderdaad heel erg hard kan slaan. Het slaat een beetje dood (zoals mijn vriend, die geluidsproducties verzorgt mij later toevertrouwt). Karnivool toont zijn spierballen en laat er geen twijfel over bestaan, technisch is het allemaal van hoog niveau. Maar de band zou wel wat finesse kunnen gebruiken, wat de dynamiek ten goede zou komen. De cd en dit concert tonen mij dat ik hetzelfde probleem ondervind dat ik met Tool heb, het raakt me niet. Ik mis daarbij iets in hun songs, waardoor ze niet blijven hangen. Terwijl er genoeg goede ideeen worden tentoongespreid. Dat muziekbeleving zeer persoonlijk is blijkt ook nu weer, want de zaal staat vol met fans die vele nummers uit volle borst meezingen. Wat weet ik er nu van.

Het is overigens een wonder dat de band nog in Nederland is gearriveerd, want het vliegverkeer is door de sneeuwval totaal ontregelt. De merchandise van de band heeft het echter niet gehaald (beter dan andersom)maar daar heeft Karnivool iets op gevonden. Ze hebben vandaag T-shirts gekocht in Amsterdam en deze zelf met spuitbussen bewerkt. Die shirts gaan ze straks verkopen. Een aardige geste die ten volle wordt gewaardeerd door het enthousiaste publiek dat hier wel degelijk uit zijn plaat gaat.

Ik haal mijn eigen vest en winterjas dan maar op uit de garderobe en trek de witte wereld weer in.

Agnes Obel – Paradiso Amsterdam – 30 november 2010

30112010043

Nadat ik een stukje over haar heb gelezen zoek ik snel op internet uit hoe haar muziek klinkt. Mooi. Simpel. Prachtige liedjes die juist sterk zijn door die basale aanpak. Ik zie dat ze een concert gaat geven en bestel kaartjes.

In de weken voor het concert komen haar naam en muziek steeds meer voorbij. Recensies in diverse bladen en op de radio is ze op 3FM een kleine hit. Het wakkert de interesse aan want al snel is het concert uitverkocht.

Het begint lekker vroeg. Om iets van 19:45 uur komt de Deense Agnes Obel het podium op vergezeld door een dame die deze avond tweede stem zingt, diverse instrumenten zal beroeren (gitaar, blaaspiano) maar voornamelijk de aandacht naar zich toe trekt door haar mooie spel op de cello. Prachtig hoe Anna Ostsee dit instrument diep laat ronken of zacht laat kabbelen. Strijken of plukken, het maakt niet uit, want in combinatie met de heldere stem van Agnes en haar pianospel is duidelijk dat er niet veel meer nodig is om de liedjes gestalte te geven. Ik krijg het gevoel dat ik bij een intiem kamerorkest op bezoek ben, maar ze hebben vergeten stoelen te plaatsen. Agnes vraagt zich af of we wel allemaal goed zicht hebben, want dat miste ze zelf vaak als ze naar een concert ging. Haar zang is loepzuiver, soms wat overdreven netjes, wat het dan wel weer uiterst verstaanbaar maakt, soms zingt ze woorden op vreemde wijze aan elkaar, waardoor klanken in elkaar overlopen. In de beperkte tijd (een dik uur) komen diverse liedjes van haar debuut cd voorbij, evenals haar cover van het nummer Close Watch van John Cale, dat op haar EP staat en waarmee ze de eerste aandacht in de muziekwereld op zich vestigde. Ook nu is soberheid troef. Geen tierelantijntjes of grootse gebaren. Wel uiterste concentratie en een zaal waar je een speld kan horen vallen. Ze praat wat bescheiden en lacht net zo. Pogingen om het publiek te vermaken met kleine verhaaltjes doen wat geforceerd aan. Zoals het vertellen dat ze een hele slechte mop kent die toepasselijk zou zijn, maar die vertelt ze dan niet omdat het te slecht is. Misschien een volgende keer. Zelfs haar celliste berispt haar. Och, het is goed bedoelt. Ik geniet van de muziek, ben onder de indruk van de cello en hoor hier en daar een klein foutje. De dames genieten zelf ook zichtbaar en stemmen alles goed met elkaar af, waarna – als de taak goed volbracht is – een knik met het hoofd of een bescheiden glimlach volgt.

Mocht je interesse zijn gewekt, check haar muziek op MySpace en ga haar opzoeken in (alweer) Paradiso te Amsterdam op 31 januari 2011.

