Drive

PAC Festival, Pathe Tuschinski Amsterdam, 16 oktober 2011

“If I drive for you, you give me a time and a place. I give you a five-minute window, anything happens in that five minutes and I’m yours no matter what. I don’t sit in while you’re running it down; I don’t Carry a gun… I drive.” Woorden uit de mond van de mysterieuze man, de ingehuurde bestuurder van een vluchtauto voor overvallers, die hij met militaire precisie bestuurd en zo weet te ontkomen aan de politie die op zijn hielen zit. Het is een bijverdienste naast zijn werk als stuntcoureur in Hollywood films.

Dit is L.A. Dit riekt naar Michael Mann. Die gaf in het weergaloze Heat via crimineel Neil McCauley ook al een timeframe aan (“Don;t let yourself get attached to anything you are not willing to walk out on in 30 seconds flat if you feel the heat around the corner.”), baseerde de overvallen op eenzelfde soort militaire precisie en liet ons een aparte nachtelijke sfeer vanuit de auto zien, die we hier ook voorgeschoteld krijgen. Niets is minder waar, want het is Nicolas Winding Refn die hier de regisseursscepter zwaait. De van origine Deense regisseur deed van zich spreken door films als Bleeder en Pusher en had in zijn laatste twee films (Bronson en Valhalla Rising) ook al stoere mannen met gewelddadige inslag als uitgangspunt. Ook al, zeg ik, want dat is nu niet anders. Het knappe is echter dat hij het steeds weer weet te gieten in een geheel andere vorm, met geweldige acteurs, die ondanks het feit dat ze extreem gewelddadige personages moeten vertolken, je toch weten te boeien en zelfs te ontroeren.

Dit keer speelt Ryan Gosling de coureur, die gevoelens krijgt voor zijn buurvrouw (en haar zoontje), wiens man tegen wil en dank terug in het criminele circuit wordt getrokken. De coureur biedt zijn hulp aan om de schuld te vereffenen, maar dit loopt niet zoals gepland en de schuldenaren zijn onplezierige types die niet op een lijk meer of minder kijken. Wat met goede bedoelingen begon kan niet anders dan slecht aflopen. Het nastreven van een nobel doel is niet zonder gevolgen.

Refn is geen man van grappen en grollen. De pure ernst geeft de film extra gewicht, waarin de gedoseerde momenten van geweld nog eens extra hard aankomen. Extreem geweld. Het letterlijk tot pulp slaan van iemands hoofd doet denken aan de brute scène met brandblusser in Irréversible. Refn zoekt omgevingen in zijn films waar geweld de enige taal is die gesproken kan worden. Dit doet hij in tegenstelling tot bijvoorbeeld Tarantino, zonder het hip of cool te maken. Dit is keihard en nietsontziend. Refn ziet de ‘held’ als een mythisch figuur, een superheld. Het is een reddende engel, maar wel eentje die keihard van leer trekt. Je kunt je afvragen of dat geen contradictio in terminis is.

Afgezien van of misschien juist mede dankzij deze ethische vragen is dit een geweldige film, geweldig gefilmd, gewelddadig met een mooie (retro)sfeer ondersteund door een te gekke score (A real human being and a real hero) die op vreemde wijze past als gegoten.

Plaats een reactie