Chelsea Wolfe – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 12 augustus 2014

Chelsea Wolfe - Melkweg Amsterdam 12-08-2014 a

Als doorgewinterde concertganger houd ik mijn kaartjes bij de ingang zo vast dat de dame die de tickets scant de barcodes vlak boven elkaar zo kan inlezen. Als ik door wil lopen zegt ze dat ze een stempel wil zetten op mijn hand. “Waarom”, vraag ik haar. “Omdat iedereen dat heeft”, is het antwoord dat bij mij verbazing opwekt, aangezien de alternatief uitziende dame nu geen uithangbord voor kuddegedrag is. Waarschijnlijk verrast door mijn vraag (de rest van de kudde laat het brandmerken kennelijk gewoon gebeuren) en haar eigen antwoord voegt ze er aan toe dat ik dan naar buiten kan. Ik heb buiten niets te zoeken want het concert is binnen, dus ik zeg haar dat ik niet naar buiten hoef. Ik heb op zich niets tegen een stempel, als deze nut heeft. Dat heeft het in dit geval niet, dus dan niet toch?

Bird On The Wire - Melkweg Amsterdam 12-08-2014

De zaal is al flink vol, het voorprogramma is al begonnen. We willen het balkon op, maar bovenaan de trap gekomen blijkt het toch dicht te zijn. De trap is wel open omdat dit de doorgang is naar een deur die toegang verschaft naar een rookgedeelte. Was me nooit opgevallen. Maar ja, ik rook ook niet. We blijven toch maar even hier staan, want het uitzicht op de Amsterdamse band Bird On The Wire is op zich goed. De indie-folk met geitenwollensokkendoomrandje die de band speelt klinkt mij wat te vaag en saai in de oren. De drums maken het nog enigszins interessant. Ik irriteer me ook een beetje aan de zangeres die ons tussen de nummers toespreekt als een veertienjarig meisje dat zachtjes en stap voor stap haar woordjes uit, of gewoonweg helemaal niet te verstaan is vanwege binnensmonds gemompel. Als het laatste nummer is gespeeld besluiten we toch naar beneden te gaan en wat naar voren, om de hoofdact wat beter te kunnen zien. Instrumenten worden van het podium gehaald en tijdens het wachten op wat komen gaat horen we opeens een alarm en roept een stem om dat we de zaal moeten verlaten, waarna dit bericht wordt afgekapt. Verbaasd kijken we om ons heen. Zou dit brandalarm echt zijn, of heeft iemand een verkeerde knop ingedrukt? Niemand maakt aanstalten om de zaal ook daadwerkelijk te verlaten en als de dj weer verder gaat met de muziek lijkt de verklaring vals alarm de meest logische.

Chelsea Wolfe is (gelukkig) een vrouw van de klok. Om 21:00 uur begint de intro. Het duurt echter een flinke tijd voordat haar drie bandleden (bassist/toetsenist, drummer en violist) het schaars verlichte podium opkomen. Het valt me meteen op dat het nog altijd muisstil is (zoals dit gehele concert dat ook afdwingt) en niemand applaudisseert. Het drietal begint mee te spelen met het intro en weet dat uiterst spannend naar een hoogtepunt te brengen, waarna ‘la grande dame’ haar ‘acte de présence’ geeft. Nu dan wel applaus. Ze ziet er net zo uit als in Utrecht, november van vorig jaar en haar set is ook niet veel veranderd. De zeven elektronische tonen die Feral Love aankondigen (bekend van een trailer voor Game Of Thrones) zijn even simpel als doomtreffend. Het is één van de betere nummers uit een oeuvre dat misschien niet altijd even interessant is, maar in deze live setting en in de opgeroepen donkere sfeer is welhaast alles wat ze speelt van magische invloed. Ook nu weer zingt ze alles zo zuiver als wat, en ja, met veel galm op haar stem en af en toe een bijpassend dramatische pose, zoals een hand naar het hoofd of langzaam uitgestrekt naar het publiek, maar met lichte knik in de pols, waardoor het tussen een smachtend hulpverzoek en een dwingend handkusgebaar zit. En alles natuurlijk in galante lome bewegingen. Wat jammer is, is dat ze als ze geen gitaar speelt, beide handen om de microfoon houdt, waardoor je haar albasten gezicht – dat al verscholen ligt achter dat ravenzwarte haar en maar spaarzaam verlicht is – nog minder ziet. Ze speelt veel van mijn favoriete album Ἀποκάλυψις (Apokalypsis), zoals Mer, met die heerlijk jengelende gitaar, het trage Tracks en de heidense rituelen drums die Demons op moeten roepen en Moses die de opgeroepen demonen en de aanwezige aanbidders dan begeleidt op het pad der wanhoop. En boven alles klinkt die betoverende stem uit. Net als in Utrecht lijdt ook dit keer de reis naar het loodzware Pale On Pale, dat als ideaal begrafenisnummer voor goths getypeerd kan worden.

 

When the light in your eyes goes out for the last time

When your hands are tied pale on pale and mind on mind

When your body is swollen with blood and ocean floor is swollen with sun

When the light in your eyes goes out for the last time

When your mind is open

 

Chelsea Wolfe - Melkweg Amsterdam 12-08-2014 b

Ze verlaat het podium met een kleine buiging en een gevouwen handgebaar dat dankjewel zegt, waarna haar band het nummer afmaakt. Ze komt terug voor een solo uitvoering van Lone en speelt met haar band als laatste het nummer Echo, een totale herschepping van het gelijknamige nummer van Rudimentary Peni, waar alleen de tekst nog hetzelfde is gebleven en geheel in haar straatje past.

 

Language of agony, torment in sound

Weeping of ancestors, formed into words

The echo of anguish, primeval sorrow

 

Bij Chelsea Wolfe zijn de teksten niet te verstaan (vandaar dat ik er dit keer enkele heb geplaatst). Ze zingt de woorden als etherische klanken die perfect passen bij de muziek. Het gaat om de klank.

Na de toegift voelt het publiek ook aan dat dit het was en er wordt verder niet om meer gevraagd.

Blood Red Shoes – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 20 april 2014

???????????????????????????????