Imogen Heap – Melkweg Amsterdam, 23 november 2010

23112010039

Op 5 oktober 2001 heeft muziekblad Oor de Melkweg afgehuurd om er haar 30 jarig bestaan te vieren. Voor genodigden uit de business. The Human League speelt. Ik laat me echter voor de eerste keer overdonderen door Ben Christophers wiens tweede cd Spoonface een dezer dagen gaat uitkomen. Met prachtige breekbare muziek en dito stem weet Ben mij te overtuigen van zijn talent. Het is jammer dat de rest van de mensen in de zaal het kennelijk nodig vinden om de artiest als achtergrond te gebruiken voor hun opzichtige ‘ons kent ons’ geneuzel, waardoor dit de fijnzinnige muziek als een irritante mug voortdurend overstemt. Gelukkig mocht ik nadien nog twee keer – in wèl de juiste omgeving – van Ben Christophers genieten. De laatste keer in 2005, waar ik Anna Drijver nog tegen het mooie lijf liep. Maar goed, ik dwaal af.

De kaartjes voor het reeds tijdens het vorige concert door haar aangekondigde tweede concert dit jaar van Imogen Heap zijn direct aangeschaft in de voorverkoop, omdat het eerste concert zo’n fijne belevenis bleek. Ik kom er toevallig achter dat Ben Christophers tijdens dit gedeelte van haar tour in haar voorprogramma zit. Ben ik even blij, twee mooie vliegen in één klap!

Om 18:30 uur gaan de deuren van de zaal open en een uurtje later zal het gaan beginnen. Maar wat gaat er beginnen? Vanaf mijn plek aan de zijkant vooraan zie ik dat alles klaar staat voor Imogen, maar niets dat er op lijkt dat er nog een voorprogramma zal beginnen. Om 19:40 uur komt Imogen het podium op. Kom ik toch wat bedrogen uit. Waarom geen voorprogramma? Waarom geen Ben? Ik heb de woorden nog niet uitgesproken en ik moet ze alweer inslikken, want Ben komt ook het podium opgelopen. Hij is de gitarist bij de band en de bedrogenheid is dus maar half.

Haar kapsel lijkt een warrig vogelnest waaruit warempel zelfs enige veren steken. De zwarte jurk heeft ze vandaag nog gekocht in ‘de 9 straatjes‘ hier in Amsterdam, vertelt ze ons. Want een verteller is Imogen Heap. Ze luidt bijna elke song in met een uitgebreid verhaal over de geschiedenis er van. Dit doet ze uiterst informatief en vermakelijk. De Britse ‘tongue in cheek’ manier waarop ze dat doet, doet zowel mijn vrouw als ik denken aan Emma Thompson. Uiterst gefocussed, maar vol grappen en zijpaadjes. En beetje zoals shoppen in de 9 straatjes. Zo begint ze een lang verhaal ter introductie van een nummer dat gedeeltelijk gaat over een man die ze leuk vond en gedeeltelijk over een seriemoordenaar. Niet dat die man een seriemoordenaar was, maar het zou kunnen, laat ze ons weten. Zij nodigde hem uit bij haar thuis, maar deze man hield niet van melkproducten, granen of vlees. Dus koken werd moeilijk. Toch gelukt. Lekker gegeten, daarna (…) – ze zegt iets onverstaanbaars en dient onze ‘wooeeehhh’ reactie van repliek dat we ‘dirty minds’ hebben – en na afloop een kopje muntthee. Daar had ze dan koekjes bij. Graan en chocolade. Mmmm. Dat was genieten voor haar, nog meer omdat hij er niet van kon genieten, want melkproduct èn graan. Pakt hij toch een koekje! “Maar dat mocht toch niet?”, was de reactie van Imogen. “Och, het is maar één koekje”x9d, zei hij. Wat een onzin, dan had hij ook één steak kunnen nemen, vertelt ze vurig door. Nou ja, dat nummer gaat dan over mensen die ‘a’ zeggen, maar ‘b’ doen. Inconsequentie dus. Het is een klein voorbeeld van de vele verhalen die ze met ons deelt. Want dat is het. Je krijgt het gevoel op visite te zijn bij een oude vriendin, die op een fascinerende manier kleine levensverhaaltjes aan je vertelt.