The Wytches staan voor psychedelica, surf en noise. De drie jonge jongens uit Engeland hebben hun bandnaam (The Witches) aangepast om die makkelijker te kunnen vinden op Google. Nu staan ze in het voorprogramma van de Blood Red Shoes en naar hun zeggen hebben ze nog niet veel gespeeld buiten hun thuisland. Dit is hun laatste optreden met de bloedrode schoenen, die ze bedanken, ook voor de mooie shirts (o.a. Marilyn Manson en Slipknot) die ze cadeau hebben gekregen en aan hebben vanavond. Met de lange haren voor de gezichten op een nauwelijks verlicht podium trekken ze van leer. Een hecht bandje met jeugdig enthousiasme dat me doet denken aan de begindagen van een band als Nirvana. Alleen heb ik bij zanger/gitarist Kristian Bell nog geen mooie zangstem kunnen ontdekken en was ik zeg maar meer fan van Nevermind dan van Bleach. Een leuke geste is dat tijdens het laatste nummer Crying Clown Steven Ansell op het orgel mee komt spelen.

??????????????????????????????? 

Hoewel de zaal niet is uitverkocht, staat deze goed vol en vanaf het moment dat de Blood Red Shoes opkomen tot het einde van het concert is de zaal volop in beweging! De band opent met Welcome Home, de instrumentale begintrack van hun nieuwe album met de naam Blood Red Shoes. Beide titels geven het al aan, dit is een stap terug naar de basis waarmee ze een fanbase hebben opgebouwd. Rauwe Indiepopsongs met een punky attitude, waarbij dit laatste album af en toe wat in de richting komt van The White Stripes. Na het heerlijke denderende intro volgt meteen de knaller I Wish I Was Someone Better waarbij de kolkende menigte en masse toegeeft dat ze een fout hebben gemaakt. Oude en nieuwe nummers wisselen elkaar af. Meer favorieten als Say Something Say Anything, Heartsink en This Is Not For You waarbij Steven bovenop zijn drumstel klimt om ons nog verder aan te sporen, het rustigere Cigarettes In The Darken het zwaar stuwende Colours Fade dat het laatste nummer voor de toegift is. De feedback blijft door de zaal galmen tot de twee energieke Britten weer hun plekje innemen om Light It Up te spelen. Zoals wel vaker klimmen ook nu weer heel veel fans het podium op om deel te nemen aan de feestvreugde. Gelukkig zijn er geen overijverige Melkweg medewerkers  en verloopt alles in pais en vree. Steven bedankt de fans en snapt weer waarom hij zo graag hier speelt. Red River van hun Water EP volgt en de niets ontziende afsluiter Je Me Perds mag niet ontbreken. Laura-Mary Carter nestelt zich aan het eind van het nummer langzaam op de maar al te welwillende handen uit het publiek terwijl ze doorspeelt. Als het nummer voorbij is, en Laura-Mary in de coulissen is verdwenen, kan Steven het niet laten om toch nog even het publiek in te duiken en boven de hoofden van de aanwezigen een ereronde te maken.

???????????????????????????????

Dit is de vijfde keer dat ik deze band zie en het verbaast me dat ze na al die tijd nog niets aan intensiteit en rauwe energie zijn verloren. Elke keer weer krijg je een oppepper van jewelste en ga je volledig tevreden weer naar huis. Heerlijk!

Blackmail – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 29 augustus 2013

Blackmail Melkweg Amsterdam 29-08-2013 a Blackmail Melkweg Amsterdam 29-08-2013 b

Jaren geleden schreef ik voor het helaas ter ziele gegane blad MUSIC minded. Een gratis muziekblad voor en door liefhebbers. Ergens in 1999 kreeg ik weer wat cd’s mee om te beluisteren en er over te schrijven. Daar zat Science Fiction bij van de Duitse band Blackmail. Als ik de cd opzet hoor ik de eerste tonen van Londerla en ik ben direct verkocht. In de rubriek ‘Focus On’ schrijf ik mijn eerste stukje over deze band en nadien zullen er nog enkele recensies van latere albums volgen, want ja, zo lang zijn deze jongens al bezig. Via een klein label genaamd bluNoise worden ze opgepikt door het grote Warner en al gauw zijn ze één van Duitsland meest geliefde alternative rockbands en graag geziene gasten in Japan. Maar Nederland komt een beetje in het vergeethoekje. Nu Warner al weer een gepasseerd station is, kleinere labels de muziek van de band uitdragen en zanger Aydo Abay is vervangen door Mathias Reetz wil hun huidige manager Christoph Storbeck van Striker Entertainment daar iets aan gaan doen. Vandaar dat de door de wol geverfde muzikanten nu hun kunsten mogen vertonen in de Melkweg, als voorprogramma van Filter.

Die kunsten komen voornamelijk van de laatste twee albums waar Mathias op te horen is. Qua stem ligt hij niet zo ver van de vorige zanger af, waardoor het geluid van de band niet rigoureus is veranderd. Door de jaren heen is hun palet misschien iets breder geworden, zoals de poppy kant in Kiss The Sun van hun laatste album dat simpelweg II heet laat horen, maar ze spelen vanavond net zo goed hun nieuwe single The Rush, dat meer uptempo is, een heerlijk (tegen)ritme kent en het zo bepalende gitaarwerk van het muzikale brein Kurt Ebelhäuser laat horen. Of nog een andere invalshoek bij het zwaardere Impact dat heerlijk beukt. Opvallend is dat er een vijfde man op het podium staat, die de verzorging van de ‘aparte geluidjes’ voor zijn rekening neemt. Die heb ik nog niet eerder gezien. Gelukkig wordt het oudere werk niet helemaal vergeten en komt het heerlijke It Could Be Yours voorbij en ben ik verrast vanwege het niet zo opvallende (Feel It) Day By Day. Als je al zo lang fan bent mis je natuurlijk persoonlijke favorieten, maar ik ben allang blij dat ik de band na zoveel jaar weer eens live zie en geniet van het krachtige optreden dat ook de rest van de aanwezigen niet onberoerd laat als ik de respons zo hoor. In 2001 liet toenmalige zanger Aydo mij weten dat de band live wil rocken en als ze voor een publiek spelen dat nog onbekend is met hun muziek moet er een groove ontstaan. Aan die visie is niets gewijzigd en de groep eindigt vanavond met het groovy stuwende Friend van hun album Friend Or Foe dat ze over laten gaan in het vuig rockende instrumentale stuk van Images Of Devils Burn, dat afkomstig is van die andere band van gitarist Kurt Ebelhäuser, Scumbucket.