So what about the music, hoor ik je roepen. De op electronica gestoelde nummers worden live een veel indrukwekkendere belevenis dan op de cd, die ik bijna nooit draai. Dat komt omdat ze constant aan het experimenteren is met haar nummers. Zo heeft ze via internet een oproep gedaan om invulling te geven aan het a capella nummer Earth, waaraan in Europa alleen mensen uit Gothenburg en Amsterdam serieus gehoor hebben gegeven. Een jonge celliste had de stem omgezet naar de klanken van haar cello en Imogen heeft haar uitgenodigd om het nummer hier vanavond te spelen. Het is tevens een mooi voorbeeld van haar interactie met het publiek dat niet beperkt blijft tot de concertzaal. Zo kon je ook via haar website stemmen op je favoriete nummers, waarvan ze de top 12 ook speelt vanavond.

In het nummer Just For Now spreekt de participatie van het publiek boekdelen. Die participatie kwam ooit van de grond toen een computer op het podium het niet deed en Imogen het idee kreeg om het publiek de rol van computer te geven, door stukjes in loop-vorm te zingen, als ondersteuning voor haar eigen zang. Dat beviel zo goed, dat ze sindsdien de computer laat voor wat die is in dit nummer. Net als de vorige keer weer een kippenvel moment.

Als je het over de duivel hebt, trap je op zijn staart. De computer laat het bij een ander nummer, later op de avond, afweten. Er moet een re-start komen, anders kan ze het nummer niet spelen. Als een volmaakte gastvrouw vraagt ze het publiek of er nog vragen zijn. Er wordt gretig gebruik van gemaakt, waardoor we te horen krijgen hoe het nu precies zit met die microfoons aan haar armen (voor het geluid van haar instrumenten) en het instellen/opnemen van loops tijdens haar concert (met dit knopje, of dat daar, of deze hier, of die). Als de re-start is gelukt en het nummer wordt gespeeld, geeft ze tijdens het spelen nog even de momenten aan waarop ze dan die microfoons inzet, of de loop opneemt. Fantastisch. Wat een ongelooflijk innemende persoonlijkheid.

Het laatste nummer zal worden gespeeld. Hide And Seek. Ze zal geen toegift geven, want er vindt zo nog een ander concert plaats (vandaar geen programma dus!) en ze moet ruimte maken voor de volgende artiest. Onze teleurstelling is te horen, maar ze geeft ons mee: “you’ve had a fair share of songs” en gelijk heeft ze. Wederom worden we ingezet om haar vocaal te ondersteunen, wederom op grappige wijze, wederom zingen we mee uit volle borst.

Dat een concert veel meer kan zijn dan het precies naspelen van je cd laat de charmante Imogen Heap zeer overtuigend zien en horen. Haar concerten zijn een aparte belevenis waarvan je nog zeer lang na kunt genieten.

Tim Christensen – Tivoli de Helling Utrecht 7 november 2010

07112010023

Dit keer met z’n 2-en naar Utrecht, op de zondag avond. Als we bij de zaal aankomen is het voorprogramma (ja, dit keer wel dus) al begonnen. Cloudmachine, een Nederlandse band die haar cd heeft opgenomen in Los Angeles met iemand die ook met Tom Waits heeft gewerkt. Interessanter voor de band dan het publiek lijkt me deze mededeling, want het gaat er uiteindelijk om wat de band ons voorschotelt. Ik wordt er niet echt warm of koud van. In het kader van de moderne tijd en sociale media heeft de band nog wel een leuke verrassing in petto. Ze hebben op internet gekeken in de sociale netwerken en als het goed is zou ene Tom (?) zus en zo aanwezig moeten zijn in de zaal, zegt de zanger van de band. Zijn oproep wordt beantwoord en de persoon in kwestie mag een gratis cd komen halen. Leuk verzonnen.

Als Cloudmachine is vertrokken gaan we toch weer naar voren en staan we net als in Amsterdam op de tweede rij. Het wordt vanavond een ander concert. Het geluid is niet zo zuiver en mooi als twee dagen geleden. Na de prachtige en nog ingehouden opener Surfing The Surface wordt het al snel ruiger en vuiger. Dit is veel meer rock ‘n’ roll, waarbij ik de muziek af en toe letterlijk voel trillen in mijn lichaam. Heerlijk! Het maakt dit optreden intenser. De band zelf is ook nog weer losser. Tim vertelt dat ze in januari de nieuwe cd op gaan nemen. Om nog even wat live te spelen leek het ze leuk om de Nederlandse fans op te zoeken voor wat concerten. Deze laatste avond laten ze nog even horen hoe het moet. Zoals in één van mijn favoriete nummers Secrets On Parade. Er worden grappen gemaakt. Tim speelt tussen twee nummers door even een Spaans getinte gitaar riedel en dit wordt vanuit de zaal direct beantwoord met een volmondig ‘olé’. Hij moet er zelf ietwat verbaasd om lachen. Er worden zelfs foutjes gemaakt, zoals in het intro van India, waar gitarist Lars een stukje speelt, dat dan in echo twee keer terug komt. Alleen er zit een rare pauze tussen twee noten, waardoor het een grappig effect geeft. Zo kan een fout ook nog leuk zijn.

07112010020

De setlist is hetzelfde als in Amsterdam. Ook nu is er een kookpunt bij Screaming At The Top Of My Lungs, waarbij achtereenvolgens de drummer zijn drumstok kwijt raakt en de gitarist een snaar breekt. Het is een mooi voorbeeld van de rauwe energie die er vanavond heerst.

Ook aan deze avond komt een einde. Maar niet voordat Tim nog even vertelt over het nummer dat hij schreef toen hij nog een broekie van ongeveer zeventien jaar was en aan de vooravond stond van het mega succes dat hij met zijn band Dizzy Mizz Lizzy zou krijgen in Denemarken. Silverflame heet dat nummer en het betekende zijn doorbraak. Het is ook nu weer de afsluiter van een geweldige, wat rauwere avond, waarin zelfs de buiging door de band aan het einde tot hilariteit leidt, als de linker twee er mee beginnen, maar de rest dat niet doorheeft.

Kan niet wachten op nieuw materiaal…

Tim Christensen – Sugar Factory Amsterdam 5 november 2010

05112010008

Tim Christensen is weer terug in Nederland voor een korte tournee. Overmorgen zal hij ons daar ook iets over meedelen in Utrecht, maar dat weet ik nu nog niet. Nu weet ik dat ik voor de tweede keer in de Sugar Factory ben, met vrouw en twee vrienden en allemaal zijn we enorme fan van deze kleine Deen, zijn fantastische muziek en dito band. Geen voorprogramma, maar direct om kwart voor negen spelen. Het wordt weer anderhalf uur lang genieten. Het is namelijk een bijna perfect concert. Het geluid is loepzuiver, het vakmanschap is in het spel van de gehele band te horen en het publiek is zeer enthousiast, wat maakt dat de band iets losser lijkt dan de vorige keer dat we ze zagen. Aangezien het oeuvre ‘slechts’ drie solo cd’s telt, maar elke cd bol staat van de parels is bijna elke greep hieruit een goede. Natuurlijk heb ik mijn voorkeuren en luister ik liever naar Tell Me What You Really Want dan India, die allebei voorbij komen, maar het blijft altijd genieten van het samenspel en vooral de ongelooflijke mooie stem van Tim zelf. Van elke cd komen ongeveer evenveel nummers voorbij, dus het is een mooi overzicht van ’s mans werk. Voor het eerst sinds lange tijd (nou ja, gisteren nog in Eindhoven gespeeld, grapt Tim) spelen ze Lost & Found, ook leuk om weer eens te horen. Eén van de hoogtepunten deze avond is de uitvoering van Get The Fuck Out Of My Mind, dat via een jam over gaat in Screaming At The Top Of My Lungs. Dat laatste nummer is dan eigenlijk een korte, heavy versie van Whispering At The Top Of My Lungs. Tim vertelt dat ze in eerste instantie Whispering... in een luide versie hadden opgenomen. Toen dachten ze van naaahh, dat is het niet helemaal. Vervolgens namen ze een zachte versie op en alweer was het naahhh, ook niet helemaal. Uiteindelijk is het de variant geworden die op de cd te horen is en zeer dynamisch is. Dit nummer spelen ze dan ook. Het is een te gek nummer, maar door de opbouw van de set, dus vlak na de uitbarsting van Screaming… komt het een beetje over alsof ze hetzelfde nummer nog eens dunnetjes over doen. Wat mij betreft

Setlist 05-11-2010

een minpuntje in de opbouw van de setlist. Dat probleem komt ook naar voren in de keuze voor het laatste nummer van de toegift. Na het intieme Love Is A Matter Of Distance volgt het titelnummer van de laatste cd Superior en eindigt de band met Silverflame, het enige Dizzy Mizz Lizzy nummer van deze avond. Ook weer een heel mooi nummer, maar niet echt als afsluiter van een concert, naar mijn mening. Als de band afscheid neemt en al buigend de ovatie in ontvangst neemt heb ik het gevoel dat er nog meer in zou zitten. Hoewel met de zaklamp wordt geseind dat het licht aan kan, breekt er nog even een heftig applaus en gejoel uit om meer, waarbij zelfs de vaste roadie even opkijkt om te zien of Tim misschien toch nog terug komt. Helaas.