Na afloop ga ik naar de merchandise stand waar ik met Christoph heb afgesproken. Ik bedank hem voor het regelen van mijn toegang (CHRISTOPH: VIELEN DANK!) en we praten wat over de band en de hernieuwde poging om ze in de Benelux te introduceren. Bij de conversatie voegt zich Ton van der Werf, Marketing Consultant van Converse Benelux en de man achter de Converse Mixtapes, die me vertelt over zijn werk, hoe dat in zijn werk gaat met het verzamelen van nummers van nog niet zo bekende indiebandjes voor de tapes en het dikke budget dat hier (gelukkig!) voor beschikbaar is (Converse is na Nike het grootste schoenenmerk in Nederland). Christoph en Ton delen verhalen vanuit hun ervaring in de muziekwereld en als ik na een tijdje met Christoph mee loop naar buiten (hij wil even roken) zegt hij dat ik mee moet lopen naar de tour bus, zodat ik de band kan ontmoeten. Ze staan inderdaad net in te laden en ik schud de hand van Mathias (klein en fijn) en loop door naar Kurt (grote beer) waarmee ik een tijdje praat en herinneringen ophaal aan de handvol optredens die ik van de band heb gezien. Hij is verrast over het feit dat ik al zo lang fan ben en weet zich alle optredens en zalen nog te herinneren. Dan neem ik afscheid en zeg hem toe dat ik er weer bij zal zijn in Haarlem, waar ze op 8 november in het café van Patronaat zullen spelen. Een concert dat trouwens GRATIS toegankelijk is en een reden te meer voor liefhebbers van melodieuze alternatieve rock om deze band alsnog (of nogmaals) te gaan bekijken!!!

Kashmir – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 11 april 2013

Kashmir Melkweg Amsterdam 11-04-2013

Op weg naar het concert kruipen de noten van het nieuwe album van Kashmir genaamd E.A.R mijn oor in. Voor de eerste keer, want aangezien ik erg druk ben met het Imagine Film Festival heb ik nog niet veel tijd gehad. Op het eerste gehoor heeft de band het tempo wat verlaagd, ligt de nadruk op sfeer en komen de dromerige kwaliteiten in gelaagde klanken over je heen als een warme deken. Dat belooft dus voornamelijk een luisterconcert te worden, als ze het album goed gaan promoten.

We hadden ons voorgenomen om op tijd bij de Melkweg aan te komen en dan een plekkie te zoeken op het balkon, zodat ik mijn vermoeide benen (vandaag persoonlijk record trap op en af lopen met stapels zware tijdschriften in mijn handen verbeterd) wat rust kan geven en we een goed uitzicht zouden hebben op het podium. Maar ik zag dat het niet is uitverkocht en dan is het balkon misschien niet eens open. Dus gaan we rustig aan doen, nemen een cocktail in de bar van het hotel waar mijn vrouw werkt en stiefelen we rond tien voor acht naar de concertzaal. Eenmaal binnen horen we het voorprogramma The Vagary, dat bezig is met een nummer van Rod Stewart, Young Turks. Een grappige keuze die wel past bij dit Amsterdamse bandje, die in wel meer nummers de synthesizer met vrolijk simplisme gebruikt. De vier jongens laten pakkende popliedjes horen met een iets nerderig, zeurderig karakter dat me direct aan Fatal Flowers doet denken, waar ik overigens nooit fan van was. Ze zien er verder uit alsof ze zijn weggelopen uit The Strokes. We pikken nog drie, nee vier (de zanger was even in de war) nummers mee en wachten dan op de hoofdact als mijn oog op het balkon valt, dat inderdaad afgesloten was, maar nu open blijkt. We spoedden ons dus alsnog naar boven en nemen een prima plekje in achter het traliewerk.

De Denen van Kashmir beginnen rustig, met de twee openingsnummers van hun nieuwe album. Blood Beach en Piece Of The Sun zetten enigszins de toon voor vanavond, waarin we later nog een handvol nummers van E.A.R te horen krijgen. Wat meer toetsen, wat minder gitaar. Toch gaat direct het hart sneller kloppen als ze vervolgen met Kalifornia van het album No Balance Palace. Het is dit album en het bijzonder The Cynic dat mijn aandacht voor het eerst op deze groep vestigde. De aandacht ligt vanavond op de afgelopen tien jaar, want van de eerste drie albums wordt alleen Lampshade als toegift gespeeld. Maar zo ver zijn we nog niet. De band staat er weer ontspannen bij. Er wordt contact gezocht met het publiek, dat aandachtig luistert en wat minder beweegt, wat dan ook weer logisch is gezien de keuze van de songs. Zanger/gitarist Kasper Eistrup raad ons zelfs aan om even compleet weg te drijven bij Pedestals, vergezeld van een jointje, biertje of wat ook. Het nummer dat experimenteel begint, vol geluidslagen, instrumentaal, maar uiteindelijk uitkristalliseert in een song die je naar hogere sferen brengt. Daar hoeft geen joint aan te pas te komen. Om ‘balance’ in dit ‘palace’ te krijgen worden we net zo goed uitgenodigd om te gaan dansen op Purple Heart, waar de ‘beats per minute’ wat hoger liggen. Alweer een nieuw nummer, net als Peace In The Heart dat Kasper inleidt met een versie van Neil Young’s Captain Kennedy.  Verder nummers van Zitilites, zoals Rocket Brothers, Surfing The Warm Industry (met het gebruik van de Theremin) en Melpomene.