Ik mis een ultieme afsluiter als Falling To Pieces. Als ik de vriendelijke roadie om de setlist vraag, zie ik dat dit nummer wel als laatste was opgenomen, maar met viltstift weer was doorgestreept. You can’t win ‘em all…

Mintzkov, Sugar Factory Amsterdam, 16 oktober 2010

DSC00476

Mintzkov is ook zo’n bandje dat ik net als Biffy Clyro al vanaf hun debuut volg. Ook hen zie ik voor de tweede keer tijdens dezelfde tour. “De eerste keer in de Sugar Factory” merkt zanger/gitarist Philip Bosschaerts op. “Voor jullie ook?”, vraagt hij. Jazeker. Een kleine, brede zaal is het, met een laag podium. Zo laag dat als je er tegenaan zou gaan staan, je de vriendelijke zanger over zijn bol zou kunnen aaien. Vandaar dat er het gehele concert een gepaste afstand wordt bewaard, waardoor enkele fotografen zich uit kunnen leven in het niemandsland dat er aldus ontstaat.

Een fijn optreden wordt het, met weinig verrassingen t.o.v. de vorige keer. Het is toffe luistermuziek waarbij je ondertussen lekker staat te wiebelen met je kont op de dansbare maat van de muziek. Althans, als ze er niet van die heerlijke rare ritmes in gooien, want dan moet je even twee keer aan dezelfde kant schudden. Ook nu komt in sommige songs alles wat deze band zo goed maakt samen en wordt de som der delen meer dan wat je op de cd hoort en stuwt de muziek je richting hogere sferen.

DSC00472

Helaas gaat er iets mis. “Is er een drumstel in de zaal?” roept Philip gekscherend. Er zijn wat problemen mee. Microfoons vallen zomaar uit de houder en voor het drumstel zelf moet ook mankracht en moersleutel worden ingezet om het geheel staande te houden. Het doet overigens niets af aan het optreden zelf. Met bassiste Lies Lorquet lijkt ook niet alles in orde. Ze lijkt geirriteerd, schopt ietwat baldadig tegen een speaker en loopt twee keer naar achteren, om achter de drummer te gaan staan. Voor betere communicatie? Of om hem een steun in de rug te zijn? Ze duwt zelfs op een gegeven moment met haar hoofd tegen zijn rug, om een seintje te geven denk ik. Het ziet er in ieder geval leuk uit, hoewel ze er zelf niet om kan lachen. Een ander leuk detail is dat soms als ze moet zingen, ze op haar tenen gaat staan om beter bij de microfoon te komen. Ondertussen flink doorploegend op haar bas. Als ze bij terugkomst op het podium voor een toegift een hele lieve buiging maakt richting publiek, maak ik in mijn hoofd een buiging terug voor deze band, die me nog nooit heeft teleurgesteld.

Biffy Clyro, Tivoli Utrecht, 13 oktober 2010

DSC00463

Tsja, zo’n snel geplande reis naar New York kan wat roet in het concert water gooien. Zo had ik kaartjes voor The Posies op 9 oktober, die ik helaas niet kon gebruiken, maar uiteindelijk wel goed terecht kwamen. En vanavond speelt Biffy Clyro, één van mijn favoriete bandjes om een uur of negen in Utrecht, terwijl ik deze ochtend om 06:00 uur aan kwam op Schiphol, na een nacht te hebben overgeslagen. Je moet er wat voor over hebben. Nou ja, het komt ook wel weer goed uit, want het dwingt me om in het oude ritme terug te keren en de jetlag uit te schakelen, voor zover mogelijk en nodig.