De toegift bestaat zoals gezegd uit Lampshade, waarna Kasper het nummer This Love, This Love van E.A.R opdraagt aan ons, maar in het bijzonder aan een stel dat ergens in het publiek staat en een lange reis hebben afgelegd om hier te zijn. Waarschijnlijk persoonlijke vrienden. Hoewel ik een hoop van mijn favoriete nummers heb moeten missen vanavond, komt er toch nog eentje als toetje voorbij, She’s Made Of Chalk, dat meteen – ondanks het aanhoudende applaus van het publiek – het laatste nummer zal zijn, waarna de gordijnen zich sluiten en we onze weg huiswaarts weer inzetten.

Een fijn concert dat me doet voornemen om het nieuwe album goed en in alle rust te gaan beluisteren.

Biffy Clyro – Melkweg MAX Amsterdam, 18 februari 2013

Biffy Clyro - Melkweg Amsterdam 18-02-2013

De dag dat Biffy speelt…

…sta ik om 12:58 voor een dichte deur van een winkel in Amsterdam West, waar ik speciaal naar toe ben gegaan om iets te regelen. Geopend van dinsdag t/m zaterdag lees ik op de deur. Waarom is de zaak dan dicht? Op dinsdag moet die open zijn. Misschien is er iets gebeurd? Pas tien minuten later op weg naar het centrum besef ik me dat het maandag is.

…wandel ik anderhalf uur door de Amsterdam.

…begint om 14:40 de film Lincoln, tien minuten te laat. Een gortdroge film met een Oscar waardige prestatie van Daniel Day-Lewis.

…eet ik een heerlijke maaltijd bij Flo. Vooraf een ‘salade de magret de canard fumé, rillettes de canard, saucisse de canard, lardons et crème moutarde’. Dan de ‘poitrine de veau braisée et ris de veau sauté aux champignon et, sauce aux morilles’ om te eindigen met een ‘crème brûlée à la vanille Bourbon’, die ik niet helemaal op krijg omdat ik nokkie vol zit.

…lopen we om 19:17 langs Tuschinski, alwaar Richard Gere zijn opwachting zal maken vanwege zijn film Arbitrage, er mensen in driedelig pak of galajurk de rode loper betreden en de gulzige Nederlandse pers te woord, er heel veel mensen van Tibetaanse afkomst zich hebben verzameld met dankbetuigingen richting Buddhist Gere inzake zijn standpunt betreffende dat land.

…komen we om 19:30 aan bij het Leidseplein, zodat we op tijd zijn om een goed plekje te bemachtigen maar waar op de hoek met de Lijnbaansgracht al een gigantische rij mensen begint met het zelfde idee, waarvan ik niet kan geloven dat ze voor mijn bandje – dat ik in 2002 als naprogramma in het bovenzaaltje van Paradiso heb gezien – staan te wachten, wat wel degelijk zo is, waardoor we genoegen moeten nemen met een plekje op het balkon, tweede rij.

…je niet verwacht dat de lange tengere blonde Noorse dame van het voorprogramma Blood Command zo’n screamo stem op kan zetten.

…een roadie van Biffy het podium inwijdt (?) door er wat water op te besprenkelen.

…diezelfde roadie met een waterkoker, thee en een flinke scheut honing aan de slag gaat om een vers bakkie te zetten voor Simon Neil.

…Simon nu een klein verhoogd podiumpje heeft om er zijn Biffy Biffy Ass Shake op te laten zien.

…er altijd mensen zijn die denken dat er nog plek is en zich er ongegeneerd tussen wurmen.

…ik er pas na drie nummers achter kom dat de toetsenist ergens achter de boxen, totaal uit het zicht is opgesteld, maar dus wel mee speelt.

…ik me erger aan de man naast mij, die eerst foto’s van het publiek neemt, wat niets dan vage vlekken oplevert, dan constant loopt te filmen, waarbij het publiek voor hem in schel licht komt te staan (what’s the fucking use?) en ik inwendig moet lachen als hij meezingt met een nummer, dat dus zijn eigen filmpje zal vergallen, denkt dat het nummer is afgelopen, stopt met filmen en dan  merkt dat het nog niet afgelopen was.

…Simon zijn microfoon omgooit, er liggend op de grond verder in zingt, maar het ding daarna wel zelf recht moet zetten.

…het opeens heel erg naar toiletverfrisser ruikt, of is het die dame daar, die zomaar ineens ruimschoots met haar luchtje is gaan spuiten?

…de band de focus legt op haar laatste drie albums, waar de commercieel gouden eieren vandaan komen, met twaalf nummers van Opposites, zeven van Only Revolutions en drie van Puzzle waardoor fans van het eerste uur er bekaaid af komen omdat de eerste drie albums worden genegeerd op één song na, dat dan weer wel één van mijn favorieten is: There’s No Such A Thing As A Jaggy Snake.

…de meest logische uitgang van de Melkweg is afgesloten, waardoor er een enorme opstopping ontstaat bij de jassen en mensen die geen jas hoeven te halen toch door die massa naar buiten moeten.

…ik tot de conclusie kom dat deze negende keer dat ik de band zie voor mij het minste is geweest, wat overigens niets met de zoals altijd energieke inzet van de band te maken heeft.

Tim Christensen And The Damn Crystals – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 21 mei 2012

Na Utrecht is de Melkweg in Amsterdam aan de beurt. Vanochtend hebben Tim en zijn band nog live bij Giel Beelen gespeeld. De opnames (inclusief verrassende cover) kun je bekijken en –luisteren op de site. Ik zie de rode Deense tourbus al weer staan met een enorme rij mensen vanaf de voordeur van de Melkweg via de brug tot langs die bus. Goh, heeft Tim al zoveel fans? Zoveel hele jonge ‘dressed to kill’ fans? Natuurlijk niet. Die rij met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 15 schat ik, staat voor de deur van de Max, waar Tyga op zal treden. Voor de rechterdeur staan alleen een paar Fransen (!) en we kunnen dan ook heel snel doorlopen de zaal in. We hadden gehoopt op een plek op het balkon, om het dit keer van een overzichtsafstand te zien, maar dat is dicht dus we gaan maar voor de PA staan. Als het 20:00 uur is, is het nog altijd verdomde stil in de zaal. Een man of dertig, hooguit. Toch begint de timide Petter Carlsen met zijn optreden. Hoewel de zaal dus bij lange na niet zo vol is als gisteren, is men des te luidruchtiger. Een iets ander publiek dus, een ander vibe. Petter speelt wederom indrukwekkend en een vriend van me, die zelf gitarist is, is onder de indruk van zijn gitaarspel, waarin solo en begeleiding één worden. Die indruk zal later worden gedeeld met de vriendelijke Noor, die zijn cd maar al te graag signeert. Een handjevol nummers komt langs, waaronder Even Dead Things Feel Your Love, waarna hij zijn schemerlamp weer van het podium kan halen.