Biffy Clyro heb ik ondertussen al zes maal gezien. De eerste keer zal ik nooit vergeten. Dat was op Koninginnedag in 2002. Hun debuut cd was net uit en de videoclip voor 57 had ik op MTV voorbij zien komen. Ik was meteen weg van hun tegendraadse ritmes en toch poppy songschrijverij. Na een lange dag vol tweedehands koopjes stond het concert vrij laat ingepland. Eerst speelde Cooper Temple Clause (groep bestaat niet meer), als hoofdact. Die hadden toen een hitje in de alternatieve lijsten. Ver na middernacht volgde Biffy. Ze speelden de hoofdact totaal van het podium met een weergaloos knallend optreden, waarin ook toen al nauwelijks werd gepraat en de muziek alles zei. De laatste keer dat ik ze zag was in december vorig jaar in de Melkweg. Als ik dat verslag terug lees, dan is er niet zo veel veranderd. Nog steeds speelt de band vol overgave en zonder aan intensiviteit te hebben ingeboet. Nog steeds is er van contact met publiek nauwelijks sprake. Het concert ligt tot en met de toegift vast (te zien aan de setlist die op de grond ligt). Een 75 minuten lange stevige set, met vooral veel nummers van de laatste twee cd’s en hier en daar een rustpunt (God And Satan, Many Of Horror). De band is een goed geoliede machine die op superbenzine loopt en constant door de geluidsbarrière gaat. Zweet stroomt in liters van hun lijven en de energie stroomt al snel het publiek in dat direct aan het moshen slaat. Toch heb ik het gevoel dat Biffy Clyro de uitverkochte Tivoli nog veel gekker had kunnen krijgen als er niet zo’n glazen wand tussen hen en het publiek had gestaan. Zo’n plexiglas wand uit die cel van Hannibal Lector in Silence Of The Lambs. Met gaatjes er in. Je ziet ze wel, je voelt ook de energie, maar een echte connectie zit er niet in. Dat laten ze niet toe.

Dat wordt nog eens heel duidelijk als er een crowdsurfer op het podium terecht komt. Als deze zich klaar maakt om weer het publiek in te springen geeft een roadie hem een enorme duw waardoor hij keihard richting de vloer wordt gelanceerd. Hij moet zijn bril op de tast zoeken. Even later denkt er iemand leuk te zijn door het podium op te klimmen, naast bassist James te gaan staan om een foto van hun samen te nemen. James geeft aan dat dit niet de bedoeling is, maar de man trekt zich er niets van aan. Voordat hij het weet wordt ook hij terug het publiek in gelanceerd op onfijnzinnige wijze. Ik ben het wel eens met de uitspraak die Brian Molko van Placebo ooit deed tijdens een concert in de Melkweg, waarbij er mensen begonnen met stagediven. “The only ones who earned a place on stage is us, so fuck off”, of iets in die bewoordingen. Tenzij een band het zelf leuk vindt natuurlijk, zoals het podiumfeest dat ontstond bij Blood Red Shoes in 2008. Biffy Clyro is er duidelijk niet van gecharmeerd, maar ik wil wel even grote vraagtekens plaatsen bij de manier waarop mensen terecht worden gewezen. Als je iemand op zo’n heftige manier van een podium dondert, kan diegene erg gevaarlijk terecht komen, laat staan dat een totaal onschuldig iemand uit het publiek de gekatapulteerde keihard op zijn kop kan krijgen met alle gevolgen van dien. Wat dat betreft dan weer petje af voor James, die aan het einde van het nummer nog even naar de rand van het podium loopt en de gedupeerde even de hand schudt als gebaar van ‘no hard feelings’.

Kimya Dawson, Knitting Factory New York, 8 oktober 2010

IMG_3157

Kimya Dawson & Your Heart Breaks at The Knitting Factory (Brooklyn)

Public Event

Who: kimya dawson
When: Friday, October 08, 20106:30 PM – 8:30 PM EDT
Where: Knitting Factory (Brooklyn)
361 Metropolitan Ave
Brooklyn NY 11211Get Directions

Description:

Clyde and I will be playing this early show in Brooklyn before Wanda Jackson and Lustre Kings play a 9:30pm show. You do have to buy separate tickets for our show and for Wanda Jackson, but what a night! Woowee! Doors are at 6:30 and we start at 7 and it is all ages but this is not specifically a kids’ show. Be forewarned- F*Bombs will drop- if you don’t like your kids to hear “profanities” (or songs about jerking off and creamed jeans and hot queer rooftop escapades) leave your kids at home.

“But Kimya! That is the night of our 20 year class reunion! How could you be in New York and make plans the same night?!” You ask.

OH SHIT THE REUNION?! Oops. Wait, I wasn’t even planning on going. I have no desire to hang out at a football game or a bar all night but maybe we could meet up Saturday morning at a playground and say hi. I’d love to meet your kids- just maybe not at my show (or a football game or a bar).

Okay fuckers, seriously, this show is going to be GREAT!!!! You love Your Heart Breaks, even if you don’t know it yet.

And I might even be making sharpie shirts for the first time since I developed an aversion to sharpie smell when I was pregnant.

Anything else you need to know? Start flexing your triceps. I want some solid hugging. Solid. Solid as The Rock.

Age Requirement: 0+

(Boodschap van Kimya Dawson op Myspace)

Op 1 juli 2001 was ik met wat vrienden op het Metropolis festival in Rotterdam. Een heel leuk festival vol met redelijk onbekende bandjes. Ik wilde Blackmail graag zien, want daar was/ben ik fan van. Het eerste bandje van die dag werd echter The Moldy Peaches op aanraden van een vriend. Adam Green en Kimya Dawson. Zij had geloof ik een paashaaspak aan. Een aparte act, maar het sprak me verder te weinig aan om het verder uit te checken.

In 2007 maakt Jason Reitman voor mij de film van het jaar genaamd Juno. Met een fantastische soundtrack ook. Met o.a. liedjes van Kimya Dawson. The Moldy Peaches bestaan niet meer, maar Kimya is solo bezig en haar liedjes spreken me erg aan, hoewel ik me afvraag of ze een beetje is blijven hangen in het verleden als ze zingt “I like my new bunny suit, when I wear it I feel cute”. Maakt niet uit, haar stem en liedjes betoveren in eenvoud en directheid.

Als ik me voorbereid om naar New York te gaan kijk ik meteen of ik een concert mee kan pikken van een leuke artiest. Scout Niblett speelt de avond dat ik aan kom, maar dat wordt wat al te gehaast. Kimya speelt twee avonden later, in de Knitting Factory, die ondertussen op een nieuwe locatie zit en nog maar een fractie is van de grote club die het ooit was. Twee stempels op mijn hand. Eentje voor de toegang en eentje om aan te tonen dat ik boven de 18 ben (i.v.m. alcohol die ik toch niet nuttig). Eerst een bar en daarachter een klein breed zaaltje ter grootte van de oude zaal van de Melkweg schat ik. Later op de avond zal er dus nog een andere band spelen, waarvoor je weer apart moet betalen.

In het voorprogramma een dame die onder de naam Your Heart Breaks net als Kimya haar sociaal bewuste teksten onder begeleiding van haar gitaarspel de gretige zaal in zingt. “All we got is each other”. Er is maar één wereld en met elkaar moeten we het zien te rooien. Er wordt veel aandacht gevestigd op de gay community (waarvan ze waarschijnlijk een onderdeel van uit maakt) en ze is bij de mensen in deze zaal op het goede adres. Het preken voor eigen parochie geeft me een ietwat weeig gevoel. Bij Kimya is het niet veel anders. Haar nummers hebben eenzelfde soort boodschap. Een beetje studentikoos merkt mijn vriend op. Kimya is slecht bij stem (verkouden) en verontschuldigd zich daar voor. Een enkel nummer dat ze op haar setlist heeft staan kan

IMG_3159

ze echt niet zingen (te hoog) en ze vraagt het publiek om iets te roepen dat ze wel kan spelen, waaraan achtereenvolgens gehoor en uitvoering wordt gegeven. Ook een nummer dat haar dochter (van 4!) heeft geschreven draagt ze a capella voor. Het is leuk, het is lief, maar na een paar songs heb ik zowel de boodschap als de muziek eigenlijk wel gehoord. Het gaat toch snel vervelen. Bij mij althans. Zo’n paar nummers die voorbij komen op de soundtrack zijn eigenlijk ideaal. Opvallend is dat er halverwege de show ineens een heleboel kleine peuters al kraaiend door het publiek rent. Twee vrouwen die vooraan gaan staan hebben hun luidruchtige kroost meegenomen. Die ‘age requirement’ was niet aan dovemansoren gericht.

De set komt ten einde en Kimya zegt dat we allemaal links achterin de zaal moeten komen, want daar gaat ze T-shirts beschilderen en knuffels uitdelen. Ze heeft er zin in. Het publiek stroomt toe. Wij druipen af, de warme New Yorkse duisternis in.