Dan is het tijd voor de hoofdschotel. De zaal is ondertussen toch aardig gevuld. Wederom begint het met The Damn Crystals, alleen wordt het i.t.t. in Utrecht nu wat losser, wilder en stomender gespeeld, met heftige solo aan het einde. Wow. De band voelt kennelijk goed die andere vibe aan die hier heerst en past het spel daar feilloos op aan. De setlist vanavond is niet veel anders dan die van gisteren (India zit nu na het solo stuk), maar de invulling is dat wel. Tim’s opmerking dat ze in zijn favoriete stad van Europa spelen ondersteunt hij in overtuigende daden. Niet dat het gisteren minder was, maar vanavond blijft het niet beperkt tot de ‘rock’ en is ook de ‘roll’ van de partij. Een goede greep uit het rijke oeuvre: Superior, Never Be One Until We’re Two, Happy Ever After en een dampened versie van Get The Fuck Out Of My Head. Bij dat laatste nummer krijg ik meteen het antwoord op de vraag die ik me gisteren stelde, of de jam(s) zijn ingestudeerd. Niet dus. Waar gisteren de toetsenist Christoffer Moller even geheel vrij spel kreeg/nam met een weirde solo, gaat het nu toch vooral om de gitaren, die na een onderlinge strijd gezamenlijk de draad oppakken om het nummer richting Screaming At The Top Of My Lungs te dirigeren. Dat dit spontaan gaat staat buiten kijf. Dat dit spontaan kan ligt aan het vakmanschap van alle bandleden, hun ervaring en onderlinge chemie.

Net als gisteren bestaat de toegift uit Surfing The Surface, All Them Losers en Whispering At The Top Of My Lungs. Maar dan krijgen we onverwachts nog een heel leuk toetje. Een verjaardagsliedje voor Paul McCartney die binnenkort 70 wordt: Live And Let Die.

Opnieuw zijn we volledig voldaan, maar op een andere manier dan een dag geleden. Het was mooi om zowel de luisterdag als het rockfeest mee te maken en het is meer dan knap dat Tim Christensen And The Damn Crystals elke dag op juiste waarde weten in te schatten.

Blood Red Shoes – Melkweg (oude zaal) Amsterdam, 13 april 2012

Vrijdag de dertiende. Op weg naar een concert van de Blood Red Shoes. Vorige keer was het een stomend Paradiso. Dit keer de Melkweg. In het voorprogramma speelt een Belgische band die ik een beetje ken en wel aardig vind. Hun eerste cd Free Blank Shots heb ik enige malen gehoord en er is nu een nieuwe schijf uit die ik nog niet heb gehoord. Precies op tijd spelen ze naar ik vermoed aardig wat van die nieuwe cd, want de nummers die ik dan nog in mijn herinnering heb zitten hoor ik niet voorbij komen, maar dat kan ook aan mij liggen. Ik moet eerlijk zeggen dat de drie jongens uit Gent me niet helemaal overtuigen met hun stevige (stoner) rock. Dat kan komen doordat ik de nummers niet (goed) ken, maar ik mis ook iets in de manier waarop ze het brengen. Ik mis wat overtuigingskracht. Helemaal aan het einde maken ze dat dan toch nog even goed en laten ze zich van hun stevigste kant zien (die dan aanschurkt tegen een band als Drums Are For Parades) in het instrumentale nummer Cowboy Panda’s Revenge, dat heerlijk doordendert in overrompelende modus. Toch maar die nieuwe cd eens uitchecken. (Hier een leuk linkje tussen het voor- en hoofdprogramma).

Ook weer mooi op tijd begint het (nu al) herkenbare en heerlijke drumpatroon van Cold, een nummer van de nieuwe cd In Time To Voices van de band waar we allemaal voor zijn gekomen. Een cd waarop ze – volgens eigen zeggen – een nieuwe weg zijn ingeslagen, waarbij iets meer de pas op de plaats is gemaakt, de diepte van een song is opgezocht en niet meer in elk nummer de dynamiek van hard versus zacht hoeft te zitten. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang het maar memorabele songs oplevert. Dat gebeurt gelukkig en daarbij vind ik het niet zozeer een nieuwe weg als meer een natuurlijke evolutie die gepaard gaat met volwassen worden. Zo veel verschil is er nu ook weer niet met het vorige album, waar het nerveuze, punkerige geluid van hun debuut al een beetje was losgelaten.

Er wordt een gezonde mix van songs van alle albums gespeeld. Toch is even aftasten tussen de band en het publiek. Iedereen voelt dat het in de lucht zit. Er wordt wel al gedanst, maar helemaal los gaat het nog niet. Dat heeft ook te maken dat nummers als In Time To Voices en het imponerende When We Wake zich daar iets minder voor lenen. Iets voorbij de helft van de set daagt Steven zelfs de mensen op het balkon uit om er vanaf te springen voordat ze aan Keeping It Close beginnen, waarna de remmen pas echt los gaan en het stagediven en crowdsurfen als vanouds worden opgepakt. De vaart en het moment worden niet meer losgelaten en Steven’s verzoek om bij het laatste nummer I Wish I Was Someone Better “bat-shit fucking mental” te gaan is niet aan dovemansoren gericht.