Laura Jansen, Paradiso Amsterdam, 21 juli 2010

DSC00421

Het kan soms raar gaan. Door ‘Popstars’ ga ik nu naar Laura Jansen. Een cover van een cover van het te gekke Kings Of Leon nummer ‘Use Somebody. Eerste cover zijnde die van Laura Jansen, prachtig gezongen, ontdaan van alle poespas. De tweede cover zijnde die van vele, vele kandidaten in het programma ‘Popstars’, die in een kakofonie van geluid zijn samengeperst in een filmpje om te laten zien hoe het niet moet. Een dag na de uitzending van het programma ga ik toch eens beluisteren hoe de rest van de cd van Laura Jansen klinkt. Ik ben zeer aangenaam verrast. Die stem dat wist ik al, maar dat haar songs me ook weten te boeien had ik eigenlijk niet verwacht. Dan kijk ik meteen verder, namelijk of ze misschien ergens in de toekomst een optreden heeft in de buurt. Verrek, ze speelt aanstaande woensdag in het bovenzaaltje van Paradiso een “intiem” concert. Hoewel dit twee dagen voor onze vakantie is probeer ik via internet toch twee kaartjes te scoren. Dat gaat niet meer, want uitverkocht binnen negen dagen voor het concert. Ik hoop en denk dat laatste, want de site van Paradiso zelf geeft niet aan dat het al uitverkocht is. Het is ondertussen 16:15 uur geworden en ik probeer uit te zoeken waar ik dan kaartjes kan krijgen. Free Record Shop. Daar race ik snel heen. Als de verkoper de juiste data in zijn scherm heeft ingetoetst, kijkt hij mij enigszins bedrukt vragend aan, met de mededeling: ik hoop dat je niet meer dan vier kaarten wil, want er zijn nog maar vier kaarten beschikbaar…

Live had ik haar al een keer mogen aanschouwen, maar dan in een andere setting (HMH) met een niet onaardig begeleidingsbandje (Snow Patrol) en toen was ik danig onder de indruk.

Daar is ze dan. Een kop kleiner dan de rest van de band, een teer poppetje, gestoken in wat een glimmend vintage jurkje lijkt. Ze heeft een allervriendelijkste brede glimlach en met haar kleine handen beroerd ze de toetsen van haar piano op gracieuze doch doortastende wijze. En dan die stem. Wow. De bovenzaal is afgeladen en heter dan een sauna. Er zullen opnames van dit concert worden gemaakt, vertelt Laura, ter promotie. Dus onze stemmen zullen worden gehoord. Feit is wel dat ze dus veel in het Engels zal praten tussen de nummers door. No problem.

Laura legt haar ziel bloot in haar muziek en teksten. Er zijn opvallend veel jonge meisjes aanwezig (al dan niet met ouder(s) in de buurt) die haar teksten woord voor woord meezingen en zachtjes meedeinen op de muziek. Muziek die toch redelijk mainstream is, maar wel een eigen gezicht heeft door natuurlijk haar stem, maar ook het gebruik van bijvoorbeeld een vreemde overgang, of net weer afwijkende melodielijn. Laura speelt nummers van het Cookie monster (onversterkt) tot de bekende cover van Kings Of Leon. Ze laat een nummer horen dat niet op haar cd is gezet, gemaakt toen ze erg boos was. Een gewaarschuwd mens telt voor twee, wil ze het publiek voorhouden. Maar zelfs dit ‘boze’ nummer heeft genoeg lieflijkheid in de melodie, dat ik me afvraag hoe boos ze zou kunnen worden. Het is een fijne show, met een mooie ambiance, vriendelijk publiek en Laura, die alweer breed lachend haar teksten zingt. Ze verontschuldigt zich voor het feit dat dit zo’n raar optreden is, en ook erg kort (slechts een uur), maar dat ze snel weer terug zal komen en het hele land door zal gaan om op alle braderieën te spelen. Ze speelt het laatste nummer. Dan komt ze toch nog terug. Voor een geheel nieuw nummer dat op haar volgende cd zal komen. Ze vindt het heel moeilijk om het te spelen, omdat we nu alles over haar te weten zullen komen. Een prachtige song, met inderdaad een niets verhullende tekst. Over wie ze was en wie ze geworden is. Wat ze heeft moeten door staan (anorexia, een gestrand huwelijk, alleen en zonder geld in L.A.), altijd maar herhalend dat ze het mooiste meisje is. Een nummer dat ze geschreven moet hebben om gebeurtenissen te verwerken en uiteindelijk zichzelf een hart onder de riem te steken. Dit nummer heeft de meeste impact deze avond. Laat je niets wijs maken, Laura, je bent het mooiste meisje vanavond en ik ben zeker niet de enige die daar zo over denkt.