Natuurlijk komen ze nog terug. Vanaf het balkon heb ik zicht op de setlist die op de mengtafel onder mij ligt en ik zie nog twee nummers staan. Dat worden er uiteindelijk drie, te beginnen met It’s Happening Again. Na het nare bericht over het stagedive-ongeluk tijdens het Ongetemd festival in Den Haag wordt er hier niet zozeer gedoken in de massa (op één idioot na) als wel met beleid neergezegen op het publiek, zoals een Chinees uitziend meisje in jurk met schoudertas na zachte landing op handen wordt gedragen. Bij Colours Fade is er dan toch een klein incident als er steeds meer mensen het podium opklimmen en daar blijven staan. In 2008 gebeurde tijdens het concert hetzelfde en stond op een gegeven moment het hele podium vol publiek. Eerst probeert een roadie voorzichtig in te grijpen, maar laat al gauw de feestvreugde voor wat die is. Dat is niet het plan van de veiligheidsdienst van de Melkweg die vervolgens ingrijpt, want die dondert een stuk of zes man van het podium af. Zeer begaan met hun fans vragen zowel Steven als Laura-Mary of het goed gaat, of iedereen nog leeft, want “that was a bit brutal”.

Om te laten zien dat ze het nog niet zijn verleerd kondigt Steven de nu echt laatste song Je Me Perds (van hun laatste cd!) aan met: “this is for the punkrockers”. Na anderhalve minuut heerlijke schreeuwpunk verlaten Steven en Laura-Mary direct het podium in totale duisternis, een overdonderend applaus achter latend.

Zoals altijd bij deze band: een energiek en overtuigend optreden. Hun missie is weer geslaagd.

Karnivool – Melkweg Amsterdam – 4 december 2010

04122010046

Het kan soms raar lopen. Een vriend van een vriend attendeerde die vriend op een band uit Australie die Karnivool heet en muziek maakt in de lijn van Tool. Die vriend gaf mij dezelfde tip, maar meer als informatie dat hij die tip had gekregen als zijnde muziek die hij dus recentelijk had ontdekt. Ik heb namelijk niet zo veel met Tool. Ik heb er een cd van en ik hoor hoe goed het allemaal in elkaar steekt, maar ik wordt er toch niet echt warm (of koud) van. De naam van de band blijft dan toch in mijn hoofd hangen en als ik zie dat ze een concert gaan geven verras ik mijn vriend met dit nieuws en we besluiten er samen heen te gaan, want een gezellige avond wordt het toch wel.

Dat de band populairder is dan verwacht (door de Melkweg zelf) blijkt als het concert in de Sugar Factory vrij snel is uitverkocht en men besluit het vijftal te verplaatsen naar de oude zaal van de Melkweg. De band Holy Fuck die daar stond gepland kan kennelijk op minder fans rekenen, want die moeten het met de kleinere Sugar Factory doen. Is het lood om oud ijzer? Als we langs de Sugar Factory lopen is die zaal toch ook uitverkocht en in de Melkweg is er toch nog wel ruimte.

Het voorprogramma is de Friese band A Liquid Landscape, die over een week in de Max staat om de eer te verdedigen in de finale van de Grote Prijs van Nederland. Een leuke opwarmer dus. Slechts een handvol nummers laten een best wel eigen geluid horen. Nummers die rustig beginnen, een klanktapijt neerleggen en dan langzaam maar zeker toewerken naar een hoogtepunt, voornamelijk door hetzelfde thema harder te spelen. Het is mij iets te soundscaperig, hoewel de drummer met zijn inventieve ritmes wel de nodige sjeu aan het geheel toevoegt.

Dan Karnivool. Nou ja, eerst de soundcheck van het drumstel en het zo hard mogelijk op de snaredrum rammen om het geluid af te stemmen, valt me op. Als de band gaat spelen neemt de drummer met onbloot en zeer gespierd bovenlijf plaats achter zijn kit en laat ons de hele set lang horen dat hij inderdaad heel erg hard kan slaan. Het slaat een beetje dood (zoals mijn vriend, die geluidsproducties verzorgt mij later toevertrouwt). Karnivool toont zijn spierballen en laat er geen twijfel over bestaan, technisch is het allemaal van hoog niveau. Maar de band zou wel wat finesse kunnen gebruiken, wat de dynamiek ten goede zou komen. De cd en dit concert tonen mij dat ik hetzelfde probleem ondervind dat ik met Tool heb, het raakt me niet. Ik mis daarbij iets in hun songs, waardoor ze niet blijven hangen. Terwijl er genoeg goede ideeen worden tentoongespreid. Dat muziekbeleving zeer persoonlijk is blijkt ook nu weer, want de zaal staat vol met fans die vele nummers uit volle borst meezingen. Wat weet ik er nu van.

Het is overigens een wonder dat de band nog in Nederland is gearriveerd, want het vliegverkeer is door de sneeuwval totaal ontregelt. De merchandise van de band heeft het echter niet gehaald (beter dan andersom)maar daar heeft Karnivool iets op gevonden. Ze hebben vandaag T-shirts gekocht in Amsterdam en deze zelf met spuitbussen bewerkt. Die shirts gaan ze straks verkopen. Een aardige geste die ten volle wordt gewaardeerd door het enthousiaste publiek dat hier wel degelijk uit zijn plaat gaat.

Ik haal mijn eigen vest en winterjas dan maar op uit de garderobe en trek de witte wereld weer in.

Imogen Heap – Melkweg Amsterdam, 23 november 2010

23112010039

Op 5 oktober 2001 heeft muziekblad Oor de Melkweg afgehuurd om er haar 30 jarig bestaan te vieren. Voor genodigden uit de business. The Human League speelt. Ik laat me echter voor de eerste keer overdonderen door Ben Christophers wiens tweede cd Spoonface een dezer dagen gaat uitkomen. Met prachtige breekbare muziek en dito stem weet Ben mij te overtuigen van zijn talent. Het is jammer dat de rest van de mensen in de zaal het kennelijk nodig vinden om de artiest als achtergrond te gebruiken voor hun opzichtige ‘ons kent ons’ geneuzel, waardoor dit de fijnzinnige muziek als een irritante mug voortdurend overstemt. Gelukkig mocht ik nadien nog twee keer – in wèl de juiste omgeving – van Ben Christophers genieten. De laatste keer in 2005, waar ik Anna Drijver nog tegen het mooie lijf liep. Maar goed, ik dwaal af.

De kaartjes voor het reeds tijdens het vorige concert door haar aangekondigde tweede concert dit jaar van Imogen Heap zijn direct aangeschaft in de voorverkoop, omdat het eerste concert zo’n fijne belevenis bleek. Ik kom er toevallig achter dat Ben Christophers tijdens dit gedeelte van haar tour in haar voorprogramma zit. Ben ik even blij, twee mooie vliegen in één klap!

Om 18:30 uur gaan de deuren van de zaal open en een uurtje later zal het gaan beginnen. Maar wat gaat er beginnen? Vanaf mijn plek aan de zijkant vooraan zie ik dat alles klaar staat voor Imogen, maar niets dat er op lijkt dat er nog een voorprogramma zal beginnen. Om 19:40 uur komt Imogen het podium op. Kom ik toch wat bedrogen uit. Waarom geen voorprogramma? Waarom geen Ben? Ik heb de woorden nog niet uitgesproken en ik moet ze alweer inslikken, want Ben komt ook het podium opgelopen. Hij is de gitarist bij de band en de bedrogenheid is dus maar half.

Haar kapsel lijkt een warrig vogelnest waaruit warempel zelfs enige veren steken. De zwarte jurk heeft ze vandaag nog gekocht in ‘de 9 straatjes‘ hier in Amsterdam, vertelt ze ons. Want een verteller is Imogen Heap. Ze luidt bijna elke song in met een uitgebreid verhaal over de geschiedenis er van. Dit doet ze uiterst informatief en vermakelijk. De Britse ‘tongue in cheek’ manier waarop ze dat doet, doet zowel mijn vrouw als ik denken aan Emma Thompson. Uiterst gefocussed, maar vol grappen en zijpaadjes. En beetje zoals shoppen in de 9 straatjes. Zo begint ze een lang verhaal ter introductie van een nummer dat gedeeltelijk gaat over een man die ze leuk vond en gedeeltelijk over een seriemoordenaar. Niet dat die man een seriemoordenaar was, maar het zou kunnen, laat ze ons weten. Zij nodigde hem uit bij haar thuis, maar deze man hield niet van melkproducten, granen of vlees. Dus koken werd moeilijk. Toch gelukt. Lekker gegeten, daarna (…) – ze zegt iets onverstaanbaars en dient onze ‘wooeeehhh’ reactie van repliek dat we ‘dirty minds’ hebben – en na afloop een kopje muntthee. Daar had ze dan koekjes bij. Graan en chocolade. Mmmm. Dat was genieten voor haar, nog meer omdat hij er niet van kon genieten, want melkproduct èn graan. Pakt hij toch een koekje! “Maar dat mocht toch niet?”, was de reactie van Imogen. “Och, het is maar één koekje”x9d, zei hij. Wat een onzin, dan had hij ook één steak kunnen nemen, vertelt ze vurig door. Nou ja, dat nummer gaat dan over mensen die ‘a’ zeggen, maar ‘b’ doen. Inconsequentie dus. Het is een klein voorbeeld van de vele verhalen die ze met ons deelt. Want dat is het. Je krijgt het gevoel op visite te zijn bij een oude vriendin, die op een fascinerende manier kleine levensverhaaltjes aan je vertelt.

So what about the music, hoor ik je roepen. De op electronica gestoelde nummers worden live een veel indrukwekkendere belevenis dan op de cd, die ik bijna nooit draai. Dat komt omdat ze constant aan het experimenteren is met haar nummers. Zo heeft ze via internet een oproep gedaan om invulling te geven aan het a capella nummer Earth, waaraan in Europa alleen mensen uit Gothenburg en Amsterdam serieus gehoor hebben gegeven. Een jonge celliste had de stem omgezet naar de klanken van haar cello en Imogen heeft haar uitgenodigd om het nummer hier vanavond te spelen. Het is tevens een mooi voorbeeld van haar interactie met het publiek dat niet beperkt blijft tot de concertzaal. Zo kon je ook via haar website stemmen op je favoriete nummers, waarvan ze de top 12 ook speelt vanavond.

In het nummer Just For Now spreekt de participatie van het publiek boekdelen. Die participatie kwam ooit van de grond toen een computer op het podium het niet deed en Imogen het idee kreeg om het publiek de rol van computer te geven, door stukjes in loop-vorm te zingen, als ondersteuning voor haar eigen zang. Dat beviel zo goed, dat ze sindsdien de computer laat voor wat die is in dit nummer. Net als de vorige keer weer een kippenvel moment.

Als je het over de duivel hebt, trap je op zijn staart. De computer laat het bij een ander nummer, later op de avond, afweten. Er moet een re-start komen, anders kan ze het nummer niet spelen. Als een volmaakte gastvrouw vraagt ze het publiek of er nog vragen zijn. Er wordt gretig gebruik van gemaakt, waardoor we te horen krijgen hoe het nu precies zit met die microfoons aan haar armen (voor het geluid van haar instrumenten) en het instellen/opnemen van loops tijdens haar concert (met dit knopje, of dat daar, of deze hier, of die). Als de re-start is gelukt en het nummer wordt gespeeld, geeft ze tijdens het spelen nog even de momenten aan waarop ze dan die microfoons inzet, of de loop opneemt. Fantastisch. Wat een ongelooflijk innemende persoonlijkheid.

Het laatste nummer zal worden gespeeld. Hide And Seek. Ze zal geen toegift geven, want er vindt zo nog een ander concert plaats (vandaar geen programma dus!) en ze moet ruimte maken voor de volgende artiest. Onze teleurstelling is te horen, maar ze geeft ons mee: “you’ve had a fair share of songs” en gelijk heeft ze. Wederom worden we ingezet om haar vocaal te ondersteunen, wederom op grappige wijze, wederom zingen we mee uit volle borst.

Dat een concert veel meer kan zijn dan het precies naspelen van je cd laat de charmante Imogen Heap zeer overtuigend zien en horen. Haar concerten zijn een aparte belevenis waarvan je nog zeer lang na kunt genieten.

Joanna Newsom, Melkweg Amsterdam, 30 mei 2010

Joanna Newsom

Ik heb geen zin om naar het concert te gaan. Zou veel liever lekker op de bank een dvd-tje kijken. Maar ik heb kaartjes voor het concert van Joanna Newsom vanavond in de Melkweg. Een beetje impulsief gekocht. Ik had gelezen over haar nieuwe cd, 3 cd’s eigenlijk en de vergelijking met Kate Bush deed de interesse aanwakkeren. Op MySpace had ik er wat van beluisterd en dat klonk best goed. Nog voordat ik de cd in huis had kwam de aankondiging van haar concert in de Rabozaal, waar ik nog nooit geweest ben. Ach, waarom ook niet, ook al is de volgende dag alweer een concert van Snow Patrol. Ik kreeg het gevoel iets te gaan missen als ik geen kaartjes zou kopen. Met de kaartjes in mijn mail begon ik mijn eerste luistersessie. Poeh. Blijkt dat ik toch echt niet verder kom dan een nummer of drie achter elkaar en dan begint het wat tegen te staan. Is het haar stem (toch), of misschien wel dat ik de songs gewoon niet heel erg goed in elkaar vind steken. Geen goed begin in ieder geval en tot mijn spijt moet ik bekennen dat ik nog altijd niet alle cd’s heb beluisterd. Vandaar dat ik niet zo veel zin heb. Maar ik vind het ook zonde om die kaartjes onbenut te laten en wie weet, gaat het me live wel boeien. Zo niet kan ik altijd nog weg gaan…

Het is zondag en dat betekent dat ik de auto gratis in de stad kan zetten. Dat scheelt weer. We lopen naar de zaal en er staan heel wat mensen in de rij voor de Max. Waar is eigenlijk de ingang van de Rabozaal? We lopen iets verder, vinden de ingang, zien dat het toch is uitverkocht, twijfelen nog een seconde om de kaarten te verkopen, maar aan wie dan want het is totaal uitgestorven op het personeel na dat onze kaarten gaat scannen als we naar binnen gaan. De trappen op naar boven, wordt ons gezegd, want we hebben geen flauw idee waar we moeten zijn. Veel trappen. Diverse niveau’s en vele deuren. Welke deur moeten we hebben? We hebben kaarten voor het voorste (sta-) gedeelte, maar geen idee welke deur dat zou moeten zijn. De eerste de beste dan maar. Het is afgeladen. De hele zaal is al vol en ze hebben de ‘arena’ ook met stoelen gevuld. Tsja, dan is het ook eerder uitverkocht. We gaan de deur weer uit en nemen een deur dichter bij het podium, links. De zaal ziet er erg mooi uit en met de dubbele deuren en gordijnen is er goed nagedacht over hoe mensen zo ongestoord mogelijk kunnen genieten van het concert. In de ruimte tussen de muur en de gordijnen staan dan ook wat mensen die met hun mobiel in de weer zijn. De zaal doet me een beetje denken aan de Oosterpoort in Groningen, maar dan kleiner.

Op het podium staat één man, Roy Harper. Een oudere man met gitaar die liedjes ten gehore brengt. Ik ken hem niet, maar moet meteen denken aan Willie Nelson. Een ook wat knauwerige vibrato zang. Het kan me niet echt boeien. We wachten tussen de gordijnen tot Harper verdwijnt en de harp van Joanna er voor in de plaats wordt gezet. De lichten zijn aan en we zien dat er bovenaan, hoog achter in de zaal nog plekken zijn. Daar maar naar toe dan. Kunnen we lekker zitten. En lekker zitten is het, want het zijn fantastische stoelen. Daarbij hebben we een mooi overzicht, hoewel het natuurlijk wat ver af is. Iets minder is dat als je wilt gaan zitten in zo’n rij, iedereen echt op moet staan anders is er geen ruimte om iemand er voorbij te laten. Niet zo handig als je wat drinken wilt halen.

Het is ondertussen iets van kwart voor tien geworden als mevrouw Newsom plaats neemt achter haar harp en het concert begint. Ik kan er lang en kort over zijn, maar ik weet nu zeker dat dit niets voor mij is. Joanna is een vlinder. Ze fladdert van hier naar daar en verder en terug en hoog en laag en opzij. De lijn in haar songs is moeilijk te volgen omdat ze nergens ‘to the point’ lijkt te komen, wat zo nu en dan toch wel aangenaam zou zijn. Daarbij gaat elk nummer heel lang door, komt er geen einde aan. Een tweede euvel is haar stem. De stem die me op zich al iets tegenstaat, gewoon qua geluid, maar wat me nog veel meer tegenstaat is dat ze geen woord rechtuit kan zingen. Dan bedoel ik dat echt elke woord op een speciale manier uit haar keel komt. Elke klank krijgt zijn eigen nadruk, veelal met dat kinderlijke stemmetje, dat ongetwijfeld zeer geschoold is, maar de hekserige vibrato’s komen me al snel de keel uit. Ik word er iebelig van. Het werkt zelfs een beetje op mijn lachspieren. Door het streven naar perfectie (waar ze nog een ‘grappige’ opmerking over maakt) mis ik ook een bepaalde spanning. Alles gebeurt binnen de lijntjes die zij heeft uitgezet. Zo netjes allemaal. Stel je voor dat de drummer een keer een extra slag op zijn bekken zou geven. Ik denk dat er een vernietigende blik van dit irritante zusje van Kate Bush zou volgen en een nabeschouwing waar de honden geen brood van lusten.

Ik zit hier dus gewoon niet op mijn plek. Want de rest van het publiek kan het wel degelijk waarderen. Muisstil tijdens de nummers (niemand durft ook maar een geluid te maken na Joanna’s opmerking over de ringtone (door haar benoemd als Mexicaans klinkend) die af gaat en dat het een goed moment is om alle mobieltjes uit te zetten) en groot applaus na elke song. Newsom merkt op dat ze normaliter haar harp moet (laten) stemmen zo op de helft van een optreden, maar vanavond probeert ze dit zo lang mogelijk uit te stellen. Wat jammer nou, want tijdens die pauze hadden we mooi het pand kunnen ontvluchten, zonder dat we de rest van de mensen in onze rij erg hoeven te storen tijdens ons vertrek. Maar genoeg is genoeg en na bijna een uur, tussen twee nummers door, banen we ons een weg naar het einde van de rij, waarbij het ons opvalt dat er opeens iets van vijf mensen ook op staan en met ons mee gaan.

Voor ons geen Joanna Nuisance meer